Professional Documents
Culture Documents
Machten en wortels
𝑚
Voor positieve grondtallen 𝑎 ∈ ℝ+ wordt de machtsverheffing 𝑎𝑚 veralgemeend tot 𝑎 𝑛 met rationale
1
0
𝑚 ( 1 )𝑚
exponenten door eerst 𝑎 𝑛 te definiëren, en dan 𝑎 𝑛 = 𝑎 𝑛 . We vermelden kort ook 𝑎𝑟 met 𝑟 ∈ ℝ.
Als 𝑛 oneven is definieert dezelfde formule ook de 𝑛-de machtswortel van een negatief getal, namelijk
als het unieke negatieve getal 𝑏 waarvan de 𝑛-de macht gelijk is aan 𝑎.
Opmerking 1.
√ def √ 1
(a) Voor 𝑛 = 2 laat men de 2 in de wortel weg: 𝑎 = 2 𝑎 = 𝑎 2 .
1 𝑚 ( 1 )𝑚 (√ )𝑚
(b) Omdat 𝑎 𝑛 ∈ ℝ, is nu ook 𝑎 𝑛 = 𝑎 𝑛 = 𝑛 𝑎 ∈ ℝ gedefinieerd, met 𝑚 ∈ ℤ.
√ √ √ √ √ √ √ √
(c) Pas op: 𝑎 + 𝑏≠ 𝑎 + 𝑏 , want bv 1 + 1 = 2, terwijl 1 + 1 = 1 + 1 = 2≠ 2.
(d) Deze definitie is enkel zinvol als een dergelijk positief reëel getal 𝑏 bestaat en uniek is. Precies
om dat te garanderen moet de definitie voor even 𝑛 beperkt worden tot positieve 𝑎 en 𝑏.
Inderdaad, voor negatieve 𝑎 bestaat er immers niet altijd een geschikte 𝑏, want er bestaat bv.
geen 𝑏 ∈ ℝ zodat 𝑏2 = −2. En als het getal 𝑏 niet beperkt wordt tot de positieve getallen, dan
is dergelijke 𝑏 niet uniek, want bijvoorbeeld zowel 𝑏 = 2 als 𝑏 = −2 voldoen aan 𝑏2 = 4.
√3 1 √3 1
Voor oneven machtswortels stelt dit probleem zich niet: 8 = 8 3 = 2 en −8 = (−8) 3 = −2.
√ √
(e) Men kan ook 𝑎𝑟 definiëren met 𝑎 ∈ ℝ+ 0
en 𝑟 ∈ ℝ (dus uitdrukkingen zoals 2 3 , 𝜋 5 en
√ √𝜋
7 ). Dit is technisch enigszins subtiel en we geven hier geen exacte definitie. We zullen
later reële exponenten nodig hebben bij het bestuderen van zogenaamde exponentiële functies
zoals 𝑥 ↦ 2𝑥 .
Ook voor rationale en reële exponenten (en dus voor wortels) gelden volgende bekende rekenregels:
Machten en wortels
1 1
𝑥0 = 1, 𝑥1 = 𝑥, 𝑥−1 = , 𝑥−𝑛 = 𝑛 1𝑟 = 1, 0𝑟 = 0 (𝑟 ≠ 0)
𝑥 𝑥 √
𝑥𝑚 1
= 𝑥𝑚−𝑛 𝑥𝑛 = 𝑛 𝑥
𝑥𝑛
( 1 )𝑚 ( ) 1 (√ )𝑚 √ (√ )−1
𝑚 1 1
𝑥− 𝑛 = √ = 𝑛 𝑥
𝑛
𝑥 𝑛 = 𝑥𝑛 = 𝑥𝑚 𝑛 = 𝑛 𝑥 = 𝑥𝑚
𝑛
𝑥
en
√ √
√ √ √ 𝑥 𝑥 √ √ √
𝑥𝑦 = 𝑥 𝑦, √ = en 𝑎 𝑥 + 𝑏 𝑥 = (𝑎 + 𝑏) 𝑥
𝑦 𝑦
(a) negatieve getallen: als 𝑎 ∈ ℕ, dan definiëren we −𝑎 als het unieke getal 𝑏 zodat 𝑎 + 𝑏 = 0.
(b) logaritme: als 𝑎, 𝑥 ∈ ℝ+ , dan definiëren we log𝑎 (𝑥) als het unieke getal 𝑏 zodat 𝑎𝑏 = 𝑥.
