You are on page 1of 4

Les 1 De Romeinen: hun taal en cultuur

Taal:
Latijn: oorspronkelijke taal van de Latijnen (Latini).  inwoners van een streek in
Midden Italie: Latium

Latini bouwden 750 V.Chr. de stad Rome.

De inwoners van Rome  de Romeinen  oorlogszuchtig, echte vechtersbazen


en wilden meer macht  ze vochten met de naburige volken totdat ze heel Italië
beheersten

De eeuwen daarna  Romeinen breidden hun macht verder uit  Middellandse


Zee, Spanje, Frankrijk, België, delen Engeland, Nederland  overal waar ze
kwamen verspreiden ze hun taal: Latijn.

Romeinse ambtenaren, die de delen van het grote rijk bestuurden spraken Latijn
Wetten en besluiten waren in Latijn

Officiële taal van West-Romeinse rijk

Talen zoals Frans, Spaans, Portugees en Roemeens stammen rechtstreeks van


Latijn af = Romaanse talen
In het Duits, Engels en Nederlands zijn er Latijnse woorden.

Cultuur:
Romeinen moesten het grote rijk goed kunnen besturen:
 Ze legden veel wegen aan
 Op knoopunt van wegen of bij rivieren stichtten ze steden, Noviomagus
(Nijmegen), Coriovallum (Heerlen) en Colonia Agrippina (Keulen)
 Ze bouwden bruggen, aquaducten (waterleidingen), vestingmuren, poorten,
triomfbogen
 Ze bouwden huizen, villa’s, badhuizen, circussen, stadions en tempels voor
goden
 Door hun langdurige verblijf hebben ze de Europese cultuur beïnvloed
 Sporen van Romeinen niet alleen in moderne gebouwen, maar ook in
wetenschap, politiek, sport, alledaagsed ingen: straatnamen, voetbalclubs
 Verhalen van Romeinen zijn inspiratie van schrijvers en schilders
Les 2: De wereld van Goden

Goden:
- Waren mensen die groter en mooier zijn
- Gedroegen zich als mensen: aten, drinken, maakten ruzie, verliefd, jaloers
- Waren veel machtiger dan mensen, onzichtbaar aanwezig zijn of van
gedaante veranderen
- Grijpen in in het leven van mensen
- Onsterfelijk

Antropomorfe goden = goden met een menselijke gestalte

Oorspronkelijk kende de Romeinse godsdienst alleen Numina (machten) en kende


dan ook geen mythen (godenverhalen)

Numina = goden zonder menselijke gestalte, alleen macht.


Voorbeeld Vesta (huis) en Penatus (haardvuur), deze hebben te maken met het
voortbestaan van het huis.

Romeinen kwamen in contact met Grieken, zo leerden ze goden en godenverhalen


kennen. Hierdoor kregen Romeinse goddelijke machten een menselijke gestalte en
werden ze vereenzelvigd met de Griekse goden.

Romeinse God Jupiter kreeg dezelfde functies en kenmerken als de Griekse


oppergod Zeus. De Griekse Goden en Godinnen leefden op de Olympus (berg in
Noord Griekenland). Omdat de Romeinen de Griekse godenverhalen overnamen
speelt Olympus ook een rol in hun verhalen.

Behalve Olympische goden waren er ook andere goden:


- Natuurgoden (nimfen)
- Bosgoden
- Goden van Rivieren en Bronnen

Godenverhalen
Olympische goden spelen vaak een rol in verhalen  wonderlijke sprookjesachtige
verhalen. De verhalen gaven een verklaring aan allerlei verschijnselen in het natuur
dat ze niet begrepen. Mensen genoten ook van de verhalen.
Teks 2.A Jupiter en zijn broers
Iupiter deus est. Jupiter is een god.
In Olympo habitat. Hij woont op de Olympus.
Rex deorum est. Hij is koning van de goden.
Neptunus et Pluto dei sunt. Neptunus en Pluto zijn goden.
Fratres Iovis sunt. Zij zijn broers van Jupiter.
Non semper in Olympo sunt. Zij zijn niet altijd op de Olympus.
Neptunus saepe in mari est. Neptunus is dikwijls in zee.
Ibi rex est. Daar is hij koning.
Pluto in Tartaro vivit. Pluto leeft in de Tartarus.
Tartarus sub terra est. De Tartarus is onder de aarde.
Tartarus locus obscurus est. De Tartarus is een donkere plaats.
Ibi semper nox est. Daar is het altijd nacht.
Umbrae huc veniunt. De schimmen komen hierheen.
Hic Pluto rex est. Hier is Pluto koning.

Tekst 2.B De zusters van Jupiter


Iuno dea est. Juno is een godin.
Soror et uxor Iovis est. Zij is de zuster en echtgenote van
Jupiter.
Iuno quoque in Olympo habitat. Ook Juno woont op de Olympus.
Ceres dea est. Ceres is een godin.
Soror Iovis en Iunonis est. Zij is de zuster van Jupiter en Juno.
Ceres mater Proserpinae est, Iupiter pater. Ceres is de moeder van Proserpina,
Jupiter de vader.
Ceres et filia saepe in insula Sicilia sunt. Ceres en haar dochter zijn dikwijls op
het eiland Sicilia.
Ibi lacus est, ubi albi cygni natant. Daar is een meer, waar witte zwanen
zwemmen.
Ibi silva est, ubi multi flores florent: Daar is een bos, waar veel bloemen
bloeien:
rosae et violae et lilia. rozen en viooltjes en lelies.
Proserpina puella saepe in silva ludit. Het meisje Proserpina speelt dikwijls
in het bos.

You might also like