You are on page 1of 35

II

@ BOSCH

fêchnischeleergang
O RobertBoschGmbH
Postfach50, D-7000Stuttgart1
UnternehmensbeÍeich
gausrijstung
KraftÍahrzeu
Abt. Techn.DruckschriÍienKH/VDT

A
@1984DELTAPRESS
The Netherlands
BV,Amerongen

tsBN90 66749504

Alle rechtênvoorbehouden.Nietsuit
dêze uitgavê mag worden verveèl-
voudigd,opgeslagenin een geauto-
matiseerd gegevensbestand, oÍ
openbaargemaakt,in enigevormoÍ
op enige wijze, herzij elektronisch,
mechanisch,door fotokopieên, op-
namen,oÍ op enigeanderemanier,
zonder vooraÍgaande schriftelijke
toestemmingvan de uitgever.

All rights Íeserved.No part of this


publication may be reproduced,
stored in a retrieval system, or
transmitted, in any form or by any
means, electronic, mechanical,
photocopying, recording,or other-
wise, without the prior written
oermission
' l Íromthe'oublisher.

Produktie:
Studio Andri€sHarshagen.
lnhoud

K-Jetronic 1 De brandstoÍbehoeÍteyan de
molol

""'Bosch
Eenbenzine-inspuitsysteem 1.1 De lucht-brandstof-
verhouding
1.2 Deluchtverhouding 4

2 Mêngselbereidings-
systemen

3 Wêlkemanierenvan
mengselvormingdoor
inspuitenziiner?

gestuurde
3.1 Elektronisch
systemen
3.2 Mechanischesystemen

4 K-Jetronic

5 Brandslofvoorziening

5.1 Systeemoverzicht 7
5.2 Elektrischebrandstofpomp 7
5.3 Drukaccumulator I
5.4 BrandstofÍilter I
5.5 Systeemdrukregelaar 9
5.6 Injector 9

6 Mengselbereiding

6.1 Mengselregelaar 10
6.2 Luchtmeter 10
6.3 BrandstoÍregelaar 11
6.4 Regeldruk 12
6.5 Verschildrukkleppen
6.6 Mengselvorming 't4

7 Mengselaanpassing

7.1 Koudestart t5
7.2 Warmlopen
7.3 Belastingstoestanden '18
7.4 Overgangsgedrag 20

8 Elektrischeschakeling

8.1 Functie

9 Verminderingvan de
emissievan schadeliike
stoÍten

9.1 Lambda-regelkÍing 22
9.2 Werkingvande Lambda-sonde23
9.3 Lambda-regelaar 24
9.4 Beïnvloèding
vanhetlucht- 24
brandstof-menosel

10 Samenvatting

11 Vaktermen

12 LiteratuuÍoverzicht

13 TreÍwoorden

14 Testvragen

15 Installalieschêma
BoschK-Jetronic Eenmotor verbruiktminder,
maar presteertmeer. . . kan
dat?
Eenpaarjaargeledenzou het
antwoordnegatieÍgeweest
zijn: 'eenvromewens,een
toverformule,menweettoch
dat vannietsnietskomt'.
Eenpaarjaargeleden.
Inmiddelswetenwe beter.We
hebbenontdekt,dat hetop de
eersteplaatseen probleemvan
brandstofdosering is.ls dat
probleemopgelost,dan:
Verbruiktde motor inderdaad
merkbaarminder,presteertde
motor inderdaadmerkbaar
meer en spuitde motor
tegelijkertijd minder
schadelijkestoffen.
Daarvooris doorBoschde
Jetronicontwikkeld.
Er rijdenal miljoenenauto's
metJetronic-installatiesrond.
Dit boek beschrijftde
K-Jetronic.Hoedie
mechanisch en hydraulisch het
Iucht-brandstofmengselregelt
en hoediecontinuinsouit.
De BoschK-Jetronic heeftde K
vanKontinuierlich -)
(continu).

Detekstsluitoveralnauwaan
bij de aÍbeeldingen.

') Er zijnnogandereJetronic
systemen.
De 'Bosch-L-Jetronic'
woÍdt in eenandeí
deelvandezeseíiebehandeld.
4 Brandstof-en Iuchtbehoefte
'1 Fig.1 Lucht-brcnd-
De brandstofbehoefte stot-vethouding bij
vande motor theoretisch ideale
verbrcnding
Een OttomotoÍ heefl vooÍ een goede
weÍking een bepaaldelucht-brandstoÍ-
verhoudingnodig.De theoretischidea-
le luchi-brandstoÍverhoudingbedraagt
14:1. BepaaldebedriiÍsomstandighê-
den vereisen echter een mengselcor-
rectie, dus een corÍectie van die ver-
h o u d i n g1 4 :1 .
Fig.2 Invloedvande
luchtverhouding ^op
riik
1.1 Delucht-brandstof- het vermogen en op
het specitiek bnnd-
verhouding I
I stotuerbruik

Het vermogen,het verbruiken de uitlaat-


:
gassamenstelling van een Ottomotor
hangen in belangrijke mate aÍ van de
samenstellingvan het lucht-brandstoÍ-
mengsel. Een correcte ontsteking en
verbranding is slechts binnen bepaalde
mengselverhoudingenmogelijk.Bij ge- àx
bruik van benzineals brandstoÍbedraagt ó q
deze mengselverhoudingin het ideale
geval ongeveer 14 : '1.Dat wil zeggen,er
is ongeveer 14kg lucht nodig voor de -......{-
volledige verbranding van 1kg benzine --t'
(stochiometrische verhouding). Alwij- o ,
kingen van deze verhouding beïnvloe-
den de werking van de motor.
De in te spuiten hoeveelheidbrandstoÍ 0,9 1=1 1,05.
past zich aan aan de belasting,het toe- Luchtverhouding
i
rental en de voorgeschrevenuitlaatgas-
samenstelling.AÍhankelijk van de be-
Fig.3 lnvloed van de
drijÍsomstandigheid, stationairloop,
luchtverhoudíng ^ op
deellast oÍ vollast is een andere meng- de uitlaatgas- .,
selsamenstellingoptimaal. Van belang samenstelling van een
daarbij is, dat telkens preciesde meest
gunstige mengselsamenstelling
houden wordt.
aange- I Ottomotot bijvollast

v"
1.2 Deluchtverhouding ó
Als kenmerk voor het lucht-brandstoÍ-
mengselheeÍtmen de luchtverhouding,tr CHI
(lambda)gekozen. t Koolwaterstofíen
. toeqevoerdeluchthoeveelheid
" tneoreltscnelucntDenoeÍte o co:
Koolmonoxide
.9
NOx:
De toegevoerdeluchthoeveelheidis ge- q)
cc StikstoÍoxiden
lijk aan de theoretisch noodzakelijke
luchthoeveelheid (slochiometrische 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4
luchtverhouding).
Luchtverhouding
,t
),<1
Luchtgebrek oÍ een rijk mengsel,resul-
terend in een verhoogdeprestatie.

7>'l De aÍbeeldingen tonen de afhankeliik- l u c h t v e r h o u d i n g evna n , l= 0 . 0 . . . 1 . 1a l s


Luchtoverschot oÍ een arm mengsel, heid van het vermogen.van het speci- doelmatig gebleken.wil men echter de
minder verbruik, resulterendin een ver-Íieke brandstofverbruiken van de ont- luchtverhouding binnen enge grenzen
minderde Drestatie. wikkeling van schadelijkestoÍÍenvan de houden,dan moet de aangezogenlucht-
luchtverhouding.Het blijkt dat er niet hoeveelheidpreciesworden bepaalden
),>'1.2 een ideale luchtverhoudingis, waarbij moet een preciesgedoseerdebrandstof-
Het mengsel is niet meer ontsteekgewiF alle Íactoren tegelijk de meest gunstige hoeveelheiddaaraan worden toegeme-
lig, de loopgrenswordt overschreden. waarde aannemen. In de praktijk ziin ten.
MengseIbereidi ngssystemen 5

2 Mengselbereidings- 3 Welkemanierenvan
systemen mengselvorming door
inspuitenzijner?
Mengselbereidingssystemenr zowel. Er ziin elêktronischgestuuÍde en me-
carburaieuÍs als inspuilinstallaties, chanischeinstallaties.De K.JetÍonicis
hebben als laak een oplimaal lucht- eên mechanisch, niet aangedreven,
brandstoÍmengselte produceÍen.liet continu inspuitêndsysteem.
mengselbeÍeidingdoor inspuiiingin de
aanzuigbuizenkan men een optimale
mengselaanpassingaan alle bedriiís-
Íasen verkriigenen beyattende uitlaat- gestuurde
3.1 Elektronisch
gassen minderschadeliikestoften. sysremen
De mengselbereiding in de Ottomotor In elêktronisch gestuurde systemen
gebeurt door carburateurs of inspuit- wordt de brandstofdoor eenelektrisch
systemen.De carburateurwastot nu toe aangedreven pompaangevoerd.
de meestgebÍuikelijkemaniervoor de Dezepompwerktookdevoorhetinspui-
mengselbereiding, de laatstetijd is er ten benodigdedruk op. De brandstof
. echlereenduidelijketendensaanwezig wordt door middelvan elektro-magne-
naarmengselbereiding doorzuigbuisin- tisch bediendeinjectoren in de zuigbui-
spuiting.Dezetrendis ontstaandoorde zen gespoten. De injectoren worden
voordelen.die het insouitenvan brand- door eenelektronischregelapparaat ge-
stoÍ in samenhang metde eisentenaan- stuurd en hun openingstijdis voor de
zien van economie,prestatiesen nietop toemeting van de brandstoÍ maatge-
de laatsteolaatsvanemissievanschade- vend.Hetregelapparaat krijgtzijn infor-
lijkestofÍènkanbieden. matie over de bedrijÍstoestandvan de
Deoozaak vandezevoordelenis,datde motor en omgevingsinvloeden via sen-
zuigbuisinspuitingeen zeernauwkeuri- soren.Als hooÍdmeetgrondslag voorde
ge toemetingvan brandstof, afhankelijk brandstoÍtoebedeling wordtde doorde
van de bedrijÍs- en de belastingstoe- motoraangezogen luchthoeveelheid, de
stand van de motor en rekeninghou- l u c h t v u l l i ngge, n o m e n .
dend met milieueisen, mogelijkmaakt. Eenelektronisch gestuurdsysteem is de
De mengselsamenstelling wordtdaarbi j L-Jetronic.
zo precies aangehouden,dat het aan- Bij de L-Jetronic wordtde doorde motor
deelvanschadelijke stoffenin de uitlaat- aangezogen luchthoeveelheidrecht-
gassenaanzienlijk geringeris. Doorhet streeksdoor een luchthoeveelheidsme-
wegvallenvande carburateur kunnende ter gemeten.
aanzuigwegenoptimaalwordengekon- Elektronisch gestuurde inspuitsystemen
strueerd,waardooreen beterevulling wordenin anderedelenvan dezeserie
van de cilinderwordt bereikt,hetgeen beschreven.
weer tot een gunstigerkoppelverloop
lêidt.
3.2 Mechanische
systemen
Bij de mechanischeinspuitinstallaties
ondèrscheidtmen door de verbran-
dingsmotoraangedreven en nietaange-
drevensystemen.
Door de motor aangedrevensystemen
bestaanuit een inspuitpompmet een
aangebouwderegelaar.Hun werking
lijkt op de inspuitsystemen voordiesel-
mororen.
De anderevariantvan de mechanische
inspuitinstallatiesis een systeemdat
zonderaandrijving weÍkl en continuin-
spuit. Deze installatie,de K-Jetronic,
wordthiernabeschreven.
De K-Jetronic
Fig.4 P ncipe-
4 De K-Jetronic schema van de
K-Jetronic.
Íunctiegebieden
De K-Jetronic is een mechanlsch In- luchtmeting
spuitsysteemvan Bosch. bnndstotuooeiening
Het heeft drie fu nctiegebieden: mengselberciding
. luchthoeveelheidsmeting
a brandstoÍvoorziening
. mengselbereiding.

