Professional Documents
Culture Documents
NORMAAL GEVAARLIJK
Onderdeelnummer 67559 67560-1
Nominaal vermogen 5.5 kw 5.5 w
Nominale koppel 36 Nm 36 Nm
Rendement IE3 IE3
Aantal fasen 3 3
Polariteit 4P 4P
Spanning 400V 400V
Frequentie 50 Hz 50 Hz
Index van bescherming IP66 IP66
Isolatieklasse F F
Encodertype Toenemend Toenemend
Encoder-kenmerken 5V, RS422 (TTL), 1024 PTS 5V, RS422 (TTL), 1024 PTS - IP66 / 67
Encoder-verbinding 12-pin-connector 10 m kabel - loszittende afleidingen
Aftapplug-positie Aandrijfzijde met stekker N/A
Thermische beveiliging 2 aftakassensoren in serie 3 Ptc sensors in series
Ongeveer Gewicht 236 lbs (107 kg) 304 lbs (138 Kg)
Exacte verhouding 12.7 12.7
Uitgangsas Spieas Spline
Type smeermiddel PAO ISO VG 150 PAO ISO VG 150
Smeermiddel aantal 4.5 liter (voorgevuld) 4,8 liter (voorgevuld) + Container van 1 liter
Type hoofdkabelwartel 2 x m25 + 1 x m16 met stekkers 1 x m25 + 1 x m20 met stekkers
Hijspunten 4 x Hijsoog - Gegoten 4 x schroefdraadgaten - 3 x hijsoog gemonteerd
98179
POMPMODEL GEMONTEERD IN USA
SERIENUMMER MFGR DATE
Definities
1. Pompmodel - Geconfigureerd pompmodelnummer
2. Samengesteld in - Land van montage
3. Serienummer - Serie-identificatienummer
4. MGFR-datum - Fabricagedatum
5. AVG W.P - Gemiddelde pompwerkdruk (treedt op bij of nabij deadhead)
6. Max WP - Maximale werkdruk pomp
7. Omgevingstemperatuur - Toelaatbaar omgevingstemperatuurbereik
Viton® is een geregistreerd handelsmerk van de Chemours Company Hytrel® is een geregistreerd handelsmerk van de DuPont Company Loctite® is een geregistreerd handelsmerk van Henkel
Corporation Santoprene® is een geregistreerd handelsmerk van Celanese ARO® is een gedeponeerd handelsmerk van Ingersoll-Rand Company
Natte delen
A - Aluminium
C - Gietijzer
S - Roestvrij staal
Poort
F - ANSI / DIN hybride flens
Zitting
A- Santoprene®
F- Aluminium
H- 440 SST
S- 316 SST
Ball
A- Santoprene®
S- 316 SST
T- PTFE
V- Viton®
Membranen
A - Santoprene®
T - PTFE
Pompcarter
C - Gietijzer
Pomp ingangsas
S - Geïntegreerde spieas
Balg
V - Viton®
Motor
0 - Geen Motor
A - Gewone Motor
B - Gevaarlijke Motor
Aandrijving
0 - Geen
C - 380 - 500V, 50/60 Hz, Gewone aandrijving
D - 380 - 500V, 50/60 Hz, Gewone aandrijving
Revisie
A - Revisie
Speciaal testen
Pompen die speciale tests vereisen, hebben een apart regelitem op de Inkooporder
OPMERKING: Alle mogelijke opties worden in het schema weergegeven, maar bepaalde combinaties worden mogelijk niet aanbevolen.
