Professional Documents
Culture Documents
<-> socialisten
Het leven van Vlamingen ziet er anders uit dan het leven van Nederlanders door politiek
Variaties in politiek
1. Territorium
Bv.: Kerk = gemeenschap die bepaalde regels heeft niet territoriaal gebonden
Staat = samenlevingsverband die in een bepaald territorium bestuurt waar er geen macht boven is
2. Cultureel
Staat deed vroeger helemaal niks, enkel belastingen innen en gebruiken om leger op de been te
brengen en justitiepolitie-apparaat om interne vrede te bewaren, maar niet bezorgd om
sociaaleconomische welvaart van burgers
Slanke overheid die zich niet bekommerede om ons en zich niet bemoeide overheid die op heel
veel domeinen van ons leven aanwezig is
3. Vormen
Politieke wetenschap
Afstandelijk naar politiek kijken
1. Intellectuele distantie
2. Wetenschappelijke methode
1. Concepten
Particratie = mate waarin partijen greep hebben op het beleid, en de mate waarin ambtenaren en
rechters politiek benoemd zijn
Definitie moet essentie bevatten en alle onbelangrijke dingen horen daar niet bij
2. Modellen
Geven om klimaat
Tijd hebben
Overschot qua punten
Mensen rondom u
3. Theorieën
Verhaal dat we uitvinden waarom we denken dat iets een invloed heeft op iets anders
Bv.: Groen staat voor de zachte waarden, dus vrouwen stemmen daar meer voor dan mannen
90% van de wetsvoorstellingen komen van de oppositie en in 99% van de gevallen wordt dat
verworpen omdat regeringspartijen tegen stemmen
Theorieën zijn kracht en resultaat van onderzoek
Les 2: staat & macht
Grondwet
Grenzen aan grondwet die mensen hebben bv.: je mag de holocaust niet ontkennen
Sommigen zeiden dat dat mocht omdat het tijdelijk is, anderen zeiden dat dit nooit mag
De grondwet in de VS verandert nooit want nooit genoeg meerderheid, bij ons veel
Vb.: wapens worden niet afgeschaft in de VS, ookal zijn heel veel mensen daarvoor, maar je moet
+75% hebben die dit wil
België was heel vroeg al heel vrij tegenover de rest van de wereld
De staat zou zijn uiterste best moeten voor moderne socio-economische rechten
Macht
Waziristan: aparte staat met eigen regels
Ook in dictatuur
Negatieve agendakracht = er achter de schermen voor zorgen dat iets niet op de politieke agenda
komt
Luc Huyse: macht sijpelt weg van de normale verkozen organen, emigratie van de verkozen macht
Plato
Specialisten moeten zich bezighouden met politiek want is niet voor iedereen (gewone mensen)
Aristoteles
Les 3: breuklijnen en ideologieën
Politiek = conflict
Tegen elkaar schuren
Aardbevingen
Metafoor voor conflicten in politiek
Armere bevolking die meer overheidsinterventie en verdeling wil <-> rijkere deel van de bevolking dat
zegt dat zij hard gewerkt hebben dus dat geld verdienen
Verzuiling
Vb. club Brugge (vrijzinnigen) en Cercle Brugge (katholieken)
Klimaatbeweging ook contacten met andere partijen dan Groen, Vlaamse Beweging houdt contacten
met Vlaams Belang en NVA
Mensen luisteren niet naar een politicus van een andere partij
Partijen proberen conflicten te definiëren op dingen waar ze een voordeel op hebben. Vb. Groen
maakt van alles een milieuprobleem, VB zegt dat alles een probleem is door migratie, liberalen
belastingen, socialisten sociale ongelijkheid
Bevrozen breuklijnen?
Algemeen stemrecht: voor mannen
Nieuw breuklijnen
Breuklijnen in België
Een land met veel breuklijnen want alle 3 (multibreuklijnland)
Doorkruisende breuklijnen
Vlamingen en Walen vechten om communautaire breuklijn, maar hebben ook conflicten aan andere
kanten (andere breuklijnen)
NVA zegt dat dit altijd zo is, maar is niet zo, er bestaan ook bv. Waalse werkgevers
Postmaterialisten = wanneer ze jong waren hadden ze het goed, dus ze kregen goede/zachte waarden
mee omdat ze zich geen zorgen hoefden maken over geld toen ze opgroeiden
Pas wanneer de basisbehoeften er zijn, kunnen mensen zich om andere waarden zorgen maken.
