You are on page 1of 29

Cultuurwetenschappen

Week 2: Griekenland en het middellande zeegebied


Kunstwerken

• Kouros in het nationaal Archeologisch Museum, Athene. 615-690 v.Cr

- De middelste fase van het verloop van de


beeldhouwers, deze was dus niet de slechtste vorm maar ook
niet de beste

• De kritios-jongen. Marmer, ca 480 v.Chr . Acropolis Museum, Athene

- Deze is de beste vorm


- Door meer menselijke vorm van hoe de mens eruitziet

• Polykleitos’ Doryphoros, 5e eeuw v.Chr. * Apollo van Belvedère, 330-320 v.Chr.

- Plasticiteit
-Frontaliteit
-Contraposto
• De beeldengroep Laocoön en zijn zonen, 40-20 v.Chr.

- Geometrie
- Proportie
- Goddelijke inspiratie
- Abstract wordt zintuigelijk

Gebouwen:

• Tempel van Hera I, 550 v.Chr. Paestum

- Specifiek voor de Dorische orde


- Rechte hoeken lijken in perspectief
concaaf
- Twee buitenste pilaren staan dichter bij
elkaar
- Buiging in de onderkant van het gebouw

• Parthenon, 447-437 v.Chr. ontwerp door Inctinnus en Callicartes, begeleid door de


beeldhouwer Phidias X
- Dorische zuilschachten
- Dorisch: geen voetstuk (zuil rust direct op
stylobaat)

• Nikè tempel – 5e eeuw v.Chr.


• Erechtheion (421-406 v.Chr.), Arch. Mnescieles en Philoclates X

• Epidauros theather, 300 v.Chr.

- Hieronder is een gangenstelsel zodat de artiesten van kant konden wisselen


(onder de grond)
- Het theater werd door de stad betaald dus gratis inkom voor iedereen

Terminologie:
- Canon: het geheel van belangrijke personen, kunstwerken, gebouwen die
toonaangevend worden bevonden voor een bepaalde tijdperiode of gebied (bv.
westerse canon?)
- Alexander de Grote en het Middellands zeegebied: Perzië à Griekenland
veroveren, na overlijden van Alexander à verdeling van land à onafhankelijke
staten en regionale machten.
- Zelfverwezenlijking in plaats van kastenstelsel: een systeem van rangen en
standen in de maatschappij
- Debat over democratie: bestuursvorm waarin het volk regeert.
- Machtsvacuüm: situatie waarin er geen sterke regering of macht is = vrouwen
hadden geen stemrecht
- Plasticiteit: beeldende kracht
- Frontaliteit: gericht op voorzijde
- Contraposto: een bepaalde houding van een gebeeldhouwd figuur. ( het
rechterbeen draagt het volle gewicht, het linkerbeen is ontspannen)
- Architraaf: balk met dragende functie
- Abacus: dekplaat van een kapiteel
- Echinus: kussenachtige deel onder de abacus
- Stylobaat: zuilenstoel die een reeks van zuilen draagt
- Antropomorfisch: gerelateerd aan het menselijk lichaam in bouwkundige
elementen
- Kariatiden: vrouwelijke figuren die als zuilen gebruikt werden

Dorische zuil Mannelijk


Ionische zuil Moederlijk
Korintische zuil maagdelijk

- Colonnade: zuilenrij
- Portiek: portaal
- Cella: gesloten gedeelte in het midden van de tempel
- Naos: in de cella rechts is er plaats voor een belangrijk beeld die ruimte waar het
beeld in staat is de naos
- Pronaos: de ruimte voor de naos, de gespiegelde ruimte
- Peripteros: vrijstaande zuilen die de naos omgeven.
- Akropolis: stad op de hoogte, religieuze kern van de stad
- Propilia: ingang
- Plato de allegorie van de grot: theorie kunnen uitleggen
- De kruk: de vrouwenkruk, eenvoudige stoel

- Throno: de throno was bedoeld voor goden en kwam in verschillende vormen


voor.
- Klismos: bestaat uit brons met een zitting van lederen banden of touwwerk.

Dorische zuilen: Ionische zuilen:

Week 3: Romeinse architectuur


Gebouwen:

• Fortuna Virilis (Portunus) c. 100 v.Chr.

