You are on page 1of 4

FiLosofie en onderwiis

Zoveet Filosofi eën zoveeL Femi nismen


Een overzicht van de recente ontwil<kelingen
binnen de feministische fil,osofie

Nathanja van den Heuvet, Ma.

Ter gelegenheid van de hernieuwde uitgave van Woor- del, de geseksueerdheid van taal tot aan geïnstitutiona-
denboek Filosofîe (Harry Willemsen & Peter de Wind liseerd racisme. Feministísche filosofen zijn werkzaam
(Red.), 2015) benaderde Peter de Wind, één van de binnen alle filosofische disciplines, ethiek, politieke
redacteurs, mij met de vraag een blik te werpen op de theorie, wetenschapsfilosofie, esthetiek, taalfilosofie en
lemmata feministische filosofie en genderstudies uit de geschiedenis van de wijsbegeerte. Naast het adresseren
uitgave van1992, om die waar nodig aan te passen, dan van kernproblemen rondom seksuele onderdrukking en
wel, met eventuele hulp van collega's uit het veld aan typisch'vrouwenzaken' als reproductie, kernge zin, zotg
te vullen. Uiteindelijk heeft het merendeel van de reeds en pornografie, hebben feministische filosofen aan al
bestaande lemmata een opfrisser gekregen, daarnaast is die disciplines cruciale bijdragen geleverd. Waar zou de
het aantal verdubbeld om een accuraat beeld te kunnen filosofie zrln zonder de inzichten van Mary Wollstone-
schetsen van de huidige stand van zaken binnen de fe- craft, het genderbegrip van Judith Butler, het intersec-
ministische filosofie. tionaliteitbegrip van Kimberlé Crenshaw, Luce lrigaray's
Als academicus in opleiding leek de revisie van de kritiek op het fallocentrisme, de capabilities benadering
lemmata feministische filosofie en genderstudies mij van Martha Nussbaum, of de kritiek van Nancy Fraser
een mooie uitdaging, niet in de laatste plaats omdat het op de vermeende neutraliteit van de publieke ruimte.
mlj, zo dacht ik, een mogelijkheid zou bieden om bi; te Kenmerkend voor de feministische filosofie is dan ook
dragen aan een duurzame ontwikkeling en verankering dat ze niet slechts traditionele filosofische methoden
van feministische filosofie in Nederland. Dit is een am- toepast, maar juist ook nieuwe methoden en perspectie-
bitie die centraal staat in mijn werk als promovendus ven ontwikkelt en op de voorgrond piaatst'
sociaal politieke filosofie aan de universiteit van Leiden, Gezien haar diversiteit, ìs het niet opmerkelijk dat
bestuurslid van SWIP.NL en initiatiefnemer van de in er binnen de feministische filosofie gedebatteerd wordt
oprichting zijnde OZSW studiegroep feministische filo- over de effectiviteit van de verschillende methodolo-
sofie. Wat begon als een wij solitaire bezigheid, mondde gieën - anaþtisch, continentaal, psychoanalytisch,
al snel uit in een wuchtbare samenwerking met een postmodern, postkoloniaal - voor feministische doel-
verscheiden aantal van de feministische denkers die het einden. Waar de één een analytisch kader verkiest, geeft
Nede¡landstalige gebied rijk is en die ik nog steeds zeer de ander de voorkeur aan een continentale benadering
dankbaar ben voor hun bijdragen. Zonder hen was het om meer recht te kunnen doen aan de affectieve, psychi-
mij nooit gelukt om iets van de rijkdom van het feminis- sche en belichaamde aspecten van menselijke ervaring'
tische archief weer te geven. Dit gezegd, om enerzijds Toch zíjner tussen al die verschillende perspectieven en
nadruk te leggen op het (politieke) belang van intellec- benaderingen ook een aantal gemeenschappelijkheden
tuele kruibestuiving of zeIf.s'kritische wiendschap', an- te ontwaren, waaronder, de nadruk die de feministische
derzijds, op de diversiteit van de feministische filosofie. filosofie legt op de rol van gender in de totstandkoming
Want, als er iets is dat de feministische filosofie ken- van traditioneel filosofische problemen en concepten
merkt, is het wel dat het niet één is, maar een ontelbaar en de gesitueerdheid van kennis, en een kritiek op die
aantal perspectieven kent als reacties op concrete gen- filosôfische theorievorming die genderongelijkheden
derproblemen, van de ecologische crisis, mensenhan- reificeert en in de hand werkt. Wat uit deze gemeen-
schappelijkheden vooral blijkt is dat binnen de feminis-
tische filosofie, inhoudelijke vïagen diep verbonden ziin
Nathanja van den Heuvel is PhD kandidaat sociaal poti- aan methodologische vragen. Dit is het geval omdat de
52 tiel<e fitosofie, Universiteit Leiden. sociaalhistorische gesitueerdheid van de filosofie zelf
ZOVee[ FitOSOfieën ZOVee[ FeminiSmeh I Nathanja van de¡ ]'leu'el, Ma

