You are on page 1of 60

FACE-TOFACE

ONLINE

ONDERWIJS

BLENDED LEARNING
Leidraad

Faculteit Farmaceutische, Biomedische & Diergeneeskundige


Wetenschappen
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
UFOO FBD & GGW: Tessa De Block
CIKO FBD: Dr. Marleen Eyckmans
CIKO GGW: David Kums

p 2/60

Inhoudsopgave
INLEIDING ..........................................................................................................................7
Deel I: Conceptualisering ................................................................................................. 7
1. Definitie ........................................................................................................................7
2. Voordelen en uitdagingen .............................................................................................8
3. Componenten ..............................................................................................................10
Deel II: Componenten .................................................................................................... 14
Live onderwijsactiviteiten ............................................................................................. 14
1.1 Face-to-face onderwijsactiviteiten ............................................................................14
1.1.1 Activeren tijdens contactmomenten ........................................................... 14
1.1.2 Webinars: lessen opnemen ......................................................................... 17
1.2 Online onderwijsactiviteiten .....................................................................................18
1.2.1 Blackboard Collaborate ............................................................................... 18
1.2.2 Skype for business (Lync)............................................................................. 19
Zelfgestuurd leren .......................................................................................................... 20
2.1 De leerinhouden ........................................................................................................22
2.1.1 Kennisclips maken ....................................................................................... 22
2.1.2 Adopt : tutorials, kennisclips, demos ......................................................... 24
2.2 Opdrachten ................................................................................................................25
2.2.1 Digitale toetsen ........................................................................................... 26
2.2.1.1 Digitaal toetsen in Blackboard .............................................................. 26
2.2.1.2 Digitaal examineren met AlephQ .......................................................... 26
2.2.2 Elektronisch discussieforum ........................................................................ 27
2.3 Feedback ....................................................................................................................30
2.4 Motivatie ...................................................................................................................31
Samenwerking................................................................................................................ 33
3.1 Asynchrone tools .......................................................................................................33
3.1.1 Discussieforum ............................................................................................ 34
3.1.2 Wiki .............................................................................................................. 35
3.1.3 Blog .............................................................................................................. 36
3.2 Synchrone tools .........................................................................................................36

p 3/60

3.2.1 Chat .............................................................................................................. 37


3.3 Overzicht: samenwerken in Blackboard ....................................................................38
Assessments ................................................................................................................... 39
4.1 Digitale toetsen (enqutes, pools) en elektronische examens ................................39
4.2 Digitale opdrachten ...................................................................................................40
4.3 Digitale peer - en selfassessments ............................................................................41
4.4 Digitaal portfolio ........................................................................................................42
Deel III: Good practices .................................................................................................. 43
Deel IV : Bijlagen ............................................................................................................ 60

p 4/60

INLEIDING
Digitalisering van het onderwijs kent stilaan vaste voet aan de grond. Laptops, tablets,
smartboards, webcasts, webbased stemsystemen, en andere digitale tools zijn niet
meer weg te denken uit het hoger onderwijs. Blended learning , of blended
teaching/instruction, komt daarmee steeds meer in the picture te staan. Maar wat is
blended learning?

Blended learning combineert het beste van twee werelden. Het is een
onderwijsmethodiek

die

steeds

meer

ingeburgerd

is

in

het

Vlaamse

onderwijslandschap door bovengenoemde technologische innovaties. Blended


learning is een mix van online en face-to-face (F2F) werkvormen, leeractiviteiten en
evaluatievormen waarbij studenten actief aan de slag gaan met de leerinhouden,
individueel en in interactie met elkaar.
Echter, de toevoeging van een E-learning component is niet altijd noodzakelijk om
activerend en kwaliteitsvol onderwijs te garanderen. Een onderwijsleergesprek voeren,
casustiek gericht leren, ruimte maken voor peerteaching, the one-minute paper1
uitvoeren op het einde van de les, zijn ook voorbeelden waarbij niet perse gebruik
moet gemaakt worden van digitale apps. Wanneer de nood wel bestaat om
bijvoorbeeld

een

flipped

classroom2

te

organiseren

met

meer

verwerkingsmogelijkheden in de contactmomenten, kan een blended traject met


online zelfstudiepakketten, webcasts en digitale toetsing wel een oplossing bieden.
1

Op het einde van de les noteren de studenten in enkele minuten tijd een kort antwoord op
de vragen : Wat is het belangrijkste inzicht / idee / dat je meeneemt uit de les van vandaag?
en Welke vraag heb je nog? . Voor meer info: zie ECHO onderwijstip 41
https://www.uantwerpen.be/nl/faculteiten/antwerp-school-ofeducation/deelentiteiten/expertisecentrum-hoger-onderwijs/didactischetips/onderwijstips/archief-onderwijstips/tip-41--de-one-minute-paper/
2

In het flipped-classroommodel bereiden studenten zich voor op de contactmomenten door


de theorie door te nemen, voornamelijk via webcasts. Tijdens het contactmoment is er ruimte
voor toepassing en een diepere verwerking van de stof. In een laatste fase kunnen studenten
de leerstof nog verder verwerken.
voor meer info: zie verklarende terminologielijst in de bijlage.
p 5/60

Er bestaan heel wat variaties om een blended traject vorm te geven: in asynchroon en
synchroon leren, in de mate van zelfsturing, de mate waarin ICT een belangrijke rol
speelt, in het type leeractiviteiten, in de mate waarin samenwerking wordt beoogd en
in de wijze waarop de beoordeling zal verlopen. De keuze die de docent maakt hangt
af van het curriculum, de doelstellingen en de leerinhouden, maar ook van de
doceerstijl en de infrastructuur. Deze componenten zorgen voor heel uiteenlopende
blends en daarom hebben we ervoor gekozen om geen blauwdruk te maken voor de
ontwikkeling van een blended cursus.

Om u wegwijs te maken in al deze mogelijke face-to-face en online werkvormen,


leeractiviteiten en evaluatievormen, werd wel deze leidraad gecreerd. De structuur is
gebaseerd op de theorie van Carman3 waarbij een aantal componenten worden
vooropgesteld die gecombineerd kunnen worden op allerlei mogelijke manieren. Het
betreft live onderwijsactiviteiten, zelfgestuurd leren, samenwerken en assessments. Bij
elke component worden een aantal didactische werkvormen en technologische
hulpmiddelen voorgesteld met bijhorende uitleg, handleidingen en demos.

De

belangrijkste zaken en tips worden steeds samengevat in de kaders.

Verder kunt u inspiratie vinden bij de praktijkvoorbeelden van collega- docenten van
FBD en GGW.
Ik hoop met deze leidraad enige verheldering te brengen of inspiratie te geven voor
alle onderwijsgevenden bij de inrichting van hun onderwijspraktijk.

Tessa De Block
Stafmedewerker onderwijsprofessionalisering
Faculteit Farmaceutische, Biomedische & Diergeneeskundige Wetenschappen
Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
UAntwerpen
3

Carman, J.M.(2005), Blended learning design: Five key ingredients

p 6/60

Deel I: Conceptualisering

1. Definitie
Blended learning, what is in a name?
Het is niet evident om een heldere omschrijving te

geven van deze

onderwijsmethodiek om dat blended learning een containerbegrip is. Niet iedereen


geeft dezelfde betekenis aan deze term. Sommigen verwijzen in dit verband naar de
toevoeging van technologien bovenop het face-to-face onderwijs. Anderen
beschouwen

blended

learning

als

een

combinatie

van

verschillende

onderwijsmethoden of de combinatie van verschillende media. Veelal zijn de definities


zo breed omschreven dat ze eigenlijk de praktijk van hoger onderwijs in het algemeen
omschrijven en waardoor met andere woorden alle leren, blended is.
Bovendien ligt de focus bij vele definities eerder bij het onderwijzen en het geven van
instructies dan bij het leren an sich.
Kortom, de verschillende definities over blended learning zaaien heel wat kritiek bij
onderwijskundigen waardoor het concept wel eens de grond wordt ingeboord.
Toch hebben we na een grondige literatuurstudie een definitie geadapteerd die
compatibel is met de gangbare onderwijsvisie van de UAntwerpen.

Blended learning omvat een mix van online en


face-to-face werkvormen, leeractiviteiten &
evaluatievormen, waarbij lerenden actief aan de

slag gaan met de leerinhouden, individueel en in


interactie met elkaar n met de docent.

p 7/60

Blended learning houdt meer in dan een arbitraire combinatie van online en face-toface onderwijs. Een blended cursus ontstaat niet door louter online componenten toe
te voegen aan een traditionele face-to-face cursus. Wel dient de volledige cursus
herdacht te worden en het onderwijs gereorganiseerd.
Uit bovenstaande definitie halen we enkele karakteristieken die bij iedere blend
aanwezig (moeten) zijn:

Een doordachte integratie van technologisch-educatieve applicaties bij het


face-to-face leren.
De verschuiving van docentgestuurd onderwijs naar studentgecentreerd
onderwijs waarbij studenten actieve en interactieve lerenden worden.
De toename van formatieve evaluatie tijdens het leerproces van de student.

2. Voordelen en uitdagingen
Maatschappelijke en onderwijskundige trends, nieuwe onderwijsmethodieken, de
digitale evolutie, een gewijzigde taakopvatting en invullingen zetten ons onderwijs in
beweging en zijn redenen om mee in te zetten op blended learning.

Maar wat zijn de voordelen van een blended cursus?

Blended cursussen bieden meer flexibiliteit aan de studenten. Zij kunnen de online
content op eigen tempo verkennen en hernemen, onafhankelijk van de locatie. Op die
manier wordt meer tegemoet gekomen aan de veranderende studentenpopulaties
(werkstudenten, internationale studenten).

Evenzeer bezitten studenten met een

blended traject beter ontwikkelde

metacognitieve vaardigheden: zij zijn beter in staat om te reflecteren over hun eigen
leerproces en dit bij te sturen. Ook de 21st Century skills zoals samenwerken, kritisch

p 8/60

denken, analyserend denkvermogen enzoverder lijken beter ontwikkeld in een


blended

curriculum

door

de

projectgebaseerde,

probleemgestuurde

en

interdisciplinaire aanpak.

Blended learning creert bovendien ruimte om nieuwe onderwijswerkvormen en


leeractiviteiten aan te wenden en te organiseren tijdens de fysieke contactmomenten.
Werkvormen en opdrachten die eerder aanleunen bij kennisconstructie in een
studentgecentreerde onderwijsleeromgeving dan bij kennisoverdracht in een
docentgestuurde leeromgeving.
Tenslotte biedt een blended traject meer mogelijkheden voor formatieve evaluatie.
Meerdere kanalen kunnen ingezet worden om informatie in te winnen over het
leerproces van de studenten, zowel online (cfr. discussieforum, digitale essays) als
tijdens de fysieke contactmomenten (cfr. responsiecolleges, oefensessies).

