Professional Documents
Culture Documents
Rasulo: berekenen van de verwachte gezonde levensverwachting ven mensen dmv de mate van
sociale deprivatie (ontbreken aan) met de deprivatiescore volgens Carstair-index. Bepalen van:
Overbewoning van huishouden
Werkloosheid van de man
Lage sociale klasse
Autobezit
Daarna berekenen verwachte levensduur
Uitkomst: verband tussen deprivatiescore en verwachte gezonde levensverwachting. Verschil tussen
minst en meest gedepriveerde gebieden is 13,2 jaar.
1
- Meer mensen met een lagere sociaaleconomische klasse last van hart- en vaatziekten.
- Lagere SES: vaker bloot staan aan gevaarlijke omgeving, vaker ongelukken, vaker slechtere
huisvesting, vochtproblemen, luchtvervuiling
- Lagere SES ook vaak sociaal of psychologische factoren die rol spelen: slechtere veiligheid,
verdere afstand naar sporten.
- Overmatige blootstelling aan een ongezonde omgeving kan interactie geven met slecht
gezondheidsgedrag en een slechte gezondheidstoestand -> er ontstaat een cumulatief
gezondheidsrisico.
- Overbewoning: meer stress, meer kans op hart-en vaatziekten. Huurders vaak meer stress
dan kopers. Oorzaken: mogelijk meer vocht in de woning, woningen verder verwijderd van
sociale voorzieningen, huurders verdienen vaker minder dan kopers.
Stress:
- Jeugd: instabiliteit van gezin, overbewoning, slechte voeding, beperkte opleidingskansen
- Puberteit: conflicten in gezin, actief of passief roken, schoolverlaten, werkloosheid of
onzekerheid met werk.
- Volwassenheid: werken in gevaarlijke stoffen, financiële onzekerheid, periode van
werkloosheid, negatieve sociale interacties
- Latere leeftijd: geen of klein pensioen, onvoldoende verwarming, voeding
Wilkinson: stress: hoe meer inkomensgelijkheid hoe meer ongezondheid, hoe minder
inkomensgelijkheid hoe minder ongezondheid.
Vorm van hiërarchische gezondheidshypothese: het bewustzijn van je positie de hiërarchie is van
invloed op je gezondheid. Het realiseren dat je lager in de SES zit kan op zich als stressvol zijn.
Grotere ongelijkheid in welvaart binnen een maatschappij gaat gepaard met een geringe mate van
sociale cohesie (samenhang) en sociaal kapitaal. -> de middelen die in een gemeenschap aanwezig
zijn om de sociale organisatie vorm te geven (gemeenschapsactiviteiten, sociale steun, solidariteit en
participatie).
Gering sociaal kapitaal: wantrouwen op individueel niveau en hoge misdaadcijfers op sociaal niveau.
Hierdoor met name vrouwen een onveilig gevoel (vaker alleen), slechtere financiële situatie
(alleenstaand, werkloos), onvoldoende controle over hun leven.
Sociale ondersteuning beschikbaar voor individu: hogere sociale groepen vaak meer sociale
ondersteuning. Dus minder stress.
2
Covariantie: parameter waarbij statistiek en kansberekening aangeeft in welke mate ze
samenhangen (weer bij elkaar komen)
Werk en stress: sommige banen zouden ook een deel van de hogere mortaliteit kunnen verklaren,
soort baan, langere werktijden, weinig sociale steun. Vaker drinken, roken.
Werkstressmodel (Karesek en Theorell):
- Eisen van het werk
- Vrijheid om beslissingen te nemen over de vervulling van deze eisen (werkautonomie)
- Beschikbaarheid van sociale ondersteuning
Werkstress: Hoge eisen vergezeld met weinig autonomie -> risico op ziekte (vaker aandoeningen aan
de kransslagaders). Vaak ongeschoolde en lager in de hiërarchie meer werkstress. Vaker hogere
bloeddruk op het werk.
Verstoord evenwicht tussen perceptie van inspanning en beloning. Hoge inspanning en beloning is
acceptabel. Hoge inspanning, weinig beloning: veel meer gezondheidsklachten. Vaak slechtere
immuunfunctie.
Inspannings-beloningsmodel.
Werkloosheid:
Impact onvrijwillige werkloosheid grootst bij diegenen met weinig financiële reserves. Meer
hartaandoeningen en beroertes. Zelfs dreiging werkloosheid kan de gezondheid beïnvloeden.
Minderheidsstatus en gezondheid
Etnische minderheden: bestaat uit verschillende aspecten: taal, religie, ras, migratie, cultuur,
voorouders, vormen van identiteit. -> aspecten kunnen afzonderlijk of gecombineerd een verschil in
gezondheid maken.
Vaker hypertensie en herseninfarcten bij Afro-Caribische achtergrond. Aziatische achtergrond vaker
diabetes. Longkanker minder bij Caribische of West-Afrikaanse achtergrond.
Oorzaak: mogelijk vaker lagere SES bij etnische minderheidsachtergrond. Vaker ook meer
werkloosheid. Maar let ook op mogelijkheid van meer ziektes en daardoor bv werkloos.
Studie: meer kans op hart en vaatziekten onder Afro-Amerikaanse en Hispanic mannen sterk
gerelateerd aan SES. Invloed etniciteit van belang, maar in mindere mate.
Gezond gedrag kan ook per bevolkingsgroep verschillen, bv bepaald soort voedsel en dus meer/
minder kans op hart en vaatziekten, wel/ geen alcohol.
Mogelijk meer stress bij mensen in etnische minderheidsgroepen door bv discriminatie, eisen om de
eigen cultuur te behouden/ te veranderen. Mogelijk vaker hoge bloeddruk.
3
Etnische minderheden: vaker minder deelname aan screenings- en vaccinatiecampagnes. Er zou ook
minder goede beoordeling zijn van de ernst van ziektes. Vaak spelen ook het spreken van een
andere taal en het niet kennen van de gewoontes van een land mee.
Etnische minderheidsgroepen:
- Verschil in SES
- Verschil in gezond gedrag
- Verschil in toegang gezondheidszorg.
Verschillen in geslacht en gezondheid: meer mannen overlijden aan longkanker door roken (in
verleden). Mannen raadplegen minder vaak een arts, minder vaak acute ziektes. Vrouwen vaker
lichamelijke symptomen en langdurige ziektes. -> vaker in industriële landen -> vrouwen vaker
vroeger overlijden (ook door zwangerschap/ bevalling).
Biologische verschillen tussen mannen en vrouwen: vrouwen vaak een grotere bescherming tegen
ziektes. Hoger testosterongehalte lijkt een beschermende functie te hebben t.a.v. hart- en
vaatziekten. Mogelijk reageert de concentratie stresshormonen bij een man wel heftiger.
Biologische verschillen meer gebaseerd op omgevingsfactoren dan aangeboren. De soorten stress
lijken een bepalende factor te zijn.
Verschillen in gedrag: het lijkt erop dat vrouwen over het algemeen minder alcohol gebruiken en
minder roken. Percentage overgewicht is bij volwassen mannen ook hoger. Gehele mannelijke
bevolking vs vrouwelijke bevolking ligt nagenoeg gelijk.
Mannen eten over het algemeen wel meer vlees, vrouwen meer groente en fruit. Wel meer
beweging onder de mannen. Zoeken wel minder vaak medische hulp. Zou mogelijk te maken hebben
met gevoel van zwakte.