VB is volgens iedereen extreem rechts, maar dit vooral sociaal-cultureel, dus links/rechts is meer
verschoven naar het culturele
Ideologie
Wij denken altijd vanuit onze eigen materiele belangen.
NVA doet niet mee met het Cordon sanitaire, maar willen toch geen coalitie met VB aangaan
Totalitair-messianistisch: eerst gelijkheid maken door communisme, dan pas mensen vrij laten,
tussenfase blijft vaak te lang duren
Revolutie
Individuen die de macht willen verwerpen door deel te nemen aan de verkiezingen.
Republikeinen: willen president Biden afzetten want corruptie met zijn zoon
Wanneer politici een rechterlijke fout maken, wordt er eerst gestemd in het parlement om de
onschendbaarheid van de politici op te heffen en dan kan het rechterlijk proces beginnen
Burgers zetten allerlei rechterlijke wetten in om beleid tegen te gaan voor hun eigen wil
Vrijheden in grondwet: heel moeilijk af te schaffen, buiten de controle van de toevallige verkiezingen
Variaties in democratie
Sommige democratieën toch beter dan andere landen
Er moet een minimum niveau van gelijkheid zijn (bv. analfabeet die stemt?)
Tussen partijen en burgers ook heel veel organisaties die aan politiek doen
Veel beweging
Activistische rechters = rechters die hun eigen ideologische voorkeuren laten meespreken
Een democratie werkt beter als regering en oppositie even groot zijn
Herverkiezingsmechanisme = goed
Hoe meet je wat beter is? Als je kijkt naar de hele grote dingen => democratie = beter
Vertegenwoordigende democratie
Principal = opdrachtgever (wij)
Gewone burgers zijn te dom, experts die de wijsheid hebben voor hen beslissen
Verkiezingen en vertegenwoordiging
Naast het parlement die verkozen zijn, hebben we een parlement nodig met 150 uitgeloten burgers
(magie van het toeval)
Vertrouwen = mensen kiezen en dan hun goesting laten doen want zij weten het beter
‘I know’
‘ik ga dit nu doen want op termijn zullen jullie het daarmee eens zijn’
Politieke partijen
Partijen houden meestal hun belofte omdat ze hun onderhandelingen voeren op basis van hun
partijprogramma
Discussie partijmodel
Nadeel: je hebt maar 1 stem
Tweepartijenstelsel vb.: VS
Tweepartijenstelsel
Ketting: kiezers geven macht aan parlement, parlement verkiest regering, binnen regering ministers
en die geven de opdracht aan ambtenaren om het beleid uit te voeren
Als parlement en regering elkaar tegenspreken = probleem
Cohabitation = samenwonen van uitvoerende en wetgevende macht die verplicht zijn om samen
beleid te maken, gedwongen huwelijk
Beleidsmaker = politicus
Als burgers zich te veel bezig houden met beleid, krijgen ze te veel macht
Filmpje 1:
Verschillende doelen
Éénmalig
Enkel begunstigden
Liep uit de hand
500 minder dan verwacht
Filmpje 2:
Éénzelfde doel
Meermaals
Diversiteit
Verliep rustig
5000 meer dan verwacht
Invloed non-conventionele participatie
Betogingen hebben invloed als ze waardig zijn, achter dezelfde waarde staan, als ze met veel zijn en
als er veel engagement is.
Betoging op zondag
Het feit dat je deelneemt aan de politiek, maakt je een betere democraat: je denkt na over wat je wil,
je leert samenwerken (onbedoelde gunstige effecten)
Ongelijke participatie
Hoger geschoolden nemen meer deel
Mening van laaggeschoolden veel minder aanwezig in de politiek en heeft dus minder invloed
Vakbonden: belangen van laaggeschoolden verdedigen
Jongeren participeren in principe minder, maar dit wordt steeds meer
Veel vormen van politieke participatie is niet makkelijk voor mensen die slecht te been zijn
Mannen en vrouwen hebben andere preferenties dan mannen vb. mannen meer economisch,
vrouwen meer sociaal
Dalende participatie?