Het succesverhaal achter een blended cursus hangt samen met de mate waarin
rekening werd gehouden met de eigenschappen van de studenten (-groep), de
leerinhouden, de doelstellingen, de gebruikte methodieken, de opdrachten en
technologien en de wijze waarop deze factoren werden afgestemd op elkaar. In de
ontwerpfase dient men rekening te houden met een aantal uitdagingen.

Het verloop van de blended cursus dient transparant te zijn voor de studenten.
Wat zal de aanpak zijn? Hoe is de cursus opgebouwd?
Welke verwachtingen heeft de docent ten aanzien van de studenten?
Welke taken moeten de studenten maken en wanneer moeten deze ingediend
worden?

Deze zaken moeten duidelijk gecommuniceerd worden bij aanvang van het
opleidingsonderdeel.
Ook dient men voldoende rekening te houden met de beginsituatie van de
verschillende studenten aangaande ICT vaardigheden en samenwerkingsvaardigheden.

p 9/60

Een gedifferentieerde aanpak zal vaak noodzakelijk zijn in dergelijke zelfgestuurde


leeromgevingen.
Door de rolwijziging van de docent, van onderwijzen naar meer coachen en
begeleiden, kunnen problemen, onduidelijkheden of onzekerheden ontstaan bij de
docent n de studenten. Extra ondersteuning, zeker tijdens de eerste weken, is
daarom noodzakelijk.

Een laatste uitdaging situeert zich op beleidsniveau. Men pleit voor een graduele
invoering van een blended cursus. Docenten hebben vaak de tijd niet om een volledig
nieuwe cursus en didactiek te bedenken, de innovatie mag tevens niet leiden tot een
te hoge werkdruk bij docenten. Het is aan onderwijsleiders, -ondersteuners en ontwikkelaars om het didactisch materiaal gezamenlijk te ontwikkelen, te delen en te
gebruiken.

Conclusie
Waarom kiezen voor blended learning?
Toename van flexibiliteit in tijd, ruimte en
organisatie
Innovatieve karakter van instructie, onderwijzen en

leren
Hoger niveau leren door kennisconstructie
Focus op het leerproces i.p.v. de beoordeling

3. Componenten
Omdat er veel variatie mogelijk is in het selecteren van de didactische werkvormen,
leeractiviteiten en evaluatievormen, bestaat er geen eenvoudig stappenplan om een

p 10/60

blended cursus te ontwerpen. De keuze van de docent steunt op de doelstellingen en


de leerinhouden van het opleidingsonderdeel alsook op de doceerstijl, de eigen ICT
competenties, de beschikbare tools en infrastructuur en de groepssamenstelling.
Gebaseerd op de theorie van Carman4 stellen we in deze leidraad 4 componenten voor
die gemixt en gematcht kunnen worden tot een blended cursus.

Zelfgestuurd
leren
Samenwerking
Live
onderwijsactiviteiten
Assessments

Live onderwijsactiviteiten zijn synchrone, docentgestuurde onderwijsactiviteiten zoals


traditionele hoorcolleges, practica, oefensessies maar ook videoconferenties en
chatsessies vallen onder deze categorie. Deze activiteiten kunnen zowel face-to-face
als online georganiseerd worden.

Zelfgestuurd leren omvat de leerinhouden en opdrachten die de student op eigen


houtje en op eigen tempo behandelt en verwerkt. De student leert hierdoor plannen,
4

Five Key Ingredients to mix and match in a blended course (2002)


p 11/60

initiatief nemen, organiseren, monitoren en evalueren. Via zelfgestuurd leren wordt


met andere woorden gewerkt aan de metacognitieve vaardigheden. Een activerend
zelfstudiepakket kan als voorbeeld perfect online worden aangeboden.

Samenwerking beduidt het geheel van activiteiten waarbij studenten discussiren over
een opdracht of een casus en samenwerken om tot een collectief eindproduct te
komen. Dit leerproces heet learning by collaboration. De samenwerking tussen de
studenten kan zowel plaatsvinden in een online leeromgeving als op de campus.
Online, asynchrone communicatie via een discussieforum, wiki's om aan een
gezamenlijk document te werken, peer-evaluation en peer-assessments zijn slechts
enkele voorbeelden om een digitale samenwerking mogelijk te maken.

Assessments zijn metingen van hoe en in welke mate het leren heeft plaatsgevonden.
De beoordelingen zijn niet beperkt tot conventionele testen, quizzen en punten. Ook
beschrijvende feedback, een portfolio, reflectieverslagen en peerassessments zijn
belangrijke meetinstrumenten om het leerproces in kaart te brengen. Een aantal tools
op

Blackboard

zoals

toetsen

(meerkeuzevragen,

combinatieoefeningen,

invuloefeningen, enz.), groepen & peerassessments, het digitaal portfolio enzoverder


kunnen aangewend worden in dit beoordelingsproces.

Carman spreekt in zijn theorie over blended learning nog over een vijfde
ingredint/component namelijk hulpmaterialen en bronnen. Dit gaat over het gebruik
van hardware zoals laptops, tablets, smartphones om informatie en materiaal te
verzamelen zoals teksten, tabellen, checklists, samenvattingen in

het kader van

blended learning om vervolgens te gebruiken in de eigen onderwijspraktijk. Deze


component wordt verder niet apart belicht in deze leidraad maar zit verweven in de
bespreking van de andere componenten.

p 12/60

In deel twee worden per component de didactische werk- en/of evaluatievormen en


hulpmiddelen belicht die zowel online kunnen worden ingezet als tijdens de fysieke
contactmomenten.

p 13/60

Deel II: Componenten


Live onderwijsactiviteiten
Live onderwijsactiviteiten zijn
1.1 Face-to-face onderwijsactiviteiten
1.1.1

Activeren

synchrone, docentgestuurde
tijdens

onderwijsactiviteiten waarbij

contactmomenten

alle studenten tegelijkertijd

1.1.2 Webinars: lessen opnemen

deelnemen

1.2 Online onderwijsactiviteiten

zoals

bijvoorbeeld fysiek bij een

1.2.1 Blackboard Collaborate

hoorcollege of online in een

1.2.2 Skype for business (Lync)

virtueel klaslokaal.

We onderscheiden twee categorien bij deze live events namelijk de face-to-face


onderwijsactiviteiten

die

plaatsvinden

op

de

campus

en

de

online

onderwijsactiviteiten die online georganiseerd worden met behulp van communicatieen leerplatforms.

1.1 Face-to-face onderwijsactiviteiten


1.1.1 Activeren tijdens contactmomenten
Studenten actief bij de les betrekken is belangrijk, ook in het hoger onderwijs. Leren is
immers geen passief gebeuren. Bij grote groepen studenten is een actieve
studentparticipatie echter niet eenvoudig. (ECHO, onderwijstip 27)

p 14/60

Ex cathedra lessen betreft het lesgeven waarbij de docent zich vooraan een groep
studenten bevindt, en hij de leerstof op een gestructureerde wijze aanbrengt zonder
interactie met de studenten. In deze context spreken we over learning by
distribution, waarbij het verspreiden en overdragen van kennis voorop staat. Deze
werkvorm heeft als voordeel dat de studenten op een gestructureerde manier de
theoretische aspecten verkennen. Evenwel is een (inter-)actieve aanpak aan te raden
omdat de kans om het leereffect te vergroten en dieper leren te realiseren, toeneemt.
Denk hierbij maar aan groepswerk, pollsystemen (ECHO, onderwijstip 29), casussen
analyseren, onderwijsleergesprekken (ECHO, onderwijstip 46) enzoverder. Het
voordeel van deze interactieve werkvormen, tools of leeractiviteiten is dat studenten
aandachtiger blijven en zich meer betrokken voelen bij de leerstof. Ze blijven
gemotiveerder doordat de relevantie van de leerstof zichtbaarder wordt

door

bijvoorbeeld praktijkvoorbeelden of casussen en krijgen meer vertrouwen in hun


vaardigheden doordat er meer oefenkansen zijn.

Een bijkomend voordeel is dat de docent beter zicht krijgt op de beginsituatie van zijn/
haar publiek. De docent kan tussentijds nagaan in welke mate de studenten de leerstof
hebben begrepen, welke verschillende visies er leven in de groep, waar zich
onduidelijkheden situeren en kan de volgende onderwijsactiviteit hierop afstemmen.

Welke werkvorm geselecteerd wordt, hangt af van de doelstellingen en leerinhouden,


de groepseigenschappen, de infrastructuur. Ook de doceerstijl zal mee een invloed
uitoefenen op de uiteindelijke keuze. In volgende tabel sommen we een aantal
werkvormen op die geschikt zijn voor grote en/of kleine groepen.

p 15/60

Grote groepen

Kleine groepen

Zoemsessie

Groepswerk

Quick think

Jigsaw

Think Pair Share

Discussie

Peer instruction

Onderwijsleergesprek

Stemming

Demonstratie

Alle informatie over de betekenis en de werkwijze van deze werkvormen is te vinden in


de bijlage of door de website in de voetnoot te raadplegen.

Mustread!

Praktijkboek activerend hoger onderwijs - Peter Van Petegem


Praktische inspiratiebron voor iedere docent die ondersteuning
zoekt bij het toepassen van activerend onderwijs

Tip!

ECHO 50 onderwijstips
korte, praktische ideen en suggesties voor de onderwijspraktijk.
Neem zeker eens een kijkje op:
https://www.uantwerpen.be/nl/faculteiten/antwerp-school-ofeducation/deelentiteiten/expertisecentrum-hoger-onderwijs/didactischetips/onderwijstips/archief-onderwijstips/

p 16/60

1.1.2 Webinars: lessen opnemen


Een video opname maken van een hoorcollege of een demo van een praktijkopdracht
of specifieke vaardigheid kan perfect met Mediasite.
Mediasite is een faculteitsbreed videoplatform. Met behulp van deze software
kunnen webcasts5 worden gemaakt met integratie van een PowerPointpresentatie of
een gellustreerd programma zoals bijv. Excel, SPSS.
Via de Nieuwe Media Dienst (NMD) kunt u al uw opnames(*) vooraf inplannen. Vijf
minuten na afloop van de opname wordt de video opname beschikbaar gesteld via
Mediasite. Vervolgens kunt u in Blackboard een link plaatsen naar deze opname(s).