- Zuilen zijn niet meer dragend maar


dienen voor decoratie
- De onderkant van het gebouw staat op
een verhoog
• Maison Carrée, Nîmes, Frankrijk, 10v.Chr. -3 n.Chr

- Korintische zuilen
- Enige ingang is langs voor

De Griekse vs. De romeinse tempel

Grieken: Romeinen:
- Kernprincipe: architraaf met - Kernprincipe: muur als centrale
zuilen steunkracht
- Binnenruimte minder belangrijk: - Focus op de binnenruimte.
tempel is ontworpen om van Interne ruimte is architecturaal
buitenaf bekeken te worden element
- Sterk contrast tussen verticale - Boogconstructies
en horizontale lijnen - Nieuw technisch element: beton

Hera II, midden 5de eeuw v.Chr.


Tempel van Vesta, Tivoli, Italië, 1ste eeuw v.
Chr

• Tempel van Vesta, Tivoli, Italië, 1ste eeuw v. Chr


• Forum Romanum

- Plaats waar verschillende gebouwen bij elkaar staan


(de triomfboog, basilica Aemilia, basilica Maxentius, basilica Julia, tempel van
Vesta, de triomfboog van Titus)
- Allemaal individuele gebouwen
- Elke constructie heeft zijn eigen functie
- Geen centraal toegangspunt

Basilica (vroeger): geen religieuze functie


Basilica (nu): wel een religieuze functie

• Fortuna Primigenia, palestrina, niet ver van Rome, c. 80 n.Chr

• Pantheon, 118-134 n.Chr

- Cirkel en vierkant
op grondplan
- De onderkant van
het gebouw staat op
straatniveau
- Is de grootste
koepel die met beton
is gemaakt
- Het gat in het
midden van tempel:
oculus
- Korintsiceh zuilen
binenkant
• Villa Hadriana, 118-134 n.Chr.

• Theater Marcellus, Rome, 14 n.Chr

• Colosseum, Rome, 1ste eeuw n.chr.


• Thermen van Caracalla, 211-217 n.Chr

- Is een heel uitgebreid complex


- 11 hectare oppervlakte
- Interieur rijk versierd: mozaïeken en fresco’s
- Thermen betekend in het Grieks: warm of heet
- De belangrijkste onderdelen: frigidarium = koud bad, tepidarium = lauw bad,
caldarium = warm bad

Terminologie

- Umbilicus: navel = centrum


- Comitium/ curia: dient voor de wetten (functie nodig om stad te bouwen, Curia
nodig)

Firmitas: sterkte
Utilitas: functie
Venustas: schoonheid
è Kern eigenschappen van de architectuur

- Halfzuil: zuil die voor de helft van de breedte uitsteekt en de andere helft zit de
zuil in de muur.
- Cannelure: cannelures zijn verticale groeven in een zuil
- Gecanneleerde zuil: zuilen die van groeven zijn voorzien
- Cassettes: bouwkundig onderdeel van de Romeinse architectuur bestaande uit
rechthoekige of vierkante vlakken
- Oculus: ronde opening in de kruin van een gewelf
- Exedra: apsis: halfronde nis of uitbouw onder een halve koepel
- Aedicule: ruimte in de muur, meestal voor een beeld.
- Insulae: appartementen voor arme mensen
- Domus of atrium-huis: normale huizen (kunnen tekenen en benoemen)

- Vestibulum: inkomhal
- Atrium: centraal gelegen ruimte in het midden
- Triclinium: eetkamer
- Tablinium: woonruimte
- Laraium: was een huiskapelletje gewijd aan de Lares en Penates van een Romeins
woonhuis
- Peristilium: door zuilengalerijen omgeven niet-overdekte ruimte in of bij een
gebouw.
- Fresco: is een muur- of plafondschildering waarbij de verf direct op de natte kalk
wordt aangebracht, dat na het drogen een geheel wordt.
- Villa Rustica: op het plattenland met landbouwvoorziening en/of veeteeld
- Villa urbana: stedelijk
- Trompe-l’oeil effect: een bepaald effect dat het oog berdriegd bv. illusie van
kolonnen
Romeinse stadsplanning:
- Cardo Maximus: de noord – zuid hoofdstraat
- Cardo Decumanus: de west – oost hoofstraat

Week 4: Hindu Architectuur en Zuidoost Azië


Gebouwen

• The great stupa at sanchi, india. Boeddistische tempel, 3de eeuw v.Chr.

