Professional Documents
Culture Documents
Herhaling les
- verschillende possisionaliteit onderzoekers en disciplines doorheen lessen
- kennen pp + notities + artikels algemeen argument, auteur en achtergrond -> dus alle nog lezen
- schriftelijk: 4 kleine vragen en 2 grote open vragen
-> kleine op 8 punten, grote op elke 6 en stelling+vb+voor en na delen, toepassen en linken tussen
lessen
Les 1:
- Sekse/gender = natuur/cultuur
- Vanwaar komt “gender”?: Oorsprong concept, term door Money bij studie
interseksekinderen kan niet biologisch in vakje stekken, cultuur bepaald –kind als tabula rasa,
Stoller: genderidentiteit, ontwikkeld verder, psychologische
-> geen feministen, afwijkende kinderen op het normatieve pad in binair patroon
- Introductie van gender in feministisch denken: Al vroeger feministisch werk over
man/vrouw als culturele constructie ook zonder term al lang bezig (Mead, De Beauvoir)
-> Introductie van gender in feministische literatuur in jaren 60-70 (Millet, Oakley): “de
onderdrukking van de vrouw”
- Jaren 80: doorbraak van concept gender: Invraagstelling van categorie vrouw door zwarte
en lesbische feministes (wrm vrouwen dan nog onderdrukt), Invloed van poststructuarlisme
en deconstructiedenken
-> Scott: gender als een analytische categorie om machtsrelaties te analyseren op meerdere
niveau’s
-> Butler: gender als performance; iets dat hebt en naar buiten brengt naar het performen
van gender creëert de illusie van een substantie; gender produceert sekse
-> Fausto-Sterling: mulitpliciteit van seksen, 5 seksen
- Nu: kritiek op rigiede oppositie natuur/cultuur; sekse/gende, is interactie tussen beide
vragen: John Money zag een kind als een “tabula rasa”. Wat betekent dit? / met haar boek
“seks, gender and society” wou Ann Oakley het belang van nurture aantonen. Leg uit. / Joann
Scott stelt dat gender als een analytische categorie moet gebruikt worden. Wat bedoelt ze
hiermee? Wat beoogde ze hiermee? Wat zijn volgens jou de voordelen van een dergelijke
benadering?
Les 2:
- Wat is diversiteit? Sinds wanneer aandacht hiervoor?: minder theoretische achtergrond, uit
belang sociale bewegingen jaren 60, single unit, i ding focussen identiteit -> kan niet alles
zien, intersectionaliteit
- Ontstaan van intersectionaliteit: Theoretisch perspectief, intersectionaliteit want bepaalde
vormen onderdrukking niet los van elkaar (Crenshaw), Black feminism en feminism of colour:
intersecties van gender, ras en klasse
- Kernideeën van intersectionaliteit: Kruisende identeiten/posities; raamwerk voor het
analyseren van de manier waarop meerdere sociale locaties en identiteiten elkaar informeren
en vormen, Rol van privileges: mannelijkheid (Connell: mannen “hegemonic masculinities”),
witheid (Wekker)
-> wat is intersectionaliteit: benadering, iets dat je bent, iedereen zijn identiteit zo, manier
meerder identiteiten gaan bekijken, eerst marginale maar ook privileges gaan bekijken
- Controverses in intersectionaliteit (Lutz): (1) Welke verschillen zijn belangrijk? (2)
Gender en diversiteit les 11
categorieën ‘ras’ en ‘klasse’, (3) Wat is intersectionaliteit dan?, is het een modewoord,
constructie, methode
-> bouwt verder op feministische studies
- Intersectionaliteit als een methode:
-> Standpunttheorie: “situated knowledges’’ (Haraway) en “strong objectivity”
buitenstaanders kunnen sterker objectiviteit geven wegens meer in vraag kunnen stellen
vanuit minderheid (Harding)
-> MacKinnon: “Doing intersectionality”: analytisch werken : aspect van macht
(onderdrukking vs privilege), interactie macro-micro niveaus, id aan structurele principes
-> “Turning the mirror of privilege”: ook normen onderzoeken (heteroseksualiteit, witheid,...)
