Verantwoording filosofisch gesprek

Sandra van der Zande

Mijn les:
Ik ga het met de leerlingen hebben over wit. Wat is er allemaal wit? Ik
introduceer dit met een spel: ik zie, ik zie, wat jij niet ziet en de kleur is... wit!
De leerlingen gaan kijken wat er allemaal wit is in de klas. Hier maken we een
woordweb over, wat is er wit in de klas en wat is er buiten de klas allemaal wit.
Na dit woordweb heb ik een werkblad voor de leerlingen, hierop gaan ze
invullen wat er allemaal wit is of wit kan zijn. Na het werkblad maak ik een
terugkoppeling naar een spel. We gaan dan kijken wat er met andere kleuren
is. Zo rood als... zo blauw als... en als laatste zo wit als...
Waar heb ik rekening mee gehouden?
Voordat ik deze les kon geven heb ik rekening gehouden met de volgende
zaken: het thema,(coperatieve werkvorm), een gesprek met mijn mentor, de
beginsituatie/analyse en de koppeling van theorie met school.
Het thema.
Met het thema kon ik weinig rekening houden. Ik vond het lastig om een les te
verzinnen die filosofisch was. Gelukkig hebben ze op stage een methode waar
de leerlingen lessen uit krijgen voor levensbeschouwing. Deze methode begon
met een nieuwe hoofdstuk, waarvan ik de eerste les gegeven heb.
Coperatieve werkvorm.
Als coperatieve werkvorm heb ik gebruik gemaakt van een woordweb. We
hebben een woordweb over wit gemaakt, tijdens het maken van de woordspin.
Heb ik de leerlingen om de beurt een woord laten zeggen dat betrekking had
op wit. Zo hebben de leerlingen beide invloed op de woordspin en kunnen ze
op elkaar reflecteren, door te zeggen of de woorden goed zijn die ze beide
zeggen.
Gesprek met mijn mentor.
Ik had met mijn mentor erover, dat ik het lastig vindt om een les
levenbeschouwing te geven. Ze vertelde me toen, dat de kleuters er een
methode over hebben en dat ik uit die methode gewoon een les kon geven. Dit
was voor mij een stuk gemakkelijker.
De beginsituatie/analyse.
De leerlingen weten wat kleuren zijn, vaak als ze hun jassen mogen halen
wordt er gezegd: degene met rood aan mogen hun jas halen of degene met
bruin haar mogen hun jas halen. Tussendoor hoor je leerlingen ook wel eens
over kleuren praten, ze vertellen dan hun lievelingskleur aan elkaar of aan mij.
De les over wit komt uit een methode, de leerlingen krijgen meerdere lessen
over wit achter elkaar.
De theorie.
Voor mijn stageklas heb ik bekeken in welke fasen ze zitten bij de verschillende
ontwikkelings psychologen:
Kohlberg: De kinderen zitten in de Preconventionele fase. Ze zjin bezig met
zichzelf maar ook met andere. Maar alles gaat nog in het eigenbelang van de
leerlingen. Ook wordt er naar de juf geluisterd, wat de juf zegt is waar.
Erikson: De leerlingen zitten in de Initiatief fase. Deze fase is voor de leeftijd

van 3-6 jaar. En daar vallen de kleuters precies tussen. Wat bij deze fase hoort,
het initatief nemen dat zie ik ook terug bij de kleuters. Ze willen veel zelf doen
en zeggen dat ook. 'Juf niet helpen'.
Fowler: De leerlingen zitten in fase 1 intutieve projectieve. De leerlingen zijn
fantasievol.
APA.
http://www.waarden.org/werkpl/lesmat/spelen/ganzenbord/kohlberg.html
geraadpleegd op: 13-4-2015
http://www.psychologiemagazine.nl/web/Artikelpagina/De-8levensvaardigheden-de-theorie-van-Erikson.htm
geraadpleegd op: 13-4-2015
http://kennisdoel.com/categories/onderwijs/james-fowler.php
geraadpleegd op: 13-4-2015