- Een van de eerste tempels


- Plat dak
- Garbha-griha (baarmoeder
kamer)
- Mandala
- antaralaya

• Tempel 17, Sanchi, India: 5de eeuw v.Chr

- Deze tempel kan alleen geopend worden door


priesters
• Elephanta, midden 6e eeuw n.chr

- Deze tempel is opgedragen aan Shiva


(een belangrijke god van het Hindoeïsme)
Deze tempel is volledig uitgehaald uit de rots,
dus is niet gebouwd. = zo kom je dichter
- Tot de kern van God.

- Shiva-lingam is het centraal punt in de


Garbha-griha
- Hier werd de essentie weergegeven van
het levenswerk

• Rotstempel en afdaling van de Ganges in Mamallapuram, 700 n.Chr

- Olifanten waren een belangrijk


figuur
à Ze stonden symbool als Goddelijk
- Bas-reliëf

• Pancha Rathas of Vijf Rathas, Mamallapuram, 630-680 n.chr

- Vijf kleine tempel bij elkaar


Dit waren test tempels voor daarna maar een van
de vijf echt te bouwen
- Deze is het geworden
• Shore tempel, inn Mamallapuram, 700 n.chr

• Tempel van Kailasnath, Ellora, 850 n.chr

• Borobudur, Java, 800 n.chr

- Boeddhistische tempel
• Angkor Wat, Cambodja, ca. 1125

Terminologie:

- Islam en India kunne aanduiden

Vedische wereld:
- Geloven in de kringloop: dat als je doodgaat nog steeds verder leeft
- Geloof in het bestaan van meerdere goden
- Connectie met de elementen (vuur, water, lucht en aarde)
- Goden verbonden met de hemel en natuurlijke krachten
- Vedische priesters: Brahmanen
- Vedische ceremonies: brengen van rituelen, dieroffers
- Kastenstelsel
Kastenstelsel:
- Je kan maar in 1 kaste behoren en dat is
waar je in geborenn wordt door welke u
ouders zijn
- Als je trouwt kan je alleen maar trouwen
met iemand als dezelfde kaste als die van u

Boeddhisme:
- Is monotistisch
- Zij geloven dat men bevrijd kan worden uit de cirkel van wedergeboortes door
het volgen van de door de Boeddha onderwezen “middenweg”. De middenweg
zijn het uitbannen van alle materiële verlangens, het zich ethisch gedragen, en
het ontwikkelen van de geest
Boeddhisme 2.0:
- verder ontwikkeling van het boeddhisme
- verzet tegen kastenstelsel
- andere rituelen (varanasi)
- spiritueel (zelfreflectie i.p.v. opgelegd door hogerhand)
- traditie vs. Moderne idee van zelfverwezelijking
- rituelen veranderen (grotere aandacht voor teksten = vedas à is gemaakt uit
verhlen die mensen echt hebben meegemaakt)

Hindoeïsme:
- hindoeïsme komt tot ontwikkeling na het einde van de Vedische periode
- Polytheïstisch (3 goden)
- Rituelen ( Puja, pelgrimstochten, meditatie)

- Mandir: hindutempel
- Garbha Griha: binneste heiligdom wordt ook genoemd als baarmoeder kamerè
een altaar voor de Goden
- Lingam en yoni: lingam is in het hindoeïsme een fallusvormig, langwerpig
voorwerp, meestal een kleine pilaar of zuil dat de scheppingskracht van de god
Shiva representeert. Yoni representeert dan het vrouwelijke, terwijl de lingam
het mannelijke representeert.
- Mandapa: is een paviljoen voor openbare rituelen
- Antaralaya: /
- Darsana: oogcontact maken
- Stupa of stoepa: is een boeddhistisch bouwerk dat de relieken van een
boeddhistische heilige bevat. Een stoepa is van oorpsorng een massieve ronde
structuur, gebouwd op een vierkante verhoging. Stoepa’s zijn in grote delenn van
het zuiden en oosten van Azië te vinden.
- Berg Kailesh/Meru: de hindoes geloven dat Kailash de woning van Shiva is en een
bedevaartsplaats. Shiva zou zich dan op de top van de berg bevinden

Shikhara als Berg Meru, eigenschappen:


- Waterval van vormen
- Fractaal
- Geometrische orde
- Mandala diagram beeldt de kosmos uit