- Intersectioneel model (De Vries) kan alles op zoveel manierne bekijken, kies een standpunt,
nooit absoluut
vragen: Welke drie controverses bespreekt Helma Lutz m.b.t. het concept
intersectionaliteit? Wat betekent “Hegemonic masculinity” (Raewyn Connell)? Wat is de rol
van standpunttheorie wanneer men intersectionaliteit als methode toepast? Geef twee
voorbeelden
Les 3:
- Niveaus van intersectionele analyse (Anthias): organisatie (structuren), representaties
(discours), intersubjectieve relaties (praktijken), ervaringen (narratieven)
- Voorbeeld van Rwanda:
-> Raciale stereotypering tijdens koloniale overheersing; discriminatie en brutaal geweld op
basis van etniciteit na de onafhankelijkheid en tijdens de genocide; Tutsi vrouwen als doelwit
be/voor oordeelt
-> Post-genocide project van nationale eenheid, modernisering en gendergelijkheid (Public
relations of echte transformaties? Werkt niet echt Voortdurende genderdiscriminatie van
jonge Rwandese vrouwen, Aanhoudende etnicisering van de seksuele politiek in Rwanda)
- Voorbeeld van Zuid-Afrika: ideaal gelijkheid jaren 90, Geschiedenis van raciale apartheid,
het oprichten van een geünifieerde natiestaat (gelijke rechten voor ieder ingeschreven in de
wet maar voortdurende discriminaties en ongelijkheden op basis van ras, gender, klasse en
seksualiteit, correctieve verkrachting; black/pinkwashing homofobia is iets zwart, idee door
kolonisatie, pink enkel witten tegen homophobia)
- Narratieven van geleefde ervaringen die de positionaliteit van individuen belichten en zowel
de reproductie van structurele machtsdynamieken (via representaties of intersubjectieve
relaties) tonen als momenten van verzet. Ras vs etniciteit?
vragen: wat wordt bedoel met blackwashing homopobia in de context van correctieve
verkrachting in zuid-afrika? Welke niveaus van intersectionele analyse onderscheidt Floya
Anthias? Geef twee voorbeelden (waarvan 1 uit de les) van hoe je dergelijke analyse op
meerder niveau kan uitvoeren?
Les 4:
- Wat zijn schadelijke culturele praktijken (HCP)? Term gebruikt in internationale verdragen
(VN), Vaak focus op FGC
-> spanning universalisme en relativisme, witte vrouw niet akkoord met praktijken, focus niet
westers is neo imperialistisch
- Kritieken: oriëntalistisch/neo-imperialistisch door focus op niet-Westerse of
“ontwikkelingslanden”: Wie heeft het recht tot het benoemen van praktijken als HCP?,
Gender en diversiteit les 11
campagnes voor de uitroeiing van Female Genital Cutting imperialistisch noemen? Hoe kan
hedendaagse kritiek op queer studies? Hoe kan er volgens jou een antwoord geboden
worden op deze kritiek?
Les 6:
- altijd kritiek van groep die zich niet gerepresenteerd voelen
- Disability studies: een interdisciplinair studieveld dat de kijk op disability as individueel
deficiet of defect in vraag stelt, activistisch wegens mensen reduceren tot abnormaliteiten
- VS: mensen afzondern, study of deviance, Goffman normativiteit vs abnormativiteit
(Asylum, Stigma), Becker label geven + en - (Labeling); Burgerrechtenbewegingen:
emancipatie, zien zichzelf als minder, stem van mensen met een beperking; disability als
sociale minderheid , als 1 groep gaan zien terwijl in Eu als allerlei aparte groepen gaan zien,
geeft kracht politiek (Hahn): “Nothing About Us Without Us”; Academische
institutionalisering: Society of Disability Studies
- VK: Union of the Physically Impaired Against Segregation (Oliver)
- Ontwikkeling van sociaal model: beperking en wat er sociaal bij komt, impairment vs
disability; indivdiueel vs sociaal; mensen met beperking vs mensen zonder beperking, als
groep benadeeld; Sterktes: impact van samenleving, zelfwaardegevoel; tekortkomingen:
verstandelijke beperking, psychische kwetsbaarheid, impact van beperking in dagelijkse
leven, utopie, niet alles bij samenleving leggen, beperkingen uit het oog verloren, specifieke
belevingen rekening meer houden ...