Aan de slag!
Wat gebeurt er of moet u doen voor, tijdens of na een opname?

Voor

Tijdens

Na

Contacteer de NMD om een les of lessenreeks te laten opnemen.


Geef de datum en het lesonderwerp door.
Sven.vanderstappen@uantwerpen.be
De opname gebeurt automatisch.
Gebruik een microfoon.
De camera volgt uw bewegingen niet.
De presentatieslides van de beamer worden mee opgenomen.
De opname komt na vijf minuten op Mediasite.
U heeft de mogelijkheid om opname te bewerken (pauzes
wegknippen, oplossingen van oefeningen enz.)
Elke lessenreeks wordt gepubliceerd aan de hand van een
catalog. Dit is een lijst (op Mediasite) met al uw opnames.
In deze catalog (en in de opnames zelf) is een zoekfunctie
voorzien, zodat studenten alle woorden die in de slides staan
kunnen opzoeken.
De studenten hebben pas toegang tot de les(sen) wanneer u een

Een webcast is de audiovisuele opname van een presentatie, een hoorcollege, een lezing of
een workshop die m.b.v. een webbrowser bekeken kan worden.
(*) Lokalen CDE met vaste installatie voor Mediasite opnames: R1, R2, R107, R109
p 17/60

link naar de catalog plaatst in Blackboard.

1.2 Online onderwijsactiviteiten


Een virtueel klaslokaal is een online leeromgeving. Net zoals tijdens een fysiek
contactmoment op de campus, participeert de student aan synchrone instructies en
andere leeractiviteiten in een virtueel klaslokaal. Dat betekent dat de docent en de
studenten op hetzelfde moment aangemeld zijn in de virtuele leeromgeving.
In deze onderwijsvorm is geen sprake van alleen luisteren. Studenten hebben de
mogelijkheid om te reageren op de docent en vragen te stellen. De chatfunctie is
hiervoor een uitgelezen tool. Op een aantal momenten gedurende de les kan de
docent deze vragen n voor n behandelen. De docent kan op zijn
beurt documenten

uitwisselen en

zijn/haar

eigen beeldscherm

delen met

de

studenten.

Het virtueel klaslokaal is zeker interessant om aan kleine groepen te doceren of kleine
groepen te begeleiden bij een groepsopdracht van op een zekere afstand. Het virtueel
klaslokaal kan bijvoorbeeld ingezet worden om responsiecolleges of een practica
online te geven. Bovendien faciliteren de online tools de communicatie en werking
met in-en uitgaande studenten, werkstudenten en studenten met een bijzonder
traject.

1.2.1 Blackboard Collaborate


Blackboard Collaborate is een webconferencingplatform, speciaal ontwikkeld voor de
onderwijspraktijk. Met de uitgebreide tools kunnen docent en studenten bestanden
delen, groepsaantekeningen maken bij een gedeeld bestand, hun hand opsteken,

p 18/60

meldingen maken, videos bekijken en chatten. Kortom, interageren in een virtueel


klaslokaal kan nagenoeg identiek zijn als bij een fysiek contactmoment.

Een demonstratie van al deze mogelijkheden in Blackboard Collaborate kunt u bekijken


door de website in de voetnoot te raadplegen.6 Via Walter Roosels7 van E-campus
kunt u toegang krijgen tot Blackboard Collaborate en onmiddellijk gebruik maken van
deze tools.

1.2.2 Skype for business (Lync)


Naast Blackboard Collaborate kan ook de software Skype for business (voormalig Lync)
ingezet worden om een virtueel klaslokaal te organiseren. Met Skype for business
kunnen studenten en docenten onderling audiovisueel communiceren, chatten,
bestanden uitwisselen en hun beeldscherm delen met elkaar.

Voor meer informatie over de mogelijkheden van deze software kunt u contact
opnemen met Roel De Ryck8 van de Nieuwe Media Dienst of de handleiding
raadplegen in de bijlage.

Blackboard Collaborate https://www.youtube.com/watch?v=bOhT77EbwIk

Walter.roosels@uantwerpen.be

Roel.deryck@uantwerpen.be

p 19/60

Zelfgestuurd leren
2.1 De leerinhouden
2.1.1 Kennisclips maken
2.1.2 Adopt: tutorials, kennisclips, demos
2.2 Opdrachten
2.2.1 Digitale toetsen
2.2.1.1 Digitaal toetsen in Blackboard
2.2.1.2 Digitaal examineren met AlephQ
2.2.2 Elektronisch discussieforum
2.3 Feedback
2.4 Motivatie

Zelfgestuurd

leren

omvat

een

geheel

aan

zelfstandige

leersituaties

en

begeleidingssessies waarbij de student kennis verwerft en/of verwerkt over (een deel
van) de cursus.

We onderscheiden twee vormen van zelfgestuurd leren namelijk begeleide zelfstudie


en zelfstandig werk.

Begeleide zelfstudie
Begeleide

zelfstudie

voorziet

Zelfstandig werk
steeds Zelfstandig

werk

is

een

zelfstandige

momenten van collectief of individuele leersituatie waarin studenten individueel


contact (online of fysiek) met de docent een reeks activiteiten uitvoeren. Deze
om studenten te begeleiden en feedback activiteiten leiden tot een eindproduct dat
te geven.

vaak meetelt in de eindbeoordeling. De

Begeleide zelfstudie kan ook ingezet begeleiding

van

de

docent

bestaat

p 20/60

worden als voorbereiding op bijvoorbeeld voornamelijk uit de beoordeling van het


een hoor- of werkcollege.

eindproduct meestal in de vorm van een


paper. Het proces wordt minder of niet
opgevolgd bij zelfstandig werk.

Samengevat is zelfgestuurd leren meer dan alleen een zelfstudiepakket. Ook


individueel een casus of oefening maken of zelfstandig een hoofdstuk of artikel
doornemen ter voorbereiding op het volgende college, categoriseren we onder de
noemer zelfgestuurd leren.

Echter een zelfstudiepakket moet aan enkele voorwaarden voldoen.

Het

zelfstudiemateriaal moet bestaan uit een aantal begeleidingscomponenten opdat de


verwachtingen, doelstellingen, leerinhouden, opdrachten en wijze van begeleiding en
beoordeling duidelijk zijn voor de studenten. Hierbij helpen onder meer overzichten,
inhoudstafels, advance organizers9, schemas, kernbegrippen, samenvattingen,
gexpliciteerde

leerdoelen

per

onderdeel,

verwerkingsopdrachten,

toetsen,

voorbeelden en studeertips.

Samengevat dient een zelfstudiepakket te bestaan uit 4 pijlers:

De leerinhouden
Opdrachten
Feedback
Motivatie

Een advance organizer bestaat uit introductiemateriaal in de vorm van een schema, grafiek,
afbeelding, enzoverder, dat gepresenteerd wordt vr de nieuwe leerervaring zodoende dat de
nieuwe leerstof sneller opgenomen kan worden in de bestaande cognitieve structuren.

p 21/60

2.1 De leerinhouden
Er bestaan drie mogelijkheden om de leerinhouden te selecteren en/of te creren om
vervolgens te integreren in het zelfstudiepakket.

Adopt
Werken met reeds bestaande handboeken en/of weblectures of een
reader met artikels samenstellen.

Adapt
Bestaande leerinhoud aanpassen aan een eigen invalshoek of voorkeur Dit kan
zowel met eigen materiaal of met materiaal van andere auteurs. Het idee is dat u
extra ondersteuning en informatie biedt. Zo kan u, bijvoorbeeld, in een inleiding
van een reader duidelijk maken vanuit welk perspectief de verschillende artikels
gelezen moeten worden.

Start from scratch


De leerinhoud zelf uitschrijven.

Daarnaast is de vorm waarin de leerinhoud aangebracht wordt ook een


aandachtspunt. Technologische vernieuwingen maken het mogelijk om bij
zelfstudiepakketten niet enkel te werken in de uitgeschreven vorm, maar ook met
videomateriaal (of een combinatie).

2.1.1 Kennisclips maken


Een kennisclip is een korte instructievideo waarin bondig n onderwerp, begrip of
principe wordt uitgelegd. In een kennisclip doceert de docent aan de hand van een

p 22/60

PowerPointpresentatie of een gellustreerd programma10, net zoals dit tijdens een


fysieke contactmoment zou gebeuren.

In hierop volgende tabel geven we u graag enkele tips en valkuilen mee bij het maken
van korte instructievideos.
Dos

Donts

Investeren in audiokwaliteit

Te lange kennisclips

Max. 5 min.

Te strikt scenario

Werk vooraf een kort scenario uit

Verspreiden via mail of direct in

Spreek enthousiast

Blackboard.

Kies een onderwerp dat u zelf leuk


vindt
Voeg een verwerkingsopdracht toe
Verspreiden
Blackboard

via

een

link

in

of in MyMediasite,

Youtube, Vimeo

Met de universiteitsbrede software MyMediasite kunt u heel eenvoudig kennisclips


maken. Met MyMediasite kunt u zelf op een gewenste locatie (op uw bureau, thuis ... )
een E-cursus maken die kan dienen als extra uitleg bij lessen, voorbereiding op of
vervanging van lessen, het uitwerken en toelichten van oplossingen van oefeningen,
etc. Deze e-cursus bestaat uit een schermopname van uw computer waaraan u via
audio zelf uitleg kunt toevoegen.
Via Roel De Ryck van de Nieuwe Media Dienst kunt u een persoonlijke Mediasite
account aanmaken. U zal per mail een officile uitnodiging ontvangen om u verder te
registreren. Eens de registratie voltooid is, kan u onmiddellijk gebruik maken van deze
opnamesoftware.

10

Een instructievideo o.b.v. een gellustreerd programma noemen we ook een screencast.
p 23/60

De handleiding van MyMediasite vindt u in de bijlage. Daarnaast kan u eveneens de


verschillende functionaliteiten bekijken via de videotutorials11
Opgelet! De videotutorials kan u pas raadplegen na inloggen en registratie.

Tip

Benieuwd naar de ervaringen van collega-docenten?


http://msevp.uantwerpen.be/Mediasite/Play/6af91539e64e4cce8312b953
a9204d8e1d

2.1.2 Adopt : tutorials, kennisclips, demos


Zoals eerder vermeld is het niet per se noodzakelijk om zelf webcasts te maken. U kan
ook werken met bestaande tutorials, kennisclips, screencasts of demos indien deze
videos kwalitatief en geschikt zijn volgens de leerinhouden en doelstellingen die
vooropstaan in het zelfstudiepakket.