- Shikhara: bergtop à verwijst naar de stijgende toren in de hindoeïstische


tempelarchitectuur
- Fractaal: is een meetkundige figuur die zelfgelijkend is, dat wil zeggen
opgebouwd is uit delen die min of meer gelijkvormig zijn met de figuur zelf.
Fractals hebben een oneindige hoeveelheid details, bij sommige fractals
komen motieven voor die zich op steeds kleinere schaal herhalen (zie
afbeelding)
- Mandala: een plan, kaart of geomtrische patroon waarmee de kosmos wordt
uitgebeeld om het centraal goddelijke ui te beelden
- Bas-reliëf: is een beeldhoud methode waarbij de weerggeven voorstelling vrij
ondiep uitgewerkt is.
- Baray: is een kunstmatig waterlichaam dat een gemeenschappelijk element is
van een bouwstijl.
- Heilig landschap: /
indianisering (kaarten kennen, je moet dingen kunnen aan duiden)
Week 5: oefenexamens
Week 6: Vroeg-Islamitische Architectuur

• De kaaba, Mekka, Saudi Arabië

- Model van de hemel


- Liminale ruimte of overgangsruimte

• De moskee van de Profeet of de Masjid an-Nabawi, in gebruik rond 622 n.Chr

• De grote Moskee van Damascus in Syrië, 710 n.chr

- Racade of zuilengang
- Link met de romeinse basilica
- Een bouwlaag (geen verdieping)
- Weinig niveauverschil
- De twee torens op de zuilengang
zijn minaretten
- Aniconisme
- Idolaterie
• Tarik Khane Moskee of huis van God, Damghan Iran, ca. 770 n.Chr

- Koepelgewelven zijn Duits


afkomstig

• Grote moskee, Samarrah, Irak, ca. 850 n.chr

- ‘Grote’ moskee
- Zit minder openheid in

• Mezquita of grote moskee in Còrdoba, Spanje, 786-988 n.Chr

- Is gebouwd in de overheersing
- Gearnormenteerde architectuur
- Hoefijzerboog
Grondplan Mezquita
X

- Grondplannen lezen van rechts naar links


- Bouwen steeds meer en breiden meer en meer uit

- Dubbele collonades met hoefijzerboog =


ze zijn niet efficiënt maar wel constructief
en indrukwekkend
- Hypostyle zaal
- Dubbele kleuren ‘voussoirs’ komen terug
(de bogen hebben de kleur wit-rood)
- Korintische zuilen

X:
1. Maqsura: afgebakende ruimte in de gebedsruimte voor
heerser en zijn entourage
2. Geribde koepel bij ingang vab de maqsura
3. Mihrab, een afzonderlijke kamer (verwijst naar Mekka)
4. Maqsura zone

- Drie koepels met daarin achtvormige ster


- Koepel op ‘trompen’
- Voorliefde voor geomterie
- Zichtbaar laten van constructiesysteem
• Ste Madeleine, Vézelay (Frankrijk) 1130

• Sann Miguel de Escalada, kloosterkerk gelegen in de buurt van Léon, in het noorden
van Spanje, 913

- Mozarabische bouwstijl
- Koppeling van Christelijke en
Islamitische thema’s in de bouwkunst

• Alhambra in Granada, 1354-1391


à voorbeeld van de mozarabische bouwstijl
à Dematerialisering = geometrie verdwijnt volledig
• Dome of the Rock (rotskoepel), Jeruzalem, 691-692
- Islamitische schrijn op de tempelberg in Jeruzalem
- Geen moskee maar een gedenkplaats
- Complexe geschiedenis

Grondplan
- Achthoekig grondplan
- Koepel geplaatst op een cilinder (met 16 ramen)
- Koepel gemaakt door Byzantijnse ambachtslieden
- Interne geometrie
- Rots in het midden
à plaats waar God eerste mens (adam) schiep
à Plaats waar Abraham zijn zoon Isaac wou offeren
à Plaats waar Mohammed zijn nachtelijke tocht naar de hemel maakte
- Vorm is gebaseerd op de byzantijnse architectuur
- Referenties naar vroegchristelijke bouwkunst en byzantijnse bouwkunst en
moziëken

Terminologie:

Animisme Monotheïsme
- Religieus of spiritueel concept - Geloof in het bestaan van één
- Zielen of geesten bestaan niet, god (ßà polytheïsme)
alleen in mensen en dieren, - Jodendom, christendom, en
maar ook planten, stenen en islam zijn monotheïstische
natuurlijke fenomenen religies
- Bestaan van goede en kwade
geesten
- Voorouderverering
- Vaak in polytheïstische religies

- Kalifaat: een staat geregeerd door een kalief, of opvolger van islamitische profeet
Mohammed
- Jihad: heilige oorlog