Luchthoeveelheidsmeling
De door de motoÍ aangezogenluchlhoe-
veelheid wordt door een smoorklepge-
regeld en door een luchthoeveelheids-
meter of luchtmetergemelen.

BÍandstoÍvoorziening
De brandstof wordt door een elektrisch
aangedreven brandstoÍpomp via een
brandstofaccumulatoren een Íilter naar
een brandstofregelaar gevoerd, die de
brandstot aan de injectorenin de zuig- Fig. 5 Schemavan de
buizen van de aÍzonderliike cilinders K-Jetronic.
toebedeelt. Deel brandstolvoot-
ztenrng
MengselbeÍeiding 1 mengselregelaar
Als kriterium voor de brandstoftoebede- 1b brandstoÍtegelaar
ling dient de door de motor, overeen- delen van de mengselregelaar.Het in- 2 brandstoÍtank
komstig de smoorklepstand,aangezo- spuiten van brandstof gebeurt continu, 3 elekttische brand-
gen luchthoeveelheid.Dezewordt door dat wil zeggen zonder rekeningte hou- stofpomp
den met de stand vaít de inlaatklep.Ge- 4 brcndstoÍ-
de luchtmeter gemeten, welke op zijn
accumulatoí
beurt de bÍandstoÍregelaar stuurt. durende de sluitÍasewordt het mengsel
'opgeslagen. 5 brcndstolfilter
Luchtmeter en brandstofregelaarziJn 6 drukrcgelaal
7 injectoren
Brandstofuoorziening 7

5 Brandstofuooziening Fig.6 Elektrische


brcndstotpomp
1 zuigzíjde
5.'l Systeemoveaicht 2 overdrukventiel
3 rcllenkameryomp
4 motoranker
De brandstof wordt door een elektrische 5 terugslagklep
brandstoÍpomp uit de brandstoftank 6 dtukziide
aangezogenen via een drukaccumulator
en een ÍijnÍilteronder druk aan de brand-
stofregelaar,een deelvan de mengselre-
gelaar. toegevoerd. De druk wordt door
een drukregelaaraan de brandstoÍrege-
laar constant gehouden.Van de brand-
stoÍregelaarvloeit de brandstoÍnaar de
Inlectoren.
De injectoren spuiten de brandstoÍ con-
tinu in de aanzuigkanalenvan de motor.
De systeemaanduidingK-Jetronickomt
van het Duitse woord kontinuierlich
(continu). Bij het openen van de inlaat-
. kleppen woÍdt het mengsel in de cilin-
ders gezogen. De aparte onderdelen van
de brandstofvoorzieningworden hierna
Descnreven. Fig.7 Rollenkamer
pompwerKtng
l zuigzijde
2 tototschijt
5.2 Elektrische 3 tol
4 pomphuis
brandstofpom p 5 dtukzijde

l----l
- brcndstot druk-
De elektrische brandstolpomp is een /oos
door een elektromotoÍ met peÍmanente -btandstof op-
bekÍachtiging aangedreven rollenka- voeren
merpomP. -brandstot onder

De in het pomphuis excentrischaange-


brachte rotorschijÍ bevat aan de omtrek
metalen rollen,die door de centriÍugaal-
kracht tegen de loopring van de pomp
worden geperst. Zij werken als een aÍ-
dichting. In de tussen de rollen gevorm-
de holtes wordt de brandstoÍ voortge-
stuwd. De elektromotor wordt door
brandstoÍ doorstroomd.
Explosiegevaarbestaater niet,omdat er
geen ontvlambaarmengselin het motor-
pomphuis is. De pomp levert meer
brandstoÍ dan de motor maximaalnodig
heeÍt, om in alle voorkomendebedrijÍs-
omstandighedende druk in het brand-
stoÍsysteem in stand te kunnen houden.
Bij het starten loopt de pomp zolang als
de startschakelaar wordt bediend. ls de
motor aangeslagendan blijft de pomp
ingeschakeld.Met een veiligheidsscha-
keling wordt voorkomen dat bij inge-
schakeld contact en stilstaande motor
(bijvoorbeeld bij een ongeval) brandstot
wordt geleverd.
Brandstofuoorziening

5.3 Drukaccumulator Fig.8 Btandstol-


accumulator
a leeg
De dÍukaccumulatoÍ houdt na het af:et- b gevuld
tèn van de molor nog een bepaalde tiid 1 veetkamer
druk in het bÍandstoísysteem. Tiidens 2 veer
bedriií dempt hii ook het geruis van de 3 aanslag
opvoerpomp. 4 membtaan
5 opslagvolume
De drukaccumulatorhoudt na het aÍzet- 6 omleidschot
ten van de motor het brandstofsysteem 7 brcndstottoevoel
I bnndstofatuoer
onder druk, om het weer opnieuw star-
ten, vooral bij warme motor, te verge-
makkelijken. Door een juiste construc-
tieve vormgeving van het accumulator-
huis werkl de drukaccumulator dem-
pend op het brandstoÍpompgeruis
De binnenruimtevan de drukaccumula-
tor is door een membraan in twee ka-
mers onderverdeeld.De ene kamerdient
als opslagvolumevoor brandstof,de an-
dere kamer bevat een veer. Tijdens be-
drijÍ wordt de opslagkamermet brand-
stof gevuld. Het membraan welÍt zich
daarbij tegen de veerdruk in tot aan de
aanslagin de veerruimte.
Zolang cie motor ioopt blijft het mem-
braan in dezê positie, die hel grootste
opslagvolumeoplevert.

5.4 BrandstoÍfilter
Vanwege de kleine toleranties van de
verschillendecomponenlen is een spe-
ciaal brandstoíÍilter nodig voor een vei-
lige werking van de K-Jetronic.

Het brandstoÍfilter houdl verontreinigin-


gen in de brandstoÍ,die de inspuitinstal-
latiezouden kunnenbeïnvloeden, tegen. Fí9.I BrcndstofÍiltel
Het brandstoÍfilter bevat een oaoierÍil- l papietÍiltel
2 pluisjesfiltel
terelement met daarachtereen pluisjes-
3 zeel
Íilter. Door deze combinatie wordt een
hoog reinigingseÍÍectbereikt. Een zeeÍ
Íixeert het filter in het huis. De op het
Íiltêrhuis met een pijl aangegevendoor-
stroomrichtingmoet beslistwordenaan-
gehouden. Het filter wordt achter de
drukaccumulatorin de brandstofleiding
aanoebracht.
Brandstofuoorziening

5.5 Systeemdrukregelaar Fig.10 Systeemdruk-


rcgelaaraande
De systeemdÍukÍegelaarhoudtde druk brcndstoíregelaal
a in ruststand
in het brandstotsysteemconstant. b in werkstand
1 aanvoersysteem-
Oe in het huisvan de brandstofregêlaar druk
ingebouwdedrukregelaar regeltde op- aldichting
voerdruk(: systeemdruk) op ca. 5bar. 3 retournaarde
Doordat de elektrischebrandstofoomo brcndstoftank
meerbrandstoÍlevertdandoorde motor 4 ptunler
wordt verbruikt,maakteenzuigerin de 5 rcgelveel
drukregelaar eenopeningvrij,waardoor
de overtolligebrandstoÍnaarde brand-
stoÍtankterugvloeit.
De druk in het brandstoísysteem is in
evenwichtmetde krachtvande veerop
de zuiger van de drukregelaar. Als de
brandstofpomp bijvoorbeeldwatminder
brandstoflevert,dan veÍkleintde zuigêr,
door de veer in zijn nieuwepositiege-
drukt, de aÍvloeidooÍsnede. Daardoor
wordt minder brandstoÍteruggestuurd
en de systeemdruk wordtdaardoorweer
op de oorspronkelijke waardegeregeld. Fí9.11 lnjectol
Bij het afzettenvan de motor wordt de a tn ruststanc!
brandstofpompuitgeschakeld. De sys- b in werkstand
teemdrukdaaltonderde openingsdruk 1 klephuis
van de injectoren. De drukregelaarsluit 2 Íiltel
de aÍvloeiopêning en verhindert
eehver- 3 klepnaald
dere drukaÍbouwin het brandstoÍsvs- 4 klepzitting
Ieem.

