Niveau 1 Opdracht 4 (na les 61-80)

In deze opdracht kan je controleren hoe goed je de voorgaande lessen begrepen hebt.

Maak de oefening en sla het document op. Klik op de coachknop en verzend de opdracht
als bijlage.

Gebruik je een Mac? Vergeet dan niet om je document te exporteren naar Word.

Je coach zal je oefeningen nakijken en terugbezorgen met feedback.

Veel succes!

Vertaal naar het Frans

1. Ik zou een siroop tegen de hoest willen.

Je voudrais un sirop contre la toux.

2. Ze gaat naar de bioscoop met een vriendin en een buurvrouw.

Elle va au cinéma avec une amie et une voisine.

3. Ik geef u € 2 terug.
Je te rembourse 2€.

4. Louise ziet het bord en vertraagt.

Louise voit le signal et réduit la vitesse.

5. Kunt u een folder sturen?

Pourriez-vous envoyer un dossier ?

Beschrijf de kleren van de personen op deze foto’s.

Elle porte un débardeur noir, avec un long collier au cou. Elle porte une jupe courte, verte et un
bracelet de plusieurs anneaux sur sa main gauche.

Il port une chemise grise, une veste noire avec un pantalon rouge. Finalement, il porte des
chaussures marron.