De vijf zuilen van de islam:


1. De geloofsbelijdenis
2. De rituele gebeden
3. Het gegeven van aalmoezen
4. het vasten tijdens ramadan
5. De pelgrimstocht baar mekka
- Quibla: muur – georiënteerd naar Mekka
- Mihrab: Niche in de quibla muur
- Minbar: preekstoel
- Minaret: de torens die bij de moskee staat (soms ook op de moskee haiga sophia)
- Arcade of zuilengang: is een rij zuilen die een overdekking draagt
- Hypostyle zaal: een zaal die meestal breder is dan diep en gevuld met zuilen. Het
is een deel van een gebouw
- Aniconisme: Afwezigheid van afbeeldingen. In het bijzonder van afbeeldingen van
God en van levende wezens. Uit vress voor idolaterie en aanbidding.
- Idolaterie: persoon of voorwerp dat wordt aanbeden als godheid.
- Gelobde boog: hoefijzerboog
- Muqarnas: gestapelde niches in een gewelf
- Koepels of trompen: constructie die overgang mogelijk maakt tussen vierkante
ruimte en octogonale of bolvormige koepel (=squinches)
- Mozarabische bouwstijl: Koppeling van Christelijke en Islamitische thema’s in de
bouwkunst, tijd: 10de eeuw tot begin 11de eeuw
- Dematerialisering: geometrie verdwijnt volledig

Week 7: Laat-Romeinse en vroegchristelijke architectuur


Christelijke kosmologie:
à tijdens deze tijd werd het Christendom niet aanvaard als staatsgodsdienst
à Constantinopel ( 337 n.Chr.) is de eerste die het christendom aanneemt als ‘zijn’
godsdienst en de eerste die het christendom uitsrpeekt als staatsgodsdienst daarom heeft
hij een eigen stad zoals vb.rome
à Constantinopel daar was relatief weinig beweging => stabiliere basis voor de ontwikkeling
van het christendom

• Theotokos mozaïek, apsis. Hagia Sophia, Constantinopel (Istanbul), 532-537 n.Chr

- Iconoclamse: (=beeldenstorm) is het verzet tegen de


verering van iconen waarbij om ideologiscche redenen
beelden verwijderd of vernietigd worden
- Deze mozaïek werd aangepast op het einde van deze
periode à sterk statement voor het maken van
beelden/iconen
Verzen:
- ‘Vereer naast mij geen andere Goden’
- ‘Kniel voor zulke niet neer’
à deze verzen baseerde zich eigenlijk op tijdens deze periode
• Sint Paulus buiten de muren, Rome, 324 n.Chr.

Kenmerken:
- Smalle ronde bogen
- Lichtbreuk (ramen vanboven)
- Toevoeging voorportaal of narthex
- Korintische kapitelen
- Open plein voor het gebouw
- Donker interieur, kleine ramen
- Stad in verval
- Geen gebruik van marmer, wel verguld plafond
- Geen politieke, stedelijke logica (à romeinse basilica)
- Gebouw ter herdenking van één persoon
- Accomodern bezoekers

- Rechthoekig grondplan
- Houten dak met spanten
- Hoge centrale beuk
- Zijbeuken (met of zonder zuilrijen)
- Halfronde apsis
- Hoge lichtbeuk
- Zuilen meestal Korintisch
• Haiga Sophia, Constantinopel (instanbul), 532-537 n.chr, arch. Anthemius & Isidorus

- Belangrijkste gebouw à wordt hierdoor ‘deze plaats’


de hoofdstad van het byzantijnse rijk
- Dit was eerst kerk à moskee à museum à moskee
- Goed voorbeeld, hoe gebouwen van functie kunnen
veranderen
- Rijkelijk interieur, van vloer tot koepel volledig bedekt
met ornament
- Dit is een combinatie van centraal bouw en basilica
- Overgang vierkante basis naar ronde koepel via pendentieven
- Drie koepels met daarin achtvormige ster
- Koepel op tromp
- Ring van ramen onderaan de koepel à eerste keer dat ze dat doen, wordt
mogelijk gemaakt door pendentieven

- Religieuze iconen (= schilderij van


Christus of een heilige, gebruikt voor gebed
en devotie ß)
- Icoon is niet goddelijk op zich
- Icoon als optische lens
- Icoon als intermediale realiteit: aan de
hand van die iconen/beelden nadenken
over het goddelijke)
- Geen letterlijke ruimte maar liminale
oppervlakte

