You are on page 1of 7

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Niels van den Munckhof
Mentor
Helge Schepens
Klas
PEH15VB
Datum
18-03-16
Stageschool Eerschot
Groep
7
Plaats
Sint-Oedenrode
Aantal lln 25
Vak- vormingsgebied: Spelling
Speelwerkthema/ onderwerp: Woorden die eindigen met een d- die als een t klinken
Persoonlijk leerdoel: Ik kan over 5 weken een les zo afsluiten dat het voor iedereen duidelijk is wat er gebeurt
Ik kan over 3 weken een les aantrekkelijk starten
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen: Ik evalueer door middel van het dictee samen na te kijken en
Productdoel:
vragen te stellen over de categorie:
- De kinderen kunnen woorden met eind-d of midden-d die klinkt als t
Wat doe je als je een woord hebt die eindigt op een t klank?
correct schrijven
Hoe weet je of je het met een d of t schrijft?
- De kinderen frissen de worden met th die klinkt als t op.
Noem een voorbeeld van woord die begint met thProcesdoel:
Daarna ga ik het proces evalueren. Door middel van te vragen of kinderen die vinden dat
- De kinderen oefen met het luisteren naar een uitleg.
ze goed geluisterd hebben, tijdens de les hun vinger op te steken.
Kerndoel 11:
De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in
een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat
gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen:
- regels voor het spellen van werkwoorden;
- regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden;
- regels voor het gebruik van leestekens

Beginsituatie: Voorkennis en kunde: De kinderen hebben in groep 4/5 al vaker woorden die klinken als maar eindigen op -d gehad, maar nu zijn de woorden alleen
langer. Dus ik verwacht dat ze niet heel veel moeite ermee zullen hebben, aangezien ze het al kennen.
Betrokkenheid: Ik verwacht dat de kinderen zullen luisteren naar de uitleg en vragen zullen stellen als ze het niet snappen. Daarna verwacht ik dat ze betrokken zijn bij
de les.
Actualiteit: Dit is een onderwerp waar ze het in groep 5 voor het laatst over gehad hebben, dus het is niet een actueel onderwerp.
Didactische instrumentarium: ik werk met de standaardmethode op het digibord, dit kennen de leerlingen aangezien dit bijna altijd gebruikt wordt. Verder hebben ze
deze methode voor het eerst dit jaar, dus kennen ze de methode nog niet heel goed. Voor de kinderen is het wel duidelijk dat bij de eerste les in de week, ze alleen
maar een dictee hoeven te maken en de rest van de les instructie is.
Groep: De groep is normaal erg rustig tijdens spellingslessen, daarnaast weten ze goed wat de bedoeling is tijdens deze dicteelessen. Daarnaast stellen ze vragen
wanneer ze iets niet begrijpen. Ze krijgen bij deze lessen standaard een klein blaadje met de regels bij de categorie en krijgen na de les de moeite om deze uit te
werken.

Lesverloop
Tijd
+/- 5 min

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Introductie
Ik vraag aan de kinderen of ze weten wat voor
huisdier ik heb en als ze dan weten dat ik een
hond heb als huisdier, vraag ik aan ze hoe je
het woord hond schrijft. Als het goed is kan
iedereen dit vertellen.
Hierna vraag ik aan ze hoe ze weten dat je
hond met een d schrijf en niet met een t, want je
hoort wel een t. Als ze dit dan niet kunnen
vertellen, dan vertel ik ze dat je hierachter kan
komen door middel van het langer maken van
woorden, dus honden ervan maken.

Leeractiviteit
Materialen / Organisatie
leergedrag leerling(en)
De kinderen activeren hun voorkennis over woorden die
eindigen met een -d met een t klank. Verder denken ze na
over hoe ze weten dat je hond met een -d schrijft en ze leren
iets meer over mij.

