You are on page 1of 7

Glossarium: woordenschatlijst = enkele woorden wordt ook getoetst op examen

Synopsis: rode draad door leerstof, wordt steeds achteraf geupload

2 belangrijke boeken, die we ook bespreken tijdens de lessen: of informatie uit halen.

Architectuur is met blik naar toekomst


Geschiedenis is met blik naar verleden

= Architectuurgeschiedenis
-> de geschiedenis v/d arch

- Le Corbusier scheidt constructie van arch.


- arch moet gevoelens raken
- arch is een materiele getuigenis van het menselijk handelen

= Bouwkunde en Bouwkunst vormen arch

Maar wat is arch en wat ges:

Arch = is een noodzaak, een opdracht, een kunst, een ontwerp, ….

Ges = is een reflexieve praktijk


-> reflexief = betekend terugblikkend in de tijd, pro’s en contra’s van het verleden bevragen
en deze sturen vanuit een kritsche blik

- de def van arch kan ook starten vanuit wat we niet als arch kunnen bestempellen.
= De def is een momentopnamen = was vroeger anders

- ges moeten we niet vereren, niet te nostalgisch zijn naar vroeger.


= Evenwicht vinden tussen kritisch en nostalgisch

- arch is ook een soort erfenis van het verleden, iets die wij ook kunnen achterlaten.
- De canon van arch = een lijst van kostbare gebouwen, was vroeger anders dan nu.
1 griekse architectuur en stukje ervoor: Polis en de megapolis

- Griekland <-> Rome

= Romeinse arch werd vroeger gezien als afdanker van griekse arch ( dus werd als 1 soort
gezien ). Later werd duidelijk dat dit 2 verschillende arch zijn.
= er zijn fundamentele verschillen: technieken, materialen, inplanting, …

- 2 zelfde gebouwen maar vanuit 2 standpunten.

= Winckelmann -> grootliefhebber v/d grieken


- iedereen kijkt naar de tempel
- natuur omarmt arch ( harmonie )
- diagonale benadering

= Piranesi -> pro romeinen


- zet de opbouw van de tempel in de verf: heel ander beeld
- andere relatie tussen natuur en arch
= natuur kan arch overwinnen, want arch was een ingreep in de natuur

= sleutelwoordenlijst ( verschil tussen 2 soorten arch )

- de infrastructuur bij de hellenisten was minder belangrijk waardoor ze zich meer richtten
op de esthetische componenten. = omdat ze verspreid waren over verschillende gebieden.

-> want het bestaat uit polissen ( stadstaten )

- delen zelfde religie: Goden Olympus


- delen pan-helleense plaatsen = griekse cultuur komt samen op deze plaatsen, bv tijdens
sportgebeurtenissen.

Hellenisme = verspreiden griekse cultuur


Hellas = griekse cultuur

Stijlfases:
- Archaische fase 700 – 480 BCE = 4 groepen verenigd en smelten samen
- Klassieke fase 480 – 323 BCE = Ioniers nemen de overmacht
- Hellenistische fase 323 - 30 BCE = Duid 1 groot rijk, Athena als centrum

- paar belangrijke figuren en hisitorische context = alleen blauwe kennen!!


- Het paleis van Knossos = Proto-Griekse Erfenis
= Op Kreta ( minoische beschaving ) 2000-1100 V.C.
= Mythologie ( minotaurus )
- De minoische arch is zeer kleurrijk, waar men pas later achter is gekomen. Men dacht eerst
dat deze gwn bestond uit witte marmer. Komt door het afgaan van de kleur door het weer.
= Arch polychromie

- Realisme: de mens, sport, dieren, … zo realistisch mogelijk weergeven doormiddel van


muurtekeningen.

- paleis had meerdere functies: opslag, residentie van koning hinos, was ook religieus
belangrijk.
= verschillende huizen en gebouwen op een bepaalde plaats.
= een soort stijl van gebouwen -> de Megaron

1ste kenmerk megaron grondplan

( rechthoekig grondplan )
( Ingang steeds frontaal in rechthoek, en wordt afgeschermd door rij zuilen )
( Ampte = kleine loodrecht geplaatste muurtjes achter de zuilen )
( cella met vuur is kern van het huis )
-> bij tempels is dit een godsbeeld.