5.6 Injector
De iniêctorenopenenbil een bepaalde
openingsdruken verstuivendè brand-
stoÍ door trilbewêgingenvan de iniec-
toÍnaaldin de zuigbuis.

De injectorenspuitende dooi de brano-


stotregelaartoegemeten brandstoÍin de
aanzuigbuizen vóórde inlaatklep vande
cilinder.
De injectorenworden in een speciale
houder zodanig bevestigd,dat ze goed
tegen de door de motor ontwikkelde
warmtezijn geisoleerd.Doorde warmte-
isolatiewordtveÍhinderd, datzichnahet
aÍzettenvan de motordampbellen in de
inspuitleidingenvormen,wat tot een
slechtwarme-startgedrag zou leiden.
De injectorenhebbengeen toemeet-
functie.Ze openenvanzelÍals de ope-
ningsdrukvan 3,3barwordt overschre-
den. Ze bezitteneen naaldklep,waarvan
de naaldbij het inspuitenmet hogefre-
quentiehoorbaartrilt ('ratelt').
Daardoor
wordt een goede verstuiving van de
brandstoÍ,zelÍ+bij de kleinstehoevêel-
heden, beÍeikt. Na het aÍzettenvan de
motor sluit de injectordicht af, als de
druk in het brandstofsysteem ondêr de
openingsdrukvan de injectorenis ge-
daald.Daardoorkan na het aÍzettenvan
de motorgeenbrandstofmeer in deaan-
zuigbuizennadruppelen.
10 Mengselbereiding
Fí9.12 Luchthoeveel-
6 Mengselbereiding heidsmeterin
tuststand
1 luchttrechterot
luchtventuri
2 stuwschijí
6.1 Mengselregelaar 3 ontlastdoorcnede
4 mengselinstel-
schrcet
De taak yan de mengselbereidingis de 5 contragewicht
toemeting van een brandstoÍhoeveel- 6 draaipunt
heid oyereenkomstig de aangezogen 7 hefboom
luchthoeveelheid. I bladveer
Dê mengselbereidinggebeurt door de
mengselregelaar.Dezebestaat uit een
r.
luchtmeteÍ ên een brandstoÍregelaa

6.2 Luchtmeter
De luchtmeter of luchthoeveelheids-
meter bêÍust op het pÍincipe yan een
zwevénd lichaam en meet de dooÍ de
motor aangezogen luchthoeveelheid.
Fig. 13 Stijgstrcom-
De totale door de motor aangezogen Iuchthoeveelheids-
luchthoeveelheid stroomt door een meterin we*stand,
luchtmeter,die vóór de smoorklepis in- veteenvoudigd
gebouwd. In de luchtmeterbevindtzich
eên luchttrechter oÍ luchtventuri met
een bewegende stuwschijÍ (zwevend
lichaam).
De door de luchttrechter stromende
lucht beweegt de stuwschijf in een be-
paalde mate uit haar ruststand. De bewe-
ging van de stuwschijÍwordt via een heÍ-
boomsysteem op een regelplunjer over-
gebràcht, die de toe te meten brandstoÍ-
hoeveelheidbeoaalt.
Bij mogelijk terugslaan van de molor
kunnen aanzienlijkedrukstoten in het
aanzuigsysteemoptreden. De luchtme-
ter is daarom zo gecontrueerd, dat de
stuwschijÍ bij een terugslagin de tegen-
overgestelde richting kan doorslaan.
Daardoor wordt een ontlastingsdoor-
snede vrijgegeven.Een rubberbuÍÍerbe-
grenst de teÍugwaartseslag. Een blad-
veer zorgt voor een correcte nulstand bij Fig.14 P ncipevan
stilstaande motor. De bewegingen van de luchthoeveelheids-
de stuwschijÍ worden via een heÍboom- metel
systeemop de regelplunjerin de brand- a aangezogen lucht-
hoeveelheid
stoÍregelaar overgedragen. Het gewicht ge ng, stuwschijÍ
van de stuwschijÍ en het hefboomsys- wodt weinig opge-
teem wordt door een contragewicht ge- titd
comDenseerd. b aangezogen lucht-
hoeveelheid groot,
stuwschijt wotdt
tlink opgetíld
Mengselbereiding 11
6.3 BrandstoÍregelaar Fig. 15 Gleufhouder,
rcgelplunjer
l aanzuiglucht
De brandstoÍÍegelaar verdeelt de
2 rcgeldruk
brandstoÍhoeveelheid overeenkomstig 3 brcndstolaanvoel
de stand yan de sluwschiií in de lucht- 4 toegemeten brand-
meteÍ oveÍ de aÊonderliike cilinders. stoíhoeveelheíd
5 regelplunjel
Zoals al is opgemerkt,is de standvan de 6 gleuÍhoudel
stuwschijÍeen maatvoor de door de mo- 7 bnndstofrcgelaal
tor aangezogen luchthoeveelheid.De I luchthoeveelheids-
stand van de stuwschijÍ wordt via een
heÍboom op de regelplunjerovergedra-
gen. De regelplunjerregeltde in te spui-
ten brandstofhoeveelheid.
Afhankelijk van de stand van de regel-
plunjer wordt een overeenkomstige
doorsnede van de regelgleuvenvrijge-
geven, waardoor de brandstoÍ naar de
verschildru kkleppen en daarmee naar
de injectorenkan stromen.
. Bij een kleine slag van de stuwschijÍ
wordt de regelplunjerslechtsweinig op-
getild, en dienovereenkomstigwordt
een kleine doorsnedevan de regelgleu- Fí9.16 cleufhoudel
ven vrijgegeven.Bij een grote slag van regelgleuí vergroot
de stuwschijÍ geeÍt de regelplunjereen weergegeven
grotere doorsnedevan de regelsleutvrij. (in wetuelijkheid is de
Er bestaatzo een lineairverbandtussen gleut ongeveer 0,2mm
de stuwschijÍuitslagen de vrijgegeven breed)
doorsnedevan de regelgleuven.
Op de regelplunjerwerkt tegengesteld
aan de van de stuwschijÍaÍkomstigebe-
weging een kracht die door een regel-
druk wordt veroorzaakt.Deze zorgt er
onder andere voor, dat de regelplunjer
de beweging van de stuwschijfvolgt en
bijvoorbeeld niet bij een neergaande
slag van de stuwschijÍ in de bovenste
eindstand blijft hangen.Verderebelang-
rijke Íuncties van de regeldruk (demp-
druk)worden in laterehoofdstukkenbe-
schrevên.

Fig. 17 eleuthouder
met regelplunjer
a ruststanc!
b deellast
c vollast
1 tegeldruk
2 rcgelplun jel
3 regelgleuf in de
gleulhouder
4 tegelkant
5 brcndstoÍaanvoer
6 gleuíhouder
12 Mengselbereiding
Fig. 18 systeemdruk
6.4 Regeldruk en rcgeldruk
3
l werkingvande
De regeldrukwordtviaeenrestrictie van 2 regeldruk
de systeemdrukatgetakt.De restrictie (hydraulische
dieni daarbijvoor de ontkoppeling van 1 kncht)
de regeldrukkring van de systeemdruk- 2 demprcst ctie
3leidingnaarde
kÍing. Via een leidingwordt de verbin- warmlooprcgelaar
ding tussende benzineregelaar en de 4 ontkoppelrcstrictie
warmlooprêgelaar (ook:regeldrukrege- 5 systeemdruk
laar oÍ dempdrukregêlaar) tot standge- (opvoedruk)
bracht. 6 werkingvande
De regeldruk bedraagtbij koude start luchtkracht
ongèveer0,5baren wordtbijtoenemen-
de opwarmingvan de motor door de
warmloopregelaartot ongeveer3,7bar
verhoogd.
De regeldrukdruktviaeendemprestric-
tie op de regelplunjer en vormtdaardoor
de tegenkrachtvoor de luchtkracht die
bij de luchtmeteroptreedt.De demp-
restrictieverhindertdaarbijeen slinge-
ring van de stuwschijÍtengevolgevande
aanzuigpulsatie.
De hoogte van de regeldrukbeïnvloedt Fig.19 Systeemdtuk-
Bij een geringe regelaarmet open-
de bÍandstoftoedeling. stootklepin de rcgeF
regeldrukkande aangezogen luchthoe- drukkring
veelheidde stuwschijÍverderoptillen. a in ruststand
Daardoorwordendoor de regelplunjer b in werkstand
de regelrestrictiesverdergeopêndwaar- 1 aanvoersysteem-
door de motormeerbrandstoÍkrijgt.Bij dtuk
een hogere regeldrukkan de aangezo- 2 retour(naatde
gen luchthoeveelheid de stuwschijÍniet bran&toftank)
zo ver optillen,waardoorde motorman- 3 plunjervande
systeemdrukrcge-
der brandstotkrijgt. laar
Om de regeldrukkring na het aÍzetten 4 openstootklep
van de motor zeker aÍ te dichtenen de 5 aanvoerrcgeldruk
druk in hetbrandstoÍsysteem te houden, (van de warmloop-
bevindtzich in de retourleiding van de tegetaar)
warmloopregelaar eenaÍsluitklep. Deze
is aande systeemdrukregelaar gebouwd
en wordt door de Plunjer van de
systeemdrukregelaar aangesloten
(openstootklep) en tijdensbedrijÍopen
oehouden.
keert na het aÍzettenvan de motor de
plunjer van de systeemdrukÍegelaar te-
rug naar zijn ruststand,dan wordt de
'openstootklep dooreenveergesloten.
Mengselbereiding 13
6.5 Verschildrukkleppen Fig.20 BÊndstot-
rcgelaarmetverschil-
De veÍschlldÍukkleppenin de brand- drukkleppen
sloÍregelaar zoÍgen voor een gelll]ólii- 1 brandstoítoevoel
yende drukyaloveÍ de regelgleuven. (systeemdruk)
2 bovenkamervande
verschíldruk-
De luchthoeveelheidsmeter heefteen li- kleppen
neairekarakteristiek.Dit wit zeggen,dat 3 leiding naat de
bij eendubbeleluchthoeveelheid destag tnlector
van de stuwschiiÍdubbelzogroot is. De- (inspuitdruk)
ze (lineaire)slag heeft slechtsdan een 3 rcgelplunjel
qorrecte veranderingvan de brandstoÍ- 5 regelkanten
hoeveelheidtot gevolg,alsoverderegel- tegelgleut
gleuven een constante drukval, onaÍ- 6 klepveer
7 klepmembrcan
hankeliik van de doorgestroomdehoe- I onde*amet vande
veelheidbrandstof,staat. verschildruk-
De verschildrukkleppen houden de Kteppen
drukval over de regelgleuven, onaÍhan-
keliik van de doorgestroomdehoeveet-
heid brandstof, constant. De verschil-
'
druk bedraagt0,1bar. Er wordt daarmee
êen hoge regelnauwkeurigheid bereikt.
Als verschildrukkleppen worden klep-
pen met èen vlakkezitting gebruikt.Ze
bevindên zich in dè brandstotregelaar, Fig.21 Verschildruk-
bij elkeregelgleuféén. klep, stand bij een
Debovenkamer is
van de onderkamerdoor een memoraan gtote ínspuithoeveel-
heid
gescheiden.De onderkamers van alle
klèppenziin dooreenringleiding metel-
kaar veÍbondenen staanonder oovoer-
druk (systeemdÍuk).De klepzittingbe-
vindt zich in de bovenkamer.De boven-
kamerszijn ieder mèt een regelgleuÍen
met de aansluitingennaarde iniectoren
verbonden en ten opzichte van elkaar
afgedicht. De membranênworden mer
een veèr belast.Oe verschildrukwordt
door de krachtvan dezeschroelveerDe-
paald. Als er êen grote hoeveelheid
brandstot in de bovenkamerstroomt,
wordt het membraannaar benedenoe-
duwd en opent de uiflaatdoorsnede ;n
de klep, tot de door de veer ingestelde
verschildrukweer wordt bereikt.Wordt
de doorgestroomdehoeveelheid min-
der, dan gaat het membraanterugwaar-
door de klepdoorsnedekleinerwordttot
zich weer een drukverschil van 0,1bar Fig.22 Verschildruk-
instelt. Aan hêt membraanheersrous klep,standbijeen
een krachtenevenwichtdat voor iedere kleíne inspuit hoeveel-
brandstofhoeveelheid door hêt regelen heid.
van de klepdoorsnedein stand wordt
gehouden.
14 MengseIbereiding/ MengseIaanpassing
Fí9.23 Mengsel-
6.6 Mengselvorming voming
l inlaatklep
De mengselyoÍming vindt plaats in de 2 verbrandíngskamer
inlaatbuis en in de cllinder van de mo- 3 injectol
tor. 4 zuigbuis
5 warmte-ísolercncle
houder
De door injectorencontinuingespoten
hoeveelheidbrandstofwordtvóórde in-
laatklepvan de motor opgeslagen.Bij
het openenvan de inlaatkleprukt de
aangezogen mee
luchtde brandstofwolk
gedurende
en zorgt voor verwerveling
de aanzuigslagvoorde vormingvaneen
ontsteekbaarmengsel.

