You are on page 1of 11

C1-2.

Informatie en data

1. Informatie

INLEIDING

Informatica gaat over informatie

Informatica is een wetenschap

Onderzoek naar het

Verzamelen, verwerken, opslaan en verspreiden van informatie.

Daarbij staat de computer als hulpmiddel centraal.

Informatica gaat ook over ICT

Informatie- en communicatietechnologie

Onder ICT valt

Hardware, software en de techniek en toepassingen voor datacommunicatie

Internationale term is IT

Information technology

Eisen aan informatie

Wat is een goed ICT-product

Eisen aan informatie als hulpmiddel

EIS controlevraag

Volledigheid ontbreekt er iets?

Relevantie is de informatie afgestemd op het te bereiken doel?

Betrouwbaarheid is de informatie correct en afkomstig van een goede bron?

Overzichtelijkheid is de informatie goed gestructureerd?

Beschikbaarheid is de informatie op het juiste moment beschikbaar?

Doelgerichtheid is de informatie gericht op de gebruiker (de doelgroep)?

Informatie in waardevol

Je mag niet zomaar alle informatie verzamelen en verspreiden

Dat ligt vast in de wet


Voor persoonsgegevens is er de wet AVG

Algemene verordering gegevensbescherming

Volgens de AVG mag je alleen persoonsgegevens verzamelen als

Dat echt nodig is en de doelen van die informatie duidelijk en geldig zijn

INFORMATIESYSTEMEN

Een app voor het OV bestaat o.a.:

De dienstregeling

Realtime-informatie

Database met adresinformatie

Een algoritme voor de reisplanner

Deze onderdelen vormen samen een informatiesystemen

Een systeem is een samenhangend geheel van onderdelen die een gemeenschappelijk doel dienen

INFORMATIESYSTEMEN IN BEDRIJVEN

ERP-syteem

Enterprise resource planning

Informatie over bedrijfsactiviteiten, planning en optimaliseren

CRM-systeem

Customer relationship management

Informatie over klanten en verkoop

HRM-systeem

Human resource management

Personeelsinformatie
Eisen aan informatiesysteem

Eis Controlevraag

Doelgerichtheid is het een hulpmiddel om de informatiedoelen te halen?

Continuïteit hoe groot is het risico dat het uitvalt?

Efficiëntie is er een goede verhouding tussen het kosten en de kwaliteit?

Toegankelijkheid is het goed toegankelijk voor de mensen die daarvoor de rechten


hebben? Kunnen gebruikers met een beperking ook met een systeem
overweg?

Veiligheid voldoet het aan de wet AVG? Is het goed afgeschermd tegen mensen
die geen recht hebben om er gebruik van te maken?

2. DATAVERWERKING

INLEIDING

Voor informatie zijn gegevens of data nodig

Die gegevens zijn de invoer van een informatiesysteem

Data informatie

Invoerverwerkinguitvoer

GRONDSTOF VOOR INFORMATIE

Data zijn kale feiten of gebeurtenissen

Data is meestal opgeslagen in een database

Data moet altijd geïnterpreteerd worden

DATABRONNEN

Mensen

Activiteiten van gebruikers

Sensoren

Geautomatiseerde systemen

Metadata
Activiteiten van systemen

Loggen

METADATA

Metadata is data over data

Of: het beschrijft data

LOGGEN

Bijhouden wat systemen doen

Foutdetectie

Systeemverbetering

DATAFORMAAT

Data heeft altijd een bepaald formaat

Bijvoorbeeld

Een afbeelding in het png-formaat

Een webpagina in html-formaat

Meetgegevens in json-formaat

DATAVERWERKING

Verzamelen, analyseren, controleren, bewaren, ordenen, wijzigen, zoeken, verspreiden, afschermen


en verwijderen

3. GESTRUCUTREERDE DATA

INLEIDING

Data kan het beste op een gestructureerde manier worden opgeslagen

Dat gebeurt meestal in bestanden of in een database

DATABASEMANAGENTSYSTEEM
Een DBMS is software die databases beheert

Opzetten, raadplegen, onderhouden en bewaken

Meerdere gebruikers kunnen tegelijk een DBMS gebruiken

Veelgebruikte DBMSen:

MySQL

Microsoft SQL server

Oracle Database

Voorbeeld ‘Lyceum De Meer’

Relationele database is een database waarin de tabellen onderling een relatie hebben

SLEUTEL

Tabellen zijn verbonden met een sleutel


een veld dat een meerdere tabellen voorkomt

In dit voorbeeld zijn er twee sleutels: de velden met de naam ID

VRAAGTAAL

Met een vraagtaal kun je data uit een database

Opvragen, toevoegen, wijzigen en verwijderen

De bekendste vraagtaal is SQL

Structured Query Language

WEBSERVICE

Apps en websites halen hun data niet rechtstreeks uit een DBMS

Ze vragen data op aan een webservice

Een dataverzoek heet request

WEBSERVICE(2)

