Oudheid

Terug in de oudheid leefden er in Italië verschillende volkeren met elk een eigen cultuur zoals de
Etrusken en de Kelten. Vanaf 800 v.Chr namen de Grieken Zuid-Italië in waarbij ze veel koloniën
hadden langs de Middellandse Zee die samen de Magna Graecia heetten. Daarnaast leefden in Rome
het Romeinse volk die in het begin alleen over Rome heersten, maar daarna de Grieken en Etrusken
versloegen. Nadat ze de macht in Italië hadden, bleef het Romeinse Rijk groeien. Het rijk was eerst
een koninkrijk en daarna een republiek. Later was er sprake van een dictator en een keizerrijk waarbij
de rust onder de alleenheersers ook wel de ‘Pax Romana’ werd genoemd. Inmiddels was het
Romeinse Rijk te groot om te verdedigen en te besturen dat het in tweeën werd gesplitst. Keizer
Constantijn de Grote verliet Rome en verhuisde naar Constantinopel (Istanboel) wat de aanleiding
was voor de val van het West-Romeinde Rijk. Het Oost-Romeinse Rijk bleef nog een aantal eeuwen
voortbestaan onder de naam; het Byzantijnse Rijk, maar nar jaren corruptie en burgeroorlogen is het
Romeinse Rijk in 476 definitief ter einde gegaan.

middeleeuwen

Na het Romeinse Rijk had Italië veel overheersers. In Midden-Italië ontstond de Pauselijke Staat en in
Noord-Italië kwamen de Franken onder Karel de Grote. De welvaart nam daar toe door grote
handelssteden zoals Venetië en Genua. Na de middeleeuwen brak de renaissance uit die zich later
over heel Europa verspreidde. Deze gouden eeuw eindigde in de 16e eeuw.

Het moderne Italië

Italië bestond tot 1861 uit allerlei landjes die dezelfde taal, geschiedenis en cultuur hadden.
Uiteindelijk werden al deze landjes verenigd tot één land; het koninkrijk Italië.

Na de 1e WO kwam Benito Mussolini aan de macht. Hij maakte van Italië een fascistische staat en
werd bondgenoten met Nazi-Duitsland. Na de 2 e WO schafte Italië de monarchie af. Sinds 1946 is
Italië een republiek.