7 Mengselaanpassing
Fi9.24 Koude-start-
venijking
Boven de tot nu toe beschrevenbasis- 1 mengselregelaar
functie eisen bepaalde bedrijÍstoestan- 1b brandstotrcgelaar
den corrigerendeingrepenin de meng- 10 contactslot
selvormingom het vermogente optima- 13 koude-statt-
liseren, de uitlaatgassamenstellingte injectol
verbeteren oÍ het start- en riigedrag te 14 themotijdschake-
verDeleren. laal
Mengselaanpassing 15
7.1 Koudestart Fig.25Koude-stan-
injector ín werking.
Afhankeliik van de motoÍtemperatuur 1 elekt scheaanslui-
woÍdt dooÍ de koude-startiniector ge- ting
durende het starten korte tiid een ertÍa 2 brcndstotaanvoer
mettilterzeeíie
hoeyeelhêid brandstoÍ ingespoten. 3 klep (magneet-
anket)
Bij de koude start ontstaan condensatie- 4 magneetwikkeling
verliezen van het brandstofaandeel in 5 dnaisprceier
het aangezogen mengsel. Om deze te
compenseren en het aanslaanvan de
koude motor te vergemakkelijken, moet
op het moment van starten extra brand-
stoÍ worden ingespoten.
Het inspuiten van deze extra brandstoÍ-
hoeveelheidvindt plaats met de koude-
startinjector in het inlaatspruitstuk.De
inschakelduurvan de koude-startinjec-
tor wordt door een thermotijdschakelaar
aÍhankelijk van de motortemperatuurin
. de tijd begrensd.
Het beschreven proces wordt koude-
startverrijkinggenoemd. Bij de koude-
startverrijkingwordt het mengsel'rijker, f i9.26 Thermotijd-
dat wil zeggen het luchtgetal.ivoor Kone schakelaar
t i j d k l e i n e rd a n 1 . l elektrische
aansluiting
2 bout
7.í. 1 Koude-startiniector
3 bimetaal
De koude-startinjector wordt elektro- 4 vetwamings-
magnetischbediend.In de injectoriseen wikkeling
elektromagneet ondergebracht. In de 5 schakelcontact
ruststand wordt het bewegende anker
van de elektromagneetdoor een veerte-
gen een aÍdichtinggedrukten sluitdaar-
mee de injector.Als de elektromagneet
woÍdt bekrachtigd,wordt door het optil- [--ï_-"ï--l
l,\ ''-f I
len van het magneetankerde brandstoÍ- | | r r-trr I
toevoer vriigegeven. De brandstof komt
nu tangentiaalin een sproeierwaar deze
in rotatiewordt gebracht. t l - J l
Door de vorm van de sproeier, - een zo-
genaamde draaisproeier of rotatie-
sproerer- wordl de brandstofbijzonder
Lr--_ l
fijn verstovenen verrijkl de lucht in het
spruitstuk achter de smoorklep mel
brandstof.

7.1.2 Thermotiidschaketaa.
De thermotiidschakelaaÍ begrenst de
inspuitliid van de koude-staÍtiniectoÍ
aÍhankeliik van de molortemperatuur.

De thermotijdschakelaarbestaatuit een
elektrisch verwarmde bimetaalstriD. die
aÍhankelijk van zijn temperatuui een
contact opent oÍ sluit. Hij is onderge-
bracht in een hollevoelerdie oo eenvoor
de motortemperatuur karakterislieke
plaats is bevestigd. wordt verrijkt en 'verzuipt'.Bij de koude
De thermotijdschakelaarbepaalt de in- start is voor de metingvan de inschakel-
schakelduur van de startinjector.De in- duur hooÍdzakelijk de elektrischever-
schakelduuris daarbijafhankelijkvande warming maatgevend.(AÍschakelingbij
opwarmrn9 van de tijdschakelaardoor -20"C na ca.8 sekonden),terwijtbil be-
de motorwarmte, de omgevingstempe- drijfswarmemotor de thermotijdschake-
ratuur en door de in hem zelÍ aange- laar door de motorwarmte zover wordt
brachte elektrische verwarming. Oeze opgewarmd dat hij constanlgeopendis.
ergen verwarming is nodig om de maxi- Bij het starten van een bedrijÍswarme
male inschakelduurvan de startiniector motor wordt daarom geen extra start-
te beperken zodat de motor niet testerk brandstof meer ingespoten.
16 Mengselaanpassing
Fig.27 Karckte stie-
7.2 Warmlopen ken vande warmloop-
rcgelaatbijveÊchil-
Iendemotoftempera-
De waÍmloopverriikinggebeuÍtdoor de
turen.
warmloopÍêgelaar. Peze veÍlaagt bii Veftíikingslactor1,0
een koude motor, aÍhankeliik van de komt overcenmet de
motortemperatuuÍ,de ÍegeldÍuken be- brcndstoltoemeting
werkstelligteen groleÍe oPeningvan de bii bed jfswame
Íegelgleuven. motor.
6
o)
Bij het begin van de aan de koudestart tÉ
aansluitendewarmloopÍaseconden-
seert nog een deel van de ingespoten
brandstoÍin het inlaatspruitstuk en aan
de cilinderwanden. Daardoor kan over-
slaanoptreden(geenverbranding). Het
lucht-brandstoÍmengsel moet daarom
gedurendehet warmlopenwordenver-
rijkt ( I < 1,0).Daarbijmoetbij stiigende
motortemperatuur de verrijkingcontinu
worden verminderd om eente rijkmeng-
sel bij hogere motortempeÍaturente
voorkomen.Dezemengselregeling voor
het warmlopen door middel van de re-
geldrukvande Jetronic-installatie wordt
doorde warmloopregelaar gerealiseerd ;

7.2.í WaÍmlooPregelaal
De veranderingvan de regeldrukvindt
plaats met de warmloopregelaar' De
warmloopregelaar wordtzodanigaande
motor aangebracht dat hij de tempera-
tuur daarvan aanneeml. Bovendien
wordt de warmloopregelaar elektrisch (Tiidna hetstarten)
verwarmd.Ooor de elektrischeverwar-
ming kan de warmloopregelaar precles Fig.28 Wamloop-
aan de karakteristiekvan de motorwor- rcgelaar
denaangepasr. a bijkoude motor
Hij bestaatuit eenveergeregelde mem- b bij bedrijfswame
verwarmde motol
braankleoen een elektrisch 1 klepmembraan
bimetaalveeÍ. tetoul
ln koudetoestandwerktde bimetaalveer 3 rcgeldruk (van de
tegende klepveer in,envermindert daar- mengselrcgelaar)
door de werkzame veerkrachtoP de Ktepveer
membraanonderkant vande klep.DeaÍ- 5 bímetaal
regeldoorsnede van de klep is dan iets 6 elekttische
verdergeopend,waardoormeerbrand- verwamíng
stof uit de regeldrukkringwordt aÍgere-
geld ên de regeldruklaagis. VanaÍhet
begin van het startenwordt de bimetaal-
veer elektrischen door de motor ver-
warmd. Zij buigt door en vermindert
daarbijde tegenkracht op de veerklep.
'Dewerkingvande klepveer op de mem-
braanklep neemt daardoortoe. Demem-
braanklepvermindertde aÍregeldoor-
snede,waardoorde druk in het regel-
drukrelaishoger wordt. De warmloop-
verrijkinghoudt op wanneerde bime-
taalveervolledigvande klepveer afgetild
is. Doorde nu alleenwerkendeklepveer
wordt de regeldrukoP zijn normale
waardegeregeld.Deregeldrukbedraagt
bij koude start ongeveer0,5baren bij
warmemotor ongeveèr3,7baÍ.