Op 50 jaar tijd is de participatie achteruit gegaan (1950-2000)
Bowling clubs worden minder, maar zaal wel meer en meer vol
Als partijen geen leden meer hebben, voor wie spreken ze dan eigenlijk?
Recentere evoluties
Koppeling middenveldorganisaties en politieke partijen: ontzuiling
Participatie en democratie
Wie verdedigt dan het algemeen belang?
Probleem: Vlamingen kunnen niet op Vlaamse partijen stemmen, 2 democratieën moeten op een
hoger niveau in elkaar geschoven worden, wij kunnen geen Waalse afstraffen of belonen voor zijn
beleid, terwijl zij wel dingen over ons beslissen
Partijen
Presidentieel: regering en parlement verkiezen vb.: VS
Parlementair: enkel parlement verkiezen en de regering komt daaruit voort, regering belangrijker vb.:
België
Partijen evolueren
Kaderpartijen en massapartijen
1ste partij die ontstond: kaderpartij
Kaderpartij: partij gesticht vanuit de politiek in de samenleving (eerst politici en dan partij)
Michels: de macht van de weinigen, de massapartijen die ontstaan zijn vanuit de samenleving en
eigenlijk democratisch zijn, in die partij op termijn gewone leden macht verliezen
VK: alle leden van de vakbond waren automatisch lid van labour (partij)
Socialistische partij jaren 50-60-70: meer gematigde centrumpartij, meer pragmatische koers
Socialistische partij werpen zich niet alleen meer op als vertegenwoordigers van de werkarbeiders,
we verdedigen niet alleen meer de deelbelangen van een samenleving, maar van iedereen
De partij die de middelste kiezer voor haar laat stemmen is de grootste partij
Je hebt het midden en heel je linkse/rechtse flank
NVA kan geen volkspartij worden omdat die heel rechts is, maar heeft wel de meeste stemmen
Kartelpartij
Centrale partijorganisatie = partijbureau, secretariaat, partijraad …
Ankerpunt van de partij komt in de staat te liggen, partijen zijn minder dan vroeger geworteld in de
samenleving, partijen terug kiespartijen geworden
Organisatie
Partijraad van Groen beslist wie er minister wordt, niet de partijvoorzitter
Rotatie: politici die verkozen zijn, hebben maar een beperkt aantal mandaten bv.: 2 keer voorzitter
Ideologie
VB = afscheuring van de Volksunie
Strategie
Cordon sanitaire: niet willen samenwerken met VB
Partijsystemen
1. Aantal partijen
Meerderheidskiesstelsel: 2 partijen
België: vrij gepolariseerd systeem want afstand tussen linkse en rechtse partijen groot
Bruto-verschuivingen: mensen effectief opvolgen want als iemand van groen naar PVDA gaat en
iemand anders omgekeerd dan is er niks gebeurd bij de nettoverschuivingen
Vb.: PVDA en VB winnen allebei => niet echt een duidelijke wil van de kiezer want tegenovergestelde
partijen
Nationaal: 18+
Recht: minder
Hoe meer opkomst, hoe een betere afspiegeling van wat de bevolking wilt
Niet verplicht om te kiezen, wel om je aan te melden en het stemhokje binnen te gaan
Opkomst daalt
Spannende verkiezingen: opkomst hoger
Electoraat = wij
Verkiezingstechnieken
Relatief = alle zetels gaan naar partij of kandidaat die het grootst is vb.: VS
Absoluut = je moet de absolute meerderheid (50% +1) hebben voor alle zetels vb.: Frankrijk
Uni = 1 zetel
Mechanisch: berekeningswijze zorgt ervoor dat kleine partijen weinig kans maken in een
meerderheidsstelsel
Psychologisch: effect op politici en kiezers vb.: op kleine partij stemmen want wordt toch nooit
verkozen => verloren stem
Les 8: parlement en regering
Scheiding der machten
Dictatuur = totalitarisme
VS: president en regering (uitvoerende macht) soms andere politieke kleur dan parlement
Guantanamo = Amerikaans kamp waarin mensen zijn opgesloten die volgens Amerikanen terroristen
