You are on page 1of 10

Tekst 2: Het Witte Huis

Het Witte Huis staat in Washington en is gebouwd in 1790.


ln het hoofdgebouw van het Witte Huis zijn op de begane grand de grote slaapkamers voor
belangrijke bezoekers. Oak zijn daar zalen waar bezoekers met de president soms iets lekkers
eten of drinken.
Op de eerste verdieping zijn mooie, maar ouderwetse werkkamers van de president van de
Verenigde Staten. Op de tweede verdieping wonen de president en zijn gezin: zij eten en
slapen daar.
Links en rechts van het hoofdgebouw zijn er twee grote extra gebouwen. Aan de ene kant
komen bezoekers meestal binnen. Daar zijn ook de kamers van de partner van de president.
Aan de andere kant van het hoofdgebouw zijn vergaderkamers voor de president. De
Amerikaanse president moet veel vergaderen.
Dat doet hij in deze kamers.

Dit is het Witte Huis in cijfers:


2
• 5111 m vloeroppervlakte • 28 open haarden
• 412 deuren • 8trappen
• 35 toiletten • 3 liften
• 6 verdiepingen waarvan 2 ondergrondse • 1 bowlinghal
verdiepingen • 1 filmzaal
• 147 ramen • 1 zwembad
• 132 kamers • 1 basketbalveld

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.


Vraag 1 - Op welke verdieping is de slaapkamer van de president?
A Op de begane grond.
B Op de eerste verdieping.
C Op een van de twee ondergrondse verdiepingen.
D Op de tweede verdieping.
Vraag 2-Waar eten de president en zijn vrouw en kinderen?
A Op de tweede verdieping.
B Op de eerste verdieping.
C Naast het hoofdgebouw, in een kamer van de partner van de president.
D ln een zaal op de begane grond. -
Vraag 3 - Hoeveel verdiepingen heeft het Witte Huis?
-
A 6
-
B 4
C 8
-

.rur.
Tekst 3: Het kleinste huis van Amsterdam

Het kleinste huis van Amsterdam staat in de Oude Hoogstraat 22 in het oude centrum van
Amsterdam.
Het huis is 2,02 meter breed en 5 meter lang. De oppervlakte van het huis is dus ongeveer
tien vierkante meter. Het kleinste huis van Amsterdam is een Nederlands monument. ln 1738
wordt voor het eerst geschreven over dit kleine huis. ln 1742 woonde en werkte daar een
horlogemaker. Het huisje heeft nu een begane grond, eerste verdieping, tweede verdieping en
een zolder. Vroeger was er alleen maar een begane grond. Nu zijn er dus vier verdiepingen.
Singel 166 is een ander beroemd huis in Amsterdam. Het is een van de smalste huizen in
Amsterdam.
De voorkant van dit huis is 1.80 meter breed. Het huis is driehoekig. Het lijkt aan de voorkant
heel klein, maar het huis is 16 meter lang. Aan de achterkant is het huis vijf meter breed.

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.


Vraag 1 - Wie woonde er vroeger in het huis aan de Oude Hooghstraat 22?
A Een schrijver.
B Een horlogemaker.
C Een architect.
D Dat staat niet in de tekst.
Vraag 2 - Hoeveel verdiepingen heeft het huis aan de Oude Hooghstraat?
A 1
B 2
C 4
D Dat staat niet in de tekst.
Vraag 3-Wat is het adres van het kleinste huis van Amsterdam?
A Singel 166.
B Oude Hoogstraat 22.
C De twee genoemde huizen zijn even klein.

••• .. •- , t , . ',1.,~'f"'l.l'.'~~,.. \-"'f,.:.t'-..»;'":~l>.l?;~?"'t'.i~~-" ~-,..,.....,_~ •• .,.."'

-
_,, '\ u11f(::f~:Z-1 :i !1 1, 12(:fi 1-, 1:' 1
:• :.'- , -1 tÎ\A,i:/ ~', 9
. . -
Tekst 4: Nederlander heeft gemiddeld 1,9 kamer per persoon

Nederlanders wonen in vergelijking met Oost-Europeanen relatief ruim.


Nederlandse woningen telden vorig jaar volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) gemiddeld 1,9 kamer per persoon, terwijl huizen in Polen en Kroatië eerder gemiddeld
1, 1 ka mer per bewoner hadden. Volgens het CBS telden Noord- en West-Europese huizen
gemiddeld ongeveer twee ka mers per persoon. Vooral de Belgen leefden relatief ruim.
Daar hadden huizen in 2015 gemiddeld 2,2 kamers voor iedere bewoner. Roemenen hebben
de minste woonruimte van alle Europeanen. ln 2014 hadden zij 1 kamer per persoon ter
beschikking, aldus het CBS, dat badkamers, toiletten en gangen niet meerekende. Eet-, slaap-
en woonkamers telden wel mee. De onderzoekers baseerden zich onder meer op cijfers van
statistiekbureau Eurostat. Volgens Eurostat woonde twee jaar geleden zo'n 52 procent van de
Roemenen te krap. Volgens het CBS woont in veel Oost-Europese landen en in Zuid-Europa
meer dan 25 procent van de bevolking in een huis dat eigenlijk te klein is.
ln Nederland valt dat mee: daar wonen maar 3 op de 100 mensen in een te klein huis.

