Professional Documents
Culture Documents
HC1:
Nakayama & Alberts
Drie hedendaagse benaderingen van communicatie:
- Social science (realiteit ligt buiten individuen dat boven tijd en groeperingen gaat en waarbij
de toekomst kan worden gebaseerd op ervaringen uit het verleden en heden= gedrag
observeren)
- Interpretative ( realiteit is een sociaal construct en logt binnen individuen en groepen. Men
vergaart kennis vanuit perspectief en ervaringen van individuen en groepen, niet
generaliseerbaar)
- Critical
Theorie is een set van uitingen die een fenomeen beschrijven. Methode is de manier waarop
informatie wordt verzameld en geanalyseerd.
Een benadering representeert een geloof systeem= paradigma = een set aannames over kennis,
realiteit en menselijke natuur.
Social science
Focus op individu of paar. Behaviorism waarneembaar gedrag. Communicatie om te beschrijven,
voorspellen en gedrag uit te leggen om universele ideeën bloot te leggen.
Kerndoel: Identificeren en begrijpen van communicatiepatronen en het voorspellen van effecten van
deze patronen
Theorieën en methodes:
Voornamelijk op zoek naar causaliteit. Hypotheses uit theorieën en die worden getest. Observaties in
natuurlijke of laboratorium setting, interviews en vragenlijsten. Data wordt vaak kwantitatief
gemeten. Vragen als ‘hoe veel’ ;hoe groot’
Enquete, oogbewegingsonderzoek, reactietijdenonderzoek, gedragsonderzoek, coderen en
analyseren van corpora teksten, audio-files, video’s
Ethische kwesties:
Moeten vaak strikt ethische richtlijnen volgen. Participanten moeten worden ingelicht over aspecten
van het onderzoek, procedures etc.
Interpretative approach
Gebaseerd op Griekse traditie van Retorica= kracht van overtuiging
Focus op individu, maar doelen en aannames verschillen van interpretatief
Doel is om individueel menselijk communicatie gedrag in specifieke situaties vanuit het perspectief
van de communicator te begrijpen en uit te leggen. De nadruk ligt op creativiteit en niet
voorspelbaarheid. Mensen creëren eigen realiteit, sociale constructen.
Ethische kwesties
Steven naar gelijkheid en generaliseerbaarheid. Relationele kwesties, hoe interacteer je met maar
behoudt je wel voldoende afstand? Het accuraat weergeven van het onderzoek. Interpretaties zijn
persoonsgebonden.
Kracht en limitaties:
Diepte van het onderzoek is een sterke basis. Het inzicht in de doelen van berichten. Een zwakte is
dat het vaak om weinig participanten gaat en het niet generaliseerbaar is. Een tweede zwakte is dat
onderzoekers buitenstaanders zijn van de community die zij onderzoeken waardoor ze niet accuraat
kunnen interpreteren.
Kritisch perspectief
Maatschappelijke krachten die invloed hebben op en interacteren met individuen met als einddoel
maatschappelijke veranderingen.
Men moet de rol van macht en hiërarchie begrijpen. Machtsverhoudingen. Doel is om de
complexiteit van cultuur en de manier waarop mensen hier actief in bewegen begrijpen. Net zoals
interpretatief geloven ze in subjectieve realiteit en eigen constructies.
Sociaal constructivistisch, normen en waarden en maatschappelijke structuren bepalen hoe wij
communiceren
Theorieën en methodes:
Textuele analyse, analyseren culturele producten zoals media en speeches. Media analyse
Ethnografisch(observaties en interviews), Kritisch discours analyse
Ethische kwesties:
Onderzoek is redelijk afstandelijk. Er wordt een worldview gerepresenteerd, maar klopt die wel?
Hebben zij het recht andermans perspectief te representeren, kan een misvatting zijn. Ook is er
redelijk weinig onderzoek naar minderheden.
Kracht en limiet:
Nadruk op het belang van economisch, politiek en historische krachten op communicatie. (wordt niet
gedaan in sociaal en interpretatief). Erkenning van rol van macht in communicatie Limiet: te weinig
aandacht voor persoonlijk terwijl de focus ligt op publiek en media. Draagt niet bij aan
interpersoonlijke communicatie, generaliseren te veel, en presenteren hun analyse, minder valide
Describe the major historical influences in communication studies: rhetoric and behaviourism???