zijn, sommigen gekidnapt (in Cuba => Amerikaanse regels gelden daar niet, mensen zitten vast zonder
proces)
Spaghetti-arrest: andere rechter beschuldigd onderzoekrechter op fouten, dus is van het onderzoek
weg genomen
Activistische rechters = niet oordelen op basis van wet, maar persoonlijke ideologische
voorkeur
Frankrijk: cohabitation = linkse regering & rechtse president of rechtse regering & linkse president
1ste minister wordt benoemd door president, regering komt voor uit parlement, rechtstreekse
verkiezing president
VS: lager huis wordt gecontroleerd door de republikeinen, senaat & president door democraten,
begroting wordt gestemd in het lager huis
Democratische regering (& president) kan geen geld uitgeven zonder instemming van de
meerderheid van republikeinen in het huis
Amerikaans systeem zit in elkaar met blokkades en veto’s (bij ons ook)
Parlement en kamers
Niet alle parlementen zijn rechtstreeks verkozen vb.: rechters of bisschoppen positie geërfd
1 vd 2: proportioneel in functie van het aantal inwoners, groter gewicht aan regio’s met weinig
inwoners
Direct en indirect verkozen
Kleine staten krijgen via de senaat disproportioneel veel macht, veel meer macht dan hun inwoners
wettigt
Representatie
Bij ons 43% vrouwen (heel goed)
Wetgeving
Wetsontwerp = wetsvoorstel van regering
Deliberatie
Discussie in commissies + plenaire vergadering
Oppositie zegt meestal dat wat regering doet niet goed is => wordt niets aan gedaan
Controle
Controlerende rol parlement?
Parlement en regering
Bij ons: 7 topministers die de beslissingen samennemen in overleg met topministers onder supervisie
van de partijleiders
Macht en blokkade
Vorming van de regering
Coalities zijn zo klein mogelijk
Les 9: bestuur en beleid
Bestuur en beleid
Beleidscyclus = stappen om tot bepaald besluit te komen
Stijlen = vergelijking tussen landen over de manier waarop besluiten tot stand komen
Beleid
Wat politici produceren
Beleidscyclus
Fasen lopen door elkaar heen, soms al oplossing voor probleem
Agendavorming
Lijst van problemen waar politici mee bezig zijn
Vb.: tuin onder water bij jou = individueel probleem, bij alle buren ook = sociaal probleem, alle buren
vinden dat de gemeente daar iets aan moet doen = politiek probleem
Linkse ideologieën verwachten meer ingrijping van de overheid dan rechtse ideologieën
Als je geen oplossing geeft => kleine kans dat overheid zich ermee bezig gaat houden (onoplosbaar)
bv.: eenzaamheid
Beleidsvoorbereiding
Afweging mogelijkheden en middelen
Liberalen die vonden dat overheid niet moest beslissen over of we onze vrienden mochten zien in
coronatijden, linksen vinden dat het prefect kan dat overheid vaccins verplicht
Stakeholders = belanghebbenden
Neocorporatisme = overheid werkt systematisch samen en heeft een bevoorrechte relatie met
beperkt aantal groepen, probleem => ipv met de usual suspects amen te werken, gaan ze een ad hoc
groep inrichten
Besluitvorming
Soms geen besluit
Parlement en regering
Heel veel besluiten, zijn niet de beste besluiten => ideologische/symbolische redenen
Beleidsuitvoering
Als ambtenaren een mening zouden mogen hebben, zouden ze ook vetoplayers zijn
Beleidsevaluatie
Werkelijkheid is veel complexer
Administratie
Bruine enveloppen = belastingformulier
Bureaucratie
Met zo weinig mogelijk middelen, zo efficiënt mogelijk werken
Alle aanwervingen van de overheid gebeuren door 1 recruteringsbureau (Selor) dat iedereen op
dezelfde manier screent
Voor- en nadelen
Voor alles is er een procedure
Alles is voorbestemd
Nu veel meer samenlevingsvormen dan vroeger (man, vrouw en kinderen), huishoudens veel
complexer dan vroeger (vb. kindergeld?)
