Professional Documents
Culture Documents
Diergeneeskundig Memorandum
Diergeneeskundig Memorandum
PERIODIEK TIJDSCHRIFT
ZES EN VIJFTIGSTE JAARGANG
september 2009-2
SPONSOREN:
eriek
Uniek in gen
SPONSOREN:
eriek
Uniek in gen
Periodiek tijdschrift
Periodiek tijdschrift
zesenvijftigste jaargang
vijfenvijftigste jaargang
no.
no. 22 -- 2009
2008 ISSN 0417
ISSN 0417--4631
4631
Omslagbeeld: De
DeStichting
StichtingDiergeneeskundig
DiergeneeskundigMemorandum,
Memorandum,
De foto op de omslag laat een oude manier van des- opgericht
opgerichtinin1953,
1953,isstelt
een zich
onafhankelijke
ten doel aan stichting
dieren-
zonder winstoogmerk
artsen in en stelt zich
binnen- en buitenland ten doel aan
voorlichting te geven
infecteren zien. Het betreft een spiritusbrander, dierenartsen in binnen- en
gebruikt met formaline, om in Nederland de TBC van wetenschappelijke enbuitenland
commerciële voorlichting
aard op
teveterinair
geven van wetenschappelijke en commerciële
gebied.
te bestrijden (jaren ‘50 en ‘60). Veel steden hadden aard op veterinair
Ter uitvoering vangebied.
haar doelstelling is zij uitgeefster
hun “eigen” desinfectieunit, deze is afkomstig uit Ter
vanuitvoering van “Diergeneeskundig
het tijdschrift haar doelstelling is Memorandum”.
zij uitgeefster
Apeldoorn. van het tijdschrift ,, Diergeneeskundig Memorandum”
De inzet is een foto van een krachtige warmtever- De exploitatie van dit tijdschrift wordt financieel
nevelaar, zoals anno 2008 nog steeds wordt De exploitatie
mogelijk van dit
gemaakt in tijdschrift
Nederlandwordt,
door: naast de abon-
gebruikt. nementen, financieel mogelijk B.V.
Alfasan Diergeneesmiddelen gemaakt door :
te Woerden.
Beide foto's zijn beschikbaar gesteld door Rob van Alfasan Diergeneesmiddelen
en Intervet Nederland B.V. teB.V. te Woerden
Boxmeer
Janssen Animal Health Benelux te Beerse
Veldhuijzen, de auteur van Hoofdstuk 8. VetZ B.V. te Sliedrecht
Het Tijdschrift wordt gratis beschikbaar gesteld aan
de praktiserende dierenartsen in Nederland,
De abonnementsbijdrage
Postdoctorale veterinairevoor Benelux
studenten wordt kun-
in Utrecht
jaarlijks
nen het geïnd
tegen viaeen een automatische
kleine vergoedingincasso.
verkrijgen bij
Voor het buitenland wordt
het Reductiebureau. Voor een factuur
anderen verzonden.
bestaat de moge-
De abonnementstarieven
lijkheid zich te abonneren; zijnde: kosten van een abon-
Benelux :
nement bedragen: ex BTW 6%BTW incl. BTW
Automatische
Voor Nederland incasso
€ 28,00 € per
28,30 € 1,70 € 30,-
jaargang.
Factuur
Voor het buitenland € 39,50 € 33,02 € 1,98 € 35,-
per jaargang.
Buitenland :
Extra exemplaren € 37,26
of oudere € 2,24
uitgaven kunnen € 39,50
Extra
worden exemplaren of oudere
besteld d.m.v. uitgaven kunnen
een overschrijving à €worden
11,50
besteld d.m.v. een
per exemplaar betaling
voor à € 15,-
Nederland of €op onzevoor
14,00 rekening
het
onder vermelding
buitenland op eenvanvanhet gewenste
onze nummer.
rekeningen.
Redactiecommissie
Redactiecommissie:
J.J.Goudswaard,
Goudswaard,voorzitter
voorzitter
J.J.Schrooyen,
Schrooyen,secretaris
secretaris
Mw.
Mw.A. A. Tolkamp
Tolkamp (Alfasan Diergeneesmiddelen) B.V.)
(Alfasan Dierengeneesmiddelen
Mw. C. de Mûelenaere
J. Vernooij (Janssen Animal Health Bene-
(Intervet Nederland)
lux)
J.R. van Dongen
Redactie- (VetZ)
en Administratieadres:
J.Halderheiweg
Hulsen (Vetvice)11, 5282 SN Boxtel
tel.: 0411-676822
Redactie- en Administratieadres:
fax: 0411-671595
Halderheiweg 11, 5282 SN Boxtel
e-m: de.em@12move.nl
tel.: 0411-676822
website: de-em.nl
fax: 0411-671595
Rabobank Boxtel 1688.49.674
e-m:
BIC de.em@12move.nl
RABO NL2U IBAN NL50 RABO 0168 8496 74
EEN GEZAMENLIJKE UITGAVE VAN: website: de-em.nl
eriek Rabobank
Verklaring:Boxtel 1688.49.674
Uniek in gen BIC RABO NL2U
De Redactie IBAN NL50
en uitgeefster RABOgeen
aanvaarden 0168aanspra-
8496 74
kelijkheid voor schade, welke- direct of indirect- het
Verklaring:
gevolg mocht zijn van gebleken onjuistheden in de
De Redactie
inhoud van deen in
uitgeefster aanvaarden
dit tijdschrift opgenomengeenartikelen.
aanspra-
kelijkheid
Niets uit ditvoor schade,mag
tijdschrift welke- directverveelvoudigd
worden of indirect- het
gevolg mocht zijn
en/of openbaar van gebleken
worden gemaaktonjuistheden
door middel invande
inhoud van de in of
druk, microfilm ditop
tijdschrift opgenomen
welke andere artikelen.
wijze ook,
Niets
zonder uitschriftelijke
dit tijdschrift mag worden
toestemming verveelvoudigd
van de Redactie.
en/of openbaar worden gemaakt door middel van
druk,
Opmaak microfilm
en druk: of Bloembergen
op welke andere wijzebvook,
Santee zonder
Nijmegen
schriftelijke toestemming van de Redactie.
