You are on page 1of 2

Overal Natuurkunde 6 vwo

Samenvatting

15 Quantumwereld

Licht: golven of deeltjes?


Licht heeft golfeigenschappen. Dit volgt uit de waarnemingen dat licht
kan interfereren en buiging vertoont.
Planck veronderstelde dat licht wordt uitgezonden in quanta (om zijn
goede formule voor de stralingskrommen te onderbouwen).
Licht vertoont niet alleen quantumverschijnselen bij uitstraling, maar
ook bij absorptie.
Als licht botst op elektronen gedraagt het zich als fotonen die zowel
‘kinetische’ energie hebben als impuls.
Licht gedraagt zich per verschijnsel óf als een golf, óf als een deeltje.
Dit heet het complementariteitsbeginsel.

Elektronen: golven of deeltjes?


Net als licht blijken elektronen zich als een golf of als een deeltje te
kunnen gedragen. De golflengte volgt uit de impuls. ℎ ℎ
Een toepassing van de golfeigenschappen van elektronen is de λ= =
𝑝𝑝 𝑚𝑚 ∙ 𝑣𝑣
elektronenmicroscoop. Elektronen kunnen daarin veel kleinere
golflengtes hebben dan licht.

Het dubbelspleet-experiment kun je uitvoeren met fotonen, elektronen,


atomen en moleculen. Met al deze quanta kun je interferentiepatronen
creëren. Zelfs als je quanta een voor een door de opstelling stuurt, blijft
er sprake van golfgedrag en ontstaat er een interferentiepatroon.
Als je echter zou kunnen meten door welke spleet ieder quant gaat,
ontstaat er deeltjesgedrag en zou het interferentiepatroon verdwijnen.
Het complementariteitsbeginsel geldt ook voor individuele quanta.

Wanneer golfgedrag of deeltjesgedrag optreedt, hangt met name


samen met de golflengte van de quanta.

Onbepaaldheid in de natuurkunde?
Een quant kan zich als ruimtelijke golf over een grote afstand
uitstrekken. Bij deeltjesgedrag manifesteert het quant zich op één zeer
gelokaliseerde plek. Een quant beschrijf je met een golffunctie die je
interpreteert als een waarschijnlijkheidsverdeling. Het kwadraat van de
amplitude geeft de kans aan dat het quant zich op die plek
manifesteert bij een botsing.

Klassiek zijn gelijktijdig de positie en impuls van een object


onbegrensd nauwkeurig te bepalen. In de quantummechanica is dat
niet zo: als de positie van een object nauwkeurig bepaald is, is de ℎ
impuls onnauwkeurig, en vice versa. Δx · Δp ≥
4π_
Volgens de Kopenhaagse interpretatie van de quantummechanica is
de natuur niet deterministisch, maar is er sprake van zuivere kansen.

Gevangen deeltjes
Als je een quant opsluit, beschrijf je het met een staande golffunctie.
Het quant heeft dan altijd minimaal de nulpuntsenergie. Hoe kleiner de
ruimte waarin je het quant opsluit, hoe meer energie het quant heeft.
ℎ2
Met de Schrödingervergelijking kun je het gedrag van deeltjes En = n2 ·
8𝑚𝑚 · 𝐿𝐿2
berekenen en voorspellen.

© Noordhoff Uitgevers Overal Natuurkunde 6 vwo Samenvatting hoofdstuk 15 Quantumwereld


Atoommodellen
Uit het bohrmodel volgde een bohrstraal voor de afmeting van een
atoom, die niet experimenteel bevestigd kon worden. De bohrstraal
stemt qua orde van grootte overeen met het huidige model. De
afmeting van een atoom is echter niet scherp bepaald.
De Broglie berekent met een golfmodel hetzelfde resultaat als Bohr, en
effent daarmee de weg om serieuzer met het golfmodel te gaan
werken.

Het quantummechanisch atoommodel beschrijft elektronen in een


atoom als staande golven. Deze staande golven hebben verschillende
vormen. In een atoom zitten de elektronen in orbitalen met
verschillende energieniveaus. 13,6
En = − , n = 1, 2, 3, .
Tunnelende deeltjes n2
Een eindig diepe potentiaalput heeft wanden die te star zijn om
klassiek in door te dringen. Quantummechanisch lukt doordringen wel.

Een subatomair deeltje dat te weinig energie heeft om door een


barrière te gaan, kan daar toch doorheen tunnelen. Hierbij is tijdelijk
niet voldaan aan de wet van behoud van energie, maar dit kan op
grond van een andere vorm van de onbepaaldheidsrelatie van
Heisenberg. Over perioden die lang genoeg zijn om wel meetbaar te
zijn, is altijd voldaan aan de wet van behoud van energie. De
tunnelkans is kleiner als:
- de barrière dikker is;
- het deeltje zwaarder is;
- het verschil tussen de potentiële energie en de kinetische energie
groter is.

Tunnelen komt onder andere voor bij alfaverval en in een scanning


tunneling microscoop (STM).

Deeltjes verkrijgen hun eigenschappen pas als je meet, en niet eerder.


Bij het EPR-experiment is niet aangetroffen dat de quantummechanica
nog verborgen variabelen bevat.

grootheid eenheid
naam symbool naam symbool
golflengte λ meter s
constante van Planck h joule seconde Js
impuls p newton seconde of Ns
-1
kilogram meter per seconde kg m s
massa m kilogram kg
v
-1
snelheid meter per seconde ms
onbepaaldheid in de positie Δx meter m
onbepaaldheid in de impuls Δp newton seconde Ns
totale energie van een deeltje En joule J
een geheel getal n - -
lengte L meter m

© Noordhoff Uitgevers Overal Natuurkunde 6 vwo Samenvatting hoofdstuk 15 Quantumwereld

You might also like