+/- 3 min

Start

Ik laat lan.kaar. op het bord zien en dan vraag ik De kinderen denken na over welk woord het kan zijn.
Digibord
welke letter kunnen er staan op de stippen om
Daarnaast zijn ze bezig met opletten wat ik aan het vertellen
er een woord van te maken? Als ze het moeilijk ben. Zodat het voor ze duidelijk is wat we gaan doen
vinden geef ik ze als tip mee dat ze hetzelfde
klinken maar dat je ze anders schrijft. Als we
hiermee klaar zijn zeg ik dat we vandaag de
woorden leren die je schrijft met een -d maar
die klinkt als een -t

+/- 8 min

Instructie

Ik laat de woorden hond en kameraad zien op


het bord en zeg de woorden hard op. Daarna
vraag ik aan de kinderen wat de moeilijkheden
zijn bij deze woorden.
Daarna vertel ik dat aan het eind van het woord
kameraad hoor ik t. Als ik t aan het eind van een
woord hoor, weet ik niet of ik t of d moet
schrijven. Deze woorden moet je langer maken:
n kameraad-twee kameraden. Als ik het
woord maak, hoor ik d: kameraden. Ik schrijf
dan ook d.
Hierna licht ik toe dat je woorden of woorddelen
zo veel mogelijk op deze manier schrijf, dus:
hond, honden, speurhond, hondenpoep.
Allemaal met d.
Daarna laat ik een van de kinderen dit moet je
weten voorlezen. Daarna vertel ik dat hier dus
staat wat ik net vertelde. Dus dat als een woord
eindigt op een t-klank, dat als je het woord dan
langer maakt, dat je dan weet of je het met een
d of t moet schrijven.
Daarna begin ik over woorden die beginnen met
th- en klinken als t. Ik vraag de kinderen of ze
hier voorbeelden van weten. En of ze deze
woorden op het bord komen schrijven.

De kinderen doen actief mee met de instructie, als ik vragen


stel proberen ze die zo goed mogelijk te beantwoorden.
Verder proberen ze ook verbanden te leggen tussen
woorden, zoals hond en kameraad. Ze frissen de manier
van het woord langer maken, om de eindletter te vinden op.

Digibord
Oefenschrift
Spellingboek
Potlood

Oefendicte
e

Dictee

+/- 5 min

+/- 15 min

Ik laat de kinderen de woorden Griekenland,


verbaasd, wereldoorlog en thee in het
oefenschriftje opschrijven. Ik zeg eerst al 4 de
woorden, daarna laat ik de kinderen een voor
een de woorden in klankgroepen hakken en
vertellen wat de moeilijkheden zijn.

De kinderen maken het oefendictee en doen actief mee in


de les, verder zijn ze ook bezig met het opfrissen van de
woorden met th- waarbij je de t- hoort. Ze oefenen ook
alvast met de woorden die eindigen op een -d maar klinken
als -t.

En vertel ik erbij: als je het lastig vindt om het


woord langer te maken, helpt het als je er een
woord achter zet: verbaasde jongen.
Ik vertel eerst het verhaal van het dictee,
De kinderen zijn bezig met het maken van het dictee, hierbij
daarna ga ik rustig de zinnen voorlezen en
denken ze goed na over het langer maken van het woord
vertel ik de woorden die ze moeten opschrijven. om te kijken op welk letter hij eindigt. Ze controleren goed of
ze de woorden volgen hunzelf goed geschreven hebben. Bij
Als ze aan het schrijven zijn benadruk ik dat ze het nakijken, kijken ze nauwkeurig na of ze alle woorden
goed moeten kijken naar hoe ze het geschreven goed hebben geschreven en daarnaast zijn ze ook bezig
hebben. Ik benadruk bij de woorden die
met het hakken van de woorden in klankgroepen en de
eindigen met een -t klank dat ze het woord
moeilijkheden onderstrepen.
moeten langer maken.
Na het dictee laat ik de woorden op het bord
zien en vraag ik bij elk woord aan een kind of ze
het woord in klankgroepen kunnen hakken en
kunnen vertellen wat de moeilijkheden zijn bij dit
woord.

Digibord
Oefenschrift
Spellingboek
Potlood

Digibord
Oefenschrift
Spellingboek
Potlood

Afsluiting

+/- 1 min

Ik schrijf 3 woorden die eindigen met een -t


klank op het bord, alleen dan zonder laatste
letter, ik schrijf de woorden schout, schandpaal
en stadsrechten.
Daarna vraag ik aan de kinderen, hoe ze deze
woorden zouden aanpakken en met welke letter
je het moet schrijven een -d of een -t. dit doe ik
om te kijken of ze de stof goed begrepen
hebben.
Daarna vraag ik of er nog vragen zijn. En dan
vertel ik dat we verder gaan met het volgende
vak

De kinderen herhalen de stof die ze gehad hebben nog


even. En vertellen hardop de strategie die ze gebruiken.
Daarna weten wat ze moeten doen.

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:

You might also like