Professional Documents
Culture Documents
Aantekening Hardy Weinberg
Aantekening Hardy Weinberg
5)
INLEIDING
Stel er bestaat van een bepaald gen een allel A en een allel a.
In een grote bevolkingsgroep (populatie) zijn er dan individuen met genotype AA, genotype Aa en genotype aa.
Hardy en Weinberg kwamen tot de volgende stelling:
In de totale populatie van 500 personen komen totaal 800 allelen A en 200 allelen a = 1.000 allelen (de allelen-
pool) van het gen voor.
Allel A heeft dan in deze allelen-pool een allel-frequentie (p) van 800/1.000 = 0,80; allel a een allel-frequentie (q)
van 200/1.000 = 0,20.
Allel-frequentie houdt in de praktijk in: Je pakt uit een willekeurige populatie van een willekeurig persoon een
willekeurig allel van een bepaald gen: de kans dat je A pakt is dan p en dat je a pakt q.
VERVOLG
Als in een populatie een willekeurig individu een willekeurige partner treft dan is de kans dat je in een
eicel het allel A treft: p (b.v. 0,80)
eicel het allel a treft: q (b.v. 0,20)
zaadcel het allel A treft: p (b.v. 0,80)
zaadcel het allel a treft: q (b.v. 0,20)
EVEN CONTROLEREN
Eens kijken of we bij invulling van de formules de voorbeeld-populatie van de inleiding kunnen terugkrijgen.
p + q = 1,00
in voorbeeld was p = 0,80 en q = 0,20: p + q = 1,00. Klopt.
p2 + 2pq + q2 = 1,00
(0,80)2 + 2x0,80x0,20 + (0,20)2 = 0,6400 + 0,3200 + 0,0400 = 1,00
In populatie van 500 personen van het voorbeeld is dan 0,6400: 64,00% van 500 = 320 individuen AA
0,3200: 32,00% van 500= 160 individuen Aa
0,0400: 4,00% van 500= 20 individuen aa
100,00% = 500 individuen Gelukt!
Gelukt!
NU EEN OEFENVRAAGSTUK
Gegeven: in populatie is 84 % "A" en 16 % "a". Vraag: welk deel van populatie heeft genotype AA, welk deel
Aa, welk aa?
SPA (= Systematische Probleem Analyse) om p en q te berekenen:
zet de genotypen op rijtje: AA Aa aa
plug Hardy-Weinberg eronder: p2 + 2pq + q2 = 1,00
zet % in decimalen eronder: samen 0,84 0,16
en je ziet: ook hier zijn recessieve
fenotypen weer de verraders: q2 = 0,16
Oorzaak meest gemaakte fouten: vellen vol losrennende getallen waaraan niet meer te zien is wat ze voorstellen.
Dit is te voorkomen met bovenstaande "kolom-verwerking", waarbij genotype, term van Hardy en berekeningen
bijeen worden gehouden.
PRAKTIJK-FUNCTIE HARDY-WEINBERG
Hardy-Weinberg is functioneel voor het volgende: 2 individuen met fenotype "A" willen voorspellende kans
weten op nakomeling met fenotype "a". Vaak kan dit uit familie-stamboomgegevens al worden afgeleid, soms
niet. Dan helpt Hardy.
Voorbeeld: 2 personen "A", hoe groot kans op kind "a"? Laten we de getallen van voorgaand voorbeeld nemen.
De kans dat 2 ouders met fenotype "A" een "a"-kind krijgen is dan 12/21 x 12/21 x 1/4 = = 0,0816 = 8,16%
ANTWOORDEN SOMMETJES
1. 80 "b" q2 = 0,01 q = 0,10 p = 0,90; kans "A" heeft A is 18/99; kans op "a"-kind is 18/99 x 18/99 x ¼ =
324
/39204 = 0,00826 = 0,83 %.
2. Dd 2x zo groot als DD 2pq 2x zo groot als p2 2p2 = 2pq p = q; p + q = 1,00 p = 0,50 en q =
0,50; kans op "d" = q2 = 0,2500 = 25,00%.
3. Man heeft 1 X-chr man één allel: frequentie direct afleesbaar: p = 0,93 q = 0,07; bij vrouwen geldt p2
+ 2pq + q2 = 1,00: p2 = 0,8649; 2pq = 0,1302
Alleen vrouw Kk kan "k"-zoon krijgen: kans dat "K"-vrouw Kk heeft is 1302/8649 + 1302 = 0,1308. De kans dat zij
zoon k-allel geeft is ½ kans dat zoon "k" heeft is 0,1308 x ½ = 0,0654 = 6,54 %.
Voetnoot: Let bij deze uitwerkingen op decimaal-gebruik: 25% IS GÉÉN 25,00% !