Craig Communication theory as a field
1. Communication theory has not yet emerged as a coherent field of study because
communication theorists have not yet found a way beyond the disabling disciplinary
practices that separate them.
2. The potential of communication theory as a field can best be realized, however, not in a
unified theory of communication but in a dialogical-dialectical disciplinary matrix, a
commonly understood (though always contestable) set of assumptions that would enable
productive argumentation across the diverse traditions of communication theory.
3. A disciplinary matrix can be developed using a constitutive metamodel of communication
that opens up a conceptual space in which diverse first-order models can interact, and a
conception of communication theory as theoretical metadiscourse productively engaged
with the practical metadiscourse of everyday life.
4. Based on these principles, a tentative reconstruction of the multidisciplinary traditions of
communication theory can appear as seven alternative vocabularies for theorizing
communication as a social practice.
Welk ‘probleem’ in communicatieonderzoek kaart Craig aan?
Onderzoek naar communicatie vormt geen discipline. Separate domeinen; vaak met eigen
wortels(psycholoog, socioloog etc) Fragmentatie van theorieën en gebrek aan theoretisch consensus.
Dialoog/debat tussen benaderingen is afwezig.
Wat is het doel van Craig met het aankaarten van het probleem?
Aanzet geven tot het vormen van een coherent (dialogical/dialectical) onderzoeksgebied naar
communicatie waar theorieën met elkaar in dialoog zijn. (Dus niet één metatheorie)
dialogical-dialectical coherence: a common awareness of certain complementarities and tensions
among different types of communication theory, so it is commonly understood that these different
types of theory cannot legitimately develop in total isolation from each other but must engage each
other in argument.
(matrix is niet belangrijk) Maar wel hij heeft 7 tradities/classificaties gemaakt, maar hoe komt hij
daarbij?
Elke traditie op basis van een karakteristiek van communicatie en geassocieerde definitie van een
communicatieprobleem
Hoe komt het dat Craig tot een andere classificatie komt (met zeven tradities) dan Alberts, Nakayama
en Martin?
(a) orienting to the field as a broad disciplinary audience; (b) giving voice to the field’s distinctive
concerns in interdisciplinary research; and (c) educating our students in the field. To elaborate:
1. This means they should show an awareness of relevant traditions of communication theory,
engage central themes and issues in the field, highlight practical implications, and respond to
interests and criticisms anticipated from other traditions.
2. The theoretical matrix suggests both the interdisciplinary centrality as well as the disciplinary focus
of communication studies. Every tradition refers to interdisciplinary research areas (in political
communication, semiotics and cultural studies, philosophy, information science, and so on) that can
be enriched by other perspectives from communication theory. Tracy (1990, in press), for example,
has asserted a distinct communication approach to interdisciplinary discourse studies characterized
by its normative and applied interests, awareness of audience, and focus on problems and strategies.
These characteristics bespeak a blend of rhetorical, sociopsychological, and other influences from
communication theory. Communication scholars informed by the traditions of their field have
opportunities to move beyond productive fragmentation and contribute something more to
interdisciplinary studies.
3. Those of us who teach communication theory face unique challenges. Undergraduates come to
communication classes for something practical, and we offer them theory. They come for something
comprehensible, and we offer them fragments of a subject no one can comprehend-up to 249
theories and still counting. The analysis in Tables 1 and 2 invites a pedagogy that treats the entire
field as a resource for reflecting on practical problems and, in moving from a sketchy overview more
deeply into the field, moves not away from practical concerns but more deeply into them.
Binnen welke van de tradities die Craig onderscheidt plaats je het eigen verdiepingspakket? (kunnen
er meerdere zijn).
Schema opzoeken!
