Professional Documents
Culture Documents
EOS - wetenschap en technologie, Peter de Jaeger 28-08-2013 Iedereen houdt van muziek en wordt erdoor geroerd. Muziek is bovendien een stuk van onze persoonlijkheid. Maar hoe werkt muziek precies?
Op je zestiende wordt je levenslange muziekvoorkeur bepaald. Iedereen is muzikaal, zelfs toondove mensen. Dat blijkt uit onderzoek van Henkjan Honing, hoogleraar muziekcognitie aan de Universiteit van Amsterdam. Honing is pianist van huis uit. Gaandeweg kreeg hij interesse in synthesizers en computers. Al dertig jaar probeert hij te achterhalen hoe muziek werkt. Ik wil weten wat de componenten zijn van muzikaliteit en een computer leren wat tempo is, zegt hij. Het stoort hem dat hij met al zijn muziektheoretische kennis een machine niet kan uitleggen hoe ze een sneller of trager ritme kan herkennen. Of wanneer een noot te vroeg of te laat komt. Het is voor mij de ultieme test muzikaliteit zo te
kunnen opschrijven dat een machine het kan uitvoeren. Pas dan weet ik dat ik het mechanisme van luisteren naar muziek snap. Honing verandert in zijn zoektocht geregeld van gereedschapskist. Op dit moment verbindt hij geesteswetenschappen via de psychologie met biologische bouwstenen van muzikaliteit. Honing kijkt in het brein wat er gebeurt als we naar muziek luisteren. Inmiddels heeft de professor twee zaken gevonden die nodig zijn om muziek te herkennen en te waarderen. Een daarvan is maatgevoel: het horen van regelmaat in muziek. Dat is goed zichtbaar bij een syncope of luide rust. Daarvan is sprake wanneer in een ritme een verwachte toon niet komt. De hersenen nemen de toon toch waar, terwijl die er niet is. Je blijft met je voet op de maat meestampen, ook als die er even niet is. Honing: Dat is aantoonbaar door hersensignalen te meten met een elektro-encefalogram (EEG). Wanneer de verwachting wordt onderbroken zie je een negatief piekje in het signaal. Dat experiment is uitvoerig gedaan bij volwassenen, maar ook bij babys van twee dagen oud. Iedereen neemt het ritme op in zijn hersenen. Ook pasgeborenen met koptelefoon en opgeplakte elektrodes blijken een overduidelijk maatgevoel te hebben. Zelfs mensen die toondoof zijn en dus geen muzikaal gehoor of gevoel hebben. Bij hen komen de ritmische prikkels evengoed binnen. Alleen hebben ze blijkbaar geen toegang tot dat onbewuste deel, waardoor ze niet kunnen meeklappen of dansen op de maat.
Zelfs babys hebben gevoel voor ritme. Onderzoekers lieten pasgeborenen muziek horen waarin gedeeltes ontbraken soms passend in het ritme (regelmatig), soms niet (syncoop). De hersenen van de babys, waarvan de activiteit nauwkeurig werd gevolgd met elektrodes, reageerden duidelijk anders op de syncope ritmes.
Zebravinken hebben gevoel voor ritme. Er zijn diverse theorien over het ontstaan van muziek. Navolgers van Charles Darwin wijzen op de rol van muziek bij seksuele selectie. Wie het mooiste zingt of gitaar speelt, krijgt de beste partner en de meeste nakomelingen. Dat argument hoor je vaak voor popmuziek. Maar er is weinig bewijs dat musici meer kinderen zouden hebben, merkt Honing droogjes op. Wellicht is muzikaliteit bij de mens pas recent ontstaan. Evolutionair psychologen, zoals Steven Pinker, proberen dat te verklaren door te beweren dat muziek hersenfuncties prikkelt die
eigenlijk voor iets anders zijn bedoeld. Muziek is dan een bijproduct van taalen spraakherkenning. Anderen benadrukken de nauwe relatie tussen muziek en de ontwikkeling van hersenstructuren die van belang zijn voor onze fijne motoriek. Muziek gaat immers in de regel gepaard met ritmische gebaren, zoals met je been of hoofd bewegen, klappen of dansen. Sinds de oertijd is muziek iets dat samen met anderen wordt gemaakt of beluisterd. De Amerikaanse musicoloog Ellen Dissanayake plaatst de oorsprong van muziek in de interactie tussen moeder en kind. Die babybrabbeltaal is volgens haar later in de vorm van muziek uitgebreid naar romantische relaties en vervolgens naar sociale gebeurtenissen.
steeds dezelfde persoon bent die je vroeger was. Je wordt er letterlijk warmer van, weet Vingerhoets. Als in een koude kamer nostalgische gevoelens worden opgeroepen door bepaalde muziek wordt de kamertemperatuur hoger ingeschat. En bij een ander experiment werd een hand in ijswater gehouden. Bij nostalgische gevoelens konden de proefpersonen dat langer volhouden.