U herinnert zich nog ongetwijfeld het vo- bereiken. Ook het toetreden van deze sponsor
rige nummer van het Diergeneeskundig wijst er weer op, dat we met het DM graag
Memorandum ” Chirurgische behandeling met allerlei nieuwe ontwikkelingen mee wil-
van ooglidafwijkingen” , geschreven door de len doen : we verwachten veel van de inbreng
collegae Frans Stades en Michael Boeve. Het van de nieuwe Redactie-en Bestuursleden ten
verscheen in April van dit jaar. In dit nummer- aanzien van de in het DM te behandelen on-
alsmede in een bijgesloten brief- werd een op- derwerpen c.q. diersoorten.
roep aan de lezers van het DM gedaan om zich
te abonneren op het DM, omdat sponsoring Collega Jan Hulsen van Vetvice b.v. is onge-
alléén het voortbestaan van het DM in de toe- twijfeld bekend bij alle landbouwhuisdieren
komst niet meer zou kunnen garanderen. In de practici en heeft een uitgebreid netwerk in de
periode tussen de uitgave van genoemd num- rundveehouderij. Hij heeft ons verzoek om de
mer en het DM nummer, dat U nu ontvangt, redactie te versterken, ingewilligd.
hebben zich gelukkig voldoende dierenartsen- Het is usance, dat een uitgave van het DM
en dierenartspraktijken aangemeld voor een in het ”Van de Redactie” wordt toegelicht.
abonnement. Redactie en Bestuur zullen hun Dat is in dit geval geen moeilijke ”klus”. Al
uiterste best doen om uw verwachtingen t.a.v. weer 10 jaar geleden verscheen een DM , ge-
de in de toekomst uit te geven DM publicaties titeld: ”Microbiologische en Immunologische
niet teleur te stellen. laboratoriumdiagnostiek bij hond, kat en
paard”onder redactie van collega Dirk
Er is echter meer gebeurd in de afgelopen pe- Houwers: een bijzonder overzichtelijk
riode. Uit de opmaak van het voor U liggende Diergeneeskundig Memorandum, dat paste in
DM hebt U waarschijnlijk al de conclusie ge- de traditie van onze uitgaven. De belangstel-
trokken, dat zich twee nieuwe sponsors heb- ling voor dit DM is vele jaren bijzonder groot
ben aangemeld. Collegae, die het DM al wat geweest, met name ook bij studenten, die zich
langer ontvangen, weten nog ongetwijfeld, voorbereiden op de praktijk. Al een aantal ja-
dat Janssen Animal Health Benelux het DM ren waren geen exemplaren van deze uitgave
vele jaren heeft gesponsord. Juist door dit meer beschikbaar; daarnaast zijn er in het af-
bedrijf behoorden vele Belgische collegae tot gelopen decennium ook veel ontwikkelingen
de trouwe lezers van het Diergeneeskundig geweest op het gebied van de laboratorium di-
Memorandum en…hebben we vaak Vlaamse agnostiek. Twee redenen om eens met collega
auteurs van zeer interessante uitgaven gehad: Houwers te praten over de mogelijkheid voor
denk aan recente DM’s over ziekten bij de een heruitgave.
duif, cardiovasculaire aandoeningen bij de
hond, etc. Janssen A H heeft zich nu wederom Ondanks zijn drukke werkzaamheden op de
aangemeld als sponsor, hetgeen Bestuur en Faculteit bleek het niet moeilijk om hem er
Redactie zeer verheugt. van te overtuigen, dat een dergelijke heruit-
gave noodzakelijk was en zegde hij toe om dit
Voorts is een `vijfenvijftig jarige traditie door DM mogelijk te maken en de mede- auteurs
VetZ doorbroken: een nieuwe sponsor met ( en nieuwe auteurs) ervoor zover dat moge-
een niet farmaceutische achtergrond. VetZ is lijk was- weer bij te betrekken. De Redactie
op het ogenblik marktleider in Duitsland voor is bijzonder blij, dat dit is gelukt en dat dit
gebruik van IT technologie in de dierenartsen- ”succesnummer”van 10 jaar geleden- volledig
praktijk (gebruik van software t.a.v. praktijk- geactualiseerd - thans weer als heruitgave kan
management, digitale Rontgensystemen,etc.) worden uitgegeven.
en hoopt datzelfde in Nederland en België te Heel belangrijk voor alle practici is met name
De Auteurs pag. 6
Kampioenen in oorbescherming!
O T I T I S E X T E R N A BIJ HOND EN K AT
SUROLAN® Oordruppels ter behandeling van oor- en huidinfecties bij honden en katten. Samenstelling: miconazolnitraat, prednisolonacetaat, polymixine B-sulfaat. Diersoorten: hond en kat. Indicaties: *otitis met name: bacteriële otitis veroorzaakt door Staphylococcus spp., Streptococcus spp., Pseudomonas
spp. Escherichia coli; mycotischeotitis veroorzaakt door Microsporum spp., Trichophyton spp., Candida spp., Malassezia pachydermatis (Pityrosporum pachydermatis); veroorzaakt door Otodectes cynotis. *huidinfecties met name: bacteriële dermatitis veroorzaakt door Staphylococcus spp., Streptococcus spp.,
Pseudomonas spp. Escherichia coli; mycotische dermatitis veroorzaakt door Microsporum spp., Trichophyton spp., Candida spp., Malassezia pachydermatis. Dosering en wijze van toediening: Oren: na het reinigen van de gehoorgang, tweemaal per dag, enkele druppels Surolan in het oor aanbrengen. Om een
goede verdeling van het preparaat te verkrijgen, dienen oor en gehoorgang goed gemasseerd te worden. Huid: tweemaal per dag worden enkele druppels Surolan op de letsels aangebracht en goed ingewreven. De behandeling moet zonder onderbreking gedurende enkele dagen na het verdwijnen van de symptomen
voortgezet worden. In sommige gevallen kan een behandeling van 2 à 3 weken noodzakelijk zijn. De behandeling van Otodectes cynotis is 2 weken (zie indicaties). Contra-indicaties: geen. Bijwerkingen: geen. Registratienummer België: 2S78F12 - Nederland: REG NL 3153; UDA.
OTOCLEAN® Oorreinigingsmiddel voor honden en katten. Samenstelling: Salicyzuur (2,32 mg), propyleenglycol, polyglycol, ethoxydiglycol, gereinigd water, glycerine, melkzuur, cucumis sativus, cetraria islandica, mimosa tenuiflora, oliezuur. Eigenschappen: OTOCLEAN ® bevat keratolytische, oorsmeer
oplossende, verzachtende, hygiënische en hydraterende bestanddelen die het product buitengewoon geschikt maken voor de hygiëne en verzorging van de uitwendige gehoorgang van hond en kat, doordat het de gehoorgang vrijhoudt van vuil en oorsmeer. Dosering: Gebruik OTOCLEAN ® in beide
gehoorgangen van de hond resp. kat. Breng voldoende aan, afhankelijk van de grootte van het dier: Bij grote dieren moet voor elk oor een flesje (5 ml) worden gebruikt. Bij middelgrote of kleine dieren kan de inhoud van een flesje over beide oren worden verdeeld. Voorzorgsmaatregelen: Uitsluitend
voor uitwendig gebruik. Vermijd contact met de ogen. Bewaren beneden 30°C. Lees vóór gebruik eerst de bijsluiter.
Barend Blankenstein
Flubenol KH
TRADEMARK
de ideale Flubenol KH
TRADEMARK
Flubenol KH
TRADEMARK
Flubenol KH
TRADEMARK
Flubenol KH
TRADEMARK
sitieve- testresultaat is nu ruim 90% (10/11). trouwbaarheid als volgt worden vastgesteld.