I'
Mengselaanpassing 17

7.2.2 ExtÍa luchtschuií Fig.29 Extrclucht


schuit
Gedurende het wa7mlopen kriigt de mo- 1 luchtkanaalmet
tor via de exlra luchtschuiÍ meer meng- afdichtschuií
sêl om de veÍhoogde wriiving in koude 2 bimetaal
toesland le overwinnen en om een sla- 3 elektrische
verwarming
bielere stationairloop te bereiken.

Bij bedrijí met koude motor bestaanver-


hoogde wÍijvingsweerstanden. Deze
moeten door de motor bij het stationair-
lopen worden overwonnen.Daaromlaat
men de motor door de extra luchtschuiÍ,
om de gasklep heen (als by-pass),meer
lucht aanzuigen. Doordat deze exrra
lucht door de luchtmeterwordt gemeten
en bij de brandstoftoedelingwordt be-
trokken, krijgt de motor in totaal meer
brandstoÍ.Daardoorwordt bij een Kouoe
motor een stationairloopstabilisering
. bereikt.In de extra luchtschuiÍregetteen
schijÍ met een gat, die door een brme-
taalveer wordt bediend, de doorsnede
van de by-pass-leiding.De openings-
doorsnede van deze schijÍ stelt zich af-
hankelijk van de temperatuurzo in, dat
bi.i koude start een ovêreenkomstig gro-
te doorsnede wordt vrijgegeven,die bij
toenemende motortemperatuurechter bouwplaats van de extra luchtschuifis Fig.30 Warmloopver-
steeds vermindert en uiteindelijkwordt zodanig gekozêndat zij de temperatuur tijking
gesloten. Het bimetaalwordt elektrisch van de motor aanneemt. I mengsehegelaal
verwarmd. Daardoor kan een begren- Daardoor wordt voorkomendat bij een 1b brandstoÍregelaal
7 ínjectol
zing van de openingstijdaÍhankelijkvan warme motor de extra luchtschuifin ak-
15 extn luchtschuif
het motortype worden bereikt. De in- tie komt. 16 warmloopregelaar
18 Mengselaanpassing
Fig.31 lnvloedvande
kegelhoekvande
luchttrcchterot lucht-
venturi op de uitslag
van de stuwschiif bii
gelijke Iuchtdoorgang.
a gronclvormvancle
luchttrcchtet geefth
b steílerctrechte.
vom - bijgelijke
luchthoeveelheid
grcteteslagh
c vlakkerctrcchter
vorm bijgelijke
luchthoeveelheid
kleinercslagh
Í--'-1door de stuw-
schijÍ vrijgegeven
ringvotmig opperylak
(bij a, b en c gelijk)

7.3 Belastingstoestanden Fí9.32 lrcchter


cotrectiesaande
luchtmeter
De aanpassing van het mengsel aan 1 voorvollast
de bedÍiiÍsomstandighedenslalionair- 2 voor deellast
loop, deellast en vollasl woÍdt verkre- 3 voorstationai oop
gen door een bepaalde vorm van de
luchttrechteróÍ luchtventuri.

Eenconstantevormvande luchttrechtêr
levert over de totale slag (meetbereik)
vande luchthoeveelheidsmeter of lucht-
metereenconstantmengsel.
Zoalsal is opgemerktis hetechternood-
zakelijkom bii bepaaldebedrijÍstoestan-
den,zoalsstationairloop, deellastenvoF
last,eenoptimaalmengselaande motor
te leveren.In de praktijkbetekentdit rij-
kere mengsêlsvoor stationairloop en
vollast en een armeÍ mengselvoor het
deellastgebied.Men bereikt deze aan-
passingdoorverschillende kegelhoeken
van de luchttrechterin de luchtmeter.
Vormt de luchttrechtereenvlakkereke-
gel dan de grondvorm(dievoor een be- brandstoÍ toegemetenen het mengsel
paald mengsel,bijvoorbeeld bij 1= 1, wordt rijker.
werd vastgelegd)dan krijgt men eenar- Men vormt de luchttrechteÍzo, dat bij
mer mengsel.Bij eengroterekegelhoek stationairloopen bij vollast een rijker
dan de grondvormwordt de stuwschijÍ mengselwordt veÍkregen(vollast-en
verder opgetild.Daardoorwordt meer stationairloopverrijking).
Mengselaanpassing 19
7.3.3 Verriiking door regeldrukveÍla- Fig.33 Aíhankelijk-
9ing heid van de rcgeldruk
van de motorbelastíng
Terwijl motoren in deellastgebied met
zeer arme mengsels worden bedreven,
moet bij vollast ter mengselcoÍrectie stataonairloop
door de luchttrechtervorm een exrraveÍ- en deellast
rijking optrêden.
Deze taak kan worden overgenomen
dooÍ een speciaal daarvoor ontworoen
warmloopregelaardoor sturing van de
regeldruk aÍhankelijk van het vacuum.
Bij een variant van de warmloopregetaar 6
worden inplaats van één, twee klepveren
E
toegepast.De buitensteveerligtzoalsbij
de normale warmloopregelaaraan op
het huis, de binnenste veer tegen een
membraan. Dit membraan verdeelt de
warmtoopregelaar in een bovenkameÍ
en een onderkamer.In de bovenkamerrs
. vra een stangetie naar het inlaatsoruil-
stuk hel vacuum we[kzaam.De onder- motorbelasling
kamer is aÍhankelijk van de uitvoeflng
direct met de buitenlucht oÍ via een
tweede slang met het luchtÍilter verbon_ Fí9. 34 Wamloop-
oen. regelaat met vollast-
Door het hoge vacuum bij stationairloop membnan bij
en deellast wordt het membraantot de stationairloop en
bovenste aanslag getild. Daardoor heeÍt deellast
1 elektrische verwar
de binnenste veer haaÍ maximalevoor-
ming
spanning beÍeikt. De veervoorspanning 2 bimetaal
van de beide klepveren veroozaakt hier- 3 vacuumaansluiting
mee de bepaalde, voor deze lastgebie- (van het inlaat-
den relevante,regeldrukwaarde. Bii ver_ spruitstuk)
der openen van de gasklep bij vóltast 4 klepmembrcan
neemt het vacuum aÍ, hel memoraan 5 rctour naat de
komt los van de bovenste aanslao en brandstoftank
wordt tegen de onderste aanstag-ge- 6 regeldruk (van de
bendstoíregelaat)
drukt.
7 klepveel
De binnenveer wordt onflast, de reget- I bovenste aanslag
druk daalt en daarmeewordt een meno- I ontluchting
selverrijking verkregen. 10 membraan
11 ondercte aanslag

Fig.35 Wamtoop-
rcgelaarmetvollast-
membraan,bijvollast.
20 Mengselaanpassing

7.4 Overgangsgedrag Fí9.36 Hetaccelle-


open rercn.Gedrcgvande
K-Jetronicbiihet snel
Eengoed oyergangsgedragbii accelle- .E openen van de gas-
reÍen wordt yeÍkrcgen door het 'dooÍ- klep.
slaan' van de stuwschiií.
-9
7.4.1 AccelleÍeren o
Bij overgangenvan de ene bedrijÍstoe- o
stand in een andereontstaanmengsel- a
aÍwijkingen.die voor een verbetering
dicht
van het rijgedragwoÍdengebruikt.
Wordtbij constanttoerentalde gasklep
plotsêling geopend,danstÍoomtdoorde
luchtmeterzowel de luchthoeveelheid
die in de verbrandingskamers komt,als
ook de luchthoeveelheiddie nodigis om
t
de druk in het uitlaatspruitstuk
op het o
nieuweniveaute brengen.DestuwschijÍ
slaatdaardooreven doorbovendestand
diebijde.vollegasklepopening hoort.Dit
doorslaan bewerkt een hogere brand-
stoÍtoedeling (accelleratie-verrijking)
waarmeeeen goed overgangsgedrag
wordtbereikt.
g

3
a

0,1 o,2 0,3 o,4


Schakeling 21
8 Elektrischeschaketing Fig.37 Schaketingin
ruststand.
Valt de motor bii ingeschakelde onbte_ 1 Contactslot
king stil, dan wordt de elelitÍische 2 Koude-stattinjectol
bÍandstoÍpomp uitgeschakeld. 3 Thermotijdschakelaa
4 Stuu elais
5 Elektrischebtandstof-
De K-Jetronic bevat elektÍische comoo- pomp
nenten zoals een elektrische brandstof_ 6 Wamloopregelaar
pomp, een warmloopregelaar, een exrra 7 Extraluchtschuif
luchtschuiÍ, een koude-startinjecroren
een thermotijdschakelaar. Dezecomoo_
nenten worden in werking gesteld via
een stuuÍrelaisdal door het contactslot
geschakeld wordt. Naast schakelÍunc_
lies heeft het stuurrelais ook een veilio_
heidsÍunctie. Een vaak gebruikte schá-
kelversiewordt hiernabescheven.

