You are on page 1of 9

Paragraaf 2

Krachten meten
Leerdoelen van deze week

• Je kan werken met een krachtmeter


• Je kan veerkracht berekenen met behulp van de
veerconstante
• Je kan het verschil uitleggen tussen massa, gewicht en
zwaartekracht.
De fiets staat geparkeerd. Even later
gaat de eigenaar ermee op weg. De
veren worden dan ingedrukt.
Waar hangt de grootte van de
indrukking vanaf?

A Dat hang van de veren af.


B Dat hangt van de eigenaar af.
C Dat hangt van de veren en de eigenaar af.
D De veren zijn altijd evenveel ingedrukt.
Veerkracht
kracht  veer rekt uit beginlengte lengte
uitrekking in m
kracht 2  ….
Veerkracht

kracht 2  uitrekking 2

Fv = C  u

C veerconstante in N/m
(kracht nodig voor uitrekking 1 m)
grote veerconstante  stugge veer
Deze expander bestaat uit vier veren. Samen hebben ze een
veerconstante: Cexpander.
Je haalt één veer weg. Wat gebeurt er met Cexpander?

A niets
B die wordt 25% kleiner
C die wordt 25% groter
D die verander met een ander percentage
Wat is wat?
Massa Gewicht zwaartekracht
Leerdoelen van deze week

• Je kan werken met een krachtmeter


• Je kan veerkracht berekenen met behulp van de
veerconstante
• Je kan het verschil uitleggen tussen
massa, gewicht en zwaartekracht.
Huiswerk voor week 48

• Maken opdrachten 11 t/m 21

You might also like