Een negatief testresultaat is uiteraard in beide
situaties in hoge mate betrouwbaar. Sensitiviteit van de test is 99%: van de 10 wer-
Het hierboven geschetste voorbeeld komt kelijk positieve dieren (prevalentie is 1 %, dus
sterk overeen met de situatie die globaal voor 10 van de 1000 katten) wordt 99% als positief
het Feline Immunodeficiëntie Virus (FIV) in herkend: A=9,9 B=0,1
Nederland geldt; bij 1% van de gezonde en bij Specificiteit van de test is 99%: van de 990
7% van chronisch zieke katten komt de FIV- werkelijk negatieve dieren wordt 99% als ne-
infectie voor. gatief herkend: C= 980,1 D= 9,9
De diagnostische betrouwbaarheid kan ook De diagnostische betrouwbaarheid van de
aan de hand van een formule berekend wor- positieve uitslag bij de gezonde kat is dus:
den, die gebaseerd is op de voorgaande 2x2 9,9/9,9+9,9x 100= 50% (!). M.a.w. de helft van
tabel. de positieve uitslagen is onjuist. Voor een zieke
kat is deze waarde hoger omdat de prevalentie
Sensitiviteit, specificiteit en prevalentie kun- van FIV onder chronisch zieke katten hoger
nen als volgt worden weergegeven. ligt. In Nederland gemiddeld 7%. De bereke-
Sensitiviteit: A / (A+B) x 100 ning leert dat bij een chronisch zieke kat de
Specificiteit: D / (C+D) x 100. diagnostische betrouwbaarheid dan bijna 90%
Prevalentie: (A+B) / (A+B+C+D) x 100 is. Wordt er echter een test gebruikt met een
iets lagere specificiteit van b.v. 95% en gelijke
De diagnostische betrouwbaarheid van een sensitiviteit (99%) dan is de diagnostische be-
test is het percentage van de dieren met een trouwbaarheid van een positief resultaat vol-
positieve/negatieve uitslag dat ook werkelijk gens de formule: 69,3 : (69,3 + 46,5) x 100=
positief/ negatief is. 60%. Een geringe afname van de specificiteit
van de gebruikte test heeft onder de gegeven
Diagnostische betrouwbaarheid van een posi- omstandigheden dus grote gevolgen voor de
tieve uitslag: A / (A+C) x 100. Diagnostische diagnostische betrouwbaarheid van een posi-
betrouwbaarheid van een negatieve uitslag: tief resultaat!
D / (B+D) x 100.
(afb. 2). Voorbeelden van uterusslijmmonster- Clitoris en vestibulum vaginae bij het paard
apparaten voor éénmalig gebruik Clitoris- en vestibulum vaginae-monsters
worden voornamelijk genomen ten behoeve
Vagina (hond) van C.E.M.-onderzoek bij het paard. Hiervoor
Materiaal uit de vagina van de teef kan het wordt verwezen naar het C.E.M.-protocol.
beste met behulp van een spreidspeculum uit
het meest craniale deel van de vagina worden Sperma (hengst)
afgenomen met een swab (met een transport- Met behulp van een kunstschede kan sperma
gel). worden gevangen, waarna een monster van
het onverdunde sperma voor BO kan worden
Uterus (paard) opgestuurd. Eventueel kan daarnaast ook nog
Uterusmonsters moeten liefst worden geno- een monster van het verdunde sperma worden
men als de merrie in oestrus is. ingezonden om de kwaliteit van de verdunner
Synovia
Voor een gewrichtspunctie moet het gebied
ruim geschoren worden en is chirurgische des-
infectie gewenst. Synovia kan met een steriele
spuit worden afgenomen en in een groeime-
dium worden overgebracht. Eventueel kan de
gesloten spuit, zonder luchtbellen in het punc-
taat, worden opgestuurd. Synovia, ingestuurd
op een swab, geeft kans op miswijzingen.
Hond/Kat Paard
Cystitis/nefritis E. coli Streptococcus spp.
Proteus spp. E. coli
Staphylococcus spp. Actinobacillus equuli
Enteritis Salmonella spp. Salmonella spp.
Campylobacter jejuni Clostridium perfringens
E. coli (pups/kittens) E. coli (veulens)
Clostridium perfringens Rhodococcus equi
Pyodermie/dermatitis Staphylococcus intermedius Staphylococcus spp.
Staphylococcus aureus Dermatophilus congolensis
Otitis externa Pseudomonas aeruginosa n.v.t.
Staphylococcus spp.
Proteus spp.
Streptococcus spp.
gisten
Kerato-conjunctivitis Staphylococcus spp. Staphylococcus aureus
Streptococcus spp. Pseudomonas spp.
Pseudomonas spp.
Rhinitis Staphylococcus intermedius Streptococcus spp.
hemolytische streptokokken
Pseudomonas spp.
Aspergillus fumigatus
Sinusitis anaëroben Streptococcus spp.
Anaëroben
Laryngitis Bordetella bronchiseptica n.v.t.
E. coli
Pasteurella spp. (kat)
Tracheo-bronchitis Bordetella bronchiseptica Streptococcus spp.
Klebsiella spp. Bordetella bronchiseptica
hemolytische streptokokken
Pasteurella spp.
E. coli
Actinobacillus spp.
huis’ bacteriologie zijn de tijdwinst en de kos- huis’ bacteriologie zijn echter niet zo spoedei-
ten. Wat de tijdwinst betreft kan men één dag send. Ten aanzien van het kostenaspect moet
in tijd winnen omdat de monsters niet ver- men zich realiseren dat een goed uitgevoerd
zonden hoeven te worden. Dit is echter alleen BO veel tijd (en dus geld) kost. Volgens de
voor spoedeisende monsters van belang. De ARBO-wet mogen laboratoriumwerkzaam-
meeste monsters die geschikt zijn voor de `in heden alleen door daartoe gekwalificeerde
• Antimycoticum voor dermatofytose bij de kat • Enilconazol: actief tegen gisten en schimmels
• Orale oplossing • Goede adhesie aan huid en haren
• Snelle mycologische genezing • Wachttermijn: 0 dagen
• Uitstekend veiligheidsprofiel • Doeldier: hond, rund en paard
aard. Een kortstondige toename van gelen bij gebruik Schudden voor gebruik.
leverenzymen kan voorkomen. In zeer 5.5 Gebruik tijdens dracht en lactatie SUROLAN® Oordruppels ter behandeling
zeldzame gevallen wordt dit geassocieerd Imaverol kan veilig toegepast worden bij van oor- en huidinfecties bij honden en
met icterus. In dergelijke gevallen moet drachtige dieren. 5.6 Interactie(s) met an- katten. Samenstelling: miconazolnitraat,
een behandeling worden onderbroken. dere geneesmiddelen en andere vormen prednisolonacetaat, polymixine B-sulfaat.
Indien u ernstige bijwerkingen of an- van interactie Niet combineren met gri- Diersoorten: hond en kat. Indicaties:
dersoortige reacties vaststelt die niet in seofulvine en andere middelen die de lever- *otitis met name: n bacteriële otitis ver-
deze bijsluiter worden vermeld wordt u functie beïnvloeden. 5.7 Dosering en toe- oorzaakt door Staphylococcus spp., Strep-
verzocht uw dierenarts hiervan in kennis dieningsweg runderen Drie tot vier maal tococcus spp., Pseudomonas spp. Esche-
te stellen. Dosering en toediening: De met drie tot vier dagen tussentijd de letsels richia coli; n mycotischeotitis veroorzaakt
oplossing wordt rechtstreeks oraal toe- behandelen met een emulsie van 0,2% door Microsporum spp., Trichophyton spp.,
gediend in de bek met een doseerspuit. werkzame stof (1 deel oplossing verdun- Candida spp., Malassezia pachydermatis
De dagelijkse dosis is 5 mg/kg of 0,5 ml/ nen met 49 delen water). Eerst eventuele (Pityrosporum pachydermatis); n veroor-
kg/dag. Het doseerschema is 0,5 ml/kg/ korsten verwijderen. Aangeraden wordt de zaakt door Otodectes cynotis. *huidinfec-
dag voor 3 verschillende perioden van eerste keer het dier volledig te behandelen. ties met name: n bacteriële dermatitis
7 opeenvolgende dagen, elke keer met paarden Vier maal met drie tot vier dagen veroorzaakt door Staphylococcus spp.,
7 dagen zonder behandeling ertussen. tussentijd de letsels behandelen met een Streptococcus spp., Pseudomonas spp.