Het aanbod videos met educatieve doeleinden is immens. Voor u aan de slag wil gaan,
bestaan er een aantal videoplatforms waar u zeker even een kijkje moet nemen.

Khan Academy
Youtube, Daily Motion, Vimeo, Google Videos
Coursera, EdX

Vergeet niet, handboeken bieden geregeld webcasts aan op Cd-roms of USB-stick die
ook gemplementeerd kunnen worden in een zelfstudiepakket.

11

Videotutorials MyMediasite
http://msevp.uantwerpen.be/Mediasite/Catalog/catalogs/tutorials-mymediasite

p 24/60

2.2 Opdrachten
Er bestaat geen twijfel over de relevantie van verwerkingsopdrachten bij de
leerinhouden van een zelfstudiepakket.

Op welke manier kunnen opdrachten bijdragen tot de verwerving


van de vooropgestelde leerdoelen?

Tips

Opdrachten zijn meer dan alleen kennistoetsen.


De opdrachten moeten studenten stimuleren om het geleerde toe te passen in
nieuwe situaties, hen uitdagen om analytisch na te denken en de nieuwe
leerinhouden te integreren met de kennis die ze reeds bezitten.

Ga voor formatieve toetsing.


Summatieve toetsen hebben slechts een beoordelende functie en meten enkel wat
studenten hebben onthouden en of zij de eindcompetenties behaald hebben. Met
formatieve meerkeuzevragen is er meer ruimte voor toepassing en verdieping van
de leerinhouden. Bovendien zet het studenten ertoe aan om zichzelf te evalueren.
Echter dezelfde tools kunnen gebruikt worden om zowel formatief als summatief te
evalueren.

p 25/60

2.2.1 Digitale toetsen


Elektronisch toetsen is mogelijk via Blackboard en sinds kort ook met de software
AlephQ.

2.2.1.1 Digitaal toetsen in Blackboard


Blackboard biedt een groot aantal vraagtypes waardoor ook complexe cognitieve
vaardigheden kunnen getoetst worden zoals analytisch en synthetisch denkvermogen.
Naast meerkeuzevragen kunt u onder meer ook meerdere antwoordvragen,
combinatieoefeningen, invuloefeningen en essayvragen opstellen.

In de handleiding in de bijlage leest u stap voor stap hoe u een toets (of vragenpool)
kunt opstellen in Blackboard. Bovendien vindt u ook een handleiding met de
verschillende vraagtypes en een bijhorend concreet voorbeeld.

2.2.1.2 Digitaal examineren met AlephQ


AlephQ is een ondervraagsysteem dat docenten toelaat om flexibel vragen te stellen
en te verbeteren.

Deze software biedt een aantal voordelen waaronder :


de mogelijkheid om complexe vragen te stellen en automatisch te verbeteren
alternatieve antwoorden in te calculeren
antwoorden gedeeltelijk goed te keuren en de berekeningswijze en
coherentie te evalueren.

p 26/60

De uitrol van deze software bevindt zich momenteel in een pilootfase.


Een demonstratie van de mogelijkheden van AlephQ kunt u beschouwen via de
website in de voetnoot.12

Contacteer Walter Roosels13 van E-campus indien u interesse heeft om AlephQ te


gebruiken in uw onderwijspraktijk.

2.2.2 Elektronisch discussieforum


In een elektronische discussiegroep discussieert een groep studenten met elkaar door
berichten op een gemeenschappelijke plaats op het internet te plaatsen. Andere
studenten hoeven een verzonden bericht niet onmiddellijk te lezen of erop te
reageren. Ze kunnen dat doen op het moment dat hen past. In tegenstelling tot faceto-face communicatie verloopt de discussie in een elektronische discussiegroep
onafhankelijk van plaats en tijd. De participanten hoeven niet allen op hetzelfde
moment aan de discussie deel te nemen.
Binnen een onderwijscontext worden elektronische discussiegroepen dikwijls
opgestart met de expliciete bedoeling om de student actief met leermateriaal aan de
slag te laten gaan door hen inhoudelijke discussies te laten voeren die aansluiten bij
de inhoud van een opleidingsonderdeel.

Het elektronisch discussiren heeft een aantal voordelen in vergelijking met face-toface discussies:

De elektronische variant werkt drempelverlagend. Men hoeft niet op te tornen


tegen het verbale geweld van andere studenten.
12

Demo AlephQ
http://mediasite.ua.ac.be/mediasite/Play/255e2b0840ef4dba86066c205fa42c581d
13

Walter.roosels@uantwerpen.be

p 27/60

De deelnemers hebben beduidend meer tijd om de bijdragen van anderen te


lezen en eigen meningen uit te bouwen en optimaal te structureren.
De discussie wordt gearchiveerd. De historiek van een bepaalde argumentatie
kan met andere woorden gemakkelijk worden achterhaald, aangehaalde pros
en contras kunnen na afloop van de discussie worden nagetrokken. Elementen
die in eerste instantie weinig zinvol leken maar nadien aan relevantie winnen,
kunnen gemakkelijker terug worden opgehaald.
Een forum? Dat werkt toch niet. Studenten overleggen en delen alles in een
gesloten facebookgroep

Het is geen probleem dat studenten de leerinhouden bespreken op een extern


platform. Dit bewijst dat learning by interaction en learning by collaboration ook bij
de studenten leeft en als belangrijk wordt ervaren.

Nochtans hangt het gebruik van een forum nauw samen met de aanwezigheid en inzet
van de docent alsook met de opdracht die gekoppeld wordt aan deze
communicatietool.

Onderstaande praktijkvoorbeelden kunnen inspirerend zijn:

Geef studenten de opdracht om een aantal meerkeuzevragen op te stellen en


ze vervolgens op het forum te plaatsen. Een selectie van deze vragen kan
gebruikt worden bij het volgende examen.

Stel per 3 (of meer) vragen die gepost worden op het forum, zelf een
examenvraag beschikbaar.

p 28/60

Spreek tijdstippen af waarop u de meest gelezen post nakijkt en beantwoord.


Wij geven u graag een aantal tips & tricks mee die handig kunnen zijn bij de inzet van
een discussieforum.

Tips &
tricks

Maak afspraken met de studenten over de spelregels die


gehanteerd moeten worden (goed argumenteren,
beleefdheidsvormen, enz.).

Probeer

het

discussieforum

zoveel

mogelijk

te

integreren in het opleidingsonderdeel.

Modereer de discussies of stel een student als


moderator aan.

Stel het goede voorbeeld en wees zelf actief op het


forum. Participeer mee in de discussies, geef feedback,
moedig de studenten aan.

Grijp in wanneer een discussie niet op gang komt of de


verkeerde weg op gaat.

Bekijk zeker eens ECHO onderwijstip 48 en 49!

Meer informatie over de componenten van een forum, de opbouw en de valkuilen,


leest u in de bijlage, alsook de handleiding voor een discussieforum in Blackboard.

p 29/60

2.3 Feedback
Harde evaluaties of beoordelingen met cijfers hebben de eigenschappen betrouwbaar
en objectief te zijn. Een antwoord op een vraag is juist of fout. Daar is meestal geen
discussie rond mogelijk. Toch roepen deze resultaten vaak heel wat vragen op bij de
studenten. Daarom is het geven van feedback van cruciaal belang om hun leerproces
te helpen bijsturen.

Er bestaan meerdere feedbackmethodes: individueel, collectief, peer & zelfevaluatie,


die zowel mondeling als schriftelijk kunnen worden ingezet. Ook de mogelijkheid om
elektronisch feedback te geven via Blackboard mag niet vergeten worden.
Feedback op ingezonden opdrachten via de inline viewer, feedback op argumenten bij
een

discussie,

(automatische)

feedback

op

meerkeuzevragen

zijn

allemaal

mogelijkheden die studenten helpen bij hun leerproces.

Must-see

Raadpleeg de website
http://feedbackuantwerpen.weebly.com/

met voorbeelden over effectieve feedback, uitleg bij de


verschillende vormen van feedback, technieken die
gehanteerd

kunnen

worden

bij

mondelinge

en

schriftelijke feedback.

p 30/60

2.4 Motivatie
Motivatie is de motor voor het leren. Het benvloedt de manier waarop studenten
studeren namelijk hoe intensief ze leren, hoe goed ze doorzetten, hoe lang ze studeren
en hoe doelgericht ze dat doen. Hoewel motivatie een kenmerk is van de studenten, is
het ook een veranderbaar gegeven.

Een aantal factoren in en buiten het zelfstudiepakket kunnen de motivatie


benvloeden.

Motivatiefactoren in het pakket

Motivatiefactoren buiten het pakket

Flexibiliteit

Verplichten/noodzakelijke leerinhoud

Authenticiteit

Prioritair inzetten op pakketmotivatie

Benadrukken relevantie
Variatie in opdrachten
Aangenaam, gestructureerd en
duidelijk pakket met voldoende
ondersteuning

(m.a.w. factoren in het pakket)


Bewijs
nagaan

van

doornemen
in

(Portfolio;

contactmomenten,

verplichte opdrachten)
Punten (bonus-of malussysteem)
Noodzakelijke voorwaarde

Bijkomende informatie over de vier componenten bij een zelfstudiepakket vindt u in


de hand outs van ECHO in de bijlage alsook in een checklist over de opbouw en
implementatie van een zelfstudiepakket.

p 31/60

De website in de voetnoot (Eva Goossens, KdG) biedt eveneens een handig overzicht
bieden bij de opbouw van een zelfstudiepakket.14

14

Website Checklist Zelfstudiepakket KdG http://zelfstudie.weebly.com/

p 32/60

Samenwerking
Het geheel van activiteiten waarbij studenten
3.1 Asynchrone tools

discussiren over een opdracht, een casus, ...

3.1.1 Discussieforum

en/of samenwerken om tot een collectief

3.1.2 Wiki

eindproduct te komen, valt onder het

3.1.3 Blog
3.2 Synchrone tools

leerproces learning by collaboration. Een

3.2.1 Chat

samenwerking tussen de studenten kan zowel


op de campus plaatsvinden als in een online

3.3 Samenwerken in Blackboard

leeromgeving.

Er bestaan heel wat tools die u kan implementeren om groepswerk efficint en


controleerbaarder te maken

en

om het beoordelen ervan te ondersteunen.