( later stonden de zuilen meer rondom de ruimte )

2de kenmerk megaron grondplan = het zuil-architraafsysteem

( de zuilen in antis en het driehoekig tympanon )

- Leeuwenpoort van Mycene


= cyclopenmuur -> door de grote stenen
= tempelfronton -> zuil en architraafbalk, tympaan met reliefsculptuur
Zuilenorde:

- Constructief
- stilistisch ( dorisch, ionisch, korintisch )
- maatvoering en proportie

1 zuil: Basis ( stilobaat, sterobaat )


Schacht
Kapiteel ( abacus , echinus ) = woordenschat in glossarium
2 entablement: architraaf, fries, kroonlijst
3 fronton: tympanon, sima

- Griekse-Dorische zuilen
- Ionische zuilen ( Voluten )
- Korinstische zuilen ( bladerstructuur )
= wordt later uitgewerkt dr romeinen

Orde: proportie,harmonie, maatvoering


= zuilen ( volledig gebouw ) worden opgesteld met een modulus ( Proporties )
= intercolumnie -> afstand tussen de zuilschachten in de opbouw

- filmpje bekijken

Archaische fase

- Uitleg op pwp ( slide 50 )

- Hera I = peripterale tempel maar cella door midden gedeeld


= en de regel 2 x A + 1 werd hier ook niet gebruikt
= Hier werd ook een raar kussentje geplaatst boven zuil, later w dit ook weggewerkt
-> Echinus
= Entasis is niet subtiel

- Aantal zuilen voorzijde, Aantal zuilen zijkant staat in verhouding ( 2xa +1 )


- De Entasis heeft normaal ook lichte bolling = optische correctie -> zin voor realisme

- Hera II = toont evolutie van de zuil -> wordt beschouwd als de verbetering van Hera I
= ontwikkeling van het kapiteel, echinus is niet langer geplet
= subtielere entasis
= hoeken kloppen deels, maar nog geen oplossing
= triglief boven het midden v/de zuil, maar zuil steekt uit

= vroeger huizen in hout ( elementen nodig om te dragen )


-> later deze huizen versteend maat sommige elementen waren eignlk niet meer nodig voor
stevigheid.

= Architect -> Architecton = hoofdtimmerman

-> De beeldhouwkunst:

= kourosbeeld uit Egypte evolueert naar steeds meer realisme ( mens )


-> statische houding naar natuurlijke houding
-> Bij meerdere beelden = godsbeeld centraal
= polychromie ( kleurgebruik ) in tempels begint men steeds meer te gebruiken.
-> aphaia temple, aegina

-> Quiz kennen

Klassieke fase

- geen grotere veranderingen, enkel verfijningen ( optische correcties )


- De eeuw van Athene en Perikles ( Attisch-Delische zeebond tegen Perzie )
- vb: Acropolis, Athene

-> Berekende volmaaktheid en optische correcties


-> had meerdere functies: opslag

-> laatste versie van panthenon = Architecten: Ictinus en Kalikrates


= beeldhouwer: Phidias
= opgedragen aan anthena
= meer tijd besteet aan exterieur
= goede landschappelijke inplanting

= amper rechte lijnen te vinden = vat vol optische illusies!


= modulus is niet gemaakt met getal Phi

= Optische correctie 1 = bolling v/d stylobaat en het entablement


= Hoekoplossing als correctie 2 = afstand tussen 2 laatste zuilen is kleiner! -> oplos. IV
= je hebt nog 4 andere oplossingen ook
- de griekse maatschappij verbeeld