Registratienummer: (B) 2 S 460 F 11, op emulsie van 0,2% werkzame stof (1 deel Escherichia coli; n mycotische dermatitis
diergeneeskundig voorschrift. (NL) REG oplossing verdunnen met 49 delen wa- veroorzaakt door Microsporum spp., Tri-
NL 10220 UDA. Verdere informatie os op ter). Eerst eventuele korsten verwijderen. chophyton spp., Candida spp., Malassezia
aanvraag beschikbaar bij Janssen Animal Aangeraden wordt de eerste keer het dier pachydermatis. Dosering en wijze van
health. Houder van de vergunning: volledig te behandelen. honden Vier maal toediening: Oren: na het reinigen van de
Janssen Pharmaceutica N.V. Turnhoutseweg met drie tot vier dagen tussentijd de letsels gehoorgang, tweemaal per dag, enkele
30 2340 Beerse België behandelen met een emulsie van 0,2% druppels Surolan in het oor aanbrengen.
werkzame stof (1 deel oplossing verdun- Om een goede verdeling van het preparaat
nen met 49 delen water). Eerst eventuele te verkrijgen, dienen oor en gehoorgang
korsten verwijderen. Aangeraden wordt goed gemasseerd te worden. Huid: twee-
Imaverol ®
de eerste keer het dier volledig te behan- maal per dag worden enkele druppels
delen. 5.8 Overdosering (symptomen, Surolan op de letsels aangebracht en goed
1. Naam van het diergeneesmiddel Ima- procedures in noodgevallen, antidota) Er ingewreven. De behandeling moet zonder
verol 2. Kwalitatieve en kwantitatieve zijn geen symptomen van overdosering be- onderbreking gedurende enkele dagen na
samenstelling Werkzaam bestanddeel: kend. 5.9 Speciale waarschuwingen voor het verdwijnen van de symptomen voort-
Enilconazol 100 mg per ml 3. Farmaceu- elk dier waarvoor het diergeneesmiddel gezet worden. In sommige gevallen kan
tische vorm Concentraat voor emulsie bestemd is Niet toedienen aan honden met een behandeling van 2 à 3 weken nood-
voor cutaan gebruik 4. Eigenschappen een leverbeschadiging. 5.10 Wachttijd(en) zakelijk zijn. De behandeling van Otodectes
4.1 Farmacokinetische eigenschappen rund: wachttermijn voor melk en vlees cynotis is 2 weken (zie indicaties). Contra-
Na dermale toediening op de intacte huid 0 dagen paard: wachttermijn 0 dagen indicaties: geen. Bijwerkingen: geen.
bij het rund wordt enilconazol weinig 6 Houdbaarheidstermijn concentraat Registratienummer België: 2S78F12 -
of niet geresorbeerd. Na orale toedie- voor emulsie: 5 jaar. emulsie: 1 maand. Nederland: REG NL 3153; UDA.
ning vindt er een uitgebreid first pass 6.1 Speciale voorzorgsmaatregelen bij
Macroscopisch onderzoek
Het monster zelf kan soms belangrijke infor-
matie verschaffen. In of op het monster kun-
nen parasieten of delen van parasieten aanwe-
(afb.1). Geschikte potjes voor inzending feces- zig zijn. Bijvoorbeeld spoelwormen, aarsma-
monster den, strongyliden (cyathostominae bij paard),
larven van Gasterophilus of lintwormproglot-
Voor koppeldiagnoses moet het aantal geno- tiden. Als pseudoparasieten worden nog wel
men monsters representatief zijn. In het al- eens vliegenlarven aangetroffen. De kleur van
gemeen varieert de ei- en larvenuitscheiding de feces kan beïnvloed worden door parasi-
van de individuele dieren sterk. Het aantal taire infecties. Erg donkere feces kan wijzen
monsters moet daarom relatief groot zijn. Ten op bloedverlies in het begin van de darm, ver-
behoeve van ‘monitoring’ bij paarden kun- oorzaakt door bijvoorbeeld Ancylostomatidae.
nen ook meng- of groepsmonsters worden Bloed op de feces wordt waargenomen bij
verzameld, hetgeen de kosten aanzienlijk kan infecties van het distale eind van de darm,
reduceren. Hoe zulke groepsmonsters te ver- bijvoorbeeld Trichuris infecties. Dunne ont-
zamelen bij paarden is te vinden op de website lasting kan wijzen op een parasitaire infectie,
www.parasietenwijzer.nl. maar kan ook andere oorzaken hebben. Een
normale consistentie sluit een infectie natuur-
Als het monster voor onderzoek wordt opge- lijk niet uit.
Anthelminticumresistentie:
Resistentie van cyathostominae tegen
benzimidazolen komt veel voor. Voor
preventie van cyathostominose zijn deze (afb.4). Baermann- of bezinkingsglas.
middelen dus onbruikbaar. Voor be-
strijding van cyathostominae zijn alleen andere fecesbestanddelen doordat ze beweeg-
ivermectine, moxidectine en pyrantel lijk zijn. De Baermann-techniek scheidt bewe-
geschikt. In de USA en Denemarken is gende van niet-bewegende fecesbestanddelen.
inmiddels resistentie van cyathostomi- Hierbij wordt gebruikgemaakt van bezin-
nae tegen pyrantel waargenomen en er kingsglazen (afb. 4). Deze glazen zijn helaas
zijn in sommige landen (o.a. Duitsland) moeilijk te verkrijgen. Champagneglazen die
ook aanwijzingen voor verminderde ge- in een scherpe punt uitlopen voldoen echter
voeligheid voor ivermectine en moxidec- ook goed. Een alternatief is gebruikmaken
tine. Resistentie van Parascaris equorum van een steile glazen trechter (met slangetje en
voor ivermectine is sinds 2002 op meer- klem) opgehangen aan een statief.
dere plaatsen in de wereld beschreven, Uitvoering: vul het glas (of trechter) met
waaronder Nederland. Bepaal 1x per handlauw leidingwater. Doe de te onderzoe-
jaar de gevoeligheid van het bij paarden ken feces voorzichtig op een stuk kaasdoek of
gebruikte anthelminticum door eitelling op enkele lagen hydrofiel gaas. Bind de pun-
14 dagen na toediening. Het EPG moet ten bijeen met een elastiekje. Steek een stokje
dan (nagenoeg) negatief zijn. Vinden door het opgevouwen deel heen en hang het
van (grote aantallen) eieren wijst op
resistentie. Grote aantallen eieren bij
één of enkele paarden wijst mogelijk op
een behandelingsfout. N.B.: Om formeel
anthelminticumresistentie aan te tonen,
dient feces zowel voor als na behande-
ling te worden onderzocht.
