You are on page 1of 1

Geheugen van de polder

• 1874

2
‘Arme kleinen’ wettelijk beschermd
Kinderwet van Van Houten

‘…soms reeds [worden] kinderen van vijf jaar naar de lijnbaan droppelen bloeds; ja de droppelen bloeds der arme in Nederland Jongeren in Heerlen
gebracht’, constateerde de ‘Staatscommissie voor den vermoorde fabriekskinderen.’ belast met het
kinderarbeid’, die tussen 1863 en 1869 de toestand van ‘zeer jonge Het verhaal dat Cremer presenteerde tijdens voordrachten in laden en lossen van
werkkrachten’ in fabrieken en werkplaatsen onderzocht. ‘Zelfs het hele land, maakte grote indruk op zijn toehoorders, maar steenkoolbriketten.
als ze ziek zijn van ontbering; want zonder de hulp van het kind, de politiek reageerde te traag naar zijn zin. In 1870 schreef hij
dat het wiel draait en behulpzaam is bij het ophaspelen kan de in dagblad Het Vaderland ‘Een woord aan zijne landgenooten’,
arbeider niets beginnen.’ Al in 1855 constateerde de onderwijzer met daarin de oproep om de regering met petities te bestoken.
G.B. Lalleman in een spraakmakend artikel dat kinderen van soms Toen uit de respons bleek hoeveel steun hij had, publiceerde hij
niet ouder dan 4,5 of 5 jaar op diezelfde lijnbanen als draaiers vervolgens een ‘Openbare Brief aan Zijne Excellentie den Minister
moesten optreden. ’s Winters werkten zij van ’s ochtends 5 uur van Binnenlandsche Zaken’, eveneens in Het Vaderland. Hij maakte
tot ’s avonds 7 uur, ’s zomers zelfs van 5 tot 8, dus 15 uur. ‘De arme daarmee de politieke geesten rijp. In 1874 kwam uiteindelijk de
kleinen moeten dan ook des morgens half slapende naar de Kinderwet tot stand.
werkplaatsen worden gedragen, waar ze, zittend in een vochtige
en koude omgeving, hun werk moeten verrichten.’ De naleving daarvan was echter gebrekkig omdat het aan goede
controle ontbrak. Misstanden, nog steeds in ruime mate aanwezig,
De ‘Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van leidden in het decennium na de invoering tot nieuw debat in de
overmatigen arbeid en verwaarloozing van kinderen’, beter bekend Tweede Kamer. De uitkomsten van de parlementaire enquête
als de ‘Kinderwet van Van Houten’ uit 1874, was de eerste wet in over arbeidsomstandigheden uit 1887 veroorzaakten dan ook een
Nederland die een einde moest maken aan kinderarbeid. De wet schok. In 1889 aanvaardde de Tweede Kamer de Arbeidswet, die
kwam tot stand op initiatief van de liberale politicus Samuel van regels stelde aan vrouwen- en kinderarbeid in fabrieken.
Houten en verbood kinderen tot 12 jaar in fabrieken te werken. De maximale arbeidsduur werd beperkt tot elf uur per dag.
Het verbod was overigens ‘niet toepasselijk op huiselijke en Landbouw en huisindustrie, sectoren met veel jonge en
persoonlijke diensten en op veldarbeid’ – sectoren waarin veel vrouwelijke arbeidskrachten, waren echter uitgesloten van
kinderen werkzaam waren. de wettelijke regeling.
Sociale overwegingen waren niet de enige drijfveer om de
Kinderwet in te voeren. De nadelige gevolgen van kinderarbeid Voor het toezicht op de Arbeidswet werd in 1890 de Arbeids-
leidden ook tot toenemende ongerustheid onder de burgerij. inspectie ingesteld. Inspecteurs stelden vast dat de wet in de
Schoolverzuim werd in de tweede helft van de negentiende eeuw grotere fabrieken en werkplaatsen redelijk werd nageleefd.
als een groeiend probleem ervaren, omdat er een sterk groeiende Maar vooral kleinere ondernemingen bleken zich op grote schaal
behoefte ontstond aan goed opgeleide arbeidskrachten voor de aan de wettelijke bepalingen te onttrekken. Zij gingen door
industrie. Wanneer jongeren al jong moesten werken en niet naar met het inzetten van jonge kinderen in fabrieken. In 1901 kwam
school gingen, zouden geschoolde arbeiders ook in de toekomst daar een einde aan door de invoering van de leerplichtwet. Die
schaars blijven. verplichtte kinderen van 6 tot 12 jaar onderwijs te volgen.

Tot aan de invoering van de Kinderwet was kinderarbeid in


Nederland heel gebruikelijk. Het was onder anderen de schrijver
Jacob Jan Cremer die juist fel ageerde tégen kinderarbeid. Een
inspecteur nam de schrijver begin jaren zestig van de 19de eeuw
mee naar een Leidse textielfabriek. Cremer werd geraakt door
wat hij daar zag. Binnen zes weken schreef hij Fabriekskinderen.
Een bede, doch niet om geld, en in maart 1863 droeg hij
het verhaal voor in Diligentia in Den Haag. Hij beschreef de
schrijnende werkomstandigheden en sloot af met een oproep
aan koning Willem III om in te grijpen. ‘Doorluchtige Vorst! Edele
en Grootmagtige wetgevers in den Staat! Ziet: aan uwe en mijne Liberaal politicus Samuel van Houten
kleederen, waaraan de handjes dier kleinen werkten, kleven (1837-1930), op negentigjarige leeftijd.

10 / 100 JAAR AWVN Kinderwet van Van Houten / 11

You might also like