Professional Documents
Culture Documents
Begrippen:
Mediaal = dicht bij de mediaan (lijn die in de lengterichting door het lichaam loopt) gelegen
Botten:
206
3 functies:
- Vormvastheid
- Bescherming
- Aanhechtingsplaatsen spieren
Diafyse (midden bot): hol en bevat compact beenweefsel en beenmerg met beenvlies
Epifyse (einde bot): compact beenweefsel met beenvlies en gewrichtskraakbeen. Doornsede van
epifyse is spnonsachtig
Gewrichten:
Botten met gewrichtskraakbeen bedekt vocht tussen de gewrichten met een gewrichtskapsel errond
1 assige gewrichten:
2 assige gewrichten:
3 assige gewrichten:
Terminologie:
Abductie: beweging weg van dieptevlak (voor vingers en tenen -> uit elkaar)
Adductie: beweging naar diepte vlak (voor vingers en tenen -> bij elkaar)
Lateroflexie (zijwaarts buigen): beweging naar lateraal van het hoofd, de nek en de romp. Door de
beperkte bewegingsamplitude, vindt daarbij meestal een rotatie plaats
Spieren:
Spier -> spierbundel -> spiervezel -> contractiele deel: de myofibrille (lichtere en donkere banden) ->
sarcomeer (afstand tussen 2 zwarte lijen van lichte banden)
Sliding filament:
Prikkeling van de spiercel komen er Ca-ionen vrij en geven de aanzet om energie vrij te maken. Deze
energie zorgt ervoor dat myosine en actine in elkaar schuiven. Dit veroorzaakt spanning in de spiercel
en die verkort.
Soorten spiercontracties:
Antagonist: strekkende spier die tegen de beweging door een agonist inwerkt
Synergist: spier die samen met de agonist de beweging mogelijk maakt. Agonist verantwoordelijk van
hoofdbeweging en synergist voor het begeleiden
De romp en bekken:
- Borstbeen (sternum)
- Wervelkolom (columna vertebralis)
- Ribben (costae)
- Bekken (pelvis)
Borstbeen (sternum):
24 wervels:
Ruggenmerg:
Binnenste: nucleus
Buitenste: annulus
Tussenwervelschijven (discus)
Functie wervels
Ribben (costae)
12 ribben:
Spierwerking:
- Darmbeenspier (m.iliacus)
- De lange rechte rugspieren (m. erector spinae)
- Bovenbeenspier (m. rectus femoris)
- Kleermakerspier (m.sartorius)
- Spanspier van de dijfascia (m. tenor fascia latae)
- Alle buikspieren
- Grote bilspier (m. gluteus maximus)
- Kleermakerspier (m. sartorius)
- Hamstrings:
o tweehoofdige dijbeenspier (m. biceps femoris)
o halfpezige spier (m. semitendinosus)
o halfvliezige spier (m. semimenbranosus)
Zijwaarts kantelen bekken:
Rompstabiliteit:
= stabiliteit van het bok dat gevormd wordt tussen het bekken, lumbale wervelkolom en de heupen.
De heup
Heupbeen:
Dijbeen (Femur)
Spierwerking:
De knie
- Dijbeen (femur)
- Knieschijf (patella)
- Scheenbeen (tibia)
- Kuitbeen (fibula)
Gewrichten:
- Meniscus
- Uitwendige banden (collaterale banden en kniepeesligament)
- Inwendige banden (kruisbanden) (dijbeen – scheenbeen)
Spierwerking
Flexie(buigen knie):
Externe rotatie:
De enkel en de voet:
- Scheenbeen (tibia)
- Kuitbeen (fibula)
- Voetwortelbeentjes:
o Sprongbeen (talus)
o Hielbeen (calcaneus)
- Middenvoetsbeentjes
- teenkootjes
Spierwerking:
Schouder
- Sleutelbeen (clavicula)
- Schouderblad (scapula)
- Bovenarm (humerus)
Spierwerking schouderblad:
Elevatie (omhoog):
Spierwerking schouder:
Abductie:
- Deltaspier (m.doltoideus)
- Bovengraatspier (m.supraspinatus)
- Onder schouderbladspier (m. subscapularis)
- Tweekoppige bovenarmspier (m .biceps brachii)
Adductie:
Horizontale adductie
Horizontale abductie:
Endorotatie:
Exorotatie:
Elleboog:
- Opperarmbeen (humerus)
- Ellepijp (ulna)
- Spaakbeen (radius)
Spierwerking:
Nek en hoofd: