You are on page 1of 64

Sandra Duenk

Blink uit
In eenvoudige stappen
van NT2-niveau A2 naar B1

Antwoorden
Inhoudsopgave

Thema 1 Relaties 3
Thema 2 Mijn buurt 6
Thema 3 Vrije tijd 10
Thema 4 Vervoer 14
Thema 5 Vakantie 17
Thema 6 kappen
met
kappen

Natuur 20
Thema 7 Gezondheid 24
Thema 8 Veiligheid 28
Thema 9 Onderwijs organisatie 33
WIJ G

OPEN
AAN W
EER NAA
R SCHOOL

DAG

Thema 10 Onderwijs inhoud 37


Thema 11 Stage 40
Thema 12 Werk organisatie 43
Thema 13 Werk inhoud 48
Thema 14 Media 51
Thema 15 Geschiedenis 55
Thema 16 De samenleving 61

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 2


Antwoorden Thema 1 Relaties

5 A
1 niet waar 4 niet waar
2 waar 5 waar
3 waar 6 waar

B
1 B 3 D
2 A 4 C

C
1 C 3 D
2 B 4 A

6 A
1 A
2 A
3 B

B
1 E 4 F
2 D 5 B
3 A 6 C

7 A
1 Esther is 19.
2 Ze woont in Rotterdam.
3 Ze zit op de kappersvakschool.
4 Bij een goede kapsalon werken en haar eigen kapsalon
openen.
5 Ze gaat graag met vrienden naar een kroeg of een
bandje, maar ze kan ook thuis genieten van een mooie
film of een leuk boek.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 3


6 Voetballen en hardlopen.
7 Ze is 1 meter 72, ze heeft halflang, bruin haar en
groene ogen.
8 Twee maanden geleden.
9 Ze zoekt een ondernemend en positief type.
10 Lekker uitgaan, samen reizen en leuke dingen doen.

B
1 D 4 F
2 A 5 E
3 B 6 C

15 1 getrouwd 6 blij
2 gezin 7 moe
3 vriendin 8 relatie
4 uitnodigen 9 tijdschrift
5 kennismaken 10 afspraak

16 1 Mijn vriend heeft het uitgemaakt.


2 We gaan volgend jaar trouwen.
3 Heb je zin in een kopje koffie?
4 Ik ben zo nerveus voor mijn rijexamen.
5 Erger jij je weleens aan je buren?

17 A
1 Hij is de buurman van Rob.
Hij speelt trompet .
Hij is vrijgezel.
Hij heeft twee huisdieren, een hond en een kat .
Hij werkt als buschauffeur .

2 Zij is de collega van Rob.


Zij werkt als kok .
Zij is georganiseerd.
Rob kent haar nu acht jaar.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 4


3 Zij is de vrouw van Rob.
Ze komt uit Mexico .
Haar hobby’s zijn wandelen en fietsen .
Rob heeft haar ontmoet op vakantie.
Ze heeft bruine ogen en zwart haar.

18 B
1 waar 5 waar
2 niet waar 6 niet waar
3 waar 7 niet waar
4 niet waar 8 waar

C
1 D 5 E
2 A 6 C
3 G 7 B
4 F

21 C
1 Heb jij geduld met kleine kinderen? (hebben)
2 Ik ga mijn vriendin ten huwelijk vagen . (vragen)
3 Hij geeft een feest voor zijn verjaardag. (geven)
4 Doe je de groeten aan je moeder? (doen)
5 We maken vaak een praatje met de buren. (maken)
6 Hij vindt het makkelijk om vriendschappen te sluiten . (sluiten)

22 B
3 Er = grapjes
4 Er = je keuze
5 Er = je eigen land

C
1 Sorry, ik kan daar niet om lachen . (lachen)
2 Volgens mij is hij verliefd op je. (zijn)
3 Lijken jullie veel op elkaar? (lijken)
4 Ik heb spijt van mijn fouten. (hebben)
5 Hij makdenkten nog vaak aan haar. (denken)

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 5


Antwoorden Thema 2 Mijn buurt

3 B
1 B Nee, ik heb ze niet gezien.
A Hè, waar kunnen ze nou zijn?
2 B Nee, ik heb hem niet gezien.
A Hè, waar kan hij nou zijn?
3 B Nee, ik heb hem niet gezien.
A Hè, waar kan hij nou zijn?
4 B Nee, ik heb hem niet gezien.
A Hè, waar kan hij nou zijn?
5 B Nee, ik heb het niet gezien.
A Hè, waar kan het nou zijn?

4 1 Ik gebruik de gieter om de planten water te geven .


2 Ik gebruik het strijkbout om de kleding te strijken .
3 Ik gebruik mijn tandenborstel om tanden te poetsen .
4 Ik gebruik een kam om haren te kammen .
5 Ik gebruik de vaatwasser om de borden af te wassen .
6 Ik gebruik een fietspomp om een band op te pompen .
7 Ik gebruik een bezem om de stoep te vegen .
8 Ik gebruik het stoffer en blik om iets op te vegen .
9 Ik gebruik de tuinslang om de tuin te besproeien .
10 Ik gebruik een nagelschaartje om nagels te knippen .

6 B
1 – Ik ruim de post op. – Ik heb de post opgeruimd.
2 – Ik werk in de tuin. – Ik heb in de tuin gewerkt.
3 – Ik ga naar de markt. – Ik ben naar de markt
gegaan.
4 – Ik zet de vuilniszakken – Ik heb de vuilniszakken
buiten. buiten gezet.
5 – Ik repareer een fiets. – Ik heb een fiets gerepareerd.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 6


6 – Ik doe boodschappen. – Ik heb boodschappen gedaan.
7 – Ik was de auto. – Ik heb de auto gewassen.
8 – Ik doe de was. – Ik heb de was gedaan.
9 – Ik hang de was op. – Ik heb de was opgehangen.
10 – Ik vouw de was op. – Ik heb de was opgevouwen.
11 – Ik dek de tafel. – Ik heb de tafel gedekt.
12 – Ik ruim rommel op. – Ik heb de rommel opgeruimd.
13 – Ik maak het bed op. – Ik heb het bed opgemaakt.

8 A
1 De ouders en de kinderen van de Agatha Snellenschool
en speeltuin, de bezoekers van het Zocherpark en de
bewoners van het Museumkwartier.
2 De gemeente wil een groot afvalstation en een bushalte
plaatsen.
3 Dit zorgt voor onveiligheid door rondzwervend glas en
vuil. Ook verdwijnt er veel groen in het Zocherpark. Er
zal zwaar vrachtverkeer in de gevaarlijke bocht naast
de school en de speeltuin zijn. En de bushalte op de hoek
Wijde Doelen / Ledig Erf zorgt voor files en onveilige
situaties.
4 Ze vragen de gemeente om geen afvalstation te plaatsen
bij het Zocherpark en om geen bushalte te plaatsen in de
nauwe Wijde Doelen.

B
1 B 3 D
2 A 4 C

9 A
1 B 3 A
2 C 4 A, B, D en F

B
1 D 4 C
2 E 5 A
3 B 6 F

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 7


B
1 A 4 B
2 E 5 C
3 D

17 1 sleutel 6 gestreept
2 apparaat 7 excuses
3 uitdoen 8 repareren
4 huishouden 9 boodschappen
5 vuilniszak 10 boor

18 1 Weet jij waar mijn sleutels liggen?


2 Kun jij de tafel even dekken?
3 Wat zijn de kinderen aan het doen?
4 We hebben de woonkamer opnieuw ingericht.
5 Het spijt me, maar ik heb een beetje last van jullie
barbecue.

19 B
1 waar 5 waar
2 niet waar 6 niet waar
3 niet waar 7 waar
4 waar 8 waar

C
1 E 5 C
2 D 6 G
3 F 7 B
4 A

D
1 C 4 E
2 F 5 B
3 A 6 D

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 8


20 B
1 B 4 A
2 E 5 C
3 D

C
1 A, C, D en F 4 B
2 C 5 B
3 A

22 C
1 Kun je de wekker nog even zetten ?
2 Als jullie rommel maken , moeten jullie het ook opruimen.
3 Waar doe jij je boodschappen?
4 Ik kook meestal, en mijn vrouw doet de afwas.
5 Bied je excuses maar even aan.
6 Ik nem elke ochtend een douche.

23 B
1 Er = het Nederlandse weer
2 Er = de Nederlandse cultuur

C
1 Bemoei je met je eigen zaken!
2 We moeten wel rekening houden met de buren.
3 Ik verbaas me over het aantal fietsen in Nederland.
4 Hij is nu wel gewend aan de nieuwe buurt.
5 Ouders hebben niet altijd genoeg aandacht voor hun kinderen.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 9


Antwoorden Thema 3 Vrije tijd

4 A
1 We gaan naar een restaurant om uit eten te gaan .
2 Zullen we naar een café gaan om koffie te drinken .
3 Ik ga naar het museum om een tentoonstelling te bezoeken .
4 Hij gaat naar de markt om boodschappen te doen .
5 Ze gaan naar het zwembad om te zwemmen .

5 A
1 We hebben koffie gedronken .
2 Ik heb een film gekeken .
3 Hij heeft boodschappen gedaan .
4 De kinderen hebben gezwommen .
5 We hebben gedanst .
6 Ik heb gewandeld .
7 De vrienden hebben gepicknickt .
8 We hebben gefietst .
9 Ik heb gezeild .
10 We hebben gevaren .

6 1 Tv kijken en internetten
2 15 procent
3 Ruim 800 euro per jaar
4 10 procent
5 Ruim 8 uur

7 A
1 Lezen
2 Ballet
3 Hardlopen
5 Bloggen

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 10


6 Stijldansen
7 Breien: ze was er slecht in en werd er gestrest van.
Paardrijden: ze vond het doodeng.
Yoga: ze vond het saai.
Jazzballet: ze kon de pasjes niet volgen.
9 1. Hobby’s helpen haar om te ontspannen.
2. Met hobby’s kan ze andere mensen leren kennen.
3. Met hobby’s kan ze nieuwe dingen leren.
4. Hobby’s geven haar voldoening.

B
1 E 4 F
2 A 5 C
3 B 6 D

C
1 C 3 A
2 B 4 D

D
1 C 4 A
2 E 5 D
3 F 6 B

14 1 strand 6 reserveren
2 concert 7 buiten
3 gezellig 8 pretpark
4 hobby 9 tuinieren
5 bioscoop 10 wandeling

15 1 Zullen we weer een keer afspreken?


2 We zijn aan het picknicken in het park. Kom je ook?
3 Heb je een leuk weekend gehad?
4 Het zwembad is tot 15 juni gesloten.
5 Heb je al vakantieplannen?

Wind mee Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2020 11


16 A
persoon Bram Hasan Maryam Julia
Een biertje Wat Televisie Naar de
vrijdagavond gedronken met gedronken met gekeken bioscoop
collega’s de buren gegaan

uitgeslapen Naar de markt Naar de bakker gewerkt


zaterdagochtend gegaan gegaan

gesurft gekookt Verjaardag van Boodschappen


zaterdagmiddag zoontje gevierd gedaan

Netflix _ Pannenkoeken Met vrienden


zaterdagavond gekeken gebakken gegeten en
gekletst
hardgelopen Bij zijn broer Het huis In de tuin
zondagochtend op bezoek schoongemaakt gewerkt
gegaan

In de tuin Thuis gebleven Op een terrasje gewinkeld


zondagmiddag gewerkt gezeten

gegamed Het huis Vroeg naar bed _


zondagavond opgeruimd gegaan

17 A
1 B 4 B
2 B 5 C
3 C

B
1 31 6 165.000
2 De helft 7 1909
3 14 8 37 miljoen
4 700 9 34
5 1970 10 37 meter

C
1 E 4 F
2 C 5 D
3 B 6 A

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 12


1 D 4 F
2 A 5 C
3 E 6 B

20 C
1 Hij maakt graag muziek.
2 Heb jij interesse voor techniek?
3 Ik heb een tafel voor twee personen gereserveerd .
4 In het weekend bestellen we vaak een pizza.
5 Jullie kijken te veel televisie. Ga nu maar lekker buiten spelen.
6 De kinderen spelen graag voetbal. (spelen)

21 B
1 Er = de vakantie,
2 Er = Nederlandse muziek
3 Er = spruitjes
4 Er = stroopwafels
5 Er = jouw hobby’s

C
1 Ik luister graag naar rockmuziek.
2 Mijn kinderen zijn gek op chocola.
3 Volgens mij heb je een hekel aan die man.
4 We zijn echt geïnteresseerd in tuinieren.
5 Verheugen jullie je op het Sinterklaasfeest?

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 13


klimmen
kletsen

met de baby wandelen


varen

schommelen

de hond uitlaten
voetballen

Antwoorden Thema 4 Vervoer

3 1 Je moet wachten voor / aan een stoplicht.


2 Met / Op een kruispunt heeft rechts voorrang.
3 Voetgangers lopen in / op de stoep.
4 Door / Bij de T-splitsing ga je linksaf.
5 Hij staat te wachten bij / op de bushalte.

4 1 Hij reist elke dag met de trein.


2 Ik sta op perron 5.
3 Ze kopen koffie bij de kiosk.
4 Hij gaat de trap op (naar boven).
5 Hij gaat de trap af (naar beneden).

5 1 H 5 D
2 G 6 A
3 F 7 B
4 E 8 C

7 1 De auto moet worden gekeurd. Wanneer zullen we hem naar de


garage brengen?
2 Als je pech hebt onderweg, kan de ANWB je helpen.
3 Als je met de brommer gaat, is het verplicht om een helm te
dragen.
4 Mijn rijbewijs is verlopen. Ik moet het verlengen.
5 Ik heb een lekke band. Ik ga mijn fiets even naar de
fietsenmaker brengen.

8 A
1 niet waar 4 niet waar
2 waar 5 niet waar
3 niet waar

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 14


B
1 B 4 A
2 D 5 E
3 F 6 C

9 A
1 A 3 C
2 C 4 B

B
1 C, b 3 D, d
2 A, c 4 B, a

10 A
1 Omdat hij onwel was geworden.
2 Nee
3 Hij is zelf in de cabine geklommen en heeft het stuur
overgenomen.
4 Hij is per ambulance naar het ziekenhuis gebracht.
5 Nee

B
1 D 4 B
2 A 5 C
3 E

18 1 ongeluk 6 vertrekken
2 stoplicht 7 overstappen
3 rijbewijs 8 links
4 pech 9 slagen
5 gekeurd 10 zakken

19 1 Ik ben geslaagd voor mijn rijexamen.


2 Mijn zoon heeft een ongeluk gehad met zijn brommer.
3 We hebben de bus gemist.
4 De trein heeft vertraging. Ik kom wat later.
5 Zullen we de trein nemen, of ga je liever met de auto?

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 15


20 A
1 Omdat er een kind in de auto rondreed.
2 10
3 Nee
4 Door Rotterdam
5 De eigenaar van de auto
6 280 euro

B
1 C 4 A
2 B 5 D
3 E

23 C
1 Ik breng de kinderen ’s ochtends naar school.
2 Mijn vriend haalt ze ’s middags weer op.
3 We hebben de verkeerde afslag genomen .
4 Is je OV-chipkaart opgeladen ?
5 De vlucht heeft een vertraging van veertig minuten.
6 Hij neemt elke ochtend om acht uur de bus.

25 B
1 Er - het ongeluk
2 Er = het lawaai
3 Er = pizza
4 Er = dat onbeschofte gedrag

C
1 Sorry, maar we hebben erg veel last van de muziek.
2 Hij ergert zich altijd aan de hond van de buren.
3 Ik heb trek in een kroket.
4 Het heeft geen zin om boos te zijn op de conducteur.
5 Het kind schrikt van het lawaai.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 16


Antwoorden Thema 5 Vakantie

1 B
1 De vrouw is aan het zonnen.
2 Het meisje is aan het lezen.
3 Het kind is een zandkasteel aan het maken.
4 De jongen is een ijsje aan het eten.
5 Ze zijn met de hond aan het wandelen.
6 Ze zijn schelpen aan het zoeken.
7 Het kind is naar boten aan het zwaaien.
8 De man is naar de zee aan het kijken.

2 1 Het meisje heeft een spannend boek gelezen .


2 Het kind heeft een mooi zandkasteel gemaakt .
3 De jongen heeft een lekker ijsje gegeten .
4 Ze heeft met de hond gewandeld .
5 Ze heeft mooie schelpen gezocht .
6 Het kind heeft naar de boten gezwaaid .
7 De man heeft naar de zee gekeken .

6 1 Het adres is De Pol 15, 9444 XE Grollo.


2 Een blokhut voor vier personen kost ongeveer 90 euro per nacht.
3 Nee, dat mag niet.
4 Zo’n blokhut heeft een terras met een picknickbank, een veranda,
twee stapelbedden, een tafel en een 2 pits-gastoestel.
5 Er is een openluchtzwembad, een speelvijver en een
waterspeeltuin.
6 Op het multifunctionele sportveld kun je onder andere
basketballen, volleyballen, tennissen, badmintonnen, korfballen
en voetballen.
7 Ja, restaurant het Bommelhoes.
8 Je kunt bijvoorbeeld naar klimpark Grolloo of het
Hunebedcentrum Borger.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 17


7 A
1 B 4 C
2 B 5 C
3 A

B
1 D 4 E
2 A 5 C
3 B

C
1 D 3 A
2 B 4 C

15 1 strand 6 zonnebril
2 zwemmen 7 paspoort
3 ijsje 8 klacht
4 wintersport 9 pech
5 koffer 10 reizen

16 1 We gaan in februari met vrienden op wintersport.


2 We hebben pech met de auto.
3 Heb jij al vakantieplannen?
4 Ik heb een klacht over de hotelkamer. Hij is niet schoon.
5 Zou jij de kat eten kunnen geven, als ik op vakantie ben?

17 B
Voordelen van kamperen Nadelen van kamperen
Het buitenleven is gezond. Soms is het koud.
Het leven op de camping is rustig. Soms regent het.
Je kunt nieuwe mensen ontmoeten. Je hebt niet veel ruimte in de tent.
Kamperen is niet duur. Je hebt weinig privacy.
Soms is er geluidsoverlast.
Er is minder comfort dan thuis.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 18


18 A
1 In 1997.
2 Ze hebben 3 kinderen.
3 De camping heeft 25 plaatsen.
4 Om de gasten ook te laten genieten van het mooie, afwisselende
gebied.
5 Omdat kamperen bij de boer goedkoop is.
6 Voor de rust en iedereen helpt elkaar. Mensen houden van het
kleinschalige, de ontvangst met koffie en de dieren.
7 Vanwege de vrijheid, het uitzicht, het Hollandse, de ruimte en de
afstand van buren

B
1 B 4 C
2 D 5 A
3 E

20 C
1 Deze tent kun je heel makkelijk opzetten .
2 Schiet nou op! Straks missen we de vlucht.
3 Zal ik twee nachten in dat hotel boeken .
4 Ik moet de koffers nog pakken .
5 Hij heeft dit jaar niet al zijn vakantiedagen opgenomen .
6 Maak je een paar leuke foto’s?

21 B
1 Daar = een ijsje 4 Er = de zon
2 Er = de Nederlandse werkcultuur 5 Er = de zon
3 Er = je auto

C
1 De kinderen hebben erg veel zin in het schoolreisje.
2 We zijn aan het sparen voor een nieuwe bank.
3 Ik verlang naar mijn familie.
4 Hij is erg gevoelig voor kritiek.
5 We moeten ons een beetje aanpassen .

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 19


Antwoorden Thema 6 Natuur

2 B
1 De huizen in mijn land zijn goedkoper dan de huizen in
Nederland.
2 Het zand in de Sahara is geler dan het zand op het strand in
Nederland.
3 De provincie Gelderland is groter dan de provincie Groningen.
4 Het landschap in Friesland is kaler dan het landschap in
Limburg.
5 De temperaturen in Spanje zijn hoger dan in Nederland.

C
1 Dolfijnen zijn slimmer dan panda’s.
2 Panda’s zijn dommer dan dolfijnen.
3 Het landschap in Friesland is vlakker dan het landschap in Lim-
burg.
4 Het klimaat in Nederland is natter dan het klimaat in mijn land.
5 Deze verf is witter dan die verf.

4 1 In Nederland zijn de zomers warmer dan in IJsland, maar in


Marokko zijn de zomers het warmst .
2 In Frankrijk rijdt de TGV sneller dan in Nederland, maar in Japan
rijden de treinen het snelst .
3 In Europa zijn de steden ouder dan in de Verenigde Staten, maar
in het Midden-Oosten zijn de steden het oudst .
4 Het Nederlands is moeilijker dan het Engels, maar het Chinees
is het moeilijkst .
5 In Spanje zijn de stranden mooier dan in Nederland, maar op
Curaçao zijn de stranden het mooist .

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 20


8 1 Tussen Hoek van Holland en Den Helder
2 Maximaal 800
3 In 1959
4 Je kunt je opgeven via het informatieformulier.
5 De deelnemers moeten in het bezit zijn van goed
kampeermateriaal. Een tent, slaapzak, toiletgerei, bad- en
strandkleding, warme kleding, regenkleding een zonnebril en
zonnecrème.
6 Maandagmorgen wordt er tussen 08.00 en 10.00 uur gestart in
Hoek van Holland.
7 Vanaf 11.00 tot 15.00 uur
8 In Wassenaar, Noordwijk, IJmuiden, Egmond aan Zee en
Callantsoog.
9. Voor 19.00 uur
10 Nee, de bagage wordt met een vrachtwagen naar de volgende
kampeerplaats gebracht.
11 185 euro
12 Koffie, thee en frisdrank, warme maaltijden, lunch- en
ontbijtpakketjes, fruit, kampeergelden en vervoer van bagage zijn
inbegrepen.

9 A
1 niet waar 6 niet waar
2 niet waar 7 niet waar
3 waar 8 niet waar
4 waar 9 waar
5 waar 10 waar

B
1 C 4 D
2 A 5 B
3 E

1 B 4 A
2 E 5 C
3 D

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 21


1 E 4 B
2 A 5 D
3 C

17 1 natuur 6 temperatuur
2 dier 7 rivier
3 berg 8 strand
4 woestijn 9 sneeuw
5 landschap 10 milieu

18 1 Zullen we morgen een ns-wandeling maken?


2 Lekker weertje hè.
3 Wat vind jij van windmolens?
4 Wat zijn de grootste verschillen tussen jouw land en Nederland?
5 Vind jij dat we het afval moeten scheiden?

19 1 B 5 B
2 A 6 C
3 A, C, E 7 B
4 A 8 A

20 B
1 B 4 C
2 D 5 A
3 E

C
1 Er liggen duizenden visnetten.
2 Vissersboten verliezen ze.
3 De dieren komen vast te zitten en gaan dood.
4 50.000 kilo

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 22


23 C
1 Onze buurjongen laat de hond altijd uit.
2 Ik heb toen een grote vergissing gemaakt .
3 We moeten het afval beter scheiden .
4 Hebben jullie geen spijt van die beslissing?
5 Hij maakt altijd een wandeling met zijn moeder.
6 Dit jaar isoleer ik het dak, en volgend jaar neem ik zonnepanelen.

24 B
1 Er = de boten,
3 Er = het Nederlandse landschap
5 Er = het mooie weer

C
1 Hij kijkt graag met zijn verrekijker naar vogels.
2 Als we wandelen, genieten we van de kleuren van het bos.
3 We houden van de Waddeneilanden. Daar gaan we vaak naartoe.
4 Ik hoop dat we morgen kunnen zeilen. Dat hangt af van de
sterkte van de wind.
5 Het Nederlandse klimaat kun je niet vergelijken met het kli-
maat in mijn land.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 23


Antwoorden Thema 7 Gezondheid

2 C
1 Als ik jou was, zou ik minder televisie kijken.
2 Als ik jou was, zou ik minder alcohol drinken.
3 Als ik jou was, zou ik minder suiker eten.
4 Als ik jou was, zou ik gaan fietsen.
5 Als ik jou was, zou ik meer vrienden maken.

3 A
1 B
2 A
3 C

4 A
1 Edwin de Vaal, huisarts in Nijmegen.
2 Dan worden we te zwaar, waardoor we eerder ziek kunnen
worden.
3 Dertig minuten per dag
4 Door ons leven in het verleden zijn we lui geworden.
5 Omdat je pas na een tijdje iets van de effecten merkt.
6 Creëer nieuwe routines. Plof na het eten niet standaard op de
bank voor de televisie, maar maak een ommetje. Neem de fiets in
plaats van de auto. Of parkeer wat verder van je bestemming af
en loop het laatste stuk. Neem de trap in plaats van de lift.
7 Als je samen beweegt, is het moeilijker om de sportafspraak af te
zeggen.

B
1 C 4 A
2 B 5 E
3 D

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 24


1 D 4 A
2 E 5 C
3 B

C
1 D 4 C
2 F 5 E
3 A 6 B

12 1 gezond 6 energie
2 hardlopen 7 verzekering
3 advies 8 voeding
4 afvallen 9 ontspanning
5 bewegen 10 kiespijn

13 1 Oh nee, ik ben drie kilo aangekomen!


2 Ik rook twee pakjes sigaretten per dag.
3 Iedereen moet biologisch eten.
4 Mensen hebben te veel stress in Nederland.
5 Ik heb een skiongeluk gehad.

14 welvaart
een mooie auto
veiligheid
een groot huis
vrijheid mogelijkheid om te kiezen
mooie kleding geven en nemen
sporten
leuke dingen doen
kinderen lekker eten balans tussen werk en privé
een mooie baan moeder
een goede relatie hebben
geld familie
nieuwe dinge
n leren

2 In Finland, Noorwegen, Denemarken, IJsland, Zwitserland en


Nederland.
3 Op de zesde plaats.
4 Investeren in de geestelijke gezondheidszorg. Ongelukkige
mensen helpen.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 25


15 A
1 waar 6 niet waar
2 niet waar 7 waar
3 waar 8 waar
4 niet waar 9 waar
5 waar

B
1 D 5 A
2 B 6 C
3 G 7 F
4 E

1 G 5 B
2 D 6 F
3 A 7 E
4 C

C
We krijgen veel informatie over gezonde voeding.
Biologische groente helpt om niet ziek te worden.
De consument vindt luizen in de andijvie niet fijn.
Rupsen zijn altijd het slachtoffer.

18 C
1 In Nederland moet je een ziektekostenverzekering afsluiten .
2 Hij heeft vaak hoofdpijn.
3 Ik heb een afspraak met een fysiotherapeut gemaakt .
4 Ik doe niet genoeg aan sport.
5 Neem je je medicijnen wel op tijd?
6 U poetst uw tanden niet goed genoeg.

19 B
1 Er = mijn planten
2 Er = de uitslag
3 Er = alcohol
4 Er = haar ziekte
5 Er = roken

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 26


C
1 Zorg goed voor jezelf!
2 Ze zal helaas nooit helemaal van die ziekte genezen .
3 U kunt nu wel stoppen met deze medicijnen.
4 Hij is al heel lang verslaafd aan drugs.
5 U kunt hier even wachten op de dokter.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 27


Antwoorden Thema 8 Veiligheid

1 A
1 Kleine kinderen ______ mogen niet bij het water ______ spelen.
2 Laat ______ baby’s niet in je eigen bed ______ slapen. Leg ze in hun
wiegje.
3 Laat ______ kinderen niet in de keuken ______ spelen, als er hete pan-
nen op het vuur staan.
4 Kleine kinderen ______ mogen niet aan het stopcontact ______ zitten.
5 Kinderen ______ mogen niet zonder gordel ______ in de auto ______
zitten.

B
1 Laat ______ kleine kinderen niet alleen _______ de trap _______ op gaan.
2 Kleine kinderen ______ mogen niet te hoog ______ in een klimrek
______ gaan.

3 Kinderen ______ moeten ______ in de winter niet te koud ______


gekleed ______ zijn.
4 Kinderen ______ mogen ______ zich niet onveilig ______ voelen ______ op
school. Bespreek pestgedrag met de school.
5 Kinderen ______ mogen niet alleen ______ zijn.

2 A
1 Een kind van zeventien mag alcohol kopen.
Een kind van zeventien mag geen alcohol kopen.
2 Je mag softdrugs gebruiken.
Je mag geen softdrugs gebruiken.
3 Je mag harddrugs gebruiken.
Je mag geen harddrugs gebruiken.
4 Vrouwen mogen stemmen.
Vrouwen mogen niet stemmen
5 Mannen mogen met mannen trouwen, en vrouwen met
vrouwen.
Mannen mogen niet met mannen trouwen, en vrouwen niet
met vrouwen.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 28


Moeten, hoeven
1 Je moet een helm dragen op de fiets.
Je hoeft geen helm te dragen op de fiets.
2 Je moet stoppen voor het stoplicht, als je fietst.
Je hoeft niet te stoppen voor het stoplicht, als je fietst.
3 Kinderen moeten op school een uniform dragen.
Kinderen hoeven op school geen uniform te dragen.
4 Een auto moet een fietser van rechts voorrang geven.
Een auto hoeft een fietser van rechts geen voorrang te geven.
5 Je moet altijd ‘u’ zeggen tegen iemand die ouder is.
Je hoeft niet altijd ‘u’ te zeggen tegen iemand die ouder is.

3 A
1 E 4 A
2 C 5 B
3 D

B
1 B 4 D
2 E 5 C
3 A

4 1 A 3 B
2 C 4 C

5 A
1 waar 5 niet waar
2 niet waar 6 waar
3 niet waar 7 niet waar
4 waar

B
1 C 4 E
2 A 5 D
3 B

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 29


1 B 4 A
2 C 5 D
3 E

C
1 E 4 A
2 B 5 D
3 F 6 C

12 1 inbraak 6 maatregel
2 gordel 7 controleren
3 helm 8 rookmelder
4 voorrang 9 camera
5 nooddeur 10 diefstal

13 1 Mijn portemonnee is gestolen.


2 U krijgt een boete, want u reed door rood.
3 Gisteren heb ik in mijn vinger gesneden.
4 Onze werkplek is helemaal niet veilig.
5 De winkel is compleet afgebrand.

14 A
1 C 3 B
2 B 4 A

B
1 B 3 D
2 C 4 A

C
1 D 5 E
2 A 6 C
3 B 7 F
4 G

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 30


15 B
Nederlanders kunnen goed fietsen, dus een fietshelm is niet
nodig.

X Een helm beschermt nooit honderd procent.

X Met een fietshelm kun je veilig de straat op.

Fietshelmen zitten niet lekker.

Juist door het verplichten van een fietshelm lijkt het alsof
X fietsen heel gevaarlijk is.

Fietshelmen staan niet leuk.

Als mensen een fietshelm dragen, nemen ze juist meer risico’s


X in het verkeer.

Fietshelmen zijn te duur.

Automobilisten en voetgangers lopen net zoveel risico als een


X fietser, en zij hoeven geen helm te dragen.

C
1 Een goede helm moet licht zijn, goed op je hoofd passen en je
slapen bedekken.
2 Pro Velo is tegen het verplichten van een fietshelm.
3 Meer op elkaar letten in het verkeer, meer fietsverkeer en een
betere fietsinfrastructuur.

17 C
1 De gemeente geeft bewoners advies over inbraakpreventie.
2 Ik wil een klacht indienen over een gevaarlijk kruispunt in mijn
buurt.
3 We gaan nieuwe rookmelders installeren .
4 Onze buren maken vaak ruzie.
5 In het casino loop je het risico al je geld te verliezen.
6 Wil jij de schuurdeur nog even op slot doen ?

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 31


18 B
1 Er = het slechte weer
2 Er = mijn voorstel
4 Er = de verkeersregels
5 Er = muizen

C
1 Mijn man is echt bang voor spinnen. Ik moet ze altijd vangen.
2 We zijn in 2019 uit ons land naar Nederland gevlucht .
3 De leerlingen houden zich op school niet goed aan de regels.
4 Er is gewaarschuwd voor harde windstoten. Aan de kust wordt
het windkracht 7.
5 Ik denk er nog even over na.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 32


Antwoorden Thema 9 Onderwijs organisatie
WIJ G

OPEN
AAN W
EER NAA
R SCHOOL

DAG

1 B
1 Hoe veel leerlingen zitten er in het eerste jaar?
2 Waar kun je stage lopen?
3 Wanneer begint de opleiding?
4 Wat vinden de leerlingen het interessantste / moeilijkste /
leukste vak?
5 Waarom kiezen veel mensen voor deze opleiding?
6 Wie kan me helpen, als ik vragen heb over studiefinanciering?
7 Voor welke datum moet ik me aanmelden?

C
1 Ik wil graag weten, wat leerlingen het leukste vak vinden .
2 Kunt u me vertellen, waarom veel mensen voor deze
opleiding kiezen ?
3 Weet u misschien, wie me kan helpen, als ik vragen heb over
studiefinanciering ?
4 Ik wil graag weten, voor welke datum ik me moet
aanmelden .
5 Weet u misschien, wat deze opleiding aan boeken en
lesgeld kost ?
6 Kunt u me vertellen, hoe de begeleiding op school is ?
7 Kunt u me vertellen wat de toelatingseisen voor deze
opleiding zijn ?

2 C
1 Ik wil graag weten, of ik makkelijk werk kan vinden na
deze opleiding .
2 Kunt u me vertellen, of leerlingen veel samen werken ?
3 Kunt u me vertellen, of er een gezellige sfeer op school is ?
4 Weet u, of er veel praktijklessen zijn ?
5 Ik wil graag weten, of ik veel toetsen krijg .
6 Kunt u me vertellen, of ik stage moet lopen ?
7 Ik wil graag weten, of ik tijd heb voor een bijbaantje .

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 33


3 1 B 4 B
2 B 5 C
3 B 6 B

4 A
1 waar 5 waar
2 niet waar 6 waar
3 niet waar 7 niet waar
4 waar

B
1 F 5 E
2 D 6 C
3 G 7 A
4 B

12 1 onderwijs 6 praktijkles
2 stage 7 cursus
3 opleiding 8 inschrijven
4 toets 9 klaslokaal
5 bijbaantje 10 informatie

13 1 Welke vakken vind jij leuk?


2 Heb ik een diplomawaardering nodig?
3 Kan ik makkelijk werk vinden na deze opleiding?
4 Mag ik even iets vragen?
5 Heb jij leuke schoolherinneringen?

14 A
1 Biologie, Science en Programmeren
2 In maart
3 Omdat er zo veel scholen in de buurt zijn.
4 Vanwege haar twee broers die op verschillende scholen zitten.
5 Een gezellig gebouw en speciale lessen.
6 A
7 Met extra leuke dingen, versieringen en snoep.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 34


B
1 E 5 D
2 F 6 A
3 G 7 C
4 B 8 H

C
1 B 3 C
2 A

15 B

Voordelen grote scholen Voordelen kleine scholen

4 7 9 6 10 11

Nadelen grote scholen Nadelen kleine scholen

1 2 3 5 8

C
1 B, C, D
2 C
3 Een rondleiding aanvragen in zowel een grote als een kleine
school, in gesprek gaan met ouders van beide scholen en je
inlezen op de website.

18 C
1 Hij geeft antwoord op de vragen van de leerlingen.
2 Jullie mogen altijd vragen stellen .
3 We bezoeken samen de open dag op 11 april.
4 Kunt u wat meer informatie geven over de opleiding?
5 Nadia volgt een workshop over sieraden maken.
6 Geef je ook kookworkshops?

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 35


19 B
1 Er = de examens
2 Er = onderwijs
3 Er = de volgende cursus
4 Er = de examens
5 Er = de cursus

C
1 Heb jij je al bij die opleiding ingeschreven ?
2 Er nemen 1600 mensen deel aan de marathon.
3 Hij heeft zich goed op zijn rijexamen voorbereid .
4 De school moet dit jaar extra bezuinigen .
5 Ik maak me niet zo’n zorgen over mijn schoolresultaten. Het
komt wel goed.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 36


Antwoorden Thema 10 Onderwijs inhoud

3 1 Mijn dochter durft geen spreekbeurt voor de klas te


houden. Mijn zoon belooft zijn huiswerk te maken.
2 Als de kinderen in de klas zitten, begint het buiten te sneeuwen.
Je hoeft die oefeningen nog niet te doen.
3 Ik denk dat zij besluit de kappersopleiding te gaan doen. Hij
vergeet zijn schoolagenda mee te nemen.
4 Ik probeer mijn opleiding voor de zomer af te ronden. Ik beloof je
dat ik mijn deel van het huiswerk op tijd afmaak.
5 Vergeet je niet op tijd in te schrijven! Begin niet te laat voor de
examens te leren.

6 1 C 4 C
2 B 5 C
3 C

7 A
1 Tien kinderen.
2 Op vrijdagmiddag.
3 Ja.
4 Ze wil op vakantie naar China met haar familie en dan kan ze hun
rondleiden.”
5 De docent is 33?
6 Op 29 basis- en middelbare scholen.
7 Voor de liefde.
8 Ze was lerares Engels.
9 170.
10 Om iets nieuws te proberen.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 37


B
1 C 5 A
2 G 6 F
3 E 7 D
4 H 8 B

13 1 leerling 6 oefening
2 toets 7 spreekbeurt
3 huiswerk 8 belangstelling
4 voorbereiden 9 uitdaging
5 docent 10 pauze

14 1 Ik heb een slecht cijfer voor wiskunde gehaald.


2 Ik begrijp de oefening niet. Kun je me helpen?
3 Beloof je de volgende keer op tijd te komen?
4 Mijn dochter leert Chinees op school.
5 Wat vind jij van online leren?

15 1 Zes
2 Ze hebben goed geleerd.
3 De voorgerechten maken.
4 Later dit jaar
5 Voor gasten van het restaurant van de school.
6 Drie gangen
7 Ze vinden het beroep leuk en eten is lekker.
8 Ja
9 Doorleren of gelijk geld verdienen.

16 1 C 6 C
2 B 7 B
3 A 8 B
4 C 9 C
5 C

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 38


19 C
1 Ik volg een kappersopleiding.
2 Hij heeft zijn diploma gehaald .
3 Wanneer moeten we examen doen ?
4 Gelukkig kan ik het examen nog herkansen .
5 Je leert een nuttig vak!
6 Jullie maken het huiswerk goed!

20 B
1 Er = rekenen
2 Er = het theorie examen
3 Er = je huiswerk
4 Er = vraag 3
5 Er = het huiswerk

C
1 Hij stelt altijd slimme vragen.
2 De cursist geeft het goede antwoord.
3 Ik hoop dat ik voor het examen slaag .
4 Ik ben echt slecht in Engels. Dat vind ik een moeilijk vak.
5 De kinderen concentreren zich op de toets.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 39


Antwoorden Thema 11 Stage

2 1 Je kunt een perforator gebruiken om gaatjes in papier te maken.


2 Ze gebruikt de thermometer om de temperatuur op te nemen.
3 Hij gebruikt een geel doekje om de ramen te lappen.
4 Deze boor kun je gebruiken om in hard hout te boren.
5 Hij pakt de gieter om de bloemen water te geven.

4 1 Eerst wassen we het haar.


Dan knippen we het haar.
Daarna föhnen we het haar.
2 Eerst stofzuigen we de kamers.
Dan stoffen we de meubels af.
Daarna lappen we de ramen.
3 Eerst geven we medicijnen.
Dan nemen we de temperatuur op.
Daarna verzorgen we de wond.

5 B
1 Zou jij deze planken doormidden kunnen zagen?
2 Zou jij twee gaatjes in de muur kunnen boren?
3 Zou jij de tuin kunnen schoffelen?
4 Zou jij dit document vijf keer kunnen kopiëren?
5 Zou jij de ramen kunnen lappen?

6 1 Ik heb met klanten getelefoneerd.


2 Ik heb een kast getimmerd.
3 Ik heb patiënten gevaccineerd.
4 Ik heb afspraken gepland.
5 Ik heb een evenement georganiseerd.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 40


7 A
1 waar 5 waar,
2 eaar 6 waar
3 raar 7 niet waar
4 niet waar

B
1 D 5 B
2 G 6 F
3 A 7 C
4 E

C
1 B 3 C
2 A

8 1 B 4 C
2 B 5 C
3 A 6 C

13 1 stage 6 organiseren
2 timmerman 7 schaar
3 schoonmaker 8 hamer
4 boren 9 opdracht
5 knippen 10 rapporteren

14 1 Kan ik een stagevergoeding krijgen?


2 Kun jij de stagiaire vandaag een beetje inwerken?
3 Rik is ziek. Kun jij hem morgen vervangen?
4 Hoe werkt dit koffieapparaat?
5 Heb je al naar stagemogelijkheden geïnformeerd?

15 1 A 3 C
2 C 4 B

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 41


17 C
1 Vraag op tijd een stage aan!
2 Ik loop stage bij een tuindersbedrijf.
3 Je doet veel ervaring op tijdens je stage.
4 Bart vervangt Erik morgen.
5 Je mag nog wat meer verantwoordelijkheid nemen .
6 Het is belangrijk om een stagiair goed in te werken .

18 B
1 Er = je stage
2 Er = stagemogelijkheden
5 Er = jouw boor

C
1 Met welke taak zal ik beginnen ?
2 Ik ben bezig met het opruimen van het magazijn.
3 Ik zal me even voorstellen . Ik ben Mark.
4 Informeer jij even of die bestelling vandaag nog binnenkomt?
5 We maken hier gebruik van oude bouwmaterialen.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 42


Antwoorden Thema 12 Werk organisatie

2 1 De kopjes worden afgewassen.


2 De oefening wordt in tweetallen gemaakt.
3 Het afval wordt twee keer per week opgehaald.
4 De kinderen worden bij de bus geteld.
5 De toiletten worden elke dag schoongemaakt.
6 Het vriest. De schaatsen worden uit de kast gehaald.
7 De piano wordt twee keer per jaar gestemd.
8 De koningin wordt vandaag om drie uur geïnterviewd.
9 De bagage wordt naar de bagageband gebracht.
10 De kaartjes voor het concert worden vanaf morgen verkocht.

3 1 Eerst wordt er een lied gezongen .


2 De soep wordt een dag van tevoren gekookt .
3 De patiënten worden goed verzorgd .
4 De kinderen worden om half negen naar school gebracht .
5 Het eten wordt rond zes uur bezorgd .
6 De koeien worden twee keer per dag gevoerd .
7 Het afval wordt nog niet goed genoeg gescheiden .
8 Mijn fiets wordt vandaag gerepareerd .
9 Het gebouw wordt om tien uur afgesloten .
10 De bloemen worden geplukt .

4 1 Eerst wordt het deeg gemaakt.


Dan wordt de oven voorverwarmd.
Daarna worden de broden gebakken.
Ten slotte worden de broden in de winkel gelegd.
2 Eerst worden de dozen in het magazijn gezet.
Daarna worden de dozen uitgepakt.
Ten slotte worden de producten in de schappen gezet.
3 Eerst wordt de vis gevangen.
Dan wordt de vis in het ijs gelegd.
Daarna wordt de vis naar de markt gebracht.
Ten slotte wordt de vis verkocht.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 43


6 1 Morgen wordt de klok een uur terug gezet .
Gisteren is de klok een uur terug gezet .
2 Morgen wordt er in heel Nederland gestemd .
Gisteren is er in heel Nederland gestemd .
3 Morgen wordt die beslissing genomen .
Gisteren is die beslissing genomen .
4 Morgen worden alle vluchten van en naar Schiphol geannu-
leerd .
Gisteren waren alle vluchten van en naar Schiphol
geannuleerd .
5 Morgen wordt de nieuwe president gekozen .
Gisteren is de nieuwe president gekozen .

7 1 Het boek is door de vrouw besteld.


2 Het boek is ingepakt.
3 Het boek is naar het adres van de vrouw vervoerd / gebracht.
4 Het boek is bezorgd.
5 Het pakketje is geopend.

8 A
1 Feel Flex
2 Voor Monteur Elektrotechniek
3 Voor een vaste baan
4 € 2600 - € 3200 per maand
5 Voor 40 uur per week
6 Dat kan allebei
7 Je monteert en installeert installaties op basis van tekeningen, je
geeft wijzigingen door en je coacht nieuwe monteurs.
8 Ja, je hebt doorgroeimogelijkheden.
9 Een MBO-diploma elektrotechniek
10 Dat zou fijn zijn.
11 Ja
12 Ja
13 Je moet probleemoplossend en veilig kunnen werken en je moet
goed kunnen samenwerken.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 44


B
1 D 4 E
2 A 5 B
3 C

1 D 4 A
2 B 5 D
3 E

9 1 C 4 A
2 A 5 D
3 C

16 1 vacature 6 rijbewijs
2 contract 7 baan
3 salaris 8 werkervaring
4 collega 9 project
5 solliciteren 10 leidinggevende

17 1 Op 7 juni hebben we een bedrijfsuitje.


2 Kan ik ook deeltijd werken?
3 In welke sector wil je graag werken?
4 Hoeveel uur per week wil je werken?
5 Ik moet me helaas ziek melden.

18 A
Tim Rob Kasia Marjolein Thomas

3 weken De eerste 2 De week 1 week begin –


in juli of weken van tussen Kerst februari en
augustus september en Oud en de eerste 3
Nieuw en weken van
2 weken in oktober
mei

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 45


B
1 Omdat hij ziek is.
2 Tim
3 Hij vindt het te druk en te duur.
4 Naar Spanje
5 Hij wil graag naar de zon.
6 Om haar familie te bezoeken.
7 Hij vindt het luxe.
8 Nee

19 A
1 Omdat haar zoontje nog steeds een paar keer per nacht wakker
is.
2 4 maanden
3 16 weken
4 58 weken
5 Ze krijgen 90 procent van hun salaris.
6 Die zitten al op de middelbare school. Als ze thuiskomen, gaan ze
zelf huiswerk maken, of ze spreken met vrienden af. Ze zien elkaar
eigenlijk vooral bij het avondeten.
7 Ze vindt haar werk belangrijk voor de gezelligheid, en ook dat je
je eigen salaris hebt.
8 Nee
9 Ja

B
1 C 4 D
2 A 5 B
3 E

1 E 4 A
2 C 5 D
3 B

C
1 B 3 D
2 A 4 C

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 46


21 C
1 Op die website geven ze tips voor hoe je een goede
sollicitatiebrief schrijft .
2 Voer jij vaak sollicitatiegesprekken met nieuwe medewerkers?
3 Ik heb gisteren mijn handtekening gezet .
4 Probeer je dromen waar te maken !
5 Hij meldt zich wel erg vaak ziek.
6 Vragen jullie op tijd je verlof aan?

22 B
4 Daar = de cirkelzaag

C
1 Hij heeft veel ervaring met tuinieren.
2 Heb jij al een keer gesolliciteerd in Nederland?
3 Ik heb vandaag met veel collega’s kennisgemaakt .
4 Zij heeft het werk om 17.00 uur aan haar collega overgedragen .
5 A Kan ik je al feliciteren met je nieuwe baan?
B Ja, ik ben aangenomen!

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 47


Antwoorden Thema 13 Werk inhoud

2 1 Je kunt naald en draad gebruiken om kleding te repareren.


2 Hij gebruikt een professionele camera om te fotograferen.
3 De brandweerman gebruikt de slang om de brand te blussen.
4 Je kunt beter deze dikke kwast gebruiken om die deur te
schilderen.
5 Ik heb deze stof gekozen om een mooie broek te naaien.

4 1 Als jij de broek naait , dan repareer ik de jas .


2 Als jij de foto’s maakt , dan teken ik het portret .
3 Als jij de brand in de woonkamer blust , dan dan red ik de
kat uit de garage .
4 Als jij een ambulance belt , dan dan help ik de vrouw .
5 Als jij het gat in de broek repareert , dan dan vermaak ik
de rok .

5 1 Zou jij deze schoenen kunnen/willen repareren?


2 Zou jij de kozijnen kunnen/willen schilderen?
3 Zou jij tekeningen bij het verhaal kunnen/willen maken?
4 Zou jij foto’s van het huis kunnen/willen maken?
5 Zou jij de deuren kunnen/willen schuren?

6 1 Ik heb de woonkamer en de keuken geschilderd.


2 Ik heb een brand in de Kanaalstraat geblust.
3 Ik heb een tekening voor dat huis gemaakt.
4 Ik heb het jasje van meneer de Bruin vermaakt.
5 Ik heb de broeken van die jongen gerepareerd.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 48


7 A
1 niet waar 4 waar
2 waar 5 waar
3 niet waar 6 waar

B
1 B 4 C
2 E 5 D
3 A

1 E 4 D
2 C 5 B
3 A

8 1 C 4 B
2 A 5 B
3 A 6 C

16 1 schilder 6 samenwerking
2 repareren 7 werkrooster
3 opdracht 8 winst
4 inwerken 9 verantwoordelijk
5 overdragen 10 plezier

17 1 Ik heb vanmiddag mijn functioneringsgesprek.


2 Kun je me even helpen?
3 Hoe was je werkdag?
4 Heb je veel werkervaring?
5 Wat is je droombaan?

18 A
1 1 Politieagent
2 Brandweerman
3 Vuilophaler
4 Militair
5 Verpleger

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 49


2 1 Oostenrijk
2 België
3 Naar de zwaarte van het werk, onregelmatige werktijden, de
veiligheid en hoeveelheid stress.
4 Lage
5 Vanwege de zwaarte van hun werk en vanwege het feit dat ze
vaak al op jonge leeftijd met werken zijn begonnen.
6 Er wordt verwacht dat de verdergaande robotisering het zware
werk meer en meer zal gaan verlichten.

19 1 B 5. C
2 C 6 B
3 B 7 B
4 B 8 A

22 C
1 Je voert je taken altijd heel goed uit.
2 We nemen om tien uur koffiepauze.
3 Hij geeft goed leiding.
4 Volgend jaar willen we vijf procent meer winst maken .
5 Nederlandse bedrijven doen veel zaken met Duitsland.
6 Mag ik vragen hoeveel jij verdient ?

23 B
1 Er = mijn mail
2 Er = computers
3 Er = de inkoop
4 Er = je werk

C
1 Ik ben verantwoordelijk voor de afdeling groente en fruit.
2 Hij werkt vaak samen met Bram.
3 Heb jij verstand van kopieerapparaten?
4 Hij reageert altijd te laat op zijn mails.
5 Hebben jullie plezier in jullie werk?

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 50


Antwoorden Thema 14 Media

3 B
1 Ik vind dat online winkelen beter dan in een winkel is .
2 Ik vind dat je altijd mobiel bereikbaar voor je werk moet
zijn .
3 Ik vind dat social media een slechte invloed op jongeren
hebben .
4 Ik vind dat gewelddadige games verboden moeten worden .
5 Ik vind dat kinderen goed met computers kunnen leren .
6 Ik vind dat _lang achter de computer zitten slecht voor je
gezondheid is .
7 Ik vind dat het nieuws in de kranten beter dan het gratis
nieuws op internet is .

7 Bericht 1 bevrijden 1 niet waar 4 waar


ontvangen 2 waar 5 niet waar
zowel 3 waar
incident
evenwicht
nood

Bericht 2 afgeleverd 1 niet waar 4 niet waar


rekening 2 waar 5 niet waar
bestelling 3 waar
opgeleverd
verbod
opleiding

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 51


Bericht 3 verloren 1 niet waar 4 waar
overleden 2 waar 5 waar
geschokt 3 waar
momenteel
rotzooi
eigenares

8 A
1 Tot je kind een jaar of zes, zeven is.
2 Zo passen ze altijd bij de leeftijd van je kind. Bovendien blijf je op
die manier in gesprek.
3 Het blauwe licht van schermen verstoort de aanmaak van het
slaaphormoon melatonine. Hierdoor valt je kind moeilijker in
slaap en slaapt hij onrustiger.
Ook is het bekend dat de drukte in tv-programma’s of games de
slaap en concentratie van kinderen kunnen verslechteren
4 Zo kun je met je kind praten over wat hij ziet en kun je dingen
uitleggen als dat nodig is. Het is bovendien leuk om te zien hoe
handig je kind waarschijnlijk al is met een tablet, smartphone of
computer.
5 Anders loop je het risico dat hij zich voor jou gaat afsluiten of
dingen stiekem gaat doen.
6 Omdat kinderen het gedrag van hun ouders overnemen. Geef dus
het goede voorbeeld.
7 A

B
1 E 4 B
2 A 5 D
3 C

1 A 4 C
2 E 5 D
3 B

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 52


15 1 surfen 6 bereikbaar
2 internet 7 invloed
3 nieuws 8 reclame
4 contact 9 bewolkt
5 informatie 10 sneeuw

16 1 Kan ik een boodschap voor u aannemen?


2 Is mevrouw de Groot aanwezig?
3 Kan zij u later terugbellen?
4 Mag ik je iets vragen?
5 Wat vind jij van online winkelen?

17 1 Zo’n zes uur per dag.


2 Het maakt het voor haar relaxt.
3 1 uur en 3 kwartier
4 Maximaal een uur
5 Ze moeten toch zeggen dat ze nu moeten stoppen met het
scherm. Dat hoort volgens Krista bij opvoeden.
6 Omdat er bij games heel veel verschillende spelletjes zijn en
andere dingen dan die je buiten kan doen.
7 Je kunt er bijziend van worden, en met een hoge brilsterkte
uitkomen. Dat geeft een grotere kans op slechtziendheid.
8 Motoriek, empathie aanleren, gezichtsuitdrukkingen
interpreteren, echt contact hebben met elkaar en focus.

18 A

Saskia Ze wil een taart bestellen voor de verjaardag


van haar dochter.

Ali Hij wil zijn docent spreken omdat hij vandaag


niet naar de les kan komen.

Vera Ze wil haar huissleutel bij Sanne ophalen.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 53


B
1 Voor zestien personen
2 Een prinses
3 Anna, 3 jaar!
4 Zaterdagochtend om 10 uur
5 Hij zit op dit moment in een vergadering.
6 Hij heeft zijn pols gebroken door het gladde ijs op het schoolplein.
7 Ze is met een vriendin in de stad.
8 De kinderen van school ophalen.
9 Om twee uur

21 C
1 In de bioscoop moet je je telefoon uitzetten .
2 Supermarkten maken vaak reclame voor ongezonde producten.
3 Hij volgt het nieuws op internet.
4 Momentje, ik neem even de telefoon op.
5 Stuur je me even een appje?
6 We hebben nog geen contact gemaakt met de nieuwe buren.

22 B
1 Er = hun voorstel
2 Er = de nieuwe plannen
3 Er = jullie land
4 Er = ons werk
5 Er = de Donald Duck

C
1 We praten vaak over het werk.
2 Hij heeft altijd kritiek op mij.
3 Zijn jullie op de hoogte van de veranderingen binnen het team?
4 Ik ben het met haar eens.
5 We willen ons abonneren op die krant.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 54


Antwoorden Thema 15 Geschiedenis

2 A
De trouwe viervoeter werd iedere dag opgehaald door een
dochter van de man, om haar te voeren en onderdak te bieden.
Dat weerhield de hond er niet van om elke volgende ochtend
weer voor de deuren van het ziekenhuis te verschijnen.

Het baasje, Cemal Sentürk, werd op 14 januari met een


ambulance opgehaald na een hersenbloeding. Zijn negenjarige
hond Boncuk volgde de ambulance lopend, waardoor de
viervoeter de route naar het ziekenhuis kon onthouden.

Volgens beveiliger Muhammet Akdeniz weigerde de hond het


ziekenhuis te betreden. ‘Ze arriveerde iedere ochtend rond 9.00
uur en werd rond middernacht opgehaald. Al die tijd wachtte ze
buiten. Alleen als de deuren openden, wierp ze snel een blik naar
binnen, in de hoop haar baasje te zien.’

Sentürk zegt dat ‘honden jou met liefde terugbetalen als je


ze voldoende aandacht geeft’. De man probeerde vanuit zijn
ziekenhuiskamer contact te zoeken met zijn viervoeter. ‘Soms
keek ik door het raam naar haar toe en riep ik haar naam, waarna
Boncuk terug blafte.’

De 68-jarige man werd woensdag herenigd met Boncuk, toen hij


in een rolstoel het ziekenhuis kon verlaten.

4 1 Toen ik negentien was, werkte ik bij een supermarkt.


2 Eerst voetbalde hij bij Ajax en daarna bij Barcelona.
3 Je speelde niet graag buiten, als het koud was.
4 We wilden graag een huis op het platteland kopen.
5 Woonden jullie in een leuke buurt?
6 Ik luisterde graag naar hiphop.
7 Op de middelbare school kenden we elkaar nog niet.
8 Toen ik zwanger was, stopte ik met roken.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 55


9 Het vliegtuig landde op tijd.
10 Praatten jullie vaak over de politieke situatie in jullie land?

5 B
1 vroeg 8 huppelde
2 liep, zag, plukte, zag 9 klopte, ging
3 vroeg, antwoordde 10 vroeg, antwoordde, vroeg,
4 rende antwoordde, vroeg, antwoordde
5 klopte, zei 11 at
6 deed, at 12 zag, maakte
7 trok, lag 13 sprongen, leefden

6 A
1 Hij heeft het water met zijn teen gestopt.
2 Hij is opgestaan.
3 Hij heeft zijn bed opgemaakt.
4 Hij is tegen de muur gelopen.
5 Hij heeft zijn sloffen aangedaan.
6 Hij heeft de gordijnen open gedaan.
7 Hij heeft oefeningen gedaan.
8 Hij heeft zich geschoren.
9 Hij heeft de wekker aan de waslijn gehangen.
10 Hij heeft de afspraak met de tandarts gezien.

C
1 Hij maakte zijn bed op, nadat hij was opgestaan .
2 Hij liep tegen de muur, nadat hij zijn bed had opgemaakt .
3 Hij deed zijn sloffen aan, nadat hij tegen de muur was gelopen .
4 Hij deed de gordijnen open, nadat hij zijn sloffen had aange-
daan .
5 Hij deed oefeningen, nadat hij de gordijnen had opengedaan .
6 Hij scheerde zich, nadat hij oefeningen had gedaan .
7 Hij hing de wekker aan de waslijn, nadat hij zich had geschoren .
8 Hij zag de afspraak met de tandarts, nadat hij de wekker aan de
waslijn had gehangen .

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 56


8 A

1 2 3

B A C

B
1 C 4 A
2 E 5 B
3 D

C.
1 A 3 D
2 B 4 C

9 A
1 Hij komt uit Iran.
2 Met zijn ouders en zijn zusjes
3 Hij vond het een spannend avontuur.
4 Omdat hij op veel plaatsen heeft gewoond.
5 Al 26 jaar
6 In een politiecel
7 De taal was moeilijk voor hen en ze moesten nog integreren.
8 Hij vond het een fijne tijd.
9 Hij heeft altijd goed contact met Nederlanders.
10 Hij heeft de kunstacademie gedaan.

B
1 E 4 F
2 B 5 D
3 A 6 C

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 57


C
1 C 4 D
2 A 5 B
3 E

D
1 beleven 6 doen
2 verkennen 7 leren
3 wonen 8 afstuderen
4 doorbrengen 9 ondergaan
5 zien 10 zetten

17 1 gisteren 6 vluchten
2 vroeger 7 toen
3 geschiedenis 8 eeuw
4 handel 9 oorlog
5 invloed 10 vrede

18 1 Wat was de mooiste dag van je leven?


2 Drie dagen geleden is mijn fiets gestolen.
3 Hoe voelde je je, toen je in Nederland kwam wonen?
4 Welke droom heb je waargemaakt?
5 Kun je een geheim bewaren.

19 1 Uit Indonesië, Mexico, Spanje, Italië, Suriname en Marokko


2 Aan kinderen van de bovenbouw
3 Foto’s uit hun jeugd
4 Het mooie landschap en het lekkere klimaat.
5 Vanwege het koelere klimaat en de kinderen.
6 Veertig jaar
7 Omdat ze zelf ook een familie met een migratieachtergrond
hebben.
8 Met haar ouders, broertjes en zusjes.
9 Met de boot
10 Zes weken

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 58


11 De mensen staan in Indonesië langer in de keuken en ze hebben
meer kruiden en specerijen.
12 Hutspot met ketjap
13 Omdat ze volgende week een presentatie moeten geven over het
verhaal van de migrantenouderen.

20 1 3
2 Een halve ronde vorm, een riem.
3 Een lijst met plekken ter wereld die zo uniek zijn dat ze van
iedereen zijn en altijd bewaard moeten blijven.
4 Hout, graan, olie, kaas en wijn.
5 Peper was heel kostbaar (duur).
6 Een huis waar de goederen bewaard konden worden.
7 Omdat de kooplieden toen heel veel geld verdienden.
8 Hoe de grachtengordel ontstaan is.
9 30.000 mensen
10 Omdat de stad overvol raakte.
11 Ze wil een groot huis in een rijke buurt. Ze wil een boot voor de
deur. Ze wil wandelen, flaneren langs het water en shoppen in
dure boetiekjes naast hippe koffietentjes.

B
1 D 4 B
2 E 5 C
3 A

1 E 4 B
2 A 5 D
3 C

1 A 4 C
2 E 5 D
3 B

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 59


23 C
1 Het water speelt altijd een grote rol in de Nederlandse
geschiedenis.
2 De docent besteedt veel aandacht aan de uitspraak van de
woorden.
3 We zoeken naar een oplossing voor de wateroverlast.
4 In de Eerste Wereldoorlog voerden die landen oorlog.
5 Gelukkig hebben ze vrede gesloten .
6 Hij kan echt geen geheimen bewaren .

24 B
3 Er = stress
4 Er = je spreekfouten
5 Er = jouw humeur

C
1 Hij schaamt zich voor zijn broer.
2 Mijn ouders hebben veel invloed op mij gehad.
3 Ik kan niet goed omgaan met vervelende klanten.
4 We verliezen vaak van haar met monopolie.
5 Jij wint altijd!

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 60


Antwoorden Thema 16 De samenleving

2 B

links midden rechts

het milieu het onderwijs de veiligheid


het onderwijs de zorg de werkgelegenheid
de zorg de werkgelegenheid de integratie
de integratie de integratie de woonomgeving
de woonomgeving de woonomgeving de sport
de cultuur de cultuur het verkeer
de sport de sport de economie
het verkeer het verkeer

4 B
1 Ik vind dat iedereen biologische producten moet kopen .
2 Ik vind dat we softdrugs in Nederland moeten verbieden .
3 Ik vind dat de zorgpremie moet duurder moet worden .
4 Ik vind dat scholen in de pauze geen frisdranken aan
leerlingen moeten verkopen .
5 Ik vind dat vrouwen langer zwangerschapsverlof moeten
krijgen .
6 Ik vind dat kinderen later voor hun ouders moeten zorgen .

7 1 Spullen uit hun huis verkopen.


2 In het Vondelpark
3 Op 26 april om 18.00 uur
4 Nee
5 Dan wordt de drank in beslag genomen.
6 Nee
7 Je kunt naar de website van de VVV van Zwolle gaan.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 61


8 A
1 waar 6 niet waar
2 niet waar 7 niet waar
3 waar 8 waar
4 waar 9 niet waar
5 waar 10 waar

B
1 B 4 C
2 A 5 D
3 E

1 E 4 C
2 A 5 B
3 D

C
1 C 3 B
2 A

10 A
1 C 4 E
2 A 5 B
3 D

1 C 4 D
2 E 5 B
3 A

B
1 zich verheugen op
2 zich ergeren aan
3 genieten van
4 verslaafd zijn aan
5 wachten op

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 62


D
1 Waar verbaas je je over in Nederland?
2 Wat heb je in het weekend gedaan?
3 Wat eet je vanavond?
4 Waar denk je vaak aan?
5 Wat koop je graag voor jezelf?
6 Wat vind je leuk om in de vakantie te doen?
7 Waar heb je spijt van?
8 Wat heb je gekookt?
9 Waar ben je mee bezig?
10 Waar maak je je zorgen over?

16 1 politiek 6 mening
2 cultuur 7 jongeren
3 overheid 8 ouderen
4 veiligheid 9 gemeente
5 beslissing 10 kritiek

17 1 Ga je morgen ook naar de vrijmarkt?


2 Vind je het leuk om in Nederland te wonen?
3 Ik vind dat iedereen een elektrische auto moet rijden.
4 Waar geniet je van?
5 Op welke politieke partij ga jij stemmen?

18 A
de kringverjaardag – Richard
ontbijten met snoep – Ali
fietsen – Li
zuinig met geld – Julien
de agenda – Ali
de kalender in de wc – Richard
klagen over het weer – Li
de gordijnen – Julien

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 63


19 1 A 4 C
2 A 5 A
3 B 6 B

21 C
1 De boeren voeren actie tegen de lage supermarktprijzen.
2 Hij heeft eindelijk een beslissing genomen .
3 Anja geeft altijd ongevraagd haar mening.
4 We vieren Sinterklaas dit jaar bij vrienden.
5 De lezers hebben veel kritiek op het krantenartikel.
6 Ik zet koffie. Wil je ook?

22 B
1 Er = het resultaat
3 Er = je Nederlands
4 Daar - politiek

C
1 Ik ben trots op mijn kinderen.
2 Heb jij al gestemd ?
3 In de les discussiëren we over allerlei thema’s.
4 Ben je tevreden met je werk?
5 De leerlingen hebben weinig respect voor de leraar.

Blink uit Antwoorden © Boom uitgevers Amsterdam, 2022 64

You might also like