You are on page 1of 2

Praktijkopdracht Verzekeren Hoofdstuk 4

Deze opdracht maak je alleen of met z’n tweeën.

Omschrijf in eigen woorden de volgende begrippen:

 Onzeker voorval
 Premie
 eigen risico
 onderverzekering
 indexering
 Bonus-malusregeling
 Zorgtoeslag
 solidariteit

Van onderstaande verzekeringen ga jij een aantal dingen opzoeken.

 Autoverzekering (zelf een merk en type kiezen waarover je de onderstaande


vragen beantwoord)
 Opstalverzekering
 Fietsverzekering
 Inboedelverzekering
 Zorgverzekering
 Aansprakelijkheidsverzekering

Per bovenstaande verzekering zoek je en beantwoord je de onderstaande


vragen!

- Wat is het doel van deze verzekering? Dus waar is het voor? Welke schade of
welke kosten worden er vergoed? (de dekking).
- Wat kost de verzekering per maand (Kun je het niet vinden op internet, dan
mag je ook thuis vragen wat ze per maand voor de verzekering betalen).
Bij de auto en woonhuisverzekering is het de bedoeling dat je de premie
berekening erbij zet in het verslag. Ook bij de andere verzekeringen mag je
een voorbeeld erbij zetten.
- Zoek per verzekering uit of er meerdere keuzes, vormen of mogelijkheden zijn
hoe je je kunt verzekeren (bijvoorbeeld bij een auto, kun je WA verzekeren en
All-risk). Geef aan wat het verschil is tussen deze mogelijkheden.
- Is er een eigen risico en zo ja, hoe hoog is deze dan?
Wat lever je in?

Je levert via It’s Learning een verslag in met bovenstaande punten.

Becijfering:

Voor het vaststellen van het cijfer wordt gekeken naar de inhoud (volledigheid en
correctheid), de samenwerking, de inzet (tijdens de les) en de netheid/eindresultaat.

Niet zelf geschreven, dus plagiaat, levert een 3,0 op.

Inhoud: 80% (per verzekering 15 punten)


Inzet/samenwerking: 20%

Uiterste inleverdatum: 19 januari

You might also like