- Kapiteel, haiga sophia


- Diepte en uithollingen, gaatjes
- Versieringen
- Vegitatief, het lijkt hol te zijn vanbinnen
- Doel: dragen van de tempel
Terminologie:

Christelijke kosmologie Neoplatonisme:


- Romeinse periode van seculier. - Periode volgend op plato’s
Gebaseerd op Griekse leiderschap
kosmologie en kunst - Plotinus
(seculier: onkerkelijk, wereldlijk) - Dualisme tussen ene
- Na het instorten West-Romeinse bovennatuurlijke wereld en een
rijk: onstabiele periode daaraan minderwaardige
- Mensen keren zich stilaan tot zichtbare wereld
godenrijk - Phantheïsme: natuur en god zijn
- Idee van een almachtige en identiek
alwetende God à één god - Kunst maakt het goddelijke
- Christelijke kosmologie = zichtbaar
versmelting eerdere cultussen - Kunst is een echo van het
en neoplatonisme (joodse goddelijke. Kunstenaar doet
oorsprong) geen beroep op rede of
- Christendom keert rug toe baar perceptie
fysieke wereld - Als het materiële is eigenlijk
- God als specifiek wezen, staat ondergeschikt aan wat je niet
buiten de wereld ßà kan zien = sterke afkeer tegen
pantheïsme alle fysieke verlangen op aarde
- God als maker
- Perceptie en rede: eigen geest
à goddelijke geïnspireerde
geschriften (christendom)
Verschil kennen tussen:

Griekse kosmologie Christelijke kosmologie:


- Seculiere aandacht voor fysieke - Angst voor de fysieke wereld
natuur à Georiënteerd op
- Prioriteit van het individu metafysische wereld
- Individu kan druk uitoefenen op - Minder geloof in kracht van het
godenrijk individu om te observeren en
- Intrinsieke waarde van kunst redeneren. Afhankelijk van God
als externe macht
- Individu heeft geen controle op
goden à kunst uit zich op zich
- Educatieve waarde van kunst
Kunst als instructie voor de
ongeletterden
à kunst verteld een verhaal
d.m.v. beelden
• St. Augustinus (354-430 n.chr)
- Mathematisch orde = schoonheid
- Rationele schoonheid als weg naar God en religieuze wijsheid
- Mathematische orde, harmonie en proportie

- Martyrium: graf van martelaar


- Martelaar: Mensen die christelijk wouden zijn moesten sterven
want men wou deze mensen niet dus die mensen wat sterven zijn martelaar met
als gevolg van dat er een verenging ontstaat voor die mensen die zijn gestorven
- Antropomorfisch: gerelateerd aan het menselijk lichaam
- Christelijke basilica: basilica uit het stedelijke weefsel geknipt. Verplaatst naar
gebieden waar graven van materlaren waren
Religieus gebouw met verhoogd altaar
Transsubstantiatie van Christus
à Verandering van brood en wij in het lichaam en bloed van christus, hosties in
de kerk wat wij deden
- Lichtbreuk: ramen
- Liturgie: het geheel aan voorschriften voor het vieren van het geloof eb de
bijeenkomsten. Vaak een reeks gebeden, handelingen en gezangen
à doel: verkrijgen van consistentie in de religieuze beleving
à beslissingen worden genomen in eerste synoden (= samenkomen van de
bisschoppen)
à principes: eucharistie (= sacrament van het laatste avondmaal) en
transsubstantiatie
à hostie aan het altaar wordt lichaam van christus
Verbinden van de gemeenschap
à het gebouw is statische container voor dynamische ceremonie
- Icoon: is een voorstelling van Christus en de heilige in de Grieks-katholieke
kerkelijke kunst. De inconen schilderkunst is ontstaan in het byzantijnse rijk.
- Iconoclasme: (=beeldenstorm) is het verzet tegen de verering van iconen waarbij
om ideologische redenen beelden verwijderd of vernietigd worden
- Tromp: (=squinches) bouwkundig element dat de overgang mogelijk maakt
tussen vierkante ruimte en octogonale of bolvormige koepel. Zonder tromp
zouden de vier muren uit elkaar worden gedrukt.
- Pendentieven: verbindt
veelhoekige ruimte met ronde
koepel. Het pendentief verdeelt de
druk van de koepel gelijkmatig
over de boog van die hem draagt.
Een voorloper van een pendentief
is een squinch

You might also like