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.


Vraag 1 - ln welk Europees land hebben de mensen de minste woonruimte?
A Dat staat niet in de tekst.
B Polen en Kroatië.
C Nederland.
D Roemenië.
Vraag 2 - Hoeveel woonruimte hebben mensen in Zuid-Europa gemiddeld?
A Dat staat niet precies in de tekst.
B 1, 1 kamer per persoon.
C 1,9 kamer per persoon.
D 2,2 kamers per persoon.
Vraag 3 - ln welk Europees land hebben de mensen de meeste woonruimte?
A Nederland.
B België.
C Roemenië.

Kijk deze oefeningen na. Goede antwoorden vindt u achterin het boek.
C. Luistervaardigheid (vragen)

Luister naar de audio op www.adappel.nl/boekA2

Tekst 1: Gesprek van HENK en INGRID, twee collega's

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.


Vraag 1 - ln wat voor soort huis wonen Henk en Ingrid?
A ln een villa.
B ln een tlat.
C ln een rijtjeshuis.
D ln een appartement.
Vraag 2 - Heeft het huis van Henk ook een tuin?
~6 I\
A
-
Ja, zijn huis heeft een tuin. ' (
B Ja, zijn huis heeft twee kleine tuinen.
C Nee, zij n huis heeft geen tuin. ...
''.
'--
::_
D Ja, hij heeft een grote tuin bij zijn villa. ;;:::- l i ,\ -
Vraag 3 - Wie wil verhuizen naar een fiat? t ,r:: - ·(; 'J
A Henk. ~/! -
B Ingrid.
C Henk en Ingrid, allebei.

Tekst 2: Gesprek van HENK en INGRID, twee collega's

Lees de vraag goed. Kies daarna het beste antwoord.


Vraag 1 - Henk gaat verhuizen. Hoe ziet zijn nieuwe huis eruit?
A Hij gaat verhuizen naar een rijtjeshuis.
B Hij gaat verhuizen naar een bejaardenhuis.
C Hij gaat verhuizen naar een heel groot huis.
D Hij gaat verhuizen naar een kleine woning in een tlat. ~.6\
Vraag 2 - Wie gaan Henk helpen bij de verhuizing? ' (
A Ingrid.
B Twee vrienden van Ingrid.
... -
C Ingrid en ook twee vrienden van Henk.
:::-__ l/ \~ -
D Ingrid en ook veel andere collega's. l, ,:\
,r_ - \ / J -
Vraag 3 - Henk gaat verhuizen. Wanneer gaat Ingrid hem helpen?
~j
A Ingrid gaat hem helpen op zaterdag. .

B Ingrid gaat hem helpen op zondag. -- -


C Ingrid gaat hem morgen helpen.
Tekst 3 : Gesprek van JORDI en DESIREE, broer (12 jaar oud) en zus (14 jaar oud)
-
Lees de vraa g goed . Kies daarna het beste antwoord .
Vraag 1 - Wat doet Jordi?
~ '
A Hij is bezig met Facebook.
B Hij is bezig met zijn huiswerk.
C Hij is bezig met het opruimen van zijn rotzooi. ) ~' ~\ -
' ~
D Hij gaat naar zij n moeder. ,< "' -
Vraag 2 Wie gaat de rotzooi van Jordi o pruimen?

,i ~
A Desiree.
B Jordi.
C Jordi en Desiree samen .
,l "' ,,
D De moeder van Jordi en Desiree.
I~""'·. ,~.;
~)- ......
Vraag 3 - Waar ligt de rotzooi van Jordi?
-~~
A ln de woonkamer.
-

,
B ln de gang.
C Overal.

Kij k deze oefeningen na . Goede antwoorden vindt u achterin het boek.


U vindt ook de tekst van de gesprekken achterin het boek.
D. Grammatica & schrijven

Voorbeeld - werkwoord Voorbeeld - werkwoord

WERKEN DRINKEN

lk werk lk drink
Jij werkt werk jij? Jij drinkt drinkjij?
Hij werkt Hij drinkt
Zij werkt Zij drinkt
Wij werken Wij drinken
Jullie werken Jullie drinken
Zij werken Zij drinken

Oefening 1: Schrijf nu in uw schrift de rijtjes voor:


DANSEN, LUISTEREN, KIJKEN, BOUWEN, LACHEN

Kijk deze oefening na. Goede antwoorden vindt u achterin het boek.
Luister naar alle goede zinnen op www.adappel.nl/boekA2.
Zeg alle zinnen na.

Oefening 2: Vul in deze zinnen de goede vorm van het werkwoord in.
VOORBEELD: drinken - Hij ......... . .. ..... een glas cola.
GOEDE ZIN: Hij drinkt een glas cola.

1. kijken - lk ................. naar het huis.