Fig.38 Staften (koude


mo(ot).
8.1 Functie Ko ud e- start i nj ector en
thermotijdschakelaal
Bij een koude slart wordt door her con_ zíin ingeschaketd. De
tactslot via klem S0spanningop oe Kou_ motor draaít (impul-
de-startiniectoren de thermotijdschake_ sen van kl. 1 bobine).
laar gezeL Duurt het starten langerdan Het stuuftelais, de elektri
sche btandstofpomp, de
8.-, 15 sec., dan schakeltde the;motiid_
extra luchtschuií en de
schakelaar de koude-startinjectorUit, h/armlooprcgelaar zijn
opdat de motor niet,verzuipt'.De ther_ tngeschakeld.
motijdschakelaarvervultin dit qevaleen
tijdschaketÍunctie.
Ligt bij het startende motortemDeratuur
Doven ca. + 35.C, dan heeÍt de thermo_
tijdschakelaar de verbinding naar de
koude-startinjector reeds verbroKen en
de koude-startinjector spuit geen extra
brandstoÍ meer in. De thermotijdschake- Fig.39 Bed it
laar werkt in dit geval als een thermo_ Ontstekingingescha-
schakelaar. keld,de motor loopt.
Hetstuurrelais,de
Verder wordt via het contactslot bii het elekt schebrandstof-
starten spanning aan het stuurrelai;oe_ pomp,de extrclucht-
legd. die wordt ingeschakeldzodrale schuifen de wam-
motor toopt. Het starttoerental van de loopregelaarzijn inge-
motor is daartoe reeds voldoende. Als schakeld.
teken voor het draaienvan de motor dte_
nen de tmpulsenvan de bobine op klem

De impulsen worden door een etektri_


sche schakeling in het stuurrelarsver_
werkt. Na de eerste impuls wordt het
stuurrelaisbekrachligden legtspanning
aan oe brandstofpomp,de extra lucht_
schuif en de warmloopregelaar.Het
stuurrelaisblijft ingeschakeldzotangoe
Fig.40 Ontsteking in-
ontsteking ingeschakeldis en de motor geschakeld, motor
loopt. Als de impulsenvan de bobine oo loopt niet.
klem 1 uitbtijven,terwijtde motor stitvait Geen impulsen van kl.
(bv. bij een ongeval), dan wordt het 1, bobine. Het stuur-
stuurrelaisongeveer1sec. na de laatste relais,de elektrische
rmpuls uitgeschakeld.Door dêze veilio_ brcndstofpomp, de
heidsschakelingwordt voorkomen dát extra Iuchtschuit en de
de elektrische brandslofpomp bij stil- watmlooprcgelaar zijn
urtgeschakeld.
staande motor en ingeschakelde ontste_
king brandstof levert.
22 Verminderingvan de schadeliikestolfen emissie
Fig.41 Emissievan
8 Verminderingvande schadeliikestotten
emissievanschadelijke .ó
vaneen Ottomotor
vooren achtereen
stoffen s
eenbedskatalysator
e CH onvebftnde
De K-Jetronicbiedt oDtamale voonvaar- kóolwaterstoíten
CO koglmonoxíde
den om samen met een uitlaatgaskata- NOt strkstoÍoxde
lysatoraan alle wettelijkeeisenmet be- Él
6 l
trekkingtot schadelijkestoffenin de uit- ! l

laatgassente voldoen. Dat geldt ook


dan, wanneerdezevoorschriften- zoals
in enkele staten in de USA- in de toe-
Ex
komstwordenverscherot. 'o4J5 l

Bii een bepaald katalysatortype, de zo-


genaamdeeenbedskatalysator, bestaat
de mogelijkheid om alledriede schade-
liike stoÍcomponenten:koolmonoxide
CO, de onverbrande koolwaterstofÍen
CH en het stikstofoxideNO, in voldoen-
de mate aÍ te breken.Wezenlijkevoor-
waarde'isechtêr,dat de samenstelling
van hêt lucht-bÍandstoÍmengselmet
grote nauwkeurigheid gebeurt. Hêt
werkpunt ligt daarbij met een luchtver- Éo l
l
o l
=
houdingvan ,1 1 ongeveer in de buurt
van het geringstebrandstoÍverbruikbij co
nog goed riigedrag. Fx
CH
o !-í
'!4
Ë
Ein

o8 0,9 1,O 1,1

Luchlverhouding,l

9.'l Lambda-regelkring
Doorde met bêhulovande Lambda-son-
de gesloten regelkring kan de lucht-
brandstoÍverhoudingzeer nauwkeurig
worden ingesteld.
Het regêlprincipeberustdaarop,dat met
de lambda-sondecontinu het restzuur-
stoÍgehaltevan het uitlaatgaswordt ge-
meten. Dit is een maat vooÍ de samen-
stellingvan het aande motorto€evoer-
dê lucht-brandstoÍmengsel. De lambda-
sondeals meetopnemerin de uitlaatbuis
leverteen inÍormatieoÍ het mengselrii
kerofaÍmeris als tr : l. BijeenaÍwijking
daarvanmaakt het uitgangssignaal van
de sondeeenspanningssprong, diedoor
de elektrische lambda-regelaarwordt lucht brandstof
verwerkt.Door een elektromagnetische
klep, de zogenaamde aan-uit-klep,
wordt dan de benzineregelaar, ter cor-
rectievan het mengsel,beihvloed.

I
li
Verminderingvande schadetijke
stoÍÍenemr'ssre 23
Fig.43 Doorcnede
vaneen lambda-sonde
1 elektrode (+)
2 elektrcde(-)
3 sondekercmiek
4 beschermbuis
(uítlaatgaskant)
5 huis(-)
6 contactbus
7 beschermhuts
(luchtkant)
I contactueer
9 beluchtings-
opening
10 elektrische aan-
stuíting(+)
11 isolatie
12 wanduitlaatgas-
buis
Links:Ui aatkant
Fig.44 De tambda-
sondevanBoschop
we*elijkegrcone.

9.2 Werkingvande Fig.45 Athanketijk-


lambda-sonde heid vande sonde-
rijk spanningvandelucht-
De lambda-sonde meet het zuurstofge- vehouding
halte van het uitlaatgas. Dit zuurstoÍge- II
halte is aÍhankelijkvan het lucht-brand- I
stoÍmengsel. Het bijzondere van de
f,
lambda-sondeis, dat afwijkingenvan de
luchtverhouding 2 : 1 tot een spontane 'È
veÍanderingvan het uitgangssignaal van
de sonde leiden.
De sonde wordt zo dicht mogetijkbij de
motor in de uitlaatbuis ingebouwd.Zij o
bevindt zich in een omhulling die voor
een mechanischebeschermingzorgt ên
voor de montage dient (uitvoerigeinfor-
matre over de lambda-sondevindt U in
een anderdeelvan dezeserie).

0,8 1,0 1,1 't,2


9.3 Lambda-regelaar LuchtveÍhouding
,
Een elektronisch regelappaÍaat ver-
werkt het van de lambda-sonde komen-
de signaal. Het wekt stuurimpulsenop
met een vaste frequentie voor de ,aan-
uit-kleo'.
De impulsbreedte, dat wil zeggen de
aan-uit-verhouding van de impulsen,
wordt aÍhankelijk van het signaal van de
lambda-sonde veranderd. Naast qeze
hooÍdtaak heeft het regelapparaar nog
verdere regel- en aanpassingstaken.Tot
het bereiken van de bedriiÍstemperatuur
van de lambda-sonde (enkele seconden)
rsgeen regelingmogelijk,het apparaatis
gedurende deze tiid op besturing ge-
schakeld. Het regelapparaat bewaakt
verder de werking van de sonde in De-
drijf. Mocht er een storing komen, dan
krijgt de aan-uit-klepimpulsenmer een
vast ingesteldeaan-uit-verhouding.
24 Verminderingvande schadeliikestoflenemissie
Fig.46 Btandstof-
vanhet
9.4 Beïnvloeding tegelaarvoot cle
gsel
Iucht-brandstoÍmen lambda-regeling
1 brcndstofaanvoel
2 ontkoppelrcst ctie
Om de ingespotenbrandstofhoeveel- (vast)
heid aan te passen aan de gewenste 3 onderkamervande
lucht-brandstotuerhouding van ,. : 1, vercchildtukklep
wordtde druk in de ondêrkamers vande 4 aan-uit-klep
brandstofregelaargevarieerd.Laatmen (vari abeIe restri ctie)
bijvoorbeeld de druk in de onderkameÍs 5 brcndstotrctour-
dalen,dan stijgtde verschildruk overde leiding
regelgleuven, waardoorde ingespoten
hoeveelheid brandstofwordtverhoogd.
Om de druk in de onderkamers te kun-
nen varièrenzijn deze,in tegenstelling
tot de normaleK-Jetronic-brandstofre-
gelaar,door middelvan een vasteres-
trictievan de systeemdruk ontkoppeld.
Eentweederestrictiezorgtvooreenver-
bindingtussende onderkamers en de
brandslof-retourleiding.
Dezerestrictieis variabel:iszijopen,dan
kande druk in de onderkamers aÍnemen.
ls zij geslotendan komende onderka-
mers op systeemdruk. Wanneerdeze
restrictiein een snel ritme wordt ge-
openden gesloten,dan kan men over-
eenkomstigde verhoudingtussende
sluittijden de openingstijd de drukin de
onderkamersvariëren. Als variabele
restrictiewordteenelektromagnetische
klep,de aan-uit-klep gebruikt.Zij wordt
door elektrischeimpulsenvande lamb-
da-regelaar gestuurd.
Samenvatting