Raadpleeg een vertegenwoordiger of de fabriek als u vragen hebt over de beschikbaarheid.
y Dompel zo mogelijk het uiteinde van de uitlaatslang, ernstig letsel of materiële schade ontstaan. Geen
de uitgifteklep of het apparaat in het materiaal dat pompen die gevaarlijke materialen bevatten aan de
wordt afgegeven. (Vermijd vrije doorstroming van fabriek of het servicecentrum retourneren. De wijze
materiaal dat wordt afgegeven.) van omgaan met dergelijke stoffen moet voldoen aan
y Gebruik slangen met een ingebouwde statische draad. de plaatselijke en nationale wetten en aan de veil-
y Zorg voor een goede ventilatie. igheidsvoorschriften.
y Houd ontvlambare materialen uit de buurt van hitte, y Vraag de leverancier om gegevens over de veiligheid
open vuur en vonken. van materialen (chemiekaarten), zodat u over de
y Houd vaten gesloten wanneer deze niet worden gebruikt. juiste instructies beschikt voor het omgaan met
WAARSCHUWING Overmatige vloeistofdruk die door de dergelijke stoffen.
pomp wordt ontwikkeld, kan persoonlijk letsel, WAARSCHUWING EXPLOSIEGEVAAR. Modellen met onder-
schade aan de pomp of materiële schade veroorzaken. delen van aluminium, die aan de te verpompen vloe-
y De door de pomp ontwikkelde vloeistofdruk over- istof worden blootgesteld, mogen niet in combinatie
schrijdt niet het maximum zoals vermeld op het type- met 1-1-1-trichloorethaan, methyleenchloride of
plaatje van de pomp. andere gehalogeneerde koolwaterstofoplosmiddelen
y Zorg ervoor dat materiaalslangen en andere compo- worden gebruikt, die daarmee kunnen reageren.
nenten bestand zijn tegen de vloeistofdruk die door y Controleer pompcartergedeelte, PRV-gedeelte, olie-
deze pomp wordt ontwikkeld. Controleer alle slan- modulegedeelte, vloeistofdoppen, spruitstukken en
gen op beschadiging en slijtage. Zorg ervoor dat het alle bevochtigde onderdelen om de compatibiliteit te
verdeeltoestel schoon is en goed werkt. verzekeren alvorens met oplosmiddelen van dit type
WAARSCHUWING INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE COMPO- te gebruiken.
NENTEN VOOR GEVAARLIJKE TOEPASSINGEN. WAARSCHUWING IS TOEPASSINGSGEVAAR. Geen modellen
y Pompen die zullen werken in omgevingen die zijn gebruiken die bevochtigde aluminium delen bevatten
gedefinieerd als 'gevaarlijke locaties' mogen alleen met voedselproducten voor menselijke consumptie.
worden geïnstalleerd, aangesloten en ingesteld Verzilverde onderdelen kunnen sporen van lood bev-
door gekwalificeerd personeel met kennis en begrip atten.
van beschermingsklassen, voorschriften en voor-
zieningen voor apparatuur in gevaarlijke gebieden,
voor de regio waar de pomp zal werken, omdat deze
voorschriften en bepalingen, samen met de definitie
van wat gevaarlijke gebieden zijn, verschilt per locatie.
4. ALGEMENE BESCHRIJVING
4.1. Inleiding 4.2. Opslag
De elektrische membraanpomp uit de EVO-serie biedt Plaats de apparatuur in een schone, droge ruimte, bescher-
een unieke combinatie van voordelen op de markt voor md tegen schokken, trillingen, extreme temperaturen en in
verdringerpompen. Het beschikt over een breed scala aan een omgeving met een relatieve vochtigheid van minder dan
materiaalcompatibiliteitsopties, levering van hoge volumes, 90%
secundaire insluiting, de mogelijkheid om volledig deadhead Raadpleeg de fabrikant bij opslag langer dan zes maanden.
te zijn en is efficiënt en intelligent. De pomp werkt volgens
het principe van het omzetten van roterende beweging 4.3. Uitpakken
van een AC-inductiemotor in lineaire heen en weer gaande De geleverde artikelen variëren afhankelijk van de product-
beweging om een membraan aan te drijven. De motor is configuratie. Zorg ervoor dat de geleverde artikelen en de
direct gekoppeld aan een roterende excentrische krukas gegevens op het typeplaatje overeenkomen met de order-
om drijfstangen en zuigers aan te drijven die op hun beurt bevestiging.
drie onafhankelijke membranen aandrijven. Er worden drie Controleer de individuele verpakking en het product visueel
membranen gebruikt om te zorgen voor minder pulsatie en op schade veroorzaakt door onjuiste behandeling tijdens
geluid voor een soepelere en betrouwbaardere stroming. verzending.