- Wat keert terug: studies van disability is sociaal, interdisciplinair, ligt in grondslagen van
samenleving, niet waardenvrij, participatief -> kan bij alle lessen
vragen: wat zijn de voor en nadelen van het sociaal model in disability studies? Waarom is
participatie zo belangrijk in het veld van disability studies? Illustreer met een voorbeeld
Les 7:
- belang termen bij alle studies, connotatie, reclaimen
- Vanwaar komt de term “trans” en hoe evolueerde ze? Nieuwe termen en jaren 60
genormaliseerd
-> Hirschfeld: termen “travestiet” (1910) en “transseksueel” (1923)
-> Benjamin (jaren 60), normalisering van transseksualiteit, “geslachtsaanpassende chirurgie”
-> Trans als illustratie van sociale constructie van gender, connectie ontwikkeling notie gender
(Money, jaren 60 en 70)
-> TERFS, anti-inclusion feminism (jaren 70 en 80) (Raymond, Jeffries) binnen bevrijdende
bewegingen ook nog onderdrukking op vlakken toegelaten, anti inclusion feminisme en trans
-> Queer studies & gender studies (jaren 90): term transgender; ontstaan van transstudies
(Stone, Hines), normatief en geaccepteerd
- Huidige visies: 4 componenten van “sexual identity”: assigned sex, gender identity, sexual
orientation, gender role -> hoeven niet samen te vallen, verschillende combo’s mogelijk
-> fases in gender in de ontwikkeling, gendervariantie bij kinderen, non-binariteit en fluïditeit
als paraplubegrip (genderqueer, agender, gender non-conforming enz.) kan ook op latere
leeftijd, fluïditeit en non binair meer op
- Transgenderzorg: gender clinics, pathologisering, eerste transgenderzorg, nu gender-
affirmerende behandeling, in zorg nieuwe termen
- Juridische verankering: Transwet (2007 en 2017: gebaseerd of zelfdeterminatie), Non-
discriminatie (2008, 2014: genderidentiteit en genderexpressie als beschermende gronden)
- Socio-politiek trans onderzoek: Taal: veranderende terminologie, labels, vb. Transseksueel,
Gender en diversiteit les 11
stap vooruit voor de aanvaarding van trans personen.” Ben je het eens of oneens met de
stelling? Leg uit waarom. Schets de verschillende fasen in de genderidentiteitontwikkeling bij
een kind. Leg uit waarom het belangrijk is om aandacht voor genderdiversiteit te
mainstreamen in onderzoek?
Les 8:
- State of the art Gender & Migratie studies: van onzichtbaarheid vrouwen en passiviteit
(jaren 60-70 algemene visies over vrouwen, 1 weg naar emancipatie -> identiteit speelt mee),
naar nadruk op zelfbeschikking, bevrijding (jaren 70-80) naar aandacht voor complexe
intersectionele identiteit (vs idee van migratie als eenduidig pad naar gendergelijkheid) (jaren
90-2000)
- Kritische bedenkingen m.b.t. onderzoek naar (huwelijks)migratie: geen data maar agency,
negatieve discours in hand, stigma in vraag kloppen niet
- Stigmatiserend discours over migranten(vrouwen): gendered (vrouwelijke reproductieve
migrant), homogeniserend (één groep) en culturaliserend (houden vast aan tradities)
- Theoretisch raamwerk: “Gendered Geographies of Power” (Mahler & Pessar) : ervaring,
agency en aspiraties, Genuanceerde genderanalyse van migratie (ervaringen en aspiraties);
Agency: Cognitieve (aspiraties, verbeelding) en creatieve (plannen) dimensies naast
substantiële vorm, het navigeren binnen bestaande structuren, eerder dan weerstand te
bieden aan die structuren of deze te proberen veranderen, verzet (Mahmood); -> vanuit
verschillende aspecten, verder dan verzet kijken, hoe navigeren binnen bestaande structuren,
iedereen doet
- Drie bouwstenen:
-> geografische schalen: multilevel, micro-meso-macro analyse en ruimtelijk perspectief
-> sociale locatie: sociale ordeningsfactoren die elkaar versterken
-> power geometry (Massey) en ‘social agency’: graad van (onder)handelen of navigeren
binnen beperkende sociale structuren met oog op het verbeteren van je situatie (Constable)
vragen: Formuleer enkele kritische bedenkingen m.b.t. onderzoek naar migratie zoals het
vandaag de dag vaak plaatsvindt. Analyseer aan de hand van het codeerschema van Miri
(2013) de volgende casus... (codeerschema wordt meegegeven)
Les 9:
- Secularisering en ‘religious agency’: Secularisme en post-secularisme (Taylor, Habermas),
“Religious agency”: Mahmood, “Politics of piety”; Avishai: “doing religion’: gaat voorbij aan
tegenstelling conformisme vs. agency als subversie -> religie blijft een invloed hebben, binnen
religie wel agency
- Islamofobie als vorm van racisme, ras en migratie sluiten erop aan:
-> Verbinding ras-religie, “the Muslim question”
-> Processes van racialisering: homogeniseren van Moslims, “unity of the gaze” (Garner &
Gender en diversiteit les 11