You are on page 1of 2

Samenvatting

De vraag naar de daadwerkelijke inhoud van managementtaken motiveert vele onderzoekers om de


bezigheden van managers scherper onder de loep te nemen. Wat beweegt managers en waarom nemen
zij bepaalde beslissingen? Hoewel dit slechts een van de vele thema’s is binnen de
managementwetenschappen, is het wel een intrigerend en belangrijk onderwerp binnen dit
wetenschappelijke domein. Dit mede door de onmisbaarheid van management in publieke en private
organisaties.

In dit onderzoek wordt stilgestaan bij diverse methoden die er bestaan om het gedrag en de
tijdsbesteding van managers te bestuderen. Hierbij krijgt het maatgevende onderzoek van Mintzberg
[4] naar de tijdsbesteding van managers een centrale plek.

Daarnaast zal er regelmatig worden gerefereerd aan andere grensverleggende onderzoeken naar het
gedrag en de tijdbesteding van managers. Hierbij is vooral gekeken naar de additionele waarde van
deze studies ten opzichte van onderzoeksresultaten van Mintzberg. Akkoord, welke bronnen
(internet/boeken/tijdschriften zou je hier graag willen noemen?

(ik vindt het raar, kunnen we hier niet specifieker zijn)Ik heb hier alleen de inhoud van jouw paragraaf
licht gewijzigd. Maar wij kunnen hier idd specifiek namen noemen: bijv. (Saunders, Lewis, Thornhill
2003) die de verschillende vormen van participant observation nader toelichten of Noordegraaf
(1998) en Martinko en Gardner (1985) die kritiek leverde op Mintzberg dat zijn onderzoek geen
rekening hield met de relatie tussen het gedrag van managers en hun effectiviteit(Noordegraaf) En dat
de rollen in het onderzoek van Mintzberg (1973) te mechanistisch, te simpel en met te weinig
aandacht voor theorie en cognitieve processen tot stand waren gekomen.(Martinko en Gardner) .
Tevens worden diverse bronnen gebruikt met dit stuk bedoel ik internet/boeken/tijdschriften. Jij zet de
andere bronnen in een ander licht, waardoor het raar klinkt.

Dit literatuuronderzoek is uitgevoerd door op internet en in universitaire bibliotheken verschillende


bronnen te raadplegen en hierin een keuze te maken van geschikt materiaal. Tevens is er gebruik
gemaakt van de aanbevolen bronnen uit de cursus AV1. Gezien een beperkte periode voor dit
onderzoek is hierbij alleen een beperkt aantal boeken, artikelen en onderzoeken geraadpleegd

In de gebruikte literatuur worden diverse onderzoeksmethoden beschreven, te weten: observatie,


dagboek methode, enquête, interview, bronnenonderzoek, kritische incidenten en voorvallenreeks
methode (Noordegraaf, 2000 [2]). Ondanks het feit dat er diverse onderzoeksmethoden zijn, wordt er
voorkeur gegeven aan observatie als meest geschikte methode bij het onderzoek naar het gedrag en de
tijdsbesteding van managers. Er is een breed scala aan varianten voor observatie als
onderzoeksmethode. De meest bekende zijn: gestructureerde, semigestructureerde en
ongestructureerde observatie [2].

Bij observatie bestaat de mogelijkheid voor de onderzoeker om bij zijn onderzoek ook zelf te
participeren in de activiteiten van de subjecten die worden onderzocht Indien er sprake is van
deelname van de onderzoeker wordt dit ‘participant observation’ genoemd. Binnen participant
observation bestaan de varianten complete participant, complete observator, observator als
participant en participant als observator [2], [3].

Diverse onderzoekers op dit vakgebied brengen onder de aandacht dat er kanttekeningen verbonden
zijn aan de observatie als onderzoeksmethode, te weten: steekproefgrootte, participatie,
observeerbaarheid, sensitiviteit, observatorinvloed, categorisering en conceptualisering van de
resultaten.
Het door Mintzberg (1973) uitgevoerde onderzoek naar het gedrag en tijdsbesteding heeft veel invloed
gehad op de vervolgonderzoeken en ontwikkelingen binnen de managementwetenschappen. De
uitspraken en generaliseerbaarheid aan de hand van Mintzberg’s onderzoeksresultaat waren zeer
gedurfd, maar verschillende replica’s van zijn onderzoek hebben kunnen aantonen dat de meeste
beweringen en de generaliseerbaarheid heden ten dage nog steeds geldig zijn. Mooi zo! Hier moeten
wij nog wel aanvullen op welke vlakken er verschillen zijn ontstaan t.o.v. Mintzbergs onderzoek.
(maar dat kunnen we pas als we hfst 3 afhebben)

You might also like