De Baermanntechniek
Bij longworminfecties worden geen eie-
ren maar larven met de feces uitgescheiden.
Longwormlarven onderscheiden zich van de (afb.5). Embryoblokje.
Als een infectie met schurftmijten wordt ver- (afb.13). Een goed genomen stofzuigermonster.
wacht, moet met een scherpe lepel een afkrab-
sel worden gemaakt. De monsters dienen op best een zgn. diep afkrabsel worden gemaakt.
een aantal plaatsen van de rand van het proces Uitvoering: om het eind van de stofzuigerslang
te worden genomen. Indien kortpotige schurft- van een regelbare stofzuiger wordt een tissue
mijten worden vermoed, dient er `tot bloedens (zakdoekje, monddoekje, of filterdoek) van
toe’ gekrabd te worden (‘diep’ afkrabsel). Het stevig materiaal gevouwen en met de vinger
afkrabsel kan na toevoeging van wat naaima- ongeveer 2 cm in de slang geduwd. Dit wordt
chine-olie of glycerine microscopisch worden gefixeerd met behulp van een elastiek of plaats
onderzocht. Als er veel korstmateriaal aanwe- een plintenzuiger op de slang waarmee de tis-
zig is, kan het afkrabsel worden opgehelderd sue ook kan worden gefixeerd. Vervolgens
door het in een 10-30% KOH-oplossing tot het wordt het dier of een deel van het dier gestof-
kookpunt (niet koken) te verwarmen, of het zuigd. Verwijder tissue of filterdoek met ver-
gedurende 2-3 uur in deze oplossing te laten zameld materiaal (afb. 13), vouw het zo klein
staan. Hierdoor worden korsten en haren ge- mogelijk op en bindt af met een elastiekje. Het
macereerd. De ectoparasieten worden hierbij te onderzoeken materiaal wordt overgebracht
opgehelderd. Het materiaal wordt daarna in een in een petrischaaltje. Hiervoor dient een glazen
petrischaal microscopisch onderzocht. Als er petrischaal te worden gebruikt omdat de stati-
veel materiaal is, kan eerst worden gecentrifu- sche lading van een plastic schaaltje problemen
geerd. De ectoparasieten bevinden zich in het geeft. Het materiaal kan het beste onder een
sediment. Het is ook mogelijk om na centrifu- stereo- of prepareermicroscoop worden onder-
geren het sediment te suspenderen in ZnSO4 zocht. Aanwezige ectoparasieten vallen op door
flotatiemedium, het buisje tot een kleine bolle hun beweeglijkheid. De parasieten worden er
meniscus aanvullen met het flotatiemedium en uitgevist met een prepareernaald die even in
af te dekken met een dekglaasje. Na ca. 10 min. naaimachine-olie of glycerine is gedoopt. De
kan het dekglaasje op een voorwerpglaasje ectoparasiet wordt in een druppel olie of gly-
worden geplaatst en microscopisch onderzocht. cerine op een voorwerpglas overgebracht en
onder dekglas bij een grotere vergroting gede-
Een stofzuigermonster biedt de mogelijkheid termineerd. Worden geen bewegende ectopa-
om een groot oppervlak van het dier te onder- rasieten gevonden, dan kan het totale monster
zoeken en daarmee de kans te vergroten om worden opgehelderd met 10-30% KOH en ver-
aanwezige parasieten ook aan te tonen, met der verwerkt zoals hiervoor is beschreven.
name Cheyletiella spp. (vachtmijt). In prin-
cipe is de techniek geschikt voor het aantonen
van alle ectoparasieten, met uitzondering van Gebruik voor het nemen van een stofzui-
Demodex en teken. Ook voor aantonen van germonster geen koffiefilters, stofzuiger-
Sarcoptes is deze techniek minder geschikt, zakken of gaasjes; deze scheuren te mak-
hoewel soms wel Sarcoptes mijten kunnen kelijk of zijn te wijdmazig. Een mondkapje
worden gevonden in een stofzuigermonster. Bij is wel geschikt.
verdenking op een Sarcoptes-infectie kan het
ENDOPARASIETEN
Toxocara canis
Dikwandig, kogelrond maar vaak iets ver-
vormd, 70-90 µm in doorsnede. Bevat een
donkerbruine tot zwarte zygote. De wand
heeft aan de buitenkant kleine putjes die bij (afb.16). Trichuris sp. ei. Links natief en rechts
doorvallend licht de indruk geven dat het ei in ZnSO4 medium. (—— = 20 μm)
geschubd is (ook wel vergeleken met de putjes
van een golfballetje). Afb. 14. dagen al deling is te zien.
Trichuris vulpis
Dikwandig, rugbybalvormig, meestal symme-
trisch, 70-90 µm bij 30-40 µm. Bezit aan elke
pool een duidelijk prominerende (uitstekende),
glazige poolprop. Het ei is geel/oranje-bruin
van kleur en de buitenkant van de wand is glad.
De inhoud is fijnkorrelig en ongedifferenti-
eerd. Afb. 16. In een flotatiemedium met hoge
dichtheid kunnen de poolproppen naar binnen
worden gedrukt (afb. 16 rechts). Dit ei kan ver-
ward worden met het ei van Capillaria sp.
Capillaria aerophila
(afb.14). Toxocara canis ei (Toxocara cati ziet Dikwandig, rugbybalvormig, maar (veel)
er net zo uit). (—— = 20 μm) minder bolle wanden dan bij het T. vulpis ei
en wat asymmetrisch, 60-75 µm bij 30-40
Toxascaris leonina µm. Bezit aan elke pool een niet-promine-
Dikwandig, iets ovoïd, 60-75 bij 75-85 µm. De rende iets afgeplatte poolprop. Het ei is licht-
zygote is minder donker dan die van T. canis. bruin tot geel/oranje van kleur en de buiten-
De buitenkant van de wand is volkomen glad. kant van de wand is fijn gegranuleerd. De
De binnenkant van de wand heeft een typisch inhoud is fijnkorrelig en ongedifferentieerd.
gelaagde opbouw. Afb. 15. Ontwikkeling tot Afb. 17. Dit ei kan verward worden met het
larve in het ei gebeurt snel, zodat binnen 1-2 ei van Trichuris.
(afb.15). Toxascaris leonina ei. (—— = 20 μm) (afb.17). Capillaria sp. ei. (—— = 20 μm)
Uncinaria stenocephala
Dunwandig, ovoïd, 75-80 µm bij 40-45 µm.
Het ei behoort tot de Strongylus-type eieren
geproduceerd door de (tricho)strongyliden.
Afb. 18. In verse feces bevat het ei een morula.
Na enkele uren bij kamertemperatuur is dit
morulastadium zover gedeeld dat afzonderlij-
ke cellen niet meer waarneembaar zijn. In niet
gekoeld bewaarde feces zijn de afzonderlijke
blastomeren niet meer herkenbaar en na een
dag is reeds een larve in de eieren aanwezig.
Afb. 19. Het ei is moeilijk te onderscheiden
van het wat kleinere ei van Ancylostoma ca-
ninum. Deze parasiet is niet endemisch, maar
kan hier uiteraard wel bij honden voorkomen
(buitenland anamnese).
(afb.21). Dipylidium caninum eipakketje sterk
Dipylidium caninum vergroot. De haken van het hexacanthe embryo
Ovaal eipakketje, dat één tot enkele tientallen zijn goed te zien (pijl).
eieren bevat. De grootte is afhankelijk van
het aantal eieren. Geelbruin van kleur. De
eieren zelf zijn bolvormig en bevatten een,
overigens niet altijd zichtbaar, hexacanth em-
bryo. Afb. 20 en 21.
spp. zijn niet van elkaar te onderscheiden. De meest voorkomende wormeieren en -lar-
Afb. 22. Denk aan infectiegevaar voor de ven in kattenfeces
mens bij Echinococcus-infecties.
Toxocara cati
L1 Angiostrongylus vasorum Dikwandig, kogelrond maar vaak iets ver-
Larfje (310-400 μm lang) met wat korrelige in- vormd, 70-90 µm in doorsnede. Bevat een
houd. Het staarteinde is sinus-golfvormig met donkerbruine tot zwarte zygote. De wand
een dorsale stekel. Afb. 23. N.B.: Voorheen heeft aan de buitenkant kleine putjes die bij
werd deze parasiet alleen aangetroffen bij doorvallend licht de indruk geven dat het ei
honden met buitenland anamnese, maar sinds geschubd is (ook wel vergeleken met de putjes
2007 zijn autochtone gevallen van infectie ge- van een golfballetje). Afb. 14.
vonden.
Toxascaris leonina
Dikwandig, iets ovoïd, 60-75 bij 75-85 µm. De
zygote is minder donker dan die van T. canis.
De buitenkant van de wand is volkomen glad.
De binnenkant van de wand heeft een typisch
gelaagde opbouw. Afb. 15. Ontwikkeling tot
larve in het ei gebeurt snel, zodat binnen 1-2
dagen al deling is te zien.
Ancylostoma tubaeformis
Dunwandig, ovoïd, 55-75 µm bij 35-45 µm.
Het ei behoort tot de Strongylus-type eieren
geproduceerd door de (tricho)strongyliden. In
verse feces bevat het ei een morula. Na enkele
(afb.23). Angiostrongylus vasorum L1 staart. uren bij kamertemperatuur is dit morulastadi-
um zover gedeeld dat afzonderlijke cellen niet
L1 Crenosoma vulpis meer waarneembaar zijn. Afb. 18.
Betrekkelijk klein larfje (240-310 μm lang) met
wat korrelige inhoud en een recht eindigende Dipylidium caninum
puntige staart. Afb. 24. N.B.: Dit is met name Ovaal eipakketje, dat één tot enkele tientallen
een longworm bij vossen en wordt daarom eieren bevat. De grootte is afhankelijk van het
vooral gevonden bij honden die worden uitge- aantal eieren. Geelbruin van kleur. De eieren
laten in gebieden waar ook vossen voorkomen. zelf zijn bolvormig en bevatten een, overigens
(afb.29). Giardia cysten. In flotatiemedium met (afb.30). Giardia trofozoïeten (Giemsa kleu-
hoge dichtheid (sucrose of ZnSO4) klappen ring). (Beeldbank DGK UU) (—— = 20 μm)
cysten in. (—— = 20 μm)
Tritrichomonas foetus
In zeer verse kattenfeces (of met behulp van
een kweekmedium, zie afb. 6) kunnen trofo-
zoieten (5-25 μm) van Tritrichomonas sp. (afb.
31) worden aangetroffen. Als ze snel door het
beeld bewegen zijn ze makkelijk te herkennen.
Deze parasiet kan diarree geven.
Vanaf nu hebben Nederlandse dierenartspraktijken en dierenklinieken een nieuwe aanspreekpartner wat betreft oplossingen aangaande
IT-problemen: VetZ BV. De nieuw opgerichte dochteronderneming van de Duitse VetZ GmbH in Sliedrecht begeleidt dierenartsen en managers
betrouwbaar en competent wat betreft praktijkmanagement, digitale beeldverwerking en digitale röntgen. Van concept tot toepassing.
Al meer dan 15 jaar behoort VetZ tot de leidende aanbieders van infor- De naadloze integratie van al de diagnostische apparatuur in de
matietechnologieën in de diergeneeskunde. Wat in 1990 als idee begon, dierenkliniek, van digitale röntgensystemen tot bloedcomputers en
is vandaag de dag een van de succesvolste en meest toonaangevende van echo tot endoscoop, is zeer indrukwekkend en geeft een unieke
concepten in de diergeneeskunde: efficiënt praktijkmanagement, digi- ervaring. Niet tevreden zijn met ‘goed
tale beeldverwerking, digitale röntgen, innovatieve webtoepassingen genoeg’, maar verder ontwikkelen tot
en vakkundig advies. Alles in een. Perfect met elkaar verbonden. een perfect product en de bijbehorende
perfecte service naar de klant, is het hoof-
VetZ begeleidt dierenartspraktijken, dierenklinieken en hoge scholen duitgangspunt waarmee gewerkt wordt
in heel Europa. Met Johan Richard van Dongen, directeur van de binnen VetZ.”
nieuwe VetZ BV, nu ook in Nederland. Als zoon van een dierenarts
en praktijkmanager kent hij de behoeften van de Nederlandse die- Kom meer te weten over VetZ BV! Bel
renartsen uit eigen ervaring en hij weet precies waar het om draait: ons op wanneer u vragen heeft over
„Wat mij het meeste aanspreekt in VetZ is het professionele niveau onze producten of diensten of meer over
en de uiterste precisie waarmee gewerkt wordt. De hoge mate van to- geïntegreerd praktijkmanagement en ge-
ewijding van het team achter VetZ aan het bedrijf en haar producten, optimaliseerde processen wilt weten! Wij
vormt elke dag weer een inspiratiebron. verheugen ons op uw telefoontje!
Strongyloides westeri
Dunwandig, ovoïd, 30-50 µm. Bevat een
plompe, meestal U-vormig opgevouwen larve.
In ZnSO4 of sucrose met hoge dichtheid gaat
dit ei kapot, gebruik dus een flotatiemedium
(afb.32). Parascaris equorum eieren. Van de van verzadigd NaCl. Afb. 33.
onderste twee is de eiwitmantel geheel of ge-
deeltelijk verloren. (—— = 20 μm)
Parascaris equorum
Dikwandig, bolvormig, 90-100 µm. De wand
is donkerbruin en heeft een gekorreld opper-
vlak. Afb. 32. De buitenste laag van de wand
(eiwitmantel) laat gemakkelijk los, waardoor
het ei een ongekleurd, glad aanzien krijgt.
Bevat een zygote die door de dikke, bruine
wand minder goed zichtbaar is. Is de buiten-
laag geheel of gedeeltelijk verdwenen, dan is (afb.34). Oxyuris equi ei (rechtsonder) en een
de zygote goed zichtbaar. Afb. 32. Strongylus-type ei (linksboven). (—— = 20 μm)
ECTOPARASIETEN
(afb.54). Ixodes hexagonus vrouwtje (Met dank (afb.55). Dermacentor reticulatus vrouwtje
aan Ard Nijhof). (Met dank aan Ard Nijhof).
ben drie paar lange poten die alle op de voor- bruine-rode bladertekening op een enigszins
ste lichaamshelft zijn geplaatst. Afb. 52. witte achtergrond. Bij de hond is het een vec-
tor van Babesia canis. Afb. 55.
Teken
Rhipicephalus sanguineus
Ixodes ricinus Harde teek met ovaal rugschild. Ook wel de
Harde teek met ovaal rugschild. Verreweg de bruine hondenteek of kennelteek genoemd.
meest voorkomende tekensoort in Nederland. Zeldzaam in Nederland, maar kan de levens-
Ook wel de gewone of schapenteek genoemd. cyclus voltooien in (verwarmde) asiels en ken-
Is de vector van diverse pathogene organis- nels. Kan o.a. Ehrlichia canis overbrengen.
men, waaronder verschillende Borrelia soor- Afb. 56.
ten. Afb. 53.
De meest voorkomende ectoparasieten in
Ixodes hexagonus huidmateriaal van de kat
Harde teek met zeshoekig (hexagonaal) rug-
schild. Wordt in Nederland minder vaak ge- Vlooien
vonden dan I. ricinus. Bekende teek bij egels.
Afb. 54. Ctenocephalides spp.
Bij de kat wordt, net als bij de hond, meestal
Dermacentor reticulatus Ctenocephalides felis aangetroffen. Afb. 41
Harde teek, opvallend getekend met grote en 42. Ctenocephalides canis komt zeer wei-
Luizen
Felicola subrostratus
De enige kattenluis. Bijtende luis met een for-
se, gepunte driehoekige kop. Afb. 57. (afb.58). Notoedres cati.
Mijten
Notoedres sp.
Kortpotige mijt met lange zuignapstelen. Afb.
58. Lijkt op Sarcoptes, heeft echter geen drie-
hoekige stekels op de rug.
Luizen
Haematopinus asini
Anopluur of bloedluis. Afb. 60. (afb.60). Haematopinus sp.
www.myXDR2.com
Gisten
Gisten hebben bij dieren maar beperkte
pathogene betekenis. Het zijn typische op- (afb. 1). Candida sp.
portunisten; de gastheer moet gelegenheid
geven. Infecties kunnen ontstaan bij dieren huidbewoner, die zich onder gunstige om-
met een lokaal of systemisch verminderde standigheden sterk kan vermeerderen (b.v.
weerstand, of na langdurige antibioticum- bij bepaalde dermatitis-vormen) en zou dan
behandeling waardoor de normale bacteriële ook een (mede-) oorzakelijke rol kunnen spe-
flora wordt aangetast en de gist de kans krijgt len (afb.2). Voorts is M. pachydermatis de
om te koloniseren. Candida spp., voorname- verwekker van gist-otitis bij de hond. Isolatie
lijk C. albicans, zijn bij de mens belangrijk, vraagt een speciaal gistmedium zoals de zgn.
maar worden bij hond en kat slechts bij grote
uitzondering als ziekteverwekker gevonden.
Bij het paard daarentegen kunnen verschil-
lende species in uterusslijmmonsters worden
aangetroffen (afb.1). Het zijn onder normale
omstandigheden commensalen op de slijm-
vliezen van de intestinaal- en genitaaltractus.
Candida spp. groeien gemakkelijk op ver-
schillende media en zullen dus bij een bacte-
riologisch of mycologisch onderzoek tevoor-
schijn komen. Gistkolonies zijn herkenbaar
aan hun morfologie: compact of slijmerig, bol
en matwit van kleur, maar soms ook geel of
rose. Een natief preparaat (of Gram-kleuring)
maakt vervolgens het onderscheid met bac-
teriën. (afb. 2). Malassezia pachydermatis
Cryptococcus spp. met als belangrijkste
C. neoformans, komen in het milieu voor, Sabouraud-b agar, Sabouraud dextrose-agar
maar ook op de huid en mucosae. Vooral dui- of Malt-agar. De gist groeit niet altijd uit ce-
venfeces bevat soms grote aantallen van deze rumenmonsters, maar verraadt zijn aanwe-
gist. C. neoformans veroorzaakt bij hoge zigheid dan wel in het Gram-preparaat.
uitzondering nasale en/of subcutane granulo-
men (kat). Hoewel de gist gemakkelijk valt te Cyniclomyces guttulatus (syn.
kweken, wordt de diagnose meestal gesteld Saccharomycopsis guttulatus) is bekend als
aan de hand van cytologisch onderzoek. de ‘brillendoosjesgist’ die normaal in de di-
Malassezia pachydermatis is een normale gestietractus en de feces van konijnen, ha-
Dermatofytose
(afb. 4). Aspergillus fumigatus Dermatofyten zijn nauw verwante schimmels
die keratine gebruiken voor hun groei. Ze
op, zeker als centrifuge-sedimentatie-flotatie kunnen de haarfollikels en de huid tot aan het
(CSF) wordt toegepast (afb. 3) stratum corneum infiltreren. Van veterinair
belang voor hond, kat en paard zijn hoofdza-
Mycosen kelijk Microsporum en Trichophyton spp. In
In onze klimaatzone zijn Aspergillus spp. de sommige gevallen reageert de gastheer niet op
belangrijkste niet-dermatofyten. Systemische de aanwezigheid van de dermatofyt. Die pa-
infecties zijn zeldzaam. Ze worden voorname- rasiteert dan zonder laesies te veroorzaken: er
lijk als verwekker van lokale aandoeningen is sprake van dragerschap. Bij de hond en het
als b.v. rhinitis/sinusitis aangetroffen. Verder paard komt voor zover bekend geen drager-
kunnen ze als secundair organisme bij aller- schap voor. Daarentegen is het M. canis-dra-
In dit gedeelte worden de klinische en diag- Hepatitis contagiosa canis (canine adenovi-
nostische aspecten van de belangrijkste vi- rus type 1 (CAV 1)
rusziekten van hond, kat en paard op een rij HCC wordt nog maar zelden waargenomen.
gezet, met daarbij de mogelijke uitkomsten Virologisch onderzoek: Diagnostiek
van virologisch laboratoriumonderzoek. is mogelijk door isolatie van virus.
Virusuitscheiding vindt plaats in alle se- en
Hond excreta. Daarnaast is isolatie mogelijk uit
swabs van de oropharynx en rectale swabs.
Hondenziekte (canine distempervirus, CDV, Deze dienen te worden afgenomen gedu-
ziekte van Carré) rende de acute fase tijdens de koortsperiode.
Jonge, niet geënte honden ontwikkelen vaak Enkele dagen na het begin van de sympto-
het volledige ziektebeeld. De klinische waar- men wordt de kans op virusisolatie geringer.
schijnlijkheidsdiagnose wordt dan meestal Er is een PCR ontwikkeld waarmee onder-
ook aan de hand van de symptomen gesteld. scheid gemaakt kan worden tussen CAV-1
Tengevolge van het vele vaccineren ziet men en het CAV-2 dat met name betrokken is bij
tegenwoordig het acute beeld minder vaak. respiratoire infecties.
