PO

gedrag
Gedrag van orang oetans

Robert van Popering

Montessori college Arnhem

PO gedrag
INHOUD

Inleiding................................................................................................................................................................... 2
aanleiding ........................................................................................................................................................... 2
Onderzoeksvraag ................................................................................................................................................ 2
Hypothese ........................................................................................................................................................... 2
Achtergrond informatie ...................................................................................................................................... 2
Materialenlijst ......................................................................................................................................................... 2
Werkwijze ............................................................................................................................................................... 2
Werkwijze ethogram .......................................................................................................................................... 2
Werkwijze protocol............................................................................................................................................. 2
Resultaten ............................................................................................................................................................... 3
Ethogram ............................................................................................................................................................ 3
Protocol .............................................................................................................................................................. 3
Staafdiagram ....................................................................................................................................................... 3
Conclusie ................................................................................................................................................................. 3
Discussie .................................................................................................................................................................. 3
INLEIDING

AANLEIDING

In de inleiding leg je uit:

- Wat je gaat onderzoeken

- Waarom je dat gaat onderzoeken
- Hoe je dat gaat onderzoeken

ONDERZOEKSVRAAG

Welk gedrag laat [jouw gekozen dier] zien tijdens mijn observatie?

HYPOTHESE

Hier geef je een antwoord op de onderzoeksvraag op basis van de kennis die je hebt voordat je het onderzoek
helemaal af hebt.

ACHTERGROND INFORMATIE

Verder geef je informatie over het gedrag van je gekozen dier in ongeveer 500 woorden. Beantwoord ten
minste de volgende 3 vragen:

1. Welk sociaal gedrag vertoond het dier

2. Waarom vertoont het dier dit sociale gedrag
3. Welke overeenkomsten zijn er tussen het sociaal gedrag van het dier en de mens.

MATERIALENLIJST

Maak een lijst met materialen die je tijdens die onderzoek nodig hebt.

- Materiaal 1
- Materiaal 2
- …

WERKWIJZE

Maak een stappenplan waarin duidelijk wordt hoe je een ethogram maakt en hoe je een protocol maakt

WERKWIJZE ETHOGRAM

1. Doe dit
2. Doe dat
3. …

WERKWIJZE PROTOCOL

1. Doe dit
2. Doe dat
3. …
RESULTATEN

Hier zet je de resultaten van je onderzoek neer. Dat zijn de volgende drie onderdelen:

ETHOGRAM

Handeling Afkorting Beschrijving

PROTOCOL

1e minuut 2e minuut 3e minuut 4e minuut 5e minuut

0-10 s
10-20 s
20-30 s
30-40 s
40-50 s
50-60 s

STAAFDIAGRAM (KLIK OP KOLOMDIAGRAM)

Gedrag van de orang oetan

12

10
aantal keren waargenomen

0
handeling 1 handeling 2 handeling 3 handeling 4 handeling 5

Reeks 1

CONCLUSIE

Hier geef je antwoord op de onderzoeksvraag

DISCUSSIE/REFLECTIE
Hier geef je antwoord op de vragen:

- Hoe vond je het on deze opdracht te maken?

- Wat heb je van deze opdracht geleerd?