10 Samenvatting brandstofhoeveelheidovereenkomstio
de stand van de stuwschijÍin de lucht--
meteroverde verschillende cilindeís.
1 EenOttomotorheeftvoorzijn werking
een bepaalde lucht-brandstofveÍhou- .13 De regelplunjerin de brandstofrege-
ding nodig.De theoretisch idealetucht- laarregelt,afhanketijk vanzijnstand,de
brandstofverhoudingbedraagt 14:1. regelgleuven meeroÍminderopen.
Bepaalde bedrijÍstoestandenverersen
eenmengselcorrectie. 14 De verschildrukkleppen zorgenvoor
een geli.ikblijvendedrukvalover oe re-
2 Mengselbereiding door inspuitingin gelgleuven.
dê aanzuigbuizen geeft een optimale
mengselaanpassing aan alle bedrijfsÍa- 15 Bij constanteverschildruk is de toe-
sen en garandeertminderschadeliike bedeeldebrandstofhoeveelheid evenre-
stoÍÍenin de uitlaatgassen. dig met de openingsdoorsnede van oe
regelglêuven.
3 Erzijnelektrisch gestuurdeên mecha-
nischeinstallaties. De K-Jetronic is eên 16 De toebedeelde bÍandstof wordt
mechanisch, niet aangedreven, conflnu door injectorencontinuen Íijn versroven
inspuitsysteêm. in de zuigbuizen vandè cilindersgespo-
ten.
4 De elektrischebrandstoÍpomp is een
rollenkameÍpomp,waarvande elektÍo- í7 De mengselvorming vindt plaatsin
motor door dê brandstof worcit door- elkeafzonderliike zuigbuisen cilinoer.
stroomd.
'18
AÍhankelijk van de motortempera-
5 De brandstoÍaccumulator houdt na tuur wordt door de koude-startiniector,
het aÍzetten van de motor gedurende in de tijd begrensd,een extra hoeveel-
een zekêretijd de druk in het brandstof- hêid brandstoÍtoebedeetd.
systeemin stand.Tijdensbedri.iÍdempt
hij hetpompgeruis. 19 Dêkoude-startinjectorwordt dooroe
thermotijdschakelaar gestuurd.
6 Een speciaal brandstoÍ-Íijntitteris
voor een veiligÍunctioneren van de K- 20 De warmloopverrijking gebeurtdoor
Jetronicnoodzakeliik. de warmloopregelaar. Oezeveíaagt bij
koude motor de regetdrukafhanketijk
7 De systêemdrukregelaarhoudt de van de motortempeÍatuuren bewerk-
druk in het brandstofsysteem constant. stelligt daarmee een grotere opening
van de regelgleuven.
I Oeinjectorenopenenbijeenbepaalde
openingsdruk en verstuivende brand- 21 De mengselaanpassing voor de be-
stoÍ door trilbewegingenvande injector- drijÍsomstandigheden stationaiflooD.
naald. deellasten vollastgebeurtdoor een be-
paaldevormgevingvande luchttrechter.
9 Taakvande mengselbereiding is toe-
meting van een brandstoÍhoeveelheid22 Gedurendehet warmlopenkriigt de
die overeenkomtmet de aangezogen motor door de invloed van de extra
luchthoeveelheid. De mengselregelaarluchtschuifmeer mengsêlom de ver-
bestaat uit brandstoÍregelaar en lucht- hoogde wrijving in koude toestandte
meIer. overwinnen.
10 De luchtmeter werkt volgens het 23 DooÍ eendoorslingerenvande sruw-
stuwschijfprincipeen meetde door de schijf wordt een goed overgangsgedÍag
motor aangezogenluchthoeveelheid. (accellêreren,decellereren) bereikt.
'11
De bewegingenvan de luchtmeter 24 Komt de motor bij ingeschakelde
worden direct op de regelplunjervan de ontsteking tot stilstand,dan wordt de
brandstoÍregelaaÍovergedragen. elektrische brandstoÍpompuitgescha-
keld.
12 Dê brandstoÍregelaarverdeelt de
26 Vaktermen

tnjector Membrcanklep
11 Vaktermen Een injectorspuit de onder druk staande Een membraanklepis een klep met een
brandstoÍ in het aanzuigkanaalvoor de veerbelastmembraan,die bij het over-
Aan-uit-klep inlaatklepvan de motorcilinder. sch rijden van een ingesteldedruk van de
Een aan-uit-klepis een klep,waarvanhet klepzitting vrij komt en de doorstroom-
inschakelritmede druk in de onderka- Katalysator opening vrijgeeÍt.
mers van de brandstoÍregelaar bepaalt Een katalysatorversneltchemischere-
acties, bijvoorbeeldkraken van schade- Mengselregelaar
Bar lijke stofÍen in het uitlaatgas,zonderzelf De mengselregelaar bestaat uat een
voor druk aan de reactiedeelte nemen. luchtmeteren een brandstoÍregelaar.
De bar is een maateenheid
1 bar komt overeen met 10s N/m2 =
1 0 5P a . K-Jetronic Openstootklep
In de K-Jetronicvindt mengselbereiding Een openstootklepis een klep,die na het
Benzíne-inspuiting door continue brandstoÍinspuiting over- uitschakelenvan de brandstofpompeen
Benzine-inspuitingis het toevoeren o, eenkomstig een gemeten luchthoeveel- snel aÍbouwenvan de regeldrukverhin-
toemeten van de brandstoÍaan de aan- heid plaats. dert. Na het inschakelenvan de brand-
gezogen luchthoeveelheiddoor middel stofpomp wordt de plunjer van de sys-
van een inspuitinstallatie. Koude start teemdrukregelaaroPengestoten.
Een koude start is het starten met een
Bimetaalstrook koude (niet op bedrijÍstemperatuu r zijn- Ottomotol
Een bimetaalstrookis een uit twee meta- de) motor. Een Ottomotor is een verbrandingsmo-
lor waarbij de verbrandingvan het ge-
len met verschillendewarmteuitzetting
bestaandeblikstrook,die bij verwarming Koude-stattiniectol comprimeerde brandstoÍ-luchtmengsel
(bijvoorbeelddoor een verwarmlngswlK- Een koude-startinjector is een elektro- door een in de tijd gestuurde,van buiten
keling) naar één kant buigt. magnetisch bediende inspuitklep. die komende,ontstekingwordt ingeleid.
gedurendehet startenbij een koudemo-
BrandstoÍaccumuIator tor extra brandstoÍin fijn verstovenvorm Regeldruk
De brandstoÍaccumulatoris een vat' dat in het inlaatspruitstukvan de motor in- De regeldrukis ciedoor de warmloopre-
membraan In een op- spuit. gelaargeregeldedruk op de regelplunjer
door een elastisch
van de brandstoÍregelaar.Wekt de te-
slagruimteen een veerruimteis geschei-
Lambda (1), luchtgetal genkrachtop voor de door de luchtmeter
den. Dempt het pompgeruisen verhin-
dert een snelledrukaÍval in de installatie zie luchtverhouding op de regelplunjerwerkendekracht.
na het aÍzettenvan de motor'
Lambda-sonde Begelgleuf
De lambda-sonde is een meetopnemer Een regelgleuÍis een smallerechthoeki-
Brandstoltilter
ge gleuf in de gleuÍdrager,die als uit-
Een brandstoÍfilteris een in de brand- in het uitlaatgas,waaryanhet uitgangs-
signaal aÍhangt van de lucht-brandstoÍ- gang voor de brandstoÍdienten waarvan
stoÍleiding ingebouwd Íilter' dal dient
van de doorstromende verhouding van het aan de motor toege- de doorsnede door de regelkantenvan
voor de reiniging
voerde mengsel. de regelplunjer meer of minderkan wor-
brandstof.
den geopend.Voor iederecilinderis een
L-Jetronrc regelgleufaanwezig.
BrandstoÍregelaar
De brandstoÍregelaaris het apparaa't, dat ln de L-Jetronic vindt een elektronisch
plaats Regelplunjer
de brandstoÍ, overeenkomstigde door gestuurde mengselbereiding
hoeveelheid door intermitterende (met tussenpozen) Een regelplunjer is een plunjer in de
de luchtmeter bepaalde
brandstoÍregelaar, die door de luchtme-
doorgestroomdelucht, aan de aÍzonder- brandstofinspuiting overeenkomstig
een gemeten luchthoeveelheid. ter wordt bediend. Athankelijkvan zijn
lijke cilinderstoedeelt.
positie opent hij met zijn regelkant de
L u ch t- b ra n d sto tuerh o u d in g regelgleuvenmeer oÍ minderen bepaalt
Condensatieverlies
is de ver- daardoor de ingespoten brandstofhoe-
Armer worden van het lucht-brandstoÍ- De lucht-brandstotuerhouding
van brand- houding van de luchthoeveelheid tot de v e e l h e i d .
mengsel door condensatie
stoÍ aan de koude verbrandingskamer- brandstofhoeveelheidin het aangezo-
gen mengsel. RollenkamerpomP
en zuigbuiswanden.
Een rollenkamerpompls een pomp mer
een ten opzichtevan het pomphuis ex-
Demprestrictíe (in de K-Jetronic) Luchtmeter
luchthoeveelherdsme- centrisch aangebrachtrotorschijÍ.In uit-
Een demprestrictieis een boring met ge- De luchtmeter oÍ
apparaat voor de meting van de sparingen aan de omtrek van de rotor-
ringe doorsnedein de brandstofregelaar ter is een
schijÍ bevinden zich metalen rollen, die
van de K-Jetronic,dempt de stuwschijf- aangezogenluchthoeveelheid' tegen hel
door de centriÍugaalkracht
beweging in de luchtmeterbij een laag worden ge-
Lu chtm eterkegel (luchttrechter-, lucht- pomphuis en de rotorschijÍ
toerentalen hoge last.
venturikegel) drukt en als aÍdichting werken. Brand-
D-Jetronic De luchtmeterkegel is een kegelvormige stoÍ wordt in de kamers tussen de rollen
gestuur- opening waarin de stuwschijÍ, voor de getransporteerden in de drukleidingen
De D-Jetronic is een elektrisch
gepersl.
de mengselbereidingdoor benzine-in- meting van de doorgestroomdelucht-
spuiting met drukmetingin de zuigbuis. hoeveelheid,beweegt.
Rotatiesproeier
Luchtverhouding (1) Een rotatie- of draaisproeier is een
Gleufdrager
sproeier,waarin de brandstofdoor tan-
Een gleufdrager is een cilindervormig D e l u c h t v e r h o u d i n g ,i ts d e v e r h o u d r n g
gentiale inloopboringenin rotatiewordt
deel in de brandstoÍregelaardat de re- tussende toegevoerdeluchthoeveelheid
de re- en de theoretische luchtbehoeÍte bijvol- gebracht en de sproeier fijn verstoven
gelgleuvenbevat.Hierin beweegt
gelplunjer. ledigeverbrandingvan de brandstoÍ. verlaat.
Vaktermen 27
Stochi om etrische verhoudi no Valstroomluchtmeter Warmloopregelaar
Eenstochiometrische verhoriding rseen Een válstroom-luchtmeter is een lucht- Een warmloopregelaaÍregelt aÍhanKe-
verhoudingvan de theoretischnooqza- meteÍ,diedoordeaangezogen
luchtvan lijk.vande motortemperaluur de regel_
kelijke massalucht voor de volledioe ooven naar beneden wordt qoor_
verbranding van een bepaaldemaséa stroomd. druk.
brandstoÍ.Voorbenzinegemiddeld 14:1
(= 14kg luchtop í k9 brandsrof). Warmlopen
Verschildrukklep Warmlopenis de tijd tussenhet sranen
Eenverschildrukklep is eenmembraan-van een koude motor tot aan het berei-
Stij gstI oom -Iuchtmeter klepin de brandstofregelaarperciltnoer. ken van de bedrijÍswarmetoestanc.
Eenstijgstroom-luchtmeter is eenlucht- Deze zit achter de regelgleuÍ.De ver-
mèter,diedoordeaangezogen luchtvan schilklepzorgt ervoor,dat de drukval Warmestaft
onder naarbovendoorstroomdwordt. overde regelgleuÍ,onafhankelijk vande Een warme start is het starten bij be-
doorgestroomdehoeveelheiden van qe drijÍswarmemotor.
Thermotijdschaketaal systeemdruk,constantbliift.Oaardoorrs
Eenthermotijdschakelaar openttempe- de doorgestroomdehoeveelheidalleen Zuigbuis
ratuurafhankelijk de stroomkring en be- afhankelijkvan de doorsnedevanoe re- Eenzuigbuisis
grenstin de tijd de inschakeldu een buis die dientvoor
ur vande qelgleuf,die dooÍ de regelplunjer wordt het aanvoerenvan het lucht-brandstoÍ-
koude-startinjector. vnJ9egeven. mengselnaarde afzonderlijke mororcF
linders.