Laboratoriumdiagnostiek is altijd noodzake- Serologisch onderzoek: Met behulp van bij-
lijk om de diagnose te bevestigen. voorbeeld een serumneutralisatietest kan een
Virologisch onderzoek: Bij het levende dier titerstijging in gepaarde sera worden aange-
kan worden getracht viraal antigeen aan te toond. Het aantonen van een IgM- specifieke
tonen in uitstrijkjes van de conjunctivae. Een titer in een éénmalig monster wijst op een re-
schraapsel van de cellen van de conjunctiva cente infectie (bij dieren die niet recent zijn
zal een beter preparaat opleveren dan een gevaccineerd).
conjunctivaalswab. Het uitstrijkje dient bij
voorkeur zo snel mogelijk na afname te wor- Canine parvovirus (CPV)
den gefixeerd in aceton. In subacute of chro- Het CPV veroorzaakt een systemische infec-
nische gevallen zijn conjunctivaal-uitstrijk- tie. Infectie van lymfoïd weefsel en been-
jes vaak negatief. In het geval van een acute merg leidt tot een immuunsuppressie. De
encephalomyelitis t.g.v. een CDV-infectie is ernstige, vaak haemorhagische diarree is het
het mogelijk CDV-antigeen te detecteren in gevolg van de aantasting van de epitheelcel-
de cellen van de cerebrospinale vloeistof. In len in de crypten van Lieberkuhn in de darm.
uitstrijkjes van witte bloedcellen vindt men Virologisch onderzoek: De diagnose kan
dan een enkele geïnfecteerde monocyt m.b.v. worden gesteld door het aantonen van het
Rotavirus
Net als bij veel andere diersoorten kunnen
rotavirussen bij veulens van 5 tot 35 dagen,
met een duidelijke piek rond 14 dagen, pro-
fuse waterige diarree veroorzaken.
Virologisch onderzoek: virusisolatie is mo-
gelijk, maar de meest gangbare methode van
aantonen is de directe detectie in de feces.
Hiervoor zijn diverse testkits verkrijgbaar,
die veelal ontwikkeld zijn voor de diagnos-
tiek bij de mens. Sommige van die kits kun-
nen ook het rotavirus dat bij paarden voor-
komt, aantonen. De meest praktische testkits
zijn gebaseerd op de agglutinatie van met an-
tistoffen beladen latexbolletjes. De geschikt-
heid voor het paard dient geverifieerd te zijn.
1 Verschijnselen 2 Risicofactoren
- anorexie (87%) - leeftijd (< 2 jaar , > 8jaar)
3 Klinisch onderzoek
FIP waarschijnlijk
4 Laboratorium onderzoek
coronavirus-titer 2560*
FIP waarschijnlijk 5 Serologie
3 afwijkende resultaten
of
coronavirus-titer 160* coronavirus-titer 1:640*
3 afwijkende resultaten
4 à 5 afwijkende resultaten
* bij bepaling door VMDC
Beslisboom/algoritme tot de diagnose FIP bij katten (naar ABCD) D.M. 56e jaargang—No. 2 blz. 79
D.M. 56e jaargang - No. 2 blz. 79
7. De laboratoriumdiagnostiek van enkele spe-
cifieke infecties
door dr. D.J.Houwers lijk te isoleren en daarom wordt de diagnose
op grond van serologisch onderzoek gesteld.
Leptospirose Bij de meeste serologische testen is de speci-
Omdat het isoleren van leptospiren weken in ficiteit enigszins beperkt, dus een vals-posi-
beslag neemt en het direct aantonen m.b.v. tief resultaat is mogelijk, maar een negatief
donkerveld-microscopie weinig betrouw- resultaat sluit brucellose met redelijke zeker-
baar is, wordt meestal gebruikgemaakt van heid uit.
serologische diagnostiek. De diagnose van
de Ziekte van Weil bij de hond wordt ge- Coxiellose (Q koorts)
steld door het aantonen van IgM antistoffen Infecties met Coxiella burnetii komen bij vele
(ELISA). In de beginfase van de ziekte is al- diersoorten voor, inclusief hond, kat en waar-
leen de IgM-titer hoog, in een iets latere fase schijnlijk ook het paard. Ze verlopen voor zo-
neemt ook de IgG-titer toe. Een IgG-titer ver bekend subklinisch. Dieren zijn de bron
kan ook duiden op vaccinatie tot maximaal van infectie voor de mens waarbij de meeste
4 maanden eerder. Vaccinatie leidt weliswaar infecties symptoomloos verlopen. Klinische
ook tot een IgM-respons, maar deze is kort- gevallen van Q-koorts bij de mens zijn aan-
durend (3 à 4 weken) zodat dit op basis van gifteplichtig; het verloopt echter meestal als
de anamnese kan worden uitgesloten. een griepje en wordt derhalve niet onder-
De microscopische agglutinatietest (MAT) is kend. Er komen bij de mens ook complica-
minder geschikt voor diagnostiek in de acute ties met soms ernstige gevolgen voor. Wordt
fase omdat geen onderscheid tussen IgG- en Q-koorts gediagnosticeerd, dan wordt vaak
IgM-antistoffen wordt gemaakt en ook ge- een brononderzoek gedaan bij de dieren in
zonde honden titers kunnen hebben hetgeen de omgeving of waarmee contact is geweest.
de interpretatie kan bemoeilijken. In dit ge- Bij hond en kat betekent het voorkomen van
val kan meer zekerheid worden verkregen antistoffen dat ze waarschijnlijk persisterend
door gepaarde sera te onderzoeken. Voorts zijn besmet en dus mogelijk de bron van in-
bestaat het theoretische risico dat de oorzake- fectie voor de mens waren, of kunnen zijn.
lijke serovar niet in het test-panel zit, hetgeen Vruchtwater van hond en kat (paard: onbe-
dan een vals-negatief resultaat geeft. kend) van overigens gezonde vruchten kan
Bij het paard komt klinische leptospirose hoge concentraties van het agens bevatten;
sporadisch voor en dan voornamelijk in ver- in verdroogde verstofte vorm is dit de be-
band met abortus of vroeggeboorte. langrijkste infectiebron voor de mens (per
Ook bij de kat kunnen leptospiren-infecties inhalatie). De bacterie vermeerdert zich in-
voorkomen, maar die zijn tot nu toe niet in tracellulair; soms zijn immunohistochemisch
verband gebracht met ziekteverschijnselen. insluitlichaampjes aan te tonen.
Het aantonen van leptospiren-DNA m.b.v. Coxiellae zijn ook met m.b.v. een PCR aan
PCR in bijvoorbeeld urine is technisch mo- te tonen; een positief resultaat geeft aan dat
gelijk, maar ook hier geldt dat gezonde die- het dier bron van Q-koorts bij de mens kan
ren uitscheider kunnen zijn. Dit betekent dat zijn.
alleen een negatief resultaat diagnostische
betekenis heeft: waarschijnlijk geen lepto- Mycobacteriose
spirose. Met name bij katten komen sporadisch granu-
lomateuze huidaandoeningen voor die door
Brucellose infecties met verschillende Mycobacteriën
Brucella canis komt zeer zelden voor in kunnen worden geïnduceerd.
Nederland en Vlaanderen; het betreft dan In zo’n geval is histologisch onderzoek van
veelal importdieren. De bacteriën zijn moei- een biopt zinvol –eventueel herhaald-, zeker