De pompwisseling begint wanneer een bepaald toerental LET OP: In geval van schade, meld de schade bij het trans-
wordt geleverd aan de frequentieregelaar (VFD). Naarmate portbedrijf en neem daarna contact op met de IR-distribu-
de tegendruk toeneemt, zal de pomp de snelheid verlagen teur.
totdat de maximale leidingdruk is bereikt (dispenserapparaat
gesloten). De pomp hervat de stroom wanneer de tegendruk OPMERKING
wordt weggenomen. Om de rechten van de consument te beschermen, gelieve het la-
bel intact te houden op de motor, pomp en aandrijving.
LUCHTSTROOM
4” (100 mm)
VOOR LUCHTSTROOM
Afbeelding 4
Olie-expansietank
Ontluchtingspoort
Ontluchtingspoort
Afbeelding 5
3-fasige
stroomtoevoer 91 (L1) (U) 96
92 (L2) (V) 97
93 (L3) (W) 98
95 PE (PE) 99
Motor
Schakelmodus
88 (-)
DC-bus voeding
89 (+)
10 V DC 24 V DC (R+) 82 Remweerstand
15 mA 130/200 mA
50 (+10 V UIT)
+10 V DC + - + - (R-) 81
S201
0/-10 V DC tot
53 (A IN)
1 2
ON
+10 V DC Relais 1
ON=0/4–20 mA
0/4–20 mA 03
S202 OFF=0/-10 V DC
0/-10 V DC to
1 2
ON
54 (A IN) to +10 V DC 240 V AC, 2 A
+10 V DC 02
0/4–20 mA
55 (COM A IN) 01
Relais 21)
12 (+24 V UIT) 06
240 V AC, 2 A
13 (+24 V UIT) P 5-00 05
400 V AC, 2 A
24 V (NPN)
18 (D IN) 04
0 V (PNP)
24 V (NPN)
19 (D IN) 0 V (PNP) (COM A OUT) 39 Analoge uitgang
0/4–20 mA
(A OUT) 42
20 (COM D IN)
24 V (NPN)
27 (D IN/UIT) 0 V (PNP) S801
24 V AAN = Beëindigd
1 2
ON
UIT= Openen
0V 5V
24 V (NPN)
29 (D IN/UIT )1) 0 V (PNP)
24 V
S801 0V
0V
RS485 (N RS485) 69 RS-485
24 V (NPN) interface : Chassis
32 (D IN) 0 V (PNP)
– (P RS485) 68
: Aardedraad
24 V (NPN)
33 (D IN) 0 V (PNP) (COM RS485) 612) : PE
: Aardedraad 1
37 (D IN)1)
: Aardedraad 2
OPMERKING: Uitbreekpoorten in grijs gearceerd zijn al voorgeboord aangezien de VFD uit de fabriek komt.
