You are on page 1of 7

H1: GEEST, GEDRAG EN

PSYCHOLOGISCHE WETENSCHAP
INHOUDSOPGAVE

Definitie........................................................................................................................................................ 2
Psychologie.........................................................................................................................................................2
Psychologen........................................................................................................................................................2
Vele specialisaties............................................................................................................................................2
Psycholoog  Psychiater.......................................................................................................................................3
Evidence Based Practice.......................................................................................................................................3
Begrijpen..........................................................................................................................................................3
Begrijpen..........................................................................................................................................................3
Omgaan met.....................................................................................................................................................3
BIAS..................................................................................................................................................................3
Zes perspectieven.................................................................................................................................................4
Biologische perspectiev (Descartes)................................................................................................................4
Cognitief perspectief (Wundt & James)...........................................................................................................4
Behavioristisch perspectief (Watson & Skinner)..............................................................................................4
Whole person perspectief (Freud, Rogers & Maslow, oude grieken)..............................................................4
Ontwikkelingsperspectief (Ainsworth, Piaget, …)............................................................................................5
Sociocultureel perspectief................................................................................................................................5
Vergaren van nieuwe kennis................................................................................................................................5
Wetenschappelijke methode................................................................................................................................5
STAP 1: Hypothese ontwikkelen en experiment/studie opzetten..........................................................5
STAP 2: Data verzamelen..............................................................................................................................6
STAP 3: Analyseren........................................................................................................................................6
STAP 4: Publiceren.........................................................................................................................................6
Soorten psychologisch onderzoek........................................................................................................................6

1
DEFINITIE

PSYCHOLOGIE

 = Wetenschap van gedrag en geestelijke processen, die uit vele, soms tegenstrijdige tradities
is ontstaan
o Geestelijke processen (denken, voelen, begeren)  intern en niet direct
waarneembaar
o Gedragingen (doen)  extern en direct waarneembaar (bv. lopen, glimlachen)
o Wetenschap = op systematische manier kennis verwerven

PSYCHOLOGEN

 Vele specialiteiten, gegroepeerd in drie hoofdgroepen


o Toegepaste psychologen
 Gebruiken kennis vergaard door experimentele psychologen om menselijke
problemen op te lossen
o Docenten
o Experimentele psychologen

VELE SPECIALISATIES

 Klinische (+/-50%)

o Vlaanderen: vaak maar niet altijd therapie-opleiding


o Aanpassingen op sociaal & emotioneel gebied
o Moeilijke keuzes in relatie, carrière…

 Arbeid & Organisatie – ook wel bedrijf

o Maximaliseren productiviteit & arbeidsmoraal  Motivatie werknemers,


leiderschapskwaliteiten managers…
o Attitudes over zwangerschap, integratie…
o Marktonderzoek
o Personeelsselectie, human resources…

 School

o Thema’s rond leren, gezin en omstandigheden die leren beïnvloeden


o Sociale omstandigheden van leerlingen (bv zwangerschap, verslaving)
o Leer- en gedragsproblemen + adviseren leraren, ouders, leerlingen

 Forensisch (populair via CSI)

o Leveren expertise aan het rechtssysteem


o Testen om vast te stellen of iemand vrijgelaten kan worden, inschatting van de
persoon en situatie`

 Specifieke sub domeinen

2
PSYCHOLOOG  PSYCHIATER

 Psychiaters zijn geneesheren die zich later gespecialiseerd hebben


o Mogen medicatie voorschrijven
o Meer medisch gericht

EVIDENCE BASED PRACTICE

 Patiënt: vraag en situatie


 Therapeut: vaardigheden en ervaring
 Onderzoek: externe evidentie

BEGRIJPEN

 Hulpvraag en situatie patiënt (afhankelijk van jouw afstudeerrichting andere nadrukken)


o Hulpvraag  basisprobleem (bv. SPOC: mentaal  medisch doorverwijzen)
o Omgekeerd: blijf niet zomaar louter symptomatisch behandelen als er een
onderliggend probleem is (bv. nekklachten  probleem met stresshantering
 Gedrag patiënt: fundamentele attributiefout, secundaire ziektewinst, …

BEGRIJPEN

 Gedrag & mentale processen van jezelf als coach/trainer


o Compassie, vermoeidheid, conformisme, openheid voor nieuwe informatie vs.
kritische en wetenschappelijk onderbouwde visie

OMGAAN MET

 Emoties & verhalen van patiënt  lichamelijk loswerken = psychologisch vrijkomen


 Patiënten leggen veel minder snel klacht neer tegen dokter met wie ze goede band hebben

BIAS

 = Vooroordeel, vervorming of vertekening van situatie, meestal op basis van persoonlijke


ervaringen en waarden
 Verschillende soorten
o Emotionele bias = neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en
gevoelens in plaats van op rationele analyse van bewijsmateriaal
 Anekdotisch bewijsmateriaal vaak sterkere impact door persoonlijk verhaal
o Confirmation bias = neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te
negeren of te bekritiseren en in plaats daarvan informatie te zoeken waar je het wel
mee eens bent
o Expectancy bias = waarnemer staat toe dat zijn verwachtingen de resultaten van
onderzoek beïnvloeden
o DUBBEL BLIND ONDERZOEK (toediening placebo)

3
ZES PERSPECTIEVEN

BIOLOGISCHE PERSPECTIEV (DESCARTES)

 Gedrag veroorzaakt door functioneren genen, hersenen en hormoonstelsel


 2 variaties
1. Neurowetenschap: hoe hersenen gedachten, gevoelens, motieven, bewustzijn,
herinneringen en andere mentale processen creëren
 Bv. antidepressiva werkt in op hersenen, verlies van beweging/motorisch
functie door schade aan frontale kwab
2. Evolutionaire psychologie: gedrag en mentale processen bekijken vanuit hun
genetische aanpassingen aan overleving en voortplanting
 Bv. vroeger op handen en voeten lopen, maar om meer overzicht te krijgen
rechtop gaan lopen
 Geest en lichaam worden nu samengevoegd: Descartes