Discussieforums, wiki's, bestanden uitwisselen, peer evaluaties en peer assessments


zijn slechts enkele voorbeelden om digitale, synchrone of asynchrone samenwerking
mogelijk te maken. We maken een onderscheid tussen asynchrone en synchrone
tools of applicaties.

3.1 Asynchrone tools


Met deze asynchrone hulpmiddelen is het mogelijk om onafhankelijk van tijd of plaats
samen te werken. Er zit een tijdspanne tussen de berichten. Bijvoorbeeld een cursist
post een bericht op het discussieforum, de andere cursisten kunnen dit bericht op
verschillende tijdstippen lezen maar ook meerdere keren om vervolgens pas te
reageren.

p 33/60

De voordelen van asynchroon werken zijn:


Een grotere flexibiliteit. De studenten kunnen deelnemen aan de
discussie/groepsopdracht wanneer zij hiervoor (praktisch en inhoudelijk) klaar
zijn.

Studenten moeten niet tegelijk online zijn.


Studenten ervaren minder druk om onmiddellijk te reageren op de aanwezige
informatie. Ze hebben meer tijd om de info te verwerken, hierop te reflecteren
en pas dan een gefundeerd antwoord te formuleren.

Een nadeel van asynchroon samenwerkend leren is dat het kan leiden tot een lagere
responsiviteit: de discussie of het samenwerkend leren kan vertraging oplopen
waardoor men de drive dreigt te verliezen.

Blackboard beschikt eveneens over een aantal asynchrone tools die gebruikt kunnen
worden voor de realisatie van E-learning by collaboration nl. een discussieforum, een
wiki en een blog.

3.1.1 Discussieforum
In 2.2.2 vernam u reeds dat het discussieforum een interessante tool kan zijn binnen
een zelfstudiepakket. Nadat studenten de leerstof zelfstandig doornemen, kunnen zij
een verwerkingsopdracht individueel maar ook gezamenlijk oplossen. Denk daarbij
bijvoorbeeld aan opdrachten zoals een casus analyseren, een oefening oplossen, een
presentatie voorbereiden, een artikel schrijven enzoverder. Een discussieforum kan
met andere woorden dus ook als samenwerkingsplatform functioneren.

p 34/60

Tip

Creer per groep n discussielijn waarin de interne groepsdocumenten, artikels,


afbeeldingen, weblinks, enz. worden gedeeld en besproken met de groepsleden
(en de docent).

Meer informatie over de opbouw, de voordelen, de tips en valkuilen bij de


implementatie van een discussieforum, vindt u in de bijlage.

3.1.2 Wiki
Een wiki is een samenwerkingstool in Blackboard waarmee studenten n of meer
pagina's met materiaal voor een cursus of cursusgroep kunnen maken of wijzigen.
Cursusleiders en studenten kunnen opmerkingen toevoegen. Er bestaan cursuswikis
en groepswikis.

Cursuswiki

Groepswiki

De cursuswiki is toegankelijk voor alle De groepswiki is een tool die beschikbaar


cursusleden

wordt gemaakt bij het aanmaken van


een groep op de pagina Groepen. Alleen
leden van de groep kunnen een pagina
wijzigen of een opmerking toevoegen op
de pagina van een groeps-wiki.

De wiki kan fungeren als een samenwerkingsplatform waar gezamenlijk aan een
document/opdracht wordt gewerkt.

p 35/60

Het voordeel van wikis is dat op lange termijn de docent de informatie op de wikis
kan verzamelen voor het ontwikkelen van bijkomend nieuw studiemateriaal.

Alle informatie over de opbouw, implementatie, bewerking en evaluatie van een


cursus- of groepswiki op Blackboard is terug te vinden in de bijlage.

3.1.3 Blog
Een blog is een communicatiemiddel voor studenten om ideen en interessante
documentatie uit te wisselen en te becommentariren.
Een blog bestaat uit twee componenten:

De vermeldingen met tekst, afbeeldingen, koppelingen, bijlagen enz.


De opmerkingen van de anderen op de bronvermeldingen.

Een blog heeft eigenlijk dezelfde functies als een discussieforum in Blackboard en kan
ook worden gebruikt als online communicatiemiddel bij groepswerk.

Meer informatie over de opbouw, de implementatie, bewerking en evaluatie van een


blog op Blackboard vindt u in de bijlage.

3.2 Synchrone tools


Synchrone communicatiehulpmiddelen simuleren een echte conversatie met
onmiddellijke interactie tussen de deelnemers. In een chatroom bijvoorbeeld is
iedereen online en communiceert iedereen op hetzelfde moment met elkaar.

p 36/60

Het voordeel van synchroon samenwerken dat de nabijheid van je cursisten: de


interactie loopt bijna even vlug als een face-to-face gesprek.

Dit communicatiemiddel brengt ook enkele nadelen met zich mee ten opzichte van
een asynchrone tool namelijk
minder flexibiliteit: iedereen moet gelijktijdig online zijn.
het hoge tempo waarop informatie uitgewisseld wordt, kan belastend en
drempelverhogend zijn voor de student.

3.2.1 Chat
Chatten met medestudenten of met de docent om informatie uit te wisselen en
feedback te geven/ontvangen; tegenwoordig kan het allemaal. Er bestaan meerdere
communicatiekanalen om dit te doen. Skype en sociale media als Facebook en Whats
App blijven tot nu toe de meest gebruikte programmas om dit te doen. Ook met
Blackboard Collaborate zal dit binnenkort mogelijk zijn. De chatfunctie maakt het
mogelijk om live te communiceren in een online gesloten omgeving. Een
demonstratie van deze chatoptie in Blackboard Collaborate vindt u door de website in
de voetnoot te raadplegen.15

Indien u graag meer informatie wenst over Blackboard Collaborate, neem dan contact
op met Hubert Nachtegaele van E-campus.

Hubert.nachtegaele@uantwerpen.be

15

Chatten in Blackboard Collaborate https://www.youtube.com/watch?v=bOhT77EbwIk

p 37/60

3.3 Overzicht: samenwerken in Blackboard


Wilt u graag het groepswerk volledig of deels organiseren in een digitale
leeromgeving? Wilt u de studenten laten kennismaken met de verschillende tools om
bestanden uit te wisselen, communiceren, elkaars bijdragen te reviewen

en te

beoordelen? Raadpleeg dan zeker de handleiding van E-campus met het stapsgewijze
overzicht om het groepswerk online te organiseren.
U vindt deze handleiding in de bijlage.

p 38/60

Assessments
4.1 Digitale toetsen (enqutes, pools) en elektronische examens
4.2 Digitale opdrachten
4.3 Digitale peer - en selfassessments
4.4 Digitaal portfolio

Assessments zijn metingen van hoe en in welke mate het leren heeft plaatsgevonden.
De beoordelingen zijn niet beperkt tot conventionele testen, quizzen en punten. Ook
beschrijvende

feedback,

een

portfolio,

reflectieverslagen

en

self-

and

peerassessments zijn belangrijke meetinstrumenten om het leerproces in kaart te


brengen.

Een aantal tools op Blackboard zoals toetsen (meerkeuzevragen,

combinatieoefeningen,

invuloefeningen,

enz.),

opdrachten,

groepen

&

peerassessments, het digitaal portfolio enz. kunnen gemplementeerd worden in dit


beoordelingsproces.

4.1 Digitale toetsen


elektronische examens

(enqutes, pools) en

Formatieve, digitale toetsen krijgt steeds meer plaats in het onderwijsleerproces van
studenten. Multiple choice toetsen, al dan niet voorzien van feedback, geven de
studenten inzicht in hoeverre ze de vooropgestelde doelen beheersen. Ook
selectieproeven waarbij de voorkennis wordt getoetst bij aanvang van een opleiding of
opleidingsonderdeel en het elektronische examen zijn mogelijk met behulp van
Blackboard en sinds kort AlephQ.
In het grote aanbod aan vraagtypes is het belangrijk dat de soort vragen aansluiten op
de kennis, vaardigheden of attituden die u wilt toetsen. We beschikken ondertussen
over heel wat ondersteunend materiaal dat u kunt gebruiken bij de opbouw en
implementatie van digitale toetsen in Blackboard.
p 39/60

Raadpleeg daarom zeker volgende of n van de volgende hulpbronnen:


-

de Blackboard handleiding toetsen, enqutes, pools

de Blackboard handleiding vraagtypen

de hulppagina van Blackboard16

de videotutorials17

4.2 Digitale opdrachten


De tool Opdrachten biedt een oplossing voor het versturen van essays via mail of
third party platforms (Dropbox). Met deze tool kunnen studenten een opdracht
eenvoudig uploaden volgens de bijhorende instructies en documenten. Zij weten
direct of hun opdracht succesvol is ingediend of niet. De docent kan de opdrachten van
alle studenten in n keer downloaden en opslaan op de computer. Via het Grade
Center en met behulp van de inline viewer kunnen de inzendingen direct beoordeeld
worden.
Ook groepsopdrachten kunnen ingeleverd worden via deze tool. Dezelfde
functionaliteiten zijn van toepassing als bij een individuele opdracht.

De handleiding voor opdrachten in Blackboard vindt u in de bijlage. Eveneens kan de


hulppagina van Blackboard18 raadplegen via de weblink in de voetnoot.

16

Hulppagina Blackboard http://nl-

nl.help.blackboard.com/Learn/9.1_2014_04/Instructor/110_Tests_Surveys_Pools
17

Toetsen in Blackboard

https://www.youtube.com/playlist?list=PLontYaReEU1shWKvIgLyoKl79H_5q3TOB
18

Hulppagina Blackboard http://nlnl.help.blackboard.com/Learn/9.1_2014_04/Instructor/100_Assignments

p 40/60

4.3 Digitale peer - en selfassessments


Peerassessment (PA) is een procedure waarbij studenten volgens vooraf opgestelde
evaluatiecriteria beoordelen in hoeverre medestudenten de leeruitkomsten hebben
gerealiseerd. Door gebruik te maken van peerassessment betrekt de docent studenten
bij het evaluatieproces. Deze betrokkenheid vereist dat studenten een aantal (leer)activiteiten uitvoeren die hen aanzetten om op een actieve manier met leerinhouden
om te springen.
Bij een selfassessment (SA) beoordeelt de student niet de medestudent(en) maar
zichzelf volgens vooraf opgestelde evaluatiecriteria.

Peer- en selfassessments blijken een gunstig effect te hebben op het eigen leren en
kunnen zowel binnen een summatieve als formatieve evaluatiecontext worden
aangewend.

Ook Blackboard voorziet een tool om peer-en self assessments te implementeren in


een cursus.

