You are on page 1of 3

Efficintiewinsten realiseren bij Justitie?

De kosten gaan voor de baat


Vandaag 14 november van 9u00 tot 11u00 zwijgen vele gerechtstolken en -vertalers symbolisch in
alle talen. Over heel het land verspreid zullen wij twee uur lang het werk onderbreken op
rechtbanken en in commissariaten. Zittingen met tolken zullen daardoor moeten worden uitgesteld
tot de (na)middag of naar een latere datum.
We gaan natuurlijk niet zomaar over tot deze actie. U zal het de voorbije dagen ook hebben gelezen
en gehoord in de pers: het voorziene budget voor gerechtskosten dit jaar is opgesoupeerd, en
minister van Justitie Geens gaf ons als streefdatum voor nieuwe betalingen "begin volgend jaar,
maart 2015". Een geweldig vooruitzicht, wanneer u weet dat velen onder ons al maanden geen
betalingen meer hebben ontvangen. En er ook vorige winter maandenlang geen betalingen voor
onze prestaties werden uitgevoerd.
In het regeerakkoord vorig maand luidde het nog beloftevol: "De regering zal erop toezien dat justitie
het goede voorbeeld geeft door haar facturen op tijd te betalen. De vertraging in de betaling van
facturen heeft rampzalige gevolgen voor de leveranciers aan justitie en ze leidt tot faillissementen en
banenverlies. Terwijl de regering besparingen moet nastreven, moet ze ook, net als iedereen, haar
contractuele verbintenissen nakomen en de noodzakelijke middelen vrijmaken om dit te
verwezenlijken."
Vorige donderdag antwoordde minister Geens op een parlementaire vraag in de Kamer o.a.: "De
toestand is ernstig. We moeten het evenwicht zoeken tussen de betaalbaarheid en de kwaliteit. (...)
Ten slotte zullen we een structurele oplossing aanreiken om de uitgaven onder controle te houden,
voor de gerechtskosten en voor verhaal op veroordeelde rechtzoekenden. Met mijn administratie en
de gerechtelijke autoriteiten zal ik deze maatregel omzetten en met de regering bespreken of
uitzonderingen mogelijk zijn. Justitie nam recentelijk enkele multidisciplinaire initiatieven om de
uitgaven correct in kaart te brengen en efficintiewinsten te realiseren. (...) Het is voor Justitie een
omvangrijke en langdurige opdracht om de uitgaven onder controle te krijgen."
Over de schuldenlast van Justitie kan men kort zijn: die is catastrofaal. Dat kan niemand nog
ontkennen. En geen enkele minister van Justitie heeft zich ooit over een efficinte remedie gebogen.
In plaats daarvan, wezen ze met een beschuldigende vinger naar hun voorganger. Aan smoezen en
uitvluchten in ieder geval geen gebrek, de ene al vindingrijker dan de andere. Zo had de vorige
minister van Justitie het met betrekking tot de achterstallige gerechtskosten (toen 75 miljoen euro,
nu naar verluidt 90 miljoen euro) over historische feitelijkheden. Zeggen dat men nieuwe software
moet ontwikkelen en dat dan alle betalingsproblemen van de baan zullen zijn, is al een echte
klassieker geworden.
De nieuwe minister van Justitie heeft overigens zelf meegewerkt aan het vergroten van de
schuldenberg die intussen Bijbelse proporties heeft aangenomen. Hij heeft als minister van Financin
de gerechtstolken op 1 januari 2014 immers onderworpen aan btw, wat een meeruitgave voor
Justitie van 21% betekent.
De opeenvolgende ministers van Justitie nemen ook graag de gerechtskosten op de korrel, die "de
pan uit zouden swingen". Ze willen die kosten graag "beheersen", magistraten controleren op hun
uitgaven. Dit jaar en vorig jaar was er in de begroting ongeveer 87 miljoen euro voorzien voor alle
gerechtskosten samen, waarvan de kosten voor tolken en vertalers ongeveer n vijfde uitmaken. De
totale gerechtskosten bedroegen enkele jaren geleden al meer dan 100 miljoen euro, en het minste
wat men kan zeggen is dat de post gerechtskosten al jarenlang verschrikkelijk is onder-

gebudgetteerd. Wetsdokters en andere deskundigen kunnen ervan meespreken, en moeten vaak