Afbeelding 7
6.4. Stroombedrading
6.4.1 VFD - Bedrading voor ingangsvermogen
y Bepaal de grootte van de bedrading op basis van de ingangsstroom van de omvormer (zie pagina 3). De maximale kabel-
doorsnede, volgens tabel 8.1.4 uit de VFD-handleiding, is 4 mm^2 (12 AWG).
y Houd u aan de lokale en nationale elektrische voorschriften voor kabelafmetingen.
y Kabelwartels moeten worden gekozen om overeen te komen met de kabeldiameter en om de IP-/Nema-classificatie van
de VFD te behouden.
y Sluit de driefasige AC-ingangsstroombedrading aan op de klemmen L1, L2 en L3.
y Aard de kabel volgens de aardingsinstructies, zie 4.3 Aarding en 4.5.1 Aarding van de kabelafscherming in de VFD-handleiding.
y Wanneer gevoed door een geïsoleerde netbron (IT-net of zwevende delta) of TT / TN-S-net met een geaarde poot (geaarde
delta), zorg er dan voor dat parameter 14-50 RFI-filter is ingesteld op [0] Uit. Deze instelling voorkomt schade aan de
DC-tussenkring en vermindert de aardcapaciteitsstromen in overeenstemming met IEC 61800-3.
6.4.2. VFD - Uitgangsmotorbedrading
y Gebruik afgeschermde kabels.
y Bepaal de grootte van de bedrading op basis van de vollaststroom van de motor (zie pagina 4). De maximale kabel-
doorsnede, volgens tabel 8.1.4 uit de VFD-handleiding, is 4 mm^2 (12 AWG).
y Kabelwartels moeten worden gekozen om overeen te komen met de kabeldiameter en om de IP/Nema-classificatie van de
VFD te behouden.
y Houd u aan de lokale en nationale elektrische voorschriften voor kabelafmetingen.
y Strip een deel van de buitenste kabelisolatie.
y Plaats de gestripte draad onder de kabelklem om mechanische bevestiging en elektrisch contact tussen de kabelafscherm-
ing en aarde tot stand te brengen.
y Sluit de aarddraad aan op de dichtstbijzijnde aardklem in overeenstemming met de aardingsinstructies, zie paragraaf 7.2
voor aarding.
y Sluit de bedrading van de driefasige motor aan op klemmen 96 (U), 97 (V) en 98 (W).
y Sluit geen start- of poolomschakelapparaat (bijvoorbeeld een Dahlander-motor of asynchrone sleepringmotor) aan tussen
de omvormer en de motor.
y Zorg ervoor dat 2 fasen worden omgekeerd tussen de VFD en de motor (zoals weergegeven in het onderstaande schema)
om de juiste draairichting van de motor te garanderen. Als de motorrichting niet correct is aangesloten, wordt VFD Alarm
61 (Terugkoppelingsfout) uitgeschakeld bij het opstarten. Als dit gebeurt, verwissel dan twee fasen, reset het alarm en
start de motor opnieuw.
MOTOR VFD
91(L1)
96(U)
U1
U2
97(V)
92(L2)
V2
V1
3-FASIGE
VOEDINGSINGANG
93(L3)
98(W)
W1
W2
99(PE)
95(PE)
M
A
L1 I
N
91 L2 S
RELAIS 1 RELAIS 2
92 L3
93
+D
C
BR
-B
M
99 U OTOR V W
99
Netingang, motor en aarding voor basisaandrijvingen. Daadwerkelijke configuraties verschillen per unittype en optionele uitrusting
Afbeelding 8
Pin 19 op VFD
(Digitale invoer)
Lekdetectiemembraan 2
Wit
Rood Pin 13 op VFD
Zwart (24V DC)
Pin 20 op VFD
(Gemeenschappelijk)
Lekdetectiemembraan 3
Wit Pin 32 op VFD
(Digitale invoer)
Rood
Zwart
OPMERKING: Dezelfde lekdetectiesensor wordt gebruikt voor zowel gewone als gevaarlijke toepassingen.
y De Lekdetectiesensor wordt geleverd met een kabellengte van 2 m met losse loodverbindingen. Het wordt aanbevolen
om leksensorkabels te combineren in een enkele laagspanningskabelbundel om naar de VFD te sturen.
y Het wordt ook aanbevolen om de lekdetectie te installeren zoals hieronder getoond om bij te houden welke lekdetectie
overeenkomt met elk membraan, aangezien de VFD zal aangeven welke lekdetectie is geactiveerd. Lekdetectie #1 komt
overeen met de laagste cilinder met de signaaldraad verbonden met digitale ingang 18 van de VFD.