Voor een uitgebreide handleiding met bijhorende documenten, kunt u terecht op :


Blackboard handleidingen en richtlijnen Handleidingen: uitdieping - Peer Review,
Peer Assessment, Zelfbeoordeling en collegiale beoordeling Peer assessment bij
groepswerk.
Voor ondersteuning bij deze tool, contacteer Hubert Nachtegaele19 van E-campus.

19

Hubert.nachtegaele@uantwerpen.be

p 41/60

4.4 Digitaal portfolio


Een portfolio is een doelgerichte verzameling van werkstukken waarin de student zijn
inzet, zijn voortgang en zijn behaalde prestaties kan aantonen. Deze tool is met andere
woorden uitstekend geschikt om de competenties in kaart te brengen.

Indien u meer informatie wenst over het portfolio, raadpleeg dan zeker onderstaande
of n van de onderstaande bronnen in de bijlage en/of de voetnoot:
Handouts : Portfolios in het hoger onderwijs (ECHO)
Blackboard handleiding portfolio
Hulppagina Blackboard Portfolio20
Good practice: digital portfolio : Academische vaardigheden FAR21

20

http://nl-nl.help.blackboard.com/Learn/9.1_2014_04/Instructor/030_Navigation/Portfolios

21

http://www.bvdatabank.be/node/225

p 42/60

Deel III: Good practices

Integratie 4 (GGW)

Biostatistiek (FBD)

Activeren tijdens contactmomenten,


zelfgestuurd leren, PGL, groepswerk, digitaal
indienen opdrachten + feedback, PA,
inschrijven in groepen
Kennisclips, flipped classroom, digitaal
toetsen in BB

Basiskinesitherapie (GGW)

Demovideo vaardigheden (Camtasia),


activeren tijdens contactmomenten, digitaal
indienen opdrachten

Apotheekspel (FBD)

Simulatie, gaming, PGL, activerend onderwijs,


peer assessments, feedback, digitale
opdrachten + indienen

Embryologie en ontwikkeling
(FBD)

Webinars + adopt webcasts, activerend


onderwijs, tekenopdracht

Fysica m.i.v. wiskunde (FBD)

Discussieforum, activerend onderwijs


,stemsystemen , screencast maken,
webinars, elektronisch examen

Laboratory Animal Sciences (FBD)

Forum bij groepswerk, activerend onderwijs:


pollsysteem, webcasts adapteren

Zorgproject: (GGW)

Samenwerken online, PA

Academische vaardigheden (FBD)

Digitaal portfolio

p 43/60

Revaki (GGW)

BB Collaborate, Virtueel Klasloklaal

SPG (GGW)

Medbook portfolio

Integratie paktoets (GGW)

Digitale pools, PAK toets

Revaki Nathalie roussel?

p 44/60

INTEGRATIE 4 (GGW)
ALGEMENE GEGEVENS
Contactpersoon

Roy Remmen

Opleidingsjaar

1e Master Geneeskunde

Studiepunten

Aantal studenten

150

Trefwoorden

Probleemgestuurd
onderwijs (PGO),
casustiek, groepswerk,
peer teaching,
activerend onderwijs,
interactief, klinisch
redeneren, leermodule,
zelfstudie, E-links,
feedback, peer
assessment (PA),
Blackboard (BB)

TIJDSINVESTERING
Gaat over de voorbereiding en planning die aan
de implementatie van de good practice vooraf
gaat, wanneer ze start, alsook de continue
tijdsinvestering bij de opvolging ervan.
Voorbereiding en planning
Dit didactische en organisatorische aanpak werd
ontwikkeld en ontworpen op een aantal weken tijd
voordat het opleidingsonderdeel (OO) van start
ging. De e-links en artikels die behoren tot de
zelfstudie waren reeds voorhanden vanuit
voorgaande jaren. Enkele links werden hier en daar
toegevoegd of vervangen. Het document met o.m.
info over het ziektebeeld, de doelstellingen en de
organisatie van de sessie moest nog geschreven
worden. Het gebruik van de verschillende
applicaties in BB vergt ook enige inzet en
begeleiding. Ondersteuning werd hier geboden
door de UFOO stafmedewerker en
secretariaatscordinator.
Start
Een inleidende sessie door de docent, UFOO
stafmedewerker en secretariaatscordinator
waarin de aanpak wordt uitgelegd aan de
studenten is geen overbodige luxe voor een goede
gang van zaken.
Tijdens het OO
De begeleiding en ondersteuning tijdens de sessies
is intenser tijdens de beginsessies. De studenten
kunnen gaandeweg zelfstandiger werken omdat ze
steeds meer groeien in het klinisch redeneren.
Het geven van feedback op de opdracht vergt veel
tijd. De PA dient nauwlettend opgevolgd te
worden.

p 45/60

CONCEPT & DOEL


Geef bv. aan waarom er een herontwerp of juist het huidig ontwerp heeft plaats gevonden
In dit OO staan de toepassingsvaardigheden van de opgedane kennis in de bachelorjaren voorop
samen met het klinisch redeneren. Het betreft vaardigheden die studenten niet in ex cathedralessen
kunnen leren of door enkele demonstraties onder de knie krijgen. In de contactmomenten (4u per
sessie) wordt gefocust op het oefenen, daarom werd gekozen voor probleemgestuurd onderwijs
(PGO) met interactieve sessies in kleine groepen.
Op die manier tracht men iedere student te activeren door hen voldoende kansen te bieden om een
casus te analyseren en bespreken in een veilige context. Een vaardigheid zoals klinisch redeneren
wordt geoefend door hen enerzijds veel te laten doen maar ook door reflectie en feedback. Aan dit
laatste wordt binnen dit OO bijzonder veel aandacht besteed, zowel door de groepsleden als door de
betrokken docenten.

ONDERSTEUNING
Didactisch materiaal, documentatie of ondersteunende diensten die hebben bijgedragen aan het
ontwerp of de implementatie van de good practice
Het studiemateriaal wordt online aangeboden op het digitaal leerplatform, Blackboard. Teksten,
artikels, richtlijnen, E-links en casussen worden in de leermodule geplaatst. Deze applicatie biedt de
mogelijkheid om alle content op een ordelijke manier te presenteren, inclusief een inhoudsopgave.
Bovendien zorgen de adaptieve regels ervoor dat de inhoud geleidelijk aan beschikbaar wordt gesteld
volgens de planning.
Het zelfstudiemateriaal en de casussen worden verzameld door de betrokken docenten die tevens
begeleiding geven tijdens de interactieve sessies in groep.
Het ontwerp van deze blended cursus kwam tot stand door de ideen en inzet van de verschillende
lesgevers alsook door de didactisch-pedagogische ondersteuning en begeleiding van de UFOO
stafmedewerker en administratieve medewerking van de secretariaatscordinator.

p 46/60

WERKVORMEN & LEERACTIVITEITEN


Beschrijf hier op welke wijze uw onderwijs door de good practice nu vorm krijgt. De termen
hieronder kunnen u daarbij helpen.
Contactmomen
ten

Zelfgestuurd
leren

Samenwerkend
leren

Andere
werkvormen

Als voorbereiding op de les dienen de studenten de leermodule op BB te raadplegen. Per module


moeten zij de doelstellingen, inhoud en organisatie van volgende les te lezen, alsook de E-links met
inhoudelijke kennis over het ziektebeeld zodanig dat hun kennis omtrent het ziektebeeld is
opgefrist.
Deze inhoud wordt beschikbaar gesteld 5 dagen voor de les.
Tijdens het contactmoment worden 3 casussen vrijgegeven via BB. Die casussen komen pas ter
beschikking te staan wanneer de les start. Dit om studenten ook aan te moedigen om zeker naar de
les
te
komen.
Er wordt niet in elke les gewerkt rond een casus, soms wordt ook een gastspreker uitgenodigd.
Indien er wel met casus wordt gewerkt, wordt de les opgesplitst in 4 fasen:
1. Plenair gedeelte waarin een korte inleiding wordt gegeven.
2. Groepswerk waarin n casus wordt geanalyseerd en besproken. De groepsleden bereiden
een korte presentatie voor met de besproken analyse.
3. In de derde fase smelten twee groepen samen die een verschillende casus behandelden. De
presentaties worden voorgesteld en opnieuw wordt ruimte gemaakt om klinische ideen uit
te wisselen. De presentatie kan in deze fase nog aangepast worden door nieuwe inzichten.
4. In de laatste fase komen alle groepen samen en worden 3 groepen ad random geselecteerd
om de casus plenair te presenteren.
Er werd gekozen voor deze aanpak om studenten te activeren in het klinisch redeneren, een
vaardigheid die moet groeien door veel te oefenen.
Door deze organisatie met een groep van ongeveer 150 studenten, creren we veiligheid in kleinere
groepen om luidop na te denken, om iedereen een kans te geven hun idee te formuleren en om
elkaar feedback te geven.

p 47/60

ASSESSMENTS
Stageopdracht
Voor dit OO moeten de studenten een
stageopdracht indienen. Dit document wordt
ingediend via BB en niet per mail. Enerzijds omdat
mailboxen niet zouden uitpuilen, anderzijds omdat
alle opdrachten in n klik kunnen worden
gedownload.
De feedback op deze opdracht wordt beschreven in
het Gradecenter met behulp van Crocodocs. De
studenten kunnen de opmerkingen en hun cijfer
raadplegen via Mijn cijfers.
De studenten met een onvoldoende voor deze
opdracht, komen op feedbackgesprek dat
plaatsvindt in groep onder leiding van twee
docenten. (afhankelijk van het aantal studenten met
een tekort). Vooraf moeten deze studenten hun
opdracht plaatsen in een gesloten discussielijn op
het forum. Enkel de studenten met een tekort
kunnen elkaars opdracht lezen en moeten dit ook
doen ter voorbereiding op het feedbackgesprek.
Tijdens dit feedbackgesprek wordt ruimte gemaakt
voor peerfeedback en individuele feedback door de
docent. De student krijgt nadien een herkansing
door de opdracht te herwerken.
Mondeling examen, aanwezigheden & peer
assessment
Naast de stageopdracht bepalen ook de
aanwezigheden, het mondeling examen en de
peerassessment mee de eindbeoordeling.
De aanwezigheden worden op 3 random momenten
gecontroleerd. Wie niet aanwezig is, moet zich
kunnen verantwoorden.
De peerassessment wordt georganiseerd via BB
o.b.v. de groepsinschrijvingen.
De criteria waarop de studenten elkaar en zichzelf
beoordelen zijn o.m. doelgericht werken, ideen
aanreiken & een mening formuleren, kritisch
nadenken over de casus en de meningen binnen de
groep, oplossingsgericht werken, luisteren naar de
groepsleden en actief participeren.