Toevoeging slides:
Communicatiewetenschap als cultureelwetenschappelijk: explorerend en kwalitatief
Communicatiewetenschap als sociale wetenschap: veelal precieze hypothese toetsend,
experimenteel en kwantitatief
Kwalitatief is meest zinning wanneer er minder bekend is over een onderwerp: explorerend,
interpreterend en hypothese-genererend
Kwantitatief onderzoek vaak zinnig als er veel bekend is over een onderwerp: Hypothese-toetsend
HC2
Sex and the City analyses
Nabi & Clark (Social Science)
Aanleiding: Nog niet veel onderzoek gedaan naar SCT in relatie met TV-
programma's. Negatief gedrag dat ontstaat naar aanleiding van TV wordt
'gekopieerd' terwijl de SCTtheory dit niet ondersteund. Doel: ontdekken wat de
knelpunten zijn van de SCT en hoe deze knelpunten zorgen voor het kopieren
van negatief gedrag op televisiebeelden door de kijkers. Het doel van het
onderzoek is om een experimentele test te bieden over de lang-bestaande
assumptie van de SCT, dat negatieve weergaven die voortkomen uit risicovol
gedrag kijkers zou ontmoedigen om dit gedrag uit te voeren.
SCT stelt dat mensen die een bepaalde ervaring nog niet hebben gehad en op
TV deze ervaring met negatieve consequenties ziet, hier eerder door worden
beïnvloed, dan mensen die deze ervaring wel hebben gehad. Volgens de
schema theorie hebben mensen een bepaald beeld over de hoofdpersoon in een
serie en verwachten dat deze persoon geen extreme negatieve consequenties
ervaart (makers van de serie willen de hoofdpersoon zo lang mogelijk in de serie
houden). Dit betekent dat ongeacht de eigen ervaring en valentie van de
gebeurtenis in de serie, de negatieve gebeurtenis in de serie weinig effect heeft
Doel van het op de kijker, omdat de kijker verwacht dat het toch wel goed komt. En dus staan
onderzoek deze twee theorieën parallel op elkaar.
Beginnen met het bevestigen van het schema dat kijkers verwachten dat de
hoofdpersonen ongeacht de ernst van de gebeurtenis toch positieve gevolgen
ervaren (H1). H1 wordt bevestigd. Vervolgens wordt in H2 gekeken of de SCT
klopt. Oftewel: er wordt gekeken of vrouwen die eerder een ONS hebben gehad,
geen verandering in gedrag ervaren na het kijken van de serie, t.o.v. vrouwen die
geen ONS hebben gehad. Daarnaast worden H3 (bevestigen SCT) en H3alt
(bevestigen schema theorie) getest. H3: wanneer vrouwen die geen ONS
hebben gehad in de serie de positieve gevolgen van een ONS zien, zullen
sneller een ONS in de toekomst hebben. H3alt: Ongeacht de valentie van de
gevolgen van de ONS in de serie, zullen vrouwen die geen ONS hebben gehad
sneller een ONS in de toekomst hebben.
Kwantitatief onderzoek. Between-subjects study. Studie 1: verklaringen TV
kijkers geven voor het verwachten van positieve uitkomsten, 60 participanten.
Door middel van zevenpuntschaal vragen en eindigde met een open-ended vorm
in de vorm van "waarom denk je dat?" (kwalitatief). Studie 2: experiment met
vragenlijst, 400 particpanten, attitudes normen van relaties getoetst,
demografische gegevens, relatie status, ONS, TV kijkgewoontes, 6 tapes
(stimuli) en intentie en waardering daarvan. een 3x2 conditie. Dus 6 condities op
basis van 3 manipulaties: intrinsieke/extrinsieke straffen en beloningen. (zie
Methoden kopje design).