Lek detector
locatie #3
Lek detector
locatie #1
Lek detector
locatie #2
Afbeelding 9
Thermische PTO-schakelaars
(Geïnstalleerd op motor)
Pin 20 op VFD
(Gemeenschappelijk)
Pin 33 op VFD
(Digitale invoer)
Pin 12 op VFD
(+24 V UIT)
NOODSTOP
Pin 37 op VFD
(Digitale invoer)
Aandrijving
+24 V 12
+24 V 13
D IN 18
D IN 19
COM 20
D IN 27
D IN 29
D IN 32
D IN 33
D IN 37
+10 V 50
+10V 50 +10 V 50
+ + A IN 53 ≈ 5kΩ
A IN 53 A IN 53
A IN 54
A IN 54 A IN 54
COM 55
COM 55 COM 55
- - A UIT 42
A UIT 42 A UIT 42 4-20mA
0–10 V COM 39
COM 39 COM 39
OPMERKING: Analoge snelheidsregeling kan alleen worden gebruikt als de VFD in de 'Auto On'-modus staat.
Aandrijving
+10 V 50
A IN 53 ≈ 5kΩ
A IN 54
COM 55
A OUT 42
COM 39
U-I
A54
61
68 +
RS485
69 _
OPMERKING: Pas de conversiefactor van de unit aan voor de geselecteerde unit die is opgegeven in parameter 030 om de
maximale waarde voor parameter 032 te berekenen volgens de bovenstaande formule.
* Unitconversiefactorwaarden zijn bij benadering en zijn afhankelijk van de tegendruk.
Lekdetectiemembraan 1
(Digitale invoer)
Wit
Rood
Zwart
Pin 19 op VFD
(Digitale invoer)
Lekdetectiemembraan 2
Wit
Rood
Zwart
Pin 32 op VFD
(Digitale invoer)
Lekdetectiemembraan 3
Wit
Rood Pin 13 op VFD
Zwart (24V DC)
Pin 20 op VFD
(Gemeenschappelijk)
OPGELET Sluit de 'Logic Out' (pin 10) van de MCB 112-kaart niet aan op de digitale ingangspin 33
van de VFD. De digitale ingangen op de VFD zijn geconfigureerd voor NPN en zijn niet compatibel met
de logische uitgang van de PTC-thermistorkaart.
y De gevaarlijke motor is geïnstalleerd met thermische 3 PTC-sensoren in serie. De PTC-sensoren moeten worden aang-
esloten op de klemmen T1 en T2 op de MCB 112 PTC-thermistorkaart die is geïnstalleerd in de optie A-sleuf van de VFD.
Deze kaart wordt voorgeïnstalleerd geleverd wanneer de gevaarlijke VFD-optie wordt besteld.
y Zorg ervoor dat T37 (veilige stop) van de MCB 112 thermistorkaart is aangesloten op pin 37 op de VFD, zoals hieronder
weergegeven. Als er een noodstop op deze unit is geïnstalleerd (aanbevolen), moet deze in serie worden geschakeld
tussen deze klemmen, zoals weergegeven. Bovendien, wanneer een noodstop in serie staat met de uitgang van de
PTC-thermistorkaart, kan de 'Safe Torque Off' digitale ingang (pin 37) worden geactiveerd door ofwel de thermische
PTC-sensor of de noodstop (Alarm 68).
y Houd er rekening mee dat de optie A-sleuf niet beschikbaar is voor veldbuscommunicatiekaartopties voor pompconfigu-
raties voor gevaarlijk gebruik.
MS 220 DA
.com
WAARSCHUWING:
ZIE HANDLEIDING VOOR AANVULLENDE INSTRUCTIES.