TIPS, TRICKS &


VOORBEELDMATERIAAL
Bij de inschrijving in groepen, werden de
groepsleden op onzichtbaar geplaatst
om enerzijds meer heterogene groepen
te creren en anderzijds om met minder
bekende mensen samen te werken. Dit is
een perfecte weergave van de latere
praktijk en een leerproces voor iedereen.
Naar groepsindeling is het belangrijk om
kleine groepen te creren. Hoe kleiner
de groepen, hoe groter de inzet en
interactie van alle leden.
De individuele feedback op de
stageopdracht is een werk van lange
adem. Deze taak wordt best verdeeld
onder alle betrokken docenten.
E-links verdwijnen soms van het internet
of zijn niet (meer) toegankelijk. Die
moeten ieder jaar opnieuw
gecontroleerd worden.
Vooraleer de peer assessment wordt
uitgevoerd, wordt de groepsindeling op
BB het best nog even gecontroleerd.
Sommige studenten veranderen soms
onderling van groep of schrijven zich te
laat in waardoor de groepen in de PA
niet meer kloppen.
24 groepen van ongeveer 6 studenten
per groep vragen om heel wat
ondersteuning, zeker tijdens de eerste
sessies. Daar moeten voldoende
docenten voor beschikbaar zijn. Alleen is
dit een onmogelijke opdracht om
voldoende feedback en begeleiding te
kunnen bieden.
En sessie duurt 4u. Werkvormen die
organisatorisch complexer zijn, zijn
daarom ook mogelijk in dit OO. Naar
infrastructuur gaan groepen in aparte
lokalen, de bib, gangen, vergaderzalen
zitten. Dit moet ook mogelijk zijn. p 48/60

BIOSTATISTIEK (FBD)
ALGEMENE GEGEVENS

TIJDSINVESTERING

Studiepunten

Floris Wuyts
Erik Fransen
3 of 4

Opleidingsjaar

Modeltraject dl 1 - 2

Aantal studenten

400

Het creren van de kennisclips met


bijbehorende slides en online tests
vereist een eenmalige grote investering.
De opnamesoftware My Mediasite en
de toetsentool binnen Blackboard
dienen eerst verkend te worden om er
vlot mee aan de slag te kunnen.

Trefwoorden

Flipped classroom, kennisclips,


formatieve evaluatie, grote
groepen

Contactpersoon

CONCEPT & DOEL


Voorgaand aan het herontwerp, droegen studenten relatief weinig kennis van de theorielessen mee
naar de practica. Practicabegeleiders waren daarom genoodzaakt om de practicumlessen te starten
met het uitgebreid herhalen van de theorie en het demonstreren van hoe de analyses in SPSS
uitgevoerd moeten worden. Bij de eerste 2 practica duurde de uitleg bijna 2 uur waardoor de
effectieve oefentijd afnam.
Een aantal practicumlessen werd aangepast volgens het flipped classroomprincipe om gedurende de
contactmomenten meer oefenkansen te bieden aan de studenten. De theoretische concepten, die
reeds in de theorieles waren behandeld, worden gerecapituleerd in kennisclips (instructievideos).
Ook de demos in het SPSS softwarepakket worden via kennisclips verspreid. Uit de gegevens in het
Grade Center blijken nagenoeg alle studenten zich aan de voorbereidende opdracht te houden.
Met de invoering van deze aanpak komen studenten veel beter voorbereid naar de
contactmomenten en is er meer tijd om oefeningen te maken en gerichter en diepgaandere vragen
te stellen tijdens die contactmomenten. Ten gevolge van deze actieve inzet tijdens de lessen, hebben
de studenten minder werk achteraf met het maken van de verslagen van ieder practicum. Flexibel
onderwijs wordt gerealiseerd vermits de studenten zich op eigen tempo kunnen voorbereiden of de
les inhalen indien ze het practicum niet konden bijwonen. De clips blijven beschikbaar en kunnen ook
gebruikt worden bij het studeren voor het examen.

p 49/60

ONDERSTEUNING
Kennisclips: voor het ontwerp van de kennisclips werd gebruik gemaakt van My Mediasite. De clips
werden via een link op Blackboard verspreid.
Online tests: de online tests werden gecreerd middels de toetsen tool op Blackboard.
Voor de verkenning van My Mediasite en de toetsentool in Blackboard werd gebruikt gemaakt van de
beschikbare handleidingen en de ondersteuning van De Nieuwe Mediadienst en E-campus.

WERKVORMEN & LEERACTIVITEITEN


Contactmomen
ten

Zelfgestuurd
leren

Samenwerkend
leren

Andere
werkvormen

Contactmomenten
Theorielessen
Praticumlessen
Voorbereidende leeractiviteiten = Kennisclips waarin theoretische concepten worden toegelicht:
De clips moeten vooraf bekeken worden en de studenten dienen een online test in te vullen bij
aanvang van ieder practicum.

ASSESSMENTS
Permanente Evaluatie
Online tests: 1 extra punt te verdienen als de
student geslaagd is voor 3 van de 4 online tests. Dit
zorgt voor een extra stimulans om de kennisclips
vooraf te bekijken.
Examen
Elektronisch Schriftelijk examen
Meerkeuzevragen
Practicum

TIPS, TRICKS &


VOORBEELDMATERIAAL
1. Er dient een uitgebreide pool aan
toetsvragen te bestaan zodat de toetsen
niet voorspelbaar worden en in
meerdere richtingen kunnen worden
gegeven.
2. Er
is
een
potentieel
hogere
studiebelasting voor studenten door de
voorbereiding die zij dienen te maken
voor de contactmomenten. Deze
tijdsinvestering kan gecompenseerd
worden door het verslag dat ze thuis niet
meer hoeven af te maken.

p 50/60

3. Let op voor problemen met SPSS


licenties

p 51/60

BASISKINESITHERAPIE 1 (GGW)

ALGEMENE GEGEVENS

TIJDSINVESTERING
Gaat over de voorbereiding en planning die aan
de implementatie van de good practice vooraf
gaat, wanneer ze start, alsook de continue
tijdsinvestering bij de opvolging ervan.

Contactpersoon

Willem De Hertogh

Opleidingsjaar

1e Bachelor Revaki

Studiepunten

10

Aantal studenten

360

Trefwoorden

Activerende
werkvormen, flipped
classroom,
zelfstudiepakket,
webcasts vaardigheden

De initiatieven werden ondernomen tijdens de


docentenopleiding die de docent in kwestie volgde.
Een volledig academiejaar werd hieraan gewerkt.
Het spreekt voor zich dat, aangezien het om
meerdere initiatieven gaat, hier heel intensief aan
gewerkt is.

CONCEPT & DOEL


Geef bv. aan waarom er een herontwerp of juist het huidig ontwerp heeft plaats gevonden

Voorheen was er een slechte synchronisatie tussen de theorie- en praktijklessen. Geregeld viel een
theorieles na een praktijkles of was er sprake van overlap waardoor studenten zich tijdens de
theorielessen verveelden en storend gedrag vertoonden zoals rumoer, onoplettendheid. De
studenten bleken weinig constructief te participeren tijdens de contactmomenten. Nochtans gaven
studenten aan meer uitgedaagd te willen worden door casussen, oefeningen, vragen enz. Bovendien
werd een reductie van 25% in het aantal contacturen doorgevoerd.
Om tegemoet te komen aan deze verwachtingen en om het onderwijs te optimaliseren heeft de
docent zich voornamelijk gefocust op het ontwikkelen en implementeren van activerende
onderwijsvormen.

ONDERSTEUNING
Didactisch materiaal, documentatie of ondersteunende diensten die hebben bijgedragen aan het
ontwerp of de implementatie van de good practice
De ideen hoe de docent de studenten kan activeren tijdens de colleges werden opgedaan bij de
docentenopleiding. De werkwijze van deze activerende werkvormen is eveneens te raadplegen in het
Praktijkboek Activerend Hoger Onderwijs van Peter Van Petegem.
De webcasts (demovideos) over de onderzoeks-en behandelingsvaardigheden bij kinesitherapie
p 52/60

werden gemaakt met het programma Camtasia, onder begeleiding van de medewerkers van de
Nieuwe Mediadienst.

WERKVORMEN & LEERACTIVITEITEN


Beschrijf hier op welke wijze uw onderwijs door de good practice nu vorm krijgt. De termen
hieronder kunnen u daarbij helpen.
Contactmomen
ten

Zelfgestuurd
leren

Samenwerkend
leren

Andere
werkvormen

Om de aandacht en betrokkenheid te verhogen werden meerdere initiatieven ondernomen.


Activerende werkvormen werden gentegreerd in de contactmomenten zoals o.m. zoemsessies,
quick think, klinische voorbeelden, visualisering, voting en een 60 sec paper. De structuur van de
cursusmateriaal werd aangepast alsook de inhoud door o.m. overlap te verwijderen en de
toevoeging van filmmateriaal, zelfstudieopdrachten, studievragen in de syllabus, invulformulieren
enz.
De praktijklessen werden omgevormd tot het flipped classroom principe. Op Blackboard werden
zelfstudiepakketten met slides, filmpjes en voorbeeldoefeningen geplaatst als voorbereidende
opdracht op het practicum om het leereffect te vergroten.

ASSESSMENTS
Toetsen en opdrachten vr contactmomenten om
voorkennis te determineren, tijdens het semester als
formatieve evaluatie of n leeractiviteiten als
summatieve evaluatie.
Een aantal lessen vereisen een zelfstandige
voorbereiding. De opdrachten zijn terug te vinden op
Blackboard en zijn een voorwaarde tot deelname aan
de betreffende les. Een opdracht bestaat meestal uit
een
zelfstudiepakket
gevolgd
door
een
meerkeuzetoets of invuloefening.
In de loop van het opleidingsonderdeel vindt geregeld
een permanente evaluatie plaats.

TIPS, TRICKS &


VOORBEELDMATERIAAL
Geef hier uw tips voor andere
docenten,
rand-voorwaarden
waarmee rekening gehouden moet
worden, relevant voorbeeldmateriaal
of ideen voor de toekomst.