zelfs nog langer op uitbetaling van hun erelonen wachten.
Ondanks alle ijver om gerechtskosten beheersbaar te maken en rechters en magistraten te
controleren op hun uitgaven, hebben wij hierbij toch enige bedenkingen. Eerst en vooral vertonen de
gerechtskosten voor tolken en vertalers de voorbije 3 jaar (sinds invoering Saldzwetgeving) een
dalende trend (er wordt beduidend minder verhoord dan vroeger).
Ten tweede "maken" magistraten en rechters geen kosten aan tolken: bijstand door een tolk is
namelijk een vereiste conform art. 6 van het EVRM, voor het waarborgen van het recht op een 'fair
trial' voor anderstaligen. En kan in geen geval worden verhaald op veroordeelden. Een Europese
Richtlijn betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures, die uiterlijk tegen
27.10.2013 moest zijn omgezet in nationaal recht - door Belgi vooralsnog niet gemplementeerd -,
gaat hierin zelfs nog verder, en zal o.a. het recht op de schriftelijke vertaling van essentile
processtukken invoeren, en de overheid verplichten ervoor te zorgen dat de verstrekte vertolking en
vertaling voldoen aan kwaliteitsvereisten. Dit alles zal extra kosten voor Justitie betekenen. Idem dito
als ooit een statuut voor bedigde tolken-vertalers en dus een professionalisering van de functie zou
worden ingevoerd. Kwaliteit kost nu eenmaal geld.
Wij werken vaak in moeilijke omstandigheden, met een slechte akoestiek in rechtszalen, zonder
cabines of andere hulpmiddelen. Onze job eist een ongelooflijke flexibiliteit. We kunnen immers op
ieder ogenblik worden opgeroepen voor een verhoor, zonder enige vergoeding voor oproepbaarheid,
ook s nachts en in het weekend. We doen dit zonder enige werkzekerheid, zonder statuut, zonder
recht op verwijlintresten bij laattijdige betalingen. En dit alles voor relatief lage vergoedingen in
vergelijking met de marktprijzen.
Dat er de voorbije weken toch tolken zijn blijven optreden tijdens politieverhoren, voorleidingen en
op zittingen, en dat vertalingen nog werden ingeleverd, komt omdat wij plichtsbewust zijn en
verantwoordelijkheidszin hebben, en wij het in ons gestelde vertrouwen niet willen beschamen.
De huidige situatie kan echter niet lang blijven voortduren. Wij hebben ook allemaal een gezin te
onderhouden, de meesten onder ons hebben kinderen ten laste, een maandelijkse huurlast of een
lening af te betalen. Gerechtstolken en -vertalers hebben het statuut van zelfstandige (in hoofd- of
bijberoep): ieder kwartaal dienen zij btw af te rekenen en vooraf te betalen, daarbij komen de RSZbijdragen en voorafbetalingen voor de belastingen.
Indien voor de huidige situatie geen snelle en structurele oplossing gevonden kan worden, en wij nog
eens langere tijd zonder inkomsten dreigen te vallen, zal u begrijpen dat sommige collega's
afstevenen op faillissementen en persoonlijke drama's. Door de invoering van de btw-plicht hebben
al een pak gerechtstolken afgehaald. De overblijvers zullen meer en meer voorrang geven aan
opdrachten voor andere opdrachtgevers, die wel tijdig betalen. Indien ervaren tolken gaan afhaken,
dreigt een massa ervaring op het gebied van talenkennis en kennis van vaktermen en tolkvaardigheid
verloren te gaan.
Als Justitie graag een beroep wil blijven doen op tolken en vertalers die degelijk en professioneel
werk afleveren, willen die tolken en vertalers immers ook graag professioneel kunnen werken n
professioneel behandeld worden door Justitie.
Wij zijn mensen van vlees en bloed en meer dan alleen btw-nummers en identificatienummers op
hopen onbetaalde facturen. Door de aandacht op deze pijnpunten te vestigen willen we op deze
dringende problematiek een gezicht plakken.

Volgens artikel 6 van het EVRM heeft men recht op een eerlijk proces, recht om zich kosteloos te
laten bijstaan door een tolk, indien men de taal die ter terechtzitting wordt gebruikt niet verstaat of
spreekt. Dit is een mensenrecht. Luidens artikel 23 van de Universele Verklaring van de Rechten van
de Mens heeft men recht op een rechtvaardig loon voor zijn werk. Dat is eveneens een mensenrecht.
Respect voor mensenrechten. Meer vragen wij niet.
Met dank.
De Verenigde Gerechtstolken en -vertalers

You might also like