Sweet sixteen
De pubertijd blijkt levenslang bepalend voor onze uiteindelijke muziekvoorkeur. Ad Vingerhoets vroeg zijn proefpersonen naar het liedje dat bij hen het meeste verdriet, melancholie of blijdschap opwekt en naar hun lievelingsliedje. We kenden de leeftijd van de deelnemers en wisten wanneer de genoemde plaat was uitgebracht. Daardoor konden we precies nagaan hoe oud de respondenten waren toen de plaat verscheen, zegt hij. Daaruit blijkt dat ze de liedjes waar ze vrolijk, ontroerd of verdrietig van worden, allemaal voor het eerst hoorden toen ze zestien waren. De persoonlijke absolute nummer 1-hit hoorden ze toen ze dertien waren en nostalgie is altijd gekoppeld aan het tiende levensjaar. De adolescentie is dus heel belangrijk. Dat blijkt ook overduidelijk uit het onderzoek van Tom ter Bogt, cultuurpsycholoog aan de Universiteit Utrecht. De popprofessor bestudeerde de muziekvoorkeur bij jongeren tussen twaalf en negentien jaar. Meisjes houden meer van popmuziek en klassiek, jongens van hardere rock. Dance wordt meer gewaardeerd door jongeren met een lagere opleiding, terwijl klassiek meer hoort bij kinderen met een hogere opleiding.
Big five
Daarnaast koppelde Ter Bogt muziekvoorkeur aan persoonlijkheid. De Big Five uit de psychologie extravert/ introvert, precies/ slordig, goedaardig/kwaadaardig, emotioneel stabiel/ instabiel, open/gesloten voor ervaringen waarmee de persoonlijkheid wordt getypeerd, linkt hij aan vier muziekgenres. Er zijn structurele overeenkomsten, zegt Ter Bogt. Hij somt op. Mensen die van rock houden, zijn iets slordiger, scoren hoog op openheid voor ervaringen en zijn nieuwsgierig. Jongeren die van urban (zwarte dansmuziek) houden, zijn vaak wat extraverter en aangenamer in de omgang althans, dat vinden ze zelf. Dat geldt ook voor de fans van mainstream muziek, zoals pop en ritmische dance. Liefhebbers van jazz en klassiek (highbrow) zijn dan weer wat preciezer en opener, maar scoren laag op emotionele stabiliteit. Die precisie kan blijkbaar omslaan in licht neurotische trekken of angst. Er zit een zekere logica in de connectie tussen persoonlijkheid en muziekvoorkeur, vindt Ter Bogt. Zo kan je stellen dat fans van urban en pop/dance vrolijker zijn en vaker uitgaan om te dansen. Daar hoort automatisch bij dat ze extraverter zijn en aangenamer in de omgang. De muzieksmaak is erg stabiel. Volgend jaar hoopt de onderzoeker met resultaten daarover naar buiten te komen. Een tip van de sluier: We vermoeden dat de muziekvoorkeur zich rond het 19de levensjaar vastbijt en dan niet meer verandert. Je kunt wel van andere bands gaan houden, maar het genre blijft gelijk. Je verdiept je in wat je altijd al leuk vond. Daarin blijf je hangen, vaak je leven lang.
Je muzikale voorkeur hangt samen met je persoonlijkheid. De druk van leeftijdsgenoten om erbij te horen is groot. Wie van dezelfde muziek houdt, hoort bij de club. Daarom is de keuze voor muziek belangrijk in de fase waarin je vrienden maakt. Muziek is een punt waarop je elkaar uitzoekt en het levert gespreksstof. Vriendengroepen gaan naar bepaalde cafs en festivals waar dat type muziek wordt gespeeld. Dat schept een band. Maar als je eenmaal vrienden bent, is muziek niet meer zo belangrijk en gaan andere zaken een rol spelen. Ter Bogt wijst op een verschil met vroeger, de tijd vr The Beatles en The Rolling Stones. In de jaren zestig hadden jongeren een hekel aan de muzieksmaak van hun ouders, die hielden van orgelmuziek en smartlappen. Met hun muziekkeuze zetten ze zich af tegen het gezag. Maar de ouders van vandaag zijn opgegroeid met popmuziek, net als hun kinderen. Daardoor ontstaan er wederzijdse invloeden. Ter Bogt: Zelf was ik altijd gek op soul, mijn zoontje van elf is wild van hiphop. Via hem leer ik allerlei nieuwe Nederlandse hiphop kennen. Dat sluit mooi aan bij mijn eigen smaak.