ε II (2) G [Ex e] [Ex d] [Ex n]
II (2) D [Ex tb][Ex tc] 10 20-28 VDC 10 mA
PTB 14 ATEX 3012U 12 20-28 VDC 60 mA
LOGISCHE VEILIGE STOP
X44 T1 T2 NC NC NC NC NC NC NC UIT NC T37
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
NOODSTOP
12 13 18 19 27 29 32 33 20 37
TP TP
M 3~
Afbeelding 10
PTC-sensoren zijn rechtstreeks aangesloten op de MCB 112 PTC-thermistorkaart. De uitgang van de kaart is aangesloten op klem 37. Raadpleeg hoofdstuk 7.2.2.
ONDERHOUDSAANBEVELINGEN – POMPCARTER
Onderhoudsitem Frequentie Indicatie
Olieverversing/
Elke 5.000 uur of eenmaal per jaar Gepland
filterelement
y Tijdens pomponderhoud wordt aanbevolen om de krukas handmatig te draaien om ervoor te zorgen dat deze vrij kan
draaien.
y Controleer het oliepeil in het carter door het kijkglas in de pomp. Controleer voor gevaarlijke toepassingen het oliepeil weke-
lijks.
ONDERHOUDSAANBEVELINGEN – TANDWIELMOTOR
Onderhoudsitem Frequency Indicatie
Elke 6 maanden (eerder in omgevingen met een
Condenswater aftappen
hoge luchtvochtigheid en grote temperatuur- Gepland
van motoraandrijfzijde
schommelingen)
Olievervanging Elke 25.000 uur of elke 5 jaar Gepland
Vervang afdichtingen Elke 25.000 uur of elke 5 jaar Gepland - Verversen met olie
OPMERKING: Als de IP-classificatie van de motor niet belangrijk is voor een specifieke toepassing, kunnen aftappluggen in de motor
permanent worden verwijderd.
10.1. Onderhoudskits
Raadpleeg de Modelbeschrijvingstabel om de pompmateriaalopties te controleren.
637555-XX voor reparatie van Vloeistofsectie (zie pagina 27).
67557-X voor montage van PRV-sectie (zie pagina 30).
EP20-CSVX-00-A voor reparatie van het cartergedeelte (zie pagina 32).
Materiaal luchtkap
A - Aluminium
S - Roestvrij staal
637556 voor servicekit voor pompcarterafdichtingen (zie pagina 32).
637557 voor olie- en filtervervanging (zie pagina 35).
67558 voor oliezuigerpomp (zie pagina 35).
61 Spruitstuk, Uitlaat Y (1) 98046 [A] 98070 [CI] 98085 [SS] [F] = FEP
[H] = Hytrel®
62 Spruitstuk, Uitlaat recht (1) 98043 [A] 98068 [CI] 98082 [SS]
[NEP] = Neopreen
63 Spruitstuk, Uitlaat PRV Y (1) 98042 [A] 98067 [CI] 98081 [SS]
[Ny] = Nylon
64 Spruitstuk, Inlaat recht (1) 98040 [A] 98065 [CI] 98078 [SS]
[P] = Polypropyleen
65 Spruitstuk, Inlaat PRV Y (1) 98041 [A] 98066 [CI] 98079 [SS]
[PU] = Polyurethaan
KLEURCODE
Materiaal
62 68 Membraan Kleur
MONTAGE KOPPELVEREISTEN kleur kogel
69 OPMERKING: DRAAI BEVESTIGINGSMIDDELEN Santoprene Bruin Bruin
NIET TE STRAK AAN. Santoprene Groen N/A
(Reserve)
(14) Schroef, draai vast tot 55 - 60 ft lbs (75 - 81 Nm). PTFE Wit Wit
(26, 68) Schroeven, 20 - 25 ft lbs (27 - 34 Nm).
26 (27) Bout, draai vast tot 20 - 25 ft lbs (27 - 34 Nm).