bepalend is voor de opvattingen over adequaat denken. van feministische filosofie, maar daarin niet volledig ge-
Voor feministische filosofen zijn ethische en epistemo- siaagd te zijn. Om mlizelf ervoor te behoeden niet in al-
logische kwesties nauw aan elkaar verbonden. gemeenheden te verzanden, wil ik me hier beperken tot
Hiernaast functioneert de parapluterm'feministi- een bespreking van die drie terreinen van het feministi-
sche filosofie', in ieder geval voor mij, ook als middel om sche denken, die, naar mijn idee, maar ook gestaafd door
een zekere 'gelijkgestemdheid' mee uit te drukken en een het groeiend aantal publicaties en conferenties, een grote
politiek doel mee na te stïeven. Hoewel het zogenoemde ontwikkeling hebben doorgemaakt. Deze drie terreinen
'verschilfeminisme'vaak terecht het spreken uit naam zijn: feministisch materialisme, p ostkoloniaal feminisme
van 'de vrouw' problematiseert omdat het voorbij gaat en feministische geschiedenis van de filosofie.
aan machtsverhoudingen gebaseerd op andere sociale
categorieën, waaronder klasse, etniciteit, seksualiteit,
religie en lichamelijk vermogen, is daarmee níet gezegd il.lieuw Ferni nistiseh Ma{eria [isnne
dat de vrouwenvereniging of het collectief 'feministi-
sche filosofie' niet juist ook een zeer effectieve strategie Een van de woordvoersters van het Nieuw Feministisch
kan zijn om concrete doelen te bereiken, descriptief dan Materialisme, of misschien wel de woordvoerster omdat
wel prescriptief. In het licht hiervan heeft het ook zin ze de term 'nieuw materialisme' a1s eerste inzette in de
om stil te staan bij al die internationale organisaties en jaren 90 van de vorige eeuw, is Rosi Braidotti (Dolphijn
wetenschappelijke journals die de afgelopen jaren een & Tuin, 2012, p. 20, 21). In haar werk, waarondet Noma-
structurele bijdrage hebben geleverd aan het brede veld dic Subjects, Metdmorphoses and Transpositions. Nomadíc
van feministische theorievorming en daarin nog steeds Subjects,geeft Braidotti een genealogie van het begrip die
een duidelijke stem hebben. Bijvoorbeeld, de in de jaren voert van Spinoza via Nietzsche naar onder meer Deleu-
T0 vande twintigste eeuw opgerichte organisaties'Soci- ze.Voorhaaris het nieuw materialisme in de eerste plaats
ety for Women in Philosophy' (SWIP), de 'International een kritische methode die het overheersende linguïsti-
Association of Women Philosophers'(IAPh) en de'Nati- sche paradigma van de laatste decennia weigert te volgen,