2. dansen
,;,
- Wij ................. in de woonkamer.
3. lachen - Hij ................. veel.
4. zoeken - De man ................. de lift.
5. bouwen- Jullie ................. een hut in de tuin.
6. huilen - Het kind ................. in de slaapkamer.
7. werken - lk ................. in de studeerkamer.
8. brengen - De vrouw ................. de lamp naar de zolder.
9. luisteren - Hij ................. naar de radio.
1O. kijken - Het meisje ............. . ... naar de televisie.
11. drinken - De mannen ................. veel bier.

Kijk deze oefening na. Goede antwoorden vindt u achterin het boek.
Luister naar aile goede zinnen op www.adappel.nl/boekA2.
Zeg aile zinnen na.
Oefening 3: Zet de woorden in de goede volgorde.
Zet het werkwoord in de goede vorm.
Begin met de persoon.
Schrijf alle zinnen in uw schrift.
VOORBEELD: in de keuken - Maria - luisteren - naar de radio
GOEDEZIN: Maria luistert in de keuken naar de radio.

1. naar de tuin - Karel - het bier - brengen


2. naar de televisie - in de slaapkamer - kijken - zij
3. veel water - de vrouwen - drinken
4. in de discotheek - Mohammed - dansen
S. met veel stenen - de vrouwen - het huis - bouwen
6. Alexander - naar de radio - luisteren - in bed
7. niet - lachen - ik - veel
8. van het huis - Lotte - in de kelder - huilen
9. in de schuur - jullie - werken - niet
1O. van de schuur - de sleutel - Joost - zoeken

Kijk deze oefening na. Goede antwoorden vindt u achterin het boek.
Luister naa r alle goede zinnen op www.adappel.nl/boekA2.
Zeg alle zinnen na.

Oefening 4: Maak de zinnen af.


Schrijf alle zinnen in uw schrift.
Gebruik 5 of 6 woorden in de zin.
VOORBEELD: Kees werkt .................. .
GOEDE ZIN: Kees werkt in de tuin. (5 woorden)

1. De vrouwen lachen ................. ..


2. Jullie luisteren .................. .
3. Hij bouwt ................. ..
4. Zij drinkt .................. .
S. Wij brengen ................. ..
6. lk huil ................. ..
7. Zij dansen ................. ..
8. De man zoekt ................. ..
9. Jullie kijken ................. ..
1O. Jij werkt .................. .

Kijk deze oefening na. Goede antwoorden vindt u achterin het boek.
Luister naar aile goede zinnen op www.adappel.nl/boekA2.
Zeg alle zinnen na.
E. Schrijf een e-mail

Opdracht:

U gaat verhuizen.
Schrijf een e-mail naar uw moeder.
U schrijft haar naar welke stad u gaat verhuizen en wanneer u gaat verhuizen.
Schrijf ook waarom u gaat verhuizen .
Sommige dingen moet u zelf verzinnen. ·

Van

Aan

Onderwerp

Verzenden

Kijk deze oefening na . Een goed antwoord vindt u achterin het boek.
F. Formulier invullen

Formulier woningruil

U wilt uw huurwoning ruilen met iemand die in een ander huis woont.
Vul dit formulier in.
Sommige gegevens moet u zelf verzinnen.

Uwgegevens

Uw achternaam en voorletters

Adres

Postcode + woonplaats

Met hoeveel mensen woont u nu in uw huis? 1--· personen


Telefoonnummer

E-mail

Geboortedatum aanvrager

Gegevens huidige woning

Wat is het type van uw huidige woning? 0 Flatwoning


0 Rijtjeshuis
0 Bovenwoning
0 Benedenwoning

Hoeveel kamers heeft uw woning? ... kamers

Wat is de huurprijs van uw huidige woning? ¤ ........

Gegevens andere woning

Adres van de andere woning

Postcode en woonplaats

Wat is de huurprijs v~n de andere woning?

Datum 1..... - ..... - ..........

Handtekening aanvrager

• - f

16 ' :<o
' '"\-i'->
7 1/),.'y, n, t'-
/,;/:-jl '11/i /-.,
G. Spreekvaardigheid

Luister naar de audio op www.adappel.nl/boekA2

Geef antwoord op de vraag met een complete zin .


VOORBEELD: Waar slaap jij?
ANTWOORD: lk slaap in een bed.

(Schrijf uw antwoorden ook in uw schrift).

1. Wat is je naam?
2. ln welke stad woon je?
3. Wat is je adres?
4. Wat is je postcode?
S. Waar ben je geboren?
6. Hoe oud ben je?
7. Waar woont de president van Amerika?
8. Hoeveel muren heeft een huis?
9. Wat drink je graag?
1O. Welk televisieprogramma vind je leuk?
11. Hoeveel kost een rijtjeshuis?
12. Met hoeveel mensen woon je in huis?
13. Waar slaapt de baby?
14. Wie maakt de keuken schoon?
1S. Waar staan de fietsen?

Kijk deze oefen ing na. Goede antwoorden vindt u achterin het boek.

, ~r i,: ·

You might also like