Viton N/A Geel (•)
28 67 (•) Punt
63
22 68
69 61
21
19 26
28
22
21
19
26
28 18 5
12
20 8
29
7
3
6
9 15
22
4 26
21 14 28
22
19
21 64
27
68 22
19 28
69
21
65
19
67
68
69
60
3 1 10 Santoprene
5 8
9 10
7 6 Santoprene 8
2 4
PTFE 7
Koppelreeks Aanzicht van PTFE-membraan
Afbeelding 12
GEMEENSCHAPPELIJKE DELEN
Onderdeel Beschrijving (afmeting) Aantal Onderdeelnr. Mtl
37 Klem (4) 93283 [SS]
38 Slotbout (1/4” x 20 - 6g x 1-1/2”) (4) Y84-403-T [SS]
39 Moer (1/4” - 20) (4) Y12-4-S [SS]
42 Balg, PRV (1) 97981 [T]
43 O-Ring (1/8” x 2-5/8” OD) (1) Y327-229 [V]
45 Stang, PRV (1) 97980 [SS]
47 Zuiger, PRV (1) 97979 [D]
48 O-Ring (7/32” x 2” OD) (1) Y327-326 [V]
49 Veer, PRV (1) 97978 [C]
51 Fitting (3/8” OD Leiding x 1/4” NPT) (1) 59474-160 [Ny]
184 Buizen (3/8" OD Duidelijk) (0.6 ft) 98227-XXX-X [F]
Geef de onderdelen aan die zijn opgenomen in PRV-assemblage 67557-X (40).
38
37
40
Zie detail A
59 41
39
184
41 39
59
37
37
38
66
58
55
56
57
53 54
52
46 43
47 42
49 45
50 44
MONTAGE KOPPELVEREISTEN
OPMERKING: DRAAI BEVESTIGINGSMIDDELEN
NIET TE STRAK AAN
(53) Moer, aandraaien tot 7 - 10 ft lbs (10 - 14 Nm).
(55) Bout, draai vast tot 20 - 25 ft lbs (27 - 34 Nm).
48
51
DETAIL A
Afbeelding 13
107
101
104
192
102
106
105
186
116
103 190
180
117
118
ZIE DETAIL B 114
118 A
115
124 120
Artikelen 102, 103, 107, 108, 109,110, 111
(behalve binnenring), 113, 118, 119, 120, 121, 119
124 en 125 worden samen
125 verwijderd uit artikel 101. 121 139
120
122 140
141
120 123
118 D
118 B
118 C
DETAIL B
Afbeelding 14
147
136 143
144
135
146 18 / 20
13
134
138
137 142
16
17
148
132
148
130
131
Afbeelding 15
MONTAGE KOPPELVEREISTEN
OPMERKING: DRAAI BEVESTIGINGSMIDDELEN
177 129 NIET TE STRAK AAN.
128 (129, 176) O-ring met rechte draad, vastdraaien tot 20-25 ft lbs (27-34 Nm)
(150) Schroeven, draai vast tot 8-12 ft lbs (11-16 Nm)
(174, 175) Schroeven, draai vast tot 20-30 in lbs (2.2-3.4 Nm)
(158) Plug, vastdraaien tot 45-50 ft lbs (61-68 Nm)
(179) Passend lichaam, aandraaien tot 45-50 ft lbs (61-68 Nm)
179
151
176 173
150
175 176 178 168
171 170
167 152 169
169 166
153
170 160 167
155 166 168 159
172
162
163
185 158
183 165
183
DETAIL C
126
127
189
188
187
184 181
OPMERKING: Items weergegeven in 182
carteronderdelenlijst op pagina 32.