onal Women's Studies Association' (NWSA)' het in 1988 waaronder ze ook het werk van Judith Butler schraagt'
gelanceerde journal Hypatia en het meer recente open De focus op de talige constructie van de werkelijkheid
acces journal'Feminist Philosophy Quarterþ'(FPQ). gaat er volgens Braidotti aan voorbij dat betekenisge-
ving en ervaring ook altiid belicha amd z4n, waardoor het
Hoe zit het nu met de recente ontwikkelingen binnen geest/lichaam dualisme in stand wordt gehouden. Dit,
de feministische filosofie? Als er iets gemeenschappe- terwijl het onderschikkende onderscheid tussen vrouwe-
lijks is aan wat ik van mijn intellectuele moeders heb lijke passieve natuur en mannelijke actieve cultuur juist
meegekregen, dan is het wel het belang van uitdrukking hét onderwerp van feministische kritiek is- Om reken-
geven aan mijn eigen gesitueerdheid. Ik ben opgegroeid schap te geven van het belichaamde aspect van kennis en
in een klimaat dat gedomineerd werd door blanke Euro- ervaring, stelt Braidotti kritisch onderzoek voor waarin
Amerikaanse feministen, wier kritiek voornamelijk de het samenspel van materie en taal doordacht wordt, een
geschiedenis van 'male stream' filosofie betrof. Hoe- samenspel, dat door Donna Haraway is aangeduid met de
wel er vandaag de dag steeds meer aandacht komt voor term 'materieel semiotisch' ((Harawa¡ 1988). Als reac-
niet-westerse filosofie, is mijn en de voorhanden zijnde tie op concrete ongelijkheden en met als kernthema het
kennis hierover beperkt. Net zoals de dominante filoso- overkomen van de grote dualismen van het denken- zelf/
fische canon traag, maar gestaag verrijkt wordt met his- ander, man/wouw, cultuur/natuur, norm/transgressie,
torische en hedendaagse feministische filosofen, is het geest/lichaam, laat het nieuw feministisch materialisme
buiten van de Euro- Amerikaanse feministische filosofie het historische onderscheid tussen denken en zijn niet
een terrein dat langzaam internationaal erkenning ver- ongemoeid. Daarentegen worden ontologie en episte-
krijgt. In dit overzicht van de recente ontwikkelingen mologie gedacht in hun co-constitutie, door Karen Ba-
binnen de feministische filosofie pretendeer ik dan ook rad aangeduid met de term 'onto-epistemologie' (Barad,
uitdrukkelijk niet volledig te zijn. 2003). Op een 'onto-epistemologisch niveau gaat het
Het is echter de waag of volledigheid überhaupt mo- erom dat theorievorming een 'monistische' activiteit is
gelijk is in een relatief kort artikel. Zelfs ãe redactie van waarin de kennis van de wereld, de wereld niet represen-
het 902 pagina's tellende The Femíníst Philosoplry Reader teert, maar geproduceerd wordt door en bijdraagt aan
(Bailey, A. & Cuomo. C., 2007) geeft aan geprobeerd te materieel- semiotische processen (Barad, 2003). In het
hebben zoveel mogelijk recht te doen aan de diversiteit raamwerk van nieuw feministisch materialisme duidt 53
Fi[OSOfie en OnderWijS ¡ :aargang 25 ! nr^ 6i novenrberlclecemL¡er 2015

