Professional Documents
Culture Documents
Module 1, HC 1
Persoonlijkheid: De verzameling van psychologische kenmerken (of trekken) en pscyhologische
mechanismen die een individu typeren, die op een relatief duurzame manier georganiseerd zijn, en
die de interactie van een persoon met – en diens aanpassing aan – de intrapsychische, fysieke en
sociale omgeving beïnvloeden.
Pscychologische mechanismen:
zijn op een specifieke manier gestructureerd (vriendelijk hangt meestal samen met
coöperatief)
Overeenkomsten tussen kenmerken wijzen op gemeenschappelijke
biologische/omgevingsoorzaken
Duurzame manier:
Persoonlijkheid is iets dat een persoon met zich meedraagt in de loop van de tijd en van de
ene situatie naar de andere. (gemiddeld patroon)
Beinvloeden:
Aanpassing aan:
Aanpassingsvermogen
Doelen bereiken, aanpassen en omgaan met uitdagingen en problemen in het leven.
- Menselijke natuur (net als alle anderen: alle mensen) nomothetische benadering
- Individuele/groepsverschillen (Zoals sommige mensen: psychologische studenten)
- Individuele uniekheid (identiek: ik) Idiografische benadering
lexicale benadering:
1) Verzamel persoonlijkheidsbeschrijvende adjectieven uit een woordenboek
2) Verminder het aantal tot een meetbare hoeveelheid (vb. verwijder synoniemen, zeldzame,
ingewikkelde woorden).
3) Verzamel zelfrapportage gegevens over bijvoeglijke naamwoorden.
4) Analyseer antwoordpatronen (d.w.z. correlaties) met factoranalyse.
Zwakke punten:
- Mogelijke ontbrekende factoren: evaluatie, man/vrouw, religie
- Afkomstig uit angelsaksische/germaanse culturen en talen. Niet altijd intercultureel
repliceerbaar. (vooral openheid & integriteit)
- Zuiver beschrijvend en zonder verklaring: we weten nog steeds niet waarom deze factoren
überhaupt naar voren zijn gekomen.
ABCD
A: Affect (gevoel)
B: Behavior (gedrag)
C: Cognition (gedachten)
D: Desire (verlangens)
Probabilistisch: de kans dat je je op een bepaalde manier bepaald bij een bepaalde score per domein.
Situatie: Trekken vertegenwoordigen onze algemene manier van voelen, denken en gedragen, maar
op elk moment wordt dit ook door de situatie beïnvloed.
Persoonlijkheidsstaat: onze ABCD’s op een bepaald moment (kan fluctueren).
‘’out-of-character’’: wanneer je buiten je gedragseigenschap gedraagd.
Lange tijd je zo gedragen kan leiden tot negatieve neveneffecten.
Hiërarchisch model:
- Drie trekken van een hogere orde (neuroticisme, extraversie & psychoticisme)
- Specifieke gedragingen
Neurologisch oorzaken:
- Extraversie : minder gevoelig ascenderend reticulair activerend systeem (ARAS),
verantwoordelijk voor arousal(opwinding), aandacht en de slaap-waak-cyclus.
- Neuroticisme: verhoogde reactiviteit limbisch systeem verantwoordelijk voor emotionele
verwerking.
Module 2, HC 1