COGNITIEF PERSPECTIEF (WUNDT & JAMES)

 Nadruk op mentale processen zoals leren, geheugen, perceptie en denken als vormen van
informatieverwerking
 Twee historische stromingen
1. Structuralisme: basisstructuren van geest en gedachten ontrafelen (elementen van
bewuste waarneming)
2. Functionalisme: toegepast, wat is functie van bewustzijn en hoe kan menselijke
leven verbeterd worden

BEHAVIORISTISCH PERSPECTIEF (WATSON & SKINNER)

 Observeerbaar gedrag is betrouwbaar, niet de onzichtbare mentale processen (zoals


gedachten, emoties, …)
 Bron van onze handelingen ligt in stimuli vanuit omgeving (eerder dan innerlijke mentale
processen)
 Aandacht voor manier waarop ons handelen wordt gevormd door gevolgen ervan
o Bv. Ga je meer bewegen (handeling) als je meer complimenten gaat krijgen over
slankheid (gevolg)
 Belang: beter begrip van invloed van omgeving op menselijk vermogen om te leren
(strategieën om gedrag te veranderen door omgeving te veranderen)

WHOLE PERSON PERSPECTIEF (FREUD, ROGERS & MASLOW, OUDE GRIEKEN)

 Psychodynamische psychologie
o Psychoanalyse als medische techniek om psychische stoornissen te behandelen:
droomanalyse, versprekingen en vrije associatie
o Processen uit onbewuste geest gaan onderzoeken
o Psychodynamisch: begrijpen menselijk functioneren in termen van onbewuste
behoeften, verlangens, herinneringen en conflicten
 Humanistische psychologie (Carl Rogers en Maslow)
o Mens met vrije wil die keuzes kunnen maken en zo hun leven beïnvloeden
 Positieve psychologie (Seligman)

4
o Wil bijdragen aan geluk en welzijn van mensen (flow)
 Psychologie van karaktertrekken en temperament
o Verschillen tussen mensen ontstaan uit verschillen in stabiele kenmerken en
neigingen = karaktertrekken en temperamenten

ONTWIKKELINGSPERSPECTIEF (AINSWORTH, PIAGET, …)

 Nature-Nurture: worden we wie we zijn wordt vooral bepaald door erfelijkheid of invloed
van omgeving

SOCIOCULTUREEL PERSPECTIEF

 Gedrag van individu wordt beïnvloed door sociale en culturele situatie


o Opvattingen, gewoonten, waarden en traditie van bepaalde cultuur beïnvloeden je
gedrag
o Situatie beïnvloedt je gedrag (bv. conformisme)

VERGAREN VAN NIEUWE KENNIS

 Psychologen gebruiken wetenschappelijke methode om hun ideeën/hypothesen empirisch te


toetsen
o Wetenschappelijk onderzoek = procedure om ideeën aan onderzoek te
onderwerpen waarbij ze worden bewezen of verworpen
o Empirisch toetsen =verzamelen van objectieve data op basis van ervaringen en
observatie (waarnemingen)
 Pseudowetenschappen (astrologie, handlezen, homeopathie, …)
o Elke benadering om fenomenen uit werkelijkheid te verklaren die geen beroep doet
op wetenschappelijke methode

WETENSCHAPPELIJKE METHODE

STAP 1: HYPOTHESE ONTWIKKELEN EN EXPERIMENT/STUDIE OPZETTEN

 Hypothese = formuleren van specifiek idee of vermogen van onderdeel van bredere theorie,
specifieke onderzoekvraag/probleemstelling
o Voorspelling maken van de uitkomst van onderzoek
o Moet falsificeerbaar (weerlegbaar) zijn
 Bv. Spelen gewelddadige games leiden tot meer agressie  vinden we geen
effect dan is het weerlegd
 Operationalisatie
o Abstracte concepten vertalen in objectieve, waarneembare, meetbare grootheden
 Onafhankelijke variabele (= predictor (bij niet manipulatie))
o Variabele die door onderzoeker gemanipuleerd wordt, waarvan effect op andere
variabele wordt onderzocht
 Randomisering
o Bij toeval bepalen welke proefpersonen in welke conditie terecht komt/ in welke
volgorde de stimulus wordt aangeboden

5
STAP 2: DATA VERZAMELEN

 Data = informatie, verzameld door onderzoeker, die gebruikt wordt om hypothese te toetsen
 Afhankelijke variabele
o Variabele die gemeten wordt, waarvan wordt nagegaan of die afhankelijk is van
manipulaties in onafhankelijke variabele(n)/ responsen van proefpersonen

STAP 3: ANALYSEREN

 Toetsen hypothese = na statistische analyses van data, wordt hypothese aanvaard of


verworpen

STAP 4: PUBLICEREN

 Procedure:
o Uitschrijven
o Insturen voor peer-review
o Herwerken op basis van kritieken
o ? Aanvaarding? (20%)
 Replicaties: onderzoek opnieuw uitvoeren om te zien of ze dezelfde uitkomst krijgen
 (Zelf)kritiek!!!

SOORTEN PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK

 Experimenten: effecten van manipulaties


o Experimentele en controleconditie
o Laboratoriumexperiment vs. veldexperiment
 Correlatieonderzoek/studies: verbanden tussen variabelen zoeken (correlatiecoëfficiënt)

 Casestudie/ gevalstudie: één opmerkelijke individu uitvoerig analyseren

You might also like