'onto-epistemologie' op een niet-representatieve benade- Chandra Mohanty in haar invloedrijke artikel 'UnderWes-
ring van discursieve praktijken en theorievorming. Heel tern Eyes' uit 1984 dat het westers feministisch schrijven
concreet stelt het nieuw feministisch materialisme van over de derde wereld vaak neigt tot een discursieve kolo-
Braidotti en Barad, maar ook van Colebrook, Van der nisatie van de materiele en historische heterogeniteit van
Tuin, enAhmed, voor om'hoe'vragen te stellen in plaats het leven van niet-westerse vrouwen (Mohanty, 2015)'
van 'wat' of 'waarom'vragen. Niet 'wat betekent dit of dat Een andere kernwaag binnen het postkoloniaal femi-
lichaam', maar 'hoe werkt het' (Colebrook, 1997, p.172). nisme is die naar epistemische autoriteit, wie spreekt er
Met deze focus op wordings- en werkingsprocessen wordt uit naam varì wie en welke stemmen worden wel of niet
ook de kritiek op Butler verder inzichtelijk. Volgens Claire gehoord? De Indiase filosofe Gayatri Chakravorty Spivak
Colebrook gaat Butler in haar denken uit van een vool- heeft de vtaagrraat de miskenning van stem en zeggeî-
gegeven betekenis van wat genderidentiteit is, waarmee schap centraal gesteld in haar invloedrijke artikel Canthe
ze voorbij gaat aan het generatieve aspect ervan (Cole- Subaltern Speak (1988). Voor haar is de 'subaltern' diegene
brook, 2004, p. 292,293). Als voorbeeld, in mijn eigen die buiten de dominante machtsstructuren staat en daar-
onderzoek zou ik vooraf aan de analyse van mijn onder- mee diegene wier stem per definitie niet gehoord wordt.
zoeksmateriaal - interviews en observaties - uitdrukking Verwant aan de inzet van het postkoloniaal feminisme is
kunnen geven van mijn gesitueerdheid, maar ik zou ook het intersectionaliteit-denken dat aan het begin van ja-
kunnen laten zien hoe mijn identiteit tot stand komt in ren negentig door de Afro-Amerikaanse juriste Kimberlé
de relatie tot de onderzochten. In het laatste staat niet Crenshaw op de academische kaart werd gezet. De inter-
een voorgegeven identiteit centraal, maar wordt deze sectionele theorie onderzoekt de manieren waatop ver-
gethematiseerd vanuit de ontmoeting tussen denken en schillende systemen van onderdrukking, discriminatie en
z1jn, het zelf. en de ander. machtsprivileges elkaar in bepaalde situaties kruisen en
versterken. Concreet tracht het intersectionele denken
duiding te geven van de manieren waarop sociaal gecon-
Postl<otsniaat femi nisme strueerde identiteitscategorieën zoals gender, etniciteit,
seksuele oriëntatie, klasse en leeftijd elkaar beinvloeden
Zoals dit het geval is bij mainstream politieke theorie, en de effecten hiervan voor subjecten.
wordt het theoretische feminisme van het eerste uur' ge-
kenmerkt door universalistische aspiraties, een beroep
op het gelijkheidsideaal van de verlichting en het men- Ferninistisclre geschiedenis van de
senrechten vertoog. Het idee dat vrouwen als een sociale fitosofie
groep collectief onderdrukt worden door het patriarchaat
vormde vanaf de begin jaren 70 van de vorige eeuw veelal Tijdens het symposiurn Dìversífying Philosophy' Recent
de basis voor politieke actie. Het idee van een 'universeel Trends in Feminíst Thougþt dat als samenwerking tussen
mens-zijn'vormt nog steeds een cruciale strategie binnen de OZSW en de [APh recentelijk aan de VU plaatsvond,
het feminisme. Waar deze in eerste instantie werd inge- stelde Karen Green dat het voor de ontwikkeling van de
zet ten behoeve van de belangen van blanke, westerse feministische filosofie niet alleen belangrijk is om naar
vrouwen uit de middenklasse, staat het mensenrechten voren te kijken - een toekomst voorbij het fallogocen-
vedoog vandaag de dag centraal op de agenda van het trisme - maar dat juist ookhistorische feministische den-
mondiale feminisme. Hoewel het politieke belang van kers kunnen bijdragen aan actuele theorievorming. Haar
het mensenrechten vertoog en gelijkheidsfeminisme niet opmerking duidt naar mijn idee onmiddellijk het belang
onderschat moet worden, kan tegelijkertijd niet ontkend van de studie naar de geschiedenis van de feministische
worden dat deze voor lange tijd niet inclusief zijn geweest filosofie. Wat betekent het denken van bijvoorbeeld
en gekarakteriseerd worden door westerse waarden. Bin- Flipparchia, Tullia d'Aragona, Laura Cereta, of Dorothea
nen het postkoloniaal feminisme staat het doordenken Christiane Erxleben-Leporin vandaag voor ons? De an-
van hiërarchische koloniale machtsverhoudingen en de dere belangrijke inzet van feministische filosofen om on-
rol die genderverhoudingen daarin spelen centraal. Het derzoek te doen naar de geschiedenis van het denken is
uitgangspunt is het bewagen en aan de kaak stellen van hetherschrijven en hervormen van de filosofische canon-
de eurocentrische blik, waarbinnen westerse noties van Vrouwelijke denkers werden woeger uitgesloten van offi-
bevrijding en vooruitgang domineren en die niet-westerse ciële onderwijsinstellingen en op een enkeling na, zijn ze
vyouwen portretteert als slachtoffers van onwetendheid niet opgenomen in de traditionele alom vertrouwde ca-
I
l 54 en restrictieve culturen en religies. Zo beargumenteert non. Aan de onbekendheid van wouwelijke filosofen wil-

l
Toewijding en waardering I Drs. Perer <je wi*d

len feministen, die zich bezighouden met de geschiedenis ik me iedere keer opnieuw dat ik hun denken nodig heb
van de filosofie, een einde maken. Hun succes Taat zich om bij de tijd te blijven.
aflezen van al die initiatieven om het filosofische onder-
wijs curriculum meer inclusief te maken. Nathanja van den Heuvel