Taakverdeling in administratie
Nu ook mobiliteit, migratie …
Overheid besteed het meeste geld aan personeel om belastingen te innen (ironisch)
Afslanking overheid
Proximus = niet helemaal privé, deels van de overheid, is vrijer geworden om te kunnen concurreren
met privébedrijven
Zolang er linkse partijen aan de macht zijn, zal NMBS niet geprivatiseerd worden
In plaats van dat de overheid voor de zorg zorgt, geven ze geld zodat je zelf zorg kan kopen
Veel meer ambtenaren (70 000) dan mensen die in regering (15 ministers) zitten
Ambtenarij doet iets fout politicus moet aftreden (vb. Van Quickenborge)
Ministeriële kabinet = persoonlijke medewerkers die de minister bijstaan, persoonlijke apparaat, als
minister opstapt zij ook
Justitie
Sturing van de samenleving door middel van het maken van regels
In België niet veel activistische rechters mogelijk want regels heel bepaald
Hooggerechtshof
Allerhoogste rechtbank
Internationaal recht
Niet het gevolg van wat mensen willen
Relatief uitzonderlijk dat VN-veiligheidsraad uitspraken doen die echt een impact hebben door het
vetorecht van 5 landen
Het leger
Om te beschermen op buitenlands niveau, maar soms ook binnenlands
Militaire regimes
Kans dat Belgische leger ooit ingrijpt is klein
De politie
Steeds meer bodycams
Les 11: federalisme en decentralisme
Politiek en territorium
Confederalisme = zwaartepunt verschuift helemaal naar de deelstaten
Staats(her)vorming
Poetin zegt dat Oekraïne geen onafhankelijke staat kan zijn
Sommige delen zijn enkel een naam en sommigen spelen ook een rol in het politiek bestuur
Federatie
Meer gecentraliseerde federatie: beslissingen van het land belangrijker dan de beslissingen van de
deelstaten
In België niet zo
Vlaamse wetgeving = federale wet
In Catalonië wel hiërarchie
In Duitsland ook: bondsraad > deelstaten
Bv.: Europa samen vaccins besteld met corona want sneller, maar geen Europese bevoegdheid
Belangenconflicten
Geluidsnormen = regionaal
Bevoegdheidsconflicten
Financiering in federaties
België niet sterk fiscaal autonoom
Lokale bestuur
Les 12: De Europese Unie
Europese unie = speciaal politiek systeem
is Europa een democratie omdat het Europees parlement is verkozen of omdat de regeringen van de
landen democratisch verkozen zijn?
Geschiedenis EU
Bankenunie: door Europa gecontroleerd of banken genoeg ligiditeiten hebben (Italiaanse banken heel
wankel, Belgische banken relatief goed)
Spreken elkaar tegen: hoe meer landen, hoe moeilijker het is om samen beslissingen te
nemen
Na coronacrisis: EU besteed 750 miljard euro in economie (green deal: moet uitgegeven worden aan
overschakeling naar een groene economie), voor allereerste keer EU geld geleend
Intergouvernementeel: Europa als een forum waar landen onderhandelen om eventueel dingen
samen te doen
Instellingen EU
Jean-Luc De Haene: 1 van de 2 voorzitters van de Europese conventie die tot de hervorming van
Europa moest leiden
Bedoeling om Europa meer supranationaal te maken door minder landen toe te laten om alleen een
beslissing tegen te gaan is niet gelukt (Jean-Luc was grote voorstander)
Gebouw van de raad: regeringsleiders 4 keer per jaar onderhandelen, ministers met andere ministers
van dezelfde bevoegdheid in Europa gaan praten
Europees Parlement
Europese Raad
Intergouvernementeel orgaan
Allerbelangrijkste instelling
Grootste beslissingen
Europese commissie
Eigenlijk Europese regering
1. Unaniem
2. Meerderheid op voorstel van commissie
3. Andere meerderheid niet op voorstel van commissie
Europees Parlement
705 parlementsleden
Parlementsleden zijn vrijer want kan niet ontbonden worden als de regering valt
Prejudiciële vragen = wetgeving wanneer nationale rechtbank zegt dat ze niet weten wat het
Europees Recht hierover zegt
Sommige landen doen mee met een bevoegdheid, sommigen niet (bv.: euro)
EU als consensusdemocratie
Macht is gespreid over landen, regio’s
EU en politieke participatie
Europese verkiezingen: mensen stemmen nationaal
EU verkiezingen