- Geen gedrag gemeten (alleen intentie) - Meting ONS in de pretest ging niet
goed - Alleen gekeken naar ONS en niet naar ander gedrag - Gekeken naar 1
Tekortkomingen serie (niet te generaliseren) -beperkte doelgroep
Wetenschappelijke bijdrage: bewijs voor de SCT en schematheorie: SCT -->
seksueel gedrag in series heeft alleen invloed op mensen zonder ervaring met
het gedrag, schematheorie --> mensen zonder ervaring met ONS zijn meer
geneigd om een ONS te gaan doen, ongeacht of hoofdpersonen
positieve/negatieve consequenties ondervonden Maatschappelijke bijdrage:
Bijdragen bewustzijn van de invloed van series op ons gedrag
"One idea guiding this study is that sex and sexual pleasure are
intrinsically good. In constrast to more restrictive codes that
suggest that sex is somehow wrong or bad (...). the assumption
here is that sexual pleasure is fundamentally positive." Ze willen
bijdragen aan het framework en constructieve dialogen over
sexual morality in televisieseries om vanuit daar nieuw onderzoek
te inspireren. De rol van de media in bekenisgeving, dus de rol
Bijdragen van de productie die tegen de huidige normen in gaat.
Aanvullingen HC
Kritisch
Hoe spelen de visuele metaforen over eigenschappen van dieren in de reclames van Mercedes en
Volvo in op de publieke associaties met comfort en sportiviteit in onze maatschappij?
Critical, discours-analyse
Metaforen betreft kippen en jaguar analyseren. Achterhalen welke eigenschappen verbonden worden aan deze
dieren. Welke worden vaker geasscoieerd met deze dieren.
óf
In auto reclames en recensies kijken welke woorden er gebruikt worden om sportiviteit en comfort te
omschrijven en hoe deze in verband staan met de dieren die gebruikt zijn.
sociaalwetenschappelijk
Wat is het effect van het gebruik van dieren in autocomercials op de koopintentie van participanten?
Methode: een groep reclame met dieren laten zien en een andere groep reclame zonder dieren.
Daarna enquete: met oa de vraag “zou je dit product kopen”. Dan toetsen--> wel of geen effect?
Je weet dan of het voor autobedrijven voordelig is om dieren te gebruiken in hun reclames. Is
natuurlijk leuk als ze extra veel auto's verkopen!
Er wordt maar 2 dieren gebruikt tijdens het experiment. De vraag is dus of het generaliseerbaar?
Vragen oefenen en bedenken!!
HC3:
Lupton, 2005 (interpretatief)
Onderzoeksvraag: Hoe ervaren en conceptualiseren inwoners van Australië risico’s
gerelateerd aan voedselconsumptie?
Methode: CDA
Operationalisatie: 1. Herkennen maatschappelijk vraagstuk 2. Bepalen corpus op basis
tijdsperiode ‘probleem’ 3. Open-ended lezing van teksten uit corpus 4. Detailleerde analyse
van de teksten 5. Kritisch denken
Williamson(2017) (kritisch??)
Onderzoeksvraag: Hoe is het platform ClassDojo over de tijd gevormd als techno-cultureel
construct en socio-economische structuur (!!! Voorbeeld platformvraag)
Methode: platformanalyse
Operationalisatie: 1. Disassembling microsytems into multiple moving parts (technologie,
mens en organisatie, beleid en regulering, markt financiering en investering, framing door
kennis en discours) 2. Reassembling the ecosustem of social relations and institutions
interpenetrated by the platform
Methode: Corpusonderzoek
Operationalisatie: 851 teksten uit basisberoepsgerichte en theoretische leerweg,
scoringsformulier met 9 tekstkenmerken
Kim, & cappela (2016)(Sociaal wetenschappelijk)
Onderzoeksvraag: Wat is het effect van gelijkheid tussen personage-publiek op de evaluatie
van PSA’s (public service announcements)
H1: Smoker- and persuader-audience similarity will increase the audiences’ PE of antismoking PSAs.
H2: Smoker- and persuader-audience similarity will increase the audiences’ engagement with
antismoking PSAs.
H3: Engagement will mediate the relationship between similarity and PE.
Similarity: Gelijkheid tussen proefpersoon en personage (voorbeeld of overtuigend personage) in PSA
Perceived effectiveness: Effectiviteit gemeten a.d.h.v. de attitude t.o.v. bepaald gedrag en de intentie
om dat gedrag uit te voeren.
Engagement: Aandacht voor en betrokkenheid met het bericht
Methode: Experiment
Operationalisatie: Elke proefpersoon (n=1160) keek 4 reclamefilmpjes en vulde daarna steeds een
vragenlijst in.