√
(c) Niet-voorbeeld voor vierkantswortel : als 𝑎 ∈ ℝ dan zouden we naïefweg de vierkantswortel 𝑎
kunnen proberen definëren als het unieke reëel getal 𝑏 ∈ ℝ zodat 𝑏2 = 𝑎. Deze definitie is
fout, ten eerste omdat voor negatieve 𝑎 een dergelijke 𝑏 niet bestaat, en ten tweede omdat
er voor positieve 𝑎 steeds twee dergelijke 𝑏’s zijn (namelijk een positieve en een negatieve
’vierkantswortel’). In bovenstaande definitie is dit probleem opgelost door zowel 𝑎 als 𝑏 te
beperken tot positieve reële getallen: in dat geval hebben we zowel existentie als uniciteit. Maar,
de oplossing voldoet niet helemaal, want we zouden graag vierkantswortels kunnen trekken
uit negatieve getallen. Dat kan, als we complexe getallen toelaten. Maar, dan wordt de
uniciteit problematisch: voor complexe getallen heeft het begrip ’positieve wortel’ dan weer
geen betekenis meer.
Uitweiding 2 (Machten met niet-rationale exponenten). Details vind je in wat meer gevorderde
cursussen wiskunde, maar hier schetsen we kort één mogelijke manier om een precieze betekenis te
geven aan de uitdrukking 𝑎𝑟 met 𝑎 ∈ ℝ+0
en 𝑟 ∈ ℝ.
Neem dus 𝑎 ∈ ℝ+ 0
en 𝑟 ∈ ℝ. We weten reeds dat 𝑎𝑞 goed gedefinieerd is voor elk rationaal getal 𝑞.
Elk reëel getal 𝑟 kan je ‘oneindig goed’ benaderen d.m.v. rationale getallen. Concreet wil dit zeggen
dat gegeven een reëel getal 𝑟 er een oneindige rij 𝑞1 , 𝑞2 , 𝑞3 , … bestaat van rationale getallen die 𝑟 met
steeds hogere nauwkeurigheid benaderen, zodat uiteindelijk elke gewenste nauwkeurigheid vanaf een
bepaald getal in de rij bereikt wordt. Men zegt in dit geval dat de rij 𝑞1 , 𝑞2 , 𝑞3 , … naar 𝑟 convergeert
en men noteert dit met ‘𝑞𝑛 → 𝑟 als 𝑛 → ∞’ of met lim 𝑞𝑛 = 𝑟.
𝑛→∞
Stel nu dat 𝑞1 , 𝑞2 , 𝑞3 , … zo’n rij is die naar 𝑟 convergeert. We kunnen dan voor elke 𝑞𝑛 in die rij de
macht 𝑎𝑞𝑛 beschouwen. Op die manier bekomen we een nieuwe rij 𝑎𝑞1 , 𝑎𝑞2 , 𝑎𝑞3 , … Men kan bewijzen
dat ook deze rij steeds zal convergeren naar een zeker reëel getal 𝑠 en dat deze limiet niet afhangt
van de keuze van de rij 𝑞1 , 𝑞2 , 𝑞3 , … die we gebruikt hebben om 𝑟 te benaderen. Dit laat ons dan toe
Machten en wortels
om de macht 𝑎𝑟 te definiëren als dat getal 𝑠 dat je op die manier bekomt en dat enkel afhangt van 𝑎
en 𝑟.
Het is dikwijls belangrijk te weten of twee uitdrukkingen met machten of wortels al dan niet aan elkaar
gelijk zijn. Daarom worden dergelijke uitdrukkingen meestal als volgt vereenvoudigd. De procedure is
eenvoudiger dan ze lijkt als je ze toepast op een voorbeeld.
(d) behandel je daarbij exponenten van letters op dezelfde manier als die van getallen
Om van een breuk met een wortel in de noemer de noemer wortelvrij te maken
(a) vereenvoudig je indien mogelijk zowel de voorkomende wortelvormen als de breuk zelf
(b) vermenigvuldig je teller en noemer met de wortel die voorkomt in de noemer
Voorbeeld 1.
√
1. Vereenvoudig 200𝑎5 .
√ √ √ √ √
Uitwerking: 200𝑎5 = 23 ⋅ 52 ⋅ 𝑎5 = 22 ⋅ 2 ⋅ 52 ⋅ 𝑎4 ⋅ 𝑎 = 2 ⋅ 5 ⋅ 𝑎2 ⋅ 2𝑎 = 10𝑎2 2𝑎
√
32
2. Maak de noemer wortelvrij in .
12𝑎
√ √ √ √ √ √ √
32 25 23 2 2 ⋅ 3𝑎 2 2 ⋅ 3𝑎 2 6𝑎
Uitwerking: = = √ = √ √ = =
12𝑎 22 ⋅ 3𝑎 3𝑎 3𝑎 ⋅ 3𝑎 3𝑎 3𝑎
Machten en wortels
4
3. √ = … …
8
(√ )4
2 𝑥2 𝑦
4. 𝑦 ⋅ = ……
𝑥𝑦
√
5. 48𝑥9 𝑦4 = … …