Godsdienst: veel uitgebeeld bij beeldhouwwerk


Polychromie
Getrapte opstelling

Mythologie: relief is niet overal even diep


Wordt in de 2de dimensie uitgevoerd

Filosofie: Fries waarbij mens centraal staat


Leesbaarheid verbeteren door polychromie, afboorden en verdiepen relief

- Vb: Akropolis = inplanting op de site in harmonie met de omgeving

-> Axiale = diagonale benadering van het Parthenon vanuit de propyleeen ( toegangspoort )
-> langs alle kanten kan je het benaderen
-> twee verschillende zuilenordes:
= Dorisch en Ionisch
- verschillende proporties
- om hoogteverschil in het landschap op te vangen
-> Propylaia (propyleeen ) = monumentale toegangspoort
= gebouwd volgens de natuurlijke helling waarop het zich bevind
= maar toch zijn de dorische zuilen aan beide portalen dezelfde
- proporties w nageleefd!
= het niveauverschil wordt opgevangen door de Ionische orde
- slanker maar ook hoger dan de Dorische
-> gradaties in hoogte op weg naar Akropolis: stad -> theater -> heiligdom
= gradaties in sacraliteit

- stadsplanning en theaterarchitectuur

= integratie in het landschap, tegen de helling aan: gebruik van natuurlijke omgeving
= geen gesloten theater

Hellenistische fase

- onder Alexander de Grote


- voormalige Griekse territoria en Perzie
- culturele verschuiving
-> prive sfeer
-> individuele thema’s
-> expressionistich
- oorlogstaferelen: hart verscheurend realisme!
- verbeeldt de macht van de nieuwe dynastie van de attaliden = niet langer onderschikt aan
de goden
- meer variatie in het grondplan
- meer theatraliteit in de sculpturen, leiders staan dichter bij goden dan bij de mensen

- Vb: pergamon altaar voor zeus ( 190 BCE ) = gedwongen frontale benadering
= grondplan niet langer via megaron

One-minute paper
----------------------------------------------------------

Architectuurgeschiedenis is de combinatie van architectuur ( blik op de toekomst ) en


geschiedenis ( blik op het verleden ). Architectuur zelf kun je onderverdelen in bouwkunde
en bouwkunst, en is een materiële getuigenis van het menselijk handelen en moet gevoelens
raken. De geschiedenis moeten we niet vereren, niet te nostalgisch zijn. Als we spreken over
de architectuur van de Klassieke Oudheid spreken we vooral over Griekenland en Rome,
waarbij dit vroeger als één soort werd gezien met de Romeinse architectuur als een afdanker
van de Griekse. Later werd duidelijk dat deze twee duidelijke fundamentele verschillen
hebben, zowel in technieken als materialen en inplanting van de gebouwen. De organisatie
van hun maatschappij is totaal anders, de Griekse is vooral gericht rond de polis terwijl de
Romeinse zal uitgroeien tot een imperium. In de constructie steunt de Griekse Architectuur
op het gebruik van de zuil en de architraaf waar de Romeinse dan weer de architraafbalk
vervangt door de boog en het gewelf, zo kunnen ze grotere overspanningen maken en zijn er
variaties in het grondplan mogelijk. De Grieken proberen ook hun architectuur te integreren
in harmonie met het landschap, alles is in proportie. De Romeinen werken meer naar
functionalisme en technische correctheid.

Omdat een zuilenorde gaat over een geheel van proporties, harmonie en maatvoeringen die
gebruikt worden. We hebben o.a een dorische, korintische en ionische orde die elk op hun
manier een eigen systeem hanteren. De ene orde heeft dus een specifieke maatvoering die
niet gelijk is aan een andere orde, ze hebben allemaal zichtbare verschillen en die kan je
classificeren onder een zuilenorde en niet onder een bepaalde zuil. Een gebouw bespreek je
in het geheel en een zuil is een onderdeel van dat gebouw waarbij de zuilenorde meer
betekenis geeft aan de constructie van het gebouw. Het is ook gemakkelijker om een
zuilenorde te herkennen met een bepaalde zuil, dan om er specifiek achter te komen over
welke zuil het gaat. Wanneer we dus een antiek Grieks gebouw willen bespreken is het
interessanter om het over het geheel te hebben dan enkel over de zuil zelf, omdat deze
weinig verteld over het totaalplaatje van het gebouw.

You might also like