12 Literatuurovezicht
R. Schwartz,G. Stumpp,H. Knapp:K-
Jetronic - kontinuierlicheBenzinein-
spritzungvon Bosch;ATZ1l (i923),btz.
393...398 en AJZ 12 (1973), btz.
453...459.

R. Schwartz,G. Stumpp,H. Knapp:Die


K-Jetronic- eine mechanischarbeiten-
de Anlagezur kontinuierlichen Benzrn-
einspritzung;BoschTechnische Berich-
te 4 (1973)no.5 blz.2O0...2'14.

H. Scholl:ElektronischeBenzineinsprit-
zung mit Steuerungdurch Luftmenge
und Motordrehzahl;Bosch Technische
Berichte4 (1973)no.5 btz.190...199.
28 Trefwoorden

13 Trefwoorden o
openstootkleP 12
overgangsgeorag 20
A
aan-uit-klep 2 4 R
jking
accelleratieverri 20 regeldÍuk 12
accelleren 20 regeldrukverlaging 19
aÍdichtschuiÍ 17 regelgleuÍ 1 1 1, 3
'11
regelkant
B regelplunjer 11,'t2
brandstofaccumulator 8 rollenkamerpomp 7
brandstofbehoette
brandstoÍfiltêr 8 S
brandstoÍpomp 7, 21 schadelijkestofÍen 4,22
'11 schakeling,elektrische 2'l
brandstoÍregelaar
brandstoÍsysteem 6,7 starten 15
brandstoftoemeting 11 stationairloop 18
.10
brandstoÍverbruik 4 stijgstroom-luchtmeter
brandstofvoorziening 7 stochiometrischeverhouding 4
stuurrelais 21
.l0,
c stuwschijÍ 18
condensatieverliezen 15 systeemdÍukregelaar 9
contactslot 2'l
T
D thermotijdschakelaar tc

deellast 18
demprestrictie 1 2 U
doorslaan 20 uitlaatgas 22
draaisproeier 15
drukrêgelaar 9 V
verrijking(brandstof) 1 5 ,1 6 1,9
E verschildruk 13
elektronischgestuurde verschildrukklep 13
inspuiting 5 verschildrukregelaar 13
elektrischêbrandstoÍPomP 7,21 vollast 1 8 ,1 9
elektrischeschakeling 21
extraluchtschuiÍ 1 7 W
warmloopregelaar 16
G warmloopverrijking 16
gleufhouder 11 warmlopen to

I z 't4
injector 9 ,1 4 z u i g b u i s
zuigbuisinspuiting
K
K-Jetronic,princiPevan de 6
katalysator '15
koudestart
koude-startiniector 15
jking
koude-start-verri 15

L
lambda 4'22
lambda-regelkÍing 22
lambda-sonde 22,23
lasttoestanden 18
lucht-brandstof-vêrhouding 4
luchtmeter 10
luchttrechter,-venturi 10' l8
luchttrêchterkegè|,-venturiekegel18
luchtverhouding 4

M
membraanklep 13
mengselaanPassing 14
mengselbereiding 4' 10
mengselbereidingssystemen 5
'10
mengselregelaar
mengselvêrriiking 15,16
mengselvorming 14
motorbelasting 18' 19
Testuragen 29

14 Testvragen O De in.iectorenspuitende brandstoÍ


a in de aanzuigkanalen
b diÍect in de verbÍandingsruimte
De K-JetronicweÍkt
a elektrisch P De brandstofwordt
b mechanisch a continuingespoten
b inteÍmitterendingespoten
De brandstotpompwordt
a door de verbrandingsmotor aange- Q De koude-startinjector
orevên a zorgl voor meermengsel
b door een elektromotoraangedre- b spuit meerbrandstoÍin
ven
R Dethermotijdschaketaar
Bij stilstaandemotoren ingeschakel- a schakeltde koude-startinjector
uit
de ontstêking b wordt elektrischverwarmd
a wordt de brandstoÍpomp uitge-
schakeld S Dewarmloopregelaar wordt
b loopt de brandstofpompdoor a alleendoordemotorverwarmd
b door de motor en elektrischver-
D De brandstoÍaccumulatoÍ houdtdruK warmd
in het brandstofsysteem
tijdensbedrijÍ T Dewarmloopregelaar regelt
b na het aÍzettenvande motor a de systeemdruk
b de regeldruk
Het brandstoÍfilteris voor een sto-
ringsvri.iewerking U Bij lageregeldrukwordt
a niêtnoodzakelijk a meerbrandstoÍtoegemeten
b beslistnoodzakelijk b minderbrandstoÍtoegemeten

V Deextra luchtschuifzorgtvoor
F De maateenheid1 bar a eengroterêmengselhoeveelheid
a komt overeênmet 1 ato b eengroterebrandstoÍhoeveelheid
b komt overeenmet 105Pa
G Oesysteêmdrukregelaar regelt W Eenregeldrukverlagingin hetvollasÈ
a de systeemdruk gebied
b de systeemdruken de regeldruk a veroorzaakteenmengselverriiking
b veroorzaakteen gerlngerebrand-
H Demengselregelaar stoftoemeting
a regelt de lucht-brandstof-vèrhou-
ding
b bestaat uit een luchtmeter,een
brandstoÍregelaaren eensysteem-
drukregelaar

I De luchtmeter
a meetde luchtverhouding
b meet de door de motor aangezo-
gen luchthoeveelheid

K Oeluchtverhouding betekent
a de aan de motor toegevoerde
mengselhoeveelheid
b de verhouding tussen de toege-
voerde luchthoeveelheiden de
luchtbehoeftevande motor
L In de brandstofregelaaÍvindt
a de toemetingvande brandstoÍhoe-
veelheidplaats
b de verdeling van de toegemeten
brandstoÍhoêveelheidaan de aÍ-
zonderlijkecilindersplaats

M De systeemdrukweÍkt op de
a regelplunjer U vindt de juiste antwoordenop de vol-
b verschildrukkleppen gendebladzijden:

N Deverschildrukkleppen '6t-l 't '9u'9ts


'9ru '9to 'rtl6d ' tA'ztn
a metende systeemdruk 'erN 'e!n 't] 'ty
o
b houden het drukverschilover de '0rl '0rH '60 '9zl 'sa'eo'|z/Lc'LA'9V
regelgleuvenconstant
I opvoerdruk(systeemdruk) 4,8 bar
I drukin de bovenkamer
ffi i n s p r ui t dr u k 3 , 3b a r
sffi . , 7b a r
r e g e l d r u k0 , 5 . . 3
retourleiding
ElXi:l atmosferischedruk
rÏ:1 d r u k i n i n l a a t s p r u i l s kt u
koelwater
. , . . ,: , . : : : : : : : . :: : . . . , , , . . , , , .: ,. ,: : : : . :: : : . :: : t : : s \
': : :.: : :.:.: : :.:.: :.:.: : : : : : :.:.: :.:.:.:.:.:.:.:.:.:.:.:.:.:.:.:.:.: :.:.:\
.... ..... , ,.., , , , , . . . : : : : : : :.:

6a
1:t,,::t,lt,:t,l::l.ll.l':,:'.1'.1:tt.t'.tii:.:iii\\:.:.:.:.:.\J..:.'......:L
':::.:::: . . :l
::::::::::::::::::::l
. ...........
:::::::::::::: \
a.::::::::::::::,:,,,,,,,,,,,,,,:\
\:::::'::::::::.:,:,;
\ : ::::.:::::::::

#,1fi It+
.i.,......:'...i...,.,....l.....l....iiii.l:",",1,1',',;,'l
:,,:,,:,,,,:,,:,,,,:,,:,,:,t
jjj:iil=-"-
lnstallatieschema

Installatieschema
1 mengselregelaar
1a luchtmeter
1b brandstofregelaar
1c stationair-mengselschroef
2 brandstoftank
3 elektrischebrandstoÍpomp
4 brandstoÍaccumulator
5 brandstofÍilter
6 systeemdrukrêgêlaàr
6a openstootklep
7 iniector
I instelschroeÍ voor het stationaire
toerental
9 accu
10 contactslot
11 stuurrelais
12 verdeler
13 koLrde-startinjector
14 thermotijdschakelaar
15 extra luchtschuif
16 warmloopregelaar
16avollastmembraan
eoucalreve
en technische
urt9eveírJ

/ \\\
Dd'[ PiESSBY

van
Decomponenten
de K-fetronic

? BSIB
tsBN 90 66749504

You might also like