Afbeelding 17
51.79”
(1315.4 mm)
Gewone pomphoogte
Uitlaat 3.31” 1.81”
2" ANSI / DIN (84 mm) (46 mm)
Flens
39.27” PRV
(997.6 mm) 1/8” - 27 NPT
34.03”
22.90” (864.5 mm)
(581.7 mm)
21.83”
(554.7 mm)
Inlaat
2" ANSI / DIN
5.76” 18.02” 10.37”
Flens
(146.3 mm) (457.8 mm) (263.3 mm)
29.05”
(737.8 mm) 2 PLCS 34.34”
(872.2 mm)
56.66”
(1439.2 mm)
Gevaarlijke pomphoogte
Ø 32.6”
(828.8 mm)
Afbeelding 18
16.54”
(420.2 mm) 15.81”
(401.7 mm)
0.39”
AANDRIJVING ONTKOPPELD 0.53” 8.46” (10 mm)
(13.5 mm) (215 mm) ZIE DETAIL E
5.40”
(137.3 mm) 2.82”
4.05” (71.7 mm)
(103 mm)
Ø 0.25”
0.73” (6.5 mm) Ø 0.25”
(18.5 mm) (6.5 mm)
9.11”
(231.3 mm)
7.92”
(201.2 mm)
5.75” Ø 1.03”
(146 mm) (26.3 mm)
3 PLCS Ø 0.47”
(12 mm) DETAIL E
2 PLCS
DETAIL D
2 PLCS
Afbeelding 19
45
TOTAAL ONTLADEN (2.31 FT = PSIG)
100
80% T 40
60% T 30
60 25
14 Hz
28 Hz
40% T 20
SHr
40 NP
42 Hz
56 Hz
15
70 Hz
10
84 Hz
20 20% T
0 0
0 20 40 60 80 100 120 140 160
CAPACITEIT IN US GALLON PER MINUUT
10 20
Prestaties op basis van water
bij omgevingstemperatuur.
8 16
80% T
6 12
60% T
4 8
14 Hz
40% T
28 Hz
SHr
42 Hz
NP
56 Hz
2 4
70 Hz
84 Hz
20% T
0 0
0 60 120 180 240 300 360 420 480 540 600
STROOMSNELHEID (LITER / MIN.)
Aandrijvingsbediening: Motorfrequentie ≈ Stroming Koppellimiet ≈ Afvoerkop
- Motorfrequentie (Hoofdmenu)
- Koppellimiet (Menu 4 - 16)
Er zijn twee primaire VFD-instellingen nodig om door de bedieningskaart van de pomp te navigeren. De opgedragen frequentie
regelt de pompsnelheid (stroming), en de motorkoppellimiet (parameter 416) zal het maximale koppel beperken dat de motor zal
leveren, wat op zijn beurt de pompdruk zal beperken. De pomp zal met het opgedragen toerental draaien totdat de tegendruk in het
systeem de door de horizontale stippellijnen aangegeven motorkoppellimiet overschrijdt. Wanneer dit gebeurt, begint de pomp zijn
snelheid te verlagen om een constant koppel te behouden. Dit gaat door totdat er geen stroom meer in het systeem is, maar volle-
dige druk. Wanneer de druk stroomafwaarts wordt verlaagd, zal de pomp versnellen totdat de snelheid de opgedragen frequentie
bereikt. Om de druk in het systeem te beperken, kan de koppellimiet worden ingesteld op minder dan 100%. Wanneer de tegendruk
toeneemt, begint de pomp zijn snelheid te verlagen bij een lagere druk waar deze de respectieve curve voor die gegeven koppellim-
iet kruist.
In order to see updated information about ARO or clarify any commercial or technical doubt, please visit www.arozone.com
All brands and models have been registered and patents applied for.
We reserve to the right to make changes without previous notice.
ARO® is a registered brand of Ingersoll Rand Company Inc. EVO Series TM is a trademark of Ingersoll Rand Company.
©2022 Ingersoll Rand. This material may not be reproduced without prior authorization.
PN 97999-1980
Pagina 44 van 44 EP20-XXXXX-XXX-XXX (nl)