Proefles groep 3-4 - De Schoolschrijver

Vooraf
Deze proefles is les 1 van De Schoolschrijver-maand Zin in verzinnen voor groep 3/4.

Tijdens dit lesprogramma van zes digibordlessen van 30 minuten laten kinderboekenschrijver
Maranke Rinck en illustrator Martijn van der Linden zien hoe je samen verhalen verzint,
personages tekent en alles opschrijft. Met aansprekende schrijf- en tekenopdrachten gaan de
leerlingen daarna zelf figuurtjes bedenken, tekenen en hun avonturen opschrijven. Het
eindresultaat is een zelfgemaakt boekje, met hierin hun zelfbedachte verhaal.

Lievelingsletter
Schrijvers en illustratoren van kinderboeken verzinnen de hele dag verhalen. Wat een leuke
beroepen! Maar hoe komt een verhaal uit het hoofd van de schrijver op papier? En hoe laat een
illustrator zien hoe een verhaal eruit ziet? Hiervoor gebruiken schrijvers letters en woorden en
illustratoren tekeningen.

Doel van de les

Tijdens deze les leren de leerlingen dat ze overal letters kunnen vinden. Ze ontdekken dat
letters een bepaalde vorm hebben (en dat je ze daaraan kunt herkennen). Ook ontdekken
ze dat je met letters kunt tekenen en dat ze je kunnen helpen om een verhaal te verzinnen.

Introductie (1 min.)
Vertel de leerlingen dat ze de proefles van De Schoolschrijver-maand Zin in verzinnen gaan
doen.

Opdracht: Lievelingsletter (5 min.)

Als je het boek Alfabet van Charlotte Dematons in de klas hebt, bekijk het dan samen met de
klas. Als je het boek niet hebt, kun je de website https://alfabetboek.nl/ samen bekijken. Klik
bijvoorbeeld op de A en vraag de leerlingen wat ze allemaal in beeld zien met een A.  
Hebben de leerlingen een lievelingsletter? Of een letter die ze er gewoon  leuk of grappig
uit vinden zien? Welke? Noteer een aantal lievelingsletters op het whiteboard en vertel ook
wat jouw lievelingsletter is. Laat alle leerlingen een ‘lievelingsletter’ kiezen (bijvoorbeeld de
eerste letter van hun naam).
Vertel dat jullie nu een video gaan kijken van Schoolschrijvers Maranke Rinck en Martijn van
der Linden en dat zij daarin ook gaan verklappen wat hun lievelingsletter is.

Video op digibord (3 min.)

Open de video van Schoolschrijvers Maranke Rinck en Martijn van der Linden.

Vragen video beantwoorden (3 min.)

Na de video stellen Maranke en Martijn de leerlingen een aantal vragen via het digibord. Stel
de vragen hardop in de klas en typ de antwoorden in.

1
Opdracht: Letters tot leven (15 min.)

Benodigdheden: digibord, A4-papier en potloden

Doel: - de leerlingen leren dat je met letters kunt tekenen.
- de leerlingen leren dat een tekening een begin kan zijn van een verhaaltje.

Martijn vertelde in de video dat de letter S zijn lievelingsletter is, omdat de S leuk is om te
tekenen en op een slangetje lijkt. Van twee S-en kan hij bijvoorbeeld twee slangen maken
die met elkaar praten over hun lievelingseten. 
De leerlingen hebben in het begin van de les een lievelingsletter gekozen. Van deze letter
gaan de leerlingen een tekening maken.
Laat op het digibord het alfabet in hoofdletters zien, zodat de leerlingen hun lievelingsletter
goed kunnen natekenen.
Help de leerlingen bij het maken van de tekening op weg met tips: denk aan een giraf of een
draak van de F, een poppetje van de O of de D en van de G of de H een zelfverzonnen
monster. Alles mag!
Vertel de leerlingen na een paar minuten tekenen dat ze nu een klein verhaaltje bij de
tekening mogen verzinnen. Dit mag in hun hoofd of op papier door er dingen bij te tekenen
of schrijven. 
Vraag na ongeveer 10 minuten of iedereen z’n tekening omhoog wil houden. Vraag een
aantal leerlingen wat ze hebben getekend en wat het verhaaltje is.
Hang de tekeningen op in de klas, zodat iedereen ze kan bekijken.

Klassikaal bespreken (3 min.)

Geef een korte samenvatting van wat de leerlingen tijdens deze les hebben gedaan: ze
hebben hun lievelingsletter gebruikt om een tekening te maken met een klein verhaaltje
erin. 
Vraag de leerlingen hoe ze het vonden om dat te doen. Was het moeilijk of juist makkelijk?
Vonden ze het leuk?
De leerlingen hebben vandaag een proefles gevolgd uit De Schoolschrijver-maand Zin in
verzinnen. In de lessen hierna tekenen en schrijven de leerlingen zelf een kort verhaaltje.
Daarvoor bedenken zij een grappig figuurtje en brengen hem tot leven door te tekenen. Het
eindresultaat: iedere leerling heeft een eigen boekje gemaakt.

Wil je meer weten over Zin in verzinnen of een van de andere maandprogramma's? Ga
naar www.deschoolschrijver.nl/maandprogrammas voor alle informatie.