Een webservice maakt data-uitwisseling eenvoudiger

Werkt meestal via http(s)


Een webservice is een extra beveiligingslaag

Bekende soorten webservices

REST API

SOAP API

RSS

Een webservice stuurt gestructureerde data terug

ISON

XML

VOORBEELD WEBSERVICE BUIENRADAR

4. BIG DATA

INLEIDING

Big data wordt gebruikt bij veel toepassingen:

Gepersonaliseerde reclame

Voorspellen van menselijk gedrag


WAT IS BIG DATA

Het is niet hetzelfde als veel data

Er zijn vier kenmerken voor big data

Deze gelden altijd in meer of minder mate

KENMERKEN VAN BIG DATA

1. Grote hoeveelheid: teveel voor in een traditionele database


2. Veel verscheidenheid: veel verschillende databronnen en formaten. Slechts gedeeltelijk
gestructureerd
3. Snelle toegang
4. Complexe data-analyse: specialistische analysesoftware, data-analisten

TOEPASSINGEN VAN BIG DATA

Beschrijven

Adviseren

Voorspellen

OPLOSSINGEN EN UITDAGINGEN

Big data is verdeeld over meerdere systemen:

Gedistribueerde systemen

Big data is soms:

Incompleet

Overcompleet

Tegenstrijdig

Daarom is goede data-analyse belangrijk

OPLOSSINGEN EN UITDAGINGEN(2)

Big data kan in de maatschappij:

Zeer veel nuttige informatie opleveren

De eigenaar veel macht opleveren

Makkelijk privacyproblemen opleveren


DATA-ANALYSE

Datamining:

Nuttige data filtreren

Verbanden tussen data zoeken

Voorbeeld van een verband:

De leefstijl van mensen en de kans op een bepaalde ziekte

Problemen bij data-analyse:

Data moet representatief zijn

Verbanden kunnen toevallig zijn

STANDAARPRESENTATIE

ASCII

Ascii-codes worden gebruikte voor:

Cijfers 0 t/m 9

Letters a t/m z

Hoofdletters A t/m Z

Overige tekens zoals +-)

8 bits codering:

256 verschillende tekens

Unicode

Ascii te beperkt

Unicode bestaat uit 4 bytes

Voor alle geschreven talen ,wiskundige symbolen, valutatekens en meer

KLEURMODELLEN

Inleiding

RGB-model

CMY-model

Vergelijking van kleurmodellen


RGB-MODEL

Scherm bestaat uit pixels

Pixel bestaat uit rode, groene en blauwe ‘lampjes’

Door kleuren te mengen krijg je andere kleuren

RGB-model is gebaseerd op een zwarte achtergrond

CMY-MODEL

Voor afdrukken van digitale bestanden

CMY-model is gebaseerd op een witte achtergrond

BEELD EN GELUID

Bitmapafbeeldiingen

Afbeeldingen die bestaan uit pixels met een bepaalde kleur

Bij inzoomen worden losse pixels zichtbaar

Vectoren

Digitaal opgebouwde afbeeldingen

Geen pixels maar vormen met eigenschappen

Blijft altijd scherp

Geluidsfragmenten

Geluid bestaat uit trillingen in de lucht

Net een microfoon omzetten naar een elektrisch signaal

Hoe meer samples, hoe nauwkeuriger het resultaat

Sample rate

Muziek: 44.100 Hz (dus 44100 keer per seconde een meting)

DATACOMPRESSIE

Compressie bij afbeeldingen

Kleine verschillen tussen pixels voor het menselijk oof niet waarneembaar:

Vervangen door indentieke kleuren = minder opslag


Lossy compression)

Efficiëntere opslag van de pixels:

Lossless compression)

Compressie bij geluidsfragmenten

Hoge en lage tonen weglaten bij veel ander geluid op zelfde moment

Bitrate aanpassen:

44100 Hz met 32 bits = 1411,2 Kbps

Terugbrengen tot 256 kbps is nauwelijks waarneembaar verschil)

MP3 heeft een bitrate van 128 kbps: een factor 11 kleiner dan het origineel

Bytes, kB, MB en meer

In ICT wijkt de waarde van voorvoegsels kilo enz af van de natuurwetenschappen

1 kilometer=1000 meter

1 kilobyte = 1024 bytes

Binair machten van 2

2^10 = 1024~1000

Lossy compression

Compressie door informatie te verwijderen

Lossless compression

Compressie door informatie efficiënter op te slaan

You might also like