Met het uitlichten van feministisch materialisme, post-


koloniaal feminisme en feministische geschiedenis van Citaten
de filosofie, heb ik getracht iets van de rijkheid van het
feministische archief weer te geven en inzicht te bieden Barad, K. (2003). "Posthumanist Performativity: To-
in het belang van feministische filosofie voor de kriti- ward an Understanding of How Matter Comes to
sche evaluatie van concrete ongelijkheden. Mijn keuze Matter". In: Signs: Journal of Women in Cukure and
voor de besproken gebieden komt ook voort uit een Society, 28(3), 801--831.
zekere hoop op een meer inclusieve filosofiepraktijk. Colebrook, C. (1997). Is sexual dífference aproblem. Socíal
Naast het belang van het herdenken van filosofische S (2), 1-61,-L7 4.
emíoti c s, 7

vooronderstellingen, deel ik het belang van wat Iris Van Colebrook, C. (2004). "Postmodernism is a humanism:
der Tuin in haar recente b oek Generational Feminî.st: New Deleuze and equivocity". In: Women: A Cukural Re-
Materíalist Introductíon to a Generatíve Approach (van der view, t5(3),283-307.
Tuin, 2015) maar ook elders 'generationeel feminisme' Dolphijn, R., & Tuin, I., Van der. (2012). New Materia-
heeft genoemd. Met de term problematiseett ze enet- Iism: Interviews & Cartographíes. Open Humanities
zijds het denken in termen van feministische golven en Press.
de breuken die het veronderstelt tussen huidige en femi- Haraway, D.J. (1988). "Situated Knowledges: The Sci-
nistische denkkaders uit het verleden, anderzijds wijst ence Question in Feminism and the Privilege of
ze op het generatieve aspect van feministische theorie- Partial Perspective". In: F emíní st S tudies, 1-4(3), 57 5 -
vorming. Met dit laatste doelt ze op een affirmatieve le- 599.
zingvan teksten, i.e. een lezing die kritiek niet schuwt, Mohant¡ C.T. (2015). "Under Western Eyes: Feminist
niet omwille van kritiek zelf, maar ten behoeve van de Scholarship and Colonial Discourses". In: Feminíst
creatie van iets nieuws. Ik kom vaak in opstand tegen Review,30(1),61-88.
mijn intellectuele moeders, maar tegelijkertijd realiseer Als de term toewijding valt, dan komen al snel beelden

Toewijdi ng en waa rderi ng


Drs. Peter de Wind

bij je op over belangeloze zorgvan een arts of verpleeg- iets voor die persoon te willen betekenen. Iemand voelt
kundige en liefdevolle zorgvoor iernand door de partner, zich niet geroepen door plichtsbesef van buitenaf opge-
familieleden, kennissen of buren. In de belangeloze zorg legd, maar handelt vanuit een innerlijke drang om iets te
vergeet de hulpverlen er zíchzelf en zijn inzet. Toe gewij de kunnen betekenen voor die selectieve ander.
zorg houdt in dat de hulpverlener diens eigenbelang, ei- Maar er zit een ander aspect aan toewijding waar
genmachtigheid en persoonlijke gewichtigheid helemaal
opzq zet. Dat wil zegger' geen aandacht hebben voor de
eigen zelfstandigheid.l Door het vergeten van de eigen Peter de Wind (1947) studeerde filosofie aan de Univer-
zelfstanðtgheid wordt de weg wijgemaakt om de aan- siteit van Amsterdam. Ruim jo jaar heeft hij de vakken
dacht onvoorwaardelijk te richten op de ander, van wie maatschappijteer, [evensbeschouwing en fitosofie ge-
een appèl uitgaat en men zich daardoor geroepen voelt doceerd op de middetbare schoot. 55

You might also like