De verschuiving naar het meer


zelfstandig verwerken van de
leerinhouden kan de
studiebelasting doen toenemen.
Activerende werkvormen dienen
veelvuldig en consequent te
worden toegepast.

p 53/60

APOTHEEKGAME MAGISTRALE FORMULATIE EN KWALITEITSZORG (FBD)

ALGEMENE GEGEVENS
Contactpersoon

TIJDSINVESTERING

Opleidingsjaar

Prof. Dr. Filip Kiekens


Apr. Sofie Van Hees
1e Master

Studiepunten

Aantal studenten

40

Trefwoorden

Simulatie, gaming, databank,


casus, virtuele leeromgeving

Het ontwerp van de apotheek gebeurde een


jaar lang in het kader van een vorig UFOOproject.
De hoofddocent en assistenten werkten
hiervoor nauw samen met de UFOO
stafmedewerker en de dienst ICT. Het spel is
computertechnisch namelijk niet gemakkelijk
op punt te stellen.
Ieder jaar worden nieuwe casussen en
opdrachten toegevoegd aan de databank,
wat een arbeidsintensieve taak is.

CONCEPT & DOEL


De apotheekgame is sinds 2008 het practicumonderdeel van het opleidingsonderdeel Magistrale
formulatie en kwaliteitszorg. Het spel kwam tot stand in een voorgaand UFOO - project rond
onderwijshernieuwing en kreeg de naam Quality in pharmacy. Het practicum werd omgevormd tot
een game omdat
1. een spelvorm meer uitdaagt en als boeiender wordt ervaren.
2. het aanbod aan opdrachten meer aansluiting bij de dagelijkse realiteit dan een gewoon labo.
Studenten kunnen zich met dit practicum optimaal voorbereiden op de apotheekstage in de 2e
Master. Enkele maanden voor ze als stagiair aan de slag gaan in een echte apotheek is dit hun eerste
contact met de realiteit. De studenten reageren dan ook enthousiast. Bovendien spreekt ook het
competitieve aspect van het spel de studenten bijzonder aan. Door de snelle feedback worden zij
sneller bijgestuurd in hun leerproces.
Het project Quality in Pharmacy, kwaliteit leren implementeren in de officina-apotheek door middel
van een game heeft het voortouw genomen in verband met kwaliteitszorg in de apotheek. In januari
2009 werd door de wetgever de Gids voor Goede Farmaceutische Praktijken gepubliceerd.
Cursusinformatie Magistrale formulatie en kwaliteitszorg
ONDERSTEUNING
De hoofddocent en assistenten werkten hiervoor nauw samen met de UFOO stafmedewerker en de
dienst ICT.

p 54/60

Het opstellen van opdrachten die de verschillende opleidingsonderdelen integreren vraagt een goede
samenwerking met de verschillende docenten.
Tijdens het spel is er intensieve begeleiding van studenten door assistenten.
Alle data (patinten, opdrachten, groepen, enz.) worden genoteerd in een Accessbestand. Dit bestand
wordt gekoppeld aan Blackboard. De studenten ontvangen in hun virtuele apotheek via dit digitaal
leerplatform alle opdrachten en casussen die ze nodig hebben tijdens het practicum en leveren langs
deze weg ook alle opdrachten in.
Een aantal casussen wordt jaarlijks aangeleverd door studenten uit de 2e Master.
WERKVORMEN & LEERACTIVITEITEN
Contactmomen
ten

Zelfgestuurd
leren

Samenwerkend
leren

Andere
werkvormen

Groepsverdeling: Groepen van 4 5 studenten worden samengesteld o.b.v. scores op het practicum
Gelenische Farmacie en Biofarmacie II. Studenten met een hoge score zitten in groep met studenten
met een lagere score.
Opdrachten: De teams krijgen gelijkaardige opdrachten (zelfde topics en moeilijkheidsgraad). De
moeilijkheidsgraad en de tijd om de opgaven op te lossen varieert gedurende het spel. De casussen
zijn gelinkt aan een virtuele patint en zijn ziektebeeld.
Rolverdeling: elk team heeft een rolverdeling, die per dag varieert: er is een teamverantwoordelijke
(hoofdapotheker), iemand voert uit, iemand controleert, enz. (de apotheek-assistenten). Op
voorhand wordt studenten dan ook gevraagd een organigram te maken waarbinnen aangeduid is
wie welke taak heeft per dag.
Verloop:
1. studenten nemen in team kennis van de opdrachten die via het elektronisch leerplatform naar
de virtuele apotheek worden gestuurd door de begeleider.
2. De teamverantwoordelijke verdeelt (afhankelijk van de opdracht) het werk. Elke student voert
zijn opdracht ofwel onmiddellijk zelfstandig uit ofwel na overleg met de teamverantwoordelijke.
De student kan ook extra literatuur of cursussen raadplegen.
3. Vervolgens stelt de student een oplossing voor en voert hij de weerhouden oplossing uit.
4. De teamverantwoordelijke controleert de uitvoering van de opdracht (bv. de bereiding en het
ingevuld protocol; de berekening; het verslag) en tekent het protocol in het geval van
magistrale bereidingen.
5. De studenten overleggen in team alvorens ze de oplossing (in de vorm van een eindproduct,
berekening, of verslag, enz.) afgeven aan de begeleider (in het geval van bereidingen) ofwel
doorsturen naar de begeleider via het elektronisch leerplatform (in het geval van verslagen,
berekeningen, enz. ).

p 55/60

Evaluatie: Alle teams kunnen elkaars scoreverloop volgen via het elektronisch leerplatform. De
teams worden beloond of bestraft via het winnen of verliezen van patinten in functie van de
correctheid van de antwoorden, verslagen en uitgevoerde bereidingen.

ASSESSMENTS

TIPS, TRICKS & VOORBEELDMATERIAAL

De eindscore die een student bij het


apotheekspel behaalt, bestaat uit de
behaalde eindscore van het team.

1. De databank met opdrachten en casussen dient


steeds uitgebreid te worden.
+
Antwoordsleutels moeten worden voorzien voor een
snellere feedback (is absoluut nodig).
Daarom dient er een optimaal contact te zijn met
lesgevers uit andere opleidingsonderdelen, alsook met de
studenten van de 2e Master.

= Een aantal patinten wordt


toegekend aan de apotheek door
het correct uitvvoeren van de
opdrachten (I.v.f. de correctheid en
volledigheid van het verslag of
bereiding). Bij ernstige fouten wordt
het aantal gereduceerd. Het totaal
wordt aan het einde van het
practicum omgerekend in punten,
wat de eindscore is van de
studenten op het practicum.
Deze eindscore kan voor elke
individuele student met een punt
verhoogd of verlaagd worden op
basis van hun functioneren in de
groep, bepaald door een peerassessment aan het einde van het
practicum. De criteria hiervoor zijn
onder meer inzet, kennis, teamspirit
en netheid.

2. De mogelijkheden voor een integratie van het spel


binnen de IPSIG module dienen bekeken te worden.
3. Effect: studenten reageren enthousiast want enkele
maanden voor ze als stagiair aan de slag kunnen (2e
Master) in een echte apotheek is dit hun eerste
contact met de realiteit. Bovendien spreekt ook het
competitieve aspect van het spel de studenten
bijzonder aan.
4. Effect: door de snelle feedback worden zij sneller
bijgestuurd in hun leerproces.

p 56/60

EMBRYOLOGIE & ONTWIKKELING/ VOORTPLANTING & EMBRYOLOGIE (FBD)

ALGEMENE GEGEVENS

TIJDSINVESTERING

Contactpersoon

Steven Van Cruchten

Opleidingsjaar
Studiepunten

1e Bach DGK, 2e Bach


BMW, 1e Bach BIC,
schakeljaar BMW
5

Aantal

350

studenten
Trefwoorden

Webinars webcasts- activerend


onderwijs -practica

Gaat over de voorbereiding en planning die aan de


implementatie van de good practice vooraf gaat,
wanneer ze start, alsook de continue tijdsinvestering
bij de opvolging ervan.

De tijdsinvestering is beperkt aangezien de


webinars
werden opgenomen tijdens de
voorziene contactmomenten met de DGK
studenten in T103 op CGB. De tijd voor de
voorbereiding en planning is dezelfde als voor een
regulier hoorcollege. Het nakijken van de
opgenomen
hoorcolleges
neemt
ca.
2u/hoorcollege in beslag en de aanpassingen
worden door de NMD uitgevoerd. Er bestaat ook
de mogelijkheid om een hoorcollege of deel van
een hoorcollege het volgend academiejaar
opnieuw te laten opnemen, indien de inhoud sterk
veranderd zou zijn.

CONCEPT & DOEL


Geef bv. aan waarom er een herontwerp of juist het huidig ontwerp heeft plaats gevonden

In dit opleidingsonderdeel moeten de studenten kennis en inzicht verwerven over de embryofoetale


ontwikkeling van huis-en labodieren m.b.t. geboorteafwijkingen, functionaliteit en klinische
toepassingen. Deze kennis en inzichten worden verworven in zowel hoorcolleges als
practicumsessies.
De klemtoon ligt op actief leren waarbij de studenten tijdens de contactmomenten
ontwikkelingsstructuren moeten tekenen om visueel inzicht te krijgen in de materie, illustratief
materiaal bespreken, klinische casussen analyseren in groep, dissecties uitvoeren, preparaten
onderzoeken enz. De verwerking van de leerinhouden vindt voornamelijk plaats tijdens de
contactmomenten waardoor meer ruimte is voor begeleiding van de docent of het wegwerken van
misvattingen.
Aangezien het gaat om een grote groep studenten en de hoorcolleges niet verplicht zijn, worden de
lessen ook opgenomen (webinars). Deze webinars kunnen de studenten raadplegen:
- bij onduidelijkheden tijdens het studeren n.a.v. de examens
- om de theorielessen te volgen los van tijd en ruimte

p 57/60

bij een overlap. (cfr. Schakelstudenten)

ONDERSTEUNING
Didactisch materiaal, documentatie of ondersteunende diensten die hebben bijgedragen aan het ontwerp of
de implementatie van de good practice

Het studiemateriaal betreft onder meer webinars (opnames van de hoorcolleges), webcasts
(illustratieve filmpjes over de embryonale ontwikkeling), en de practicumnotas, die allen online
worden aangeboden op Blackboard. De webinars werden gemaakt met Mediasite met de hulp van de
Nieuwe Media Dienst. De webcasts zijn afkomstig van Simbryo, een animatieplatform over
embryologische ontwikkelingen. De beelden worden verder verduidelijkt door de auditieve
toelichting van de docent.
Tijdens de hoorcolleges worden klinische casussen gebruikt met de bedoeling om afwijkingen te
verklaren a.d.h.v. de normale embryonale ontwikkeling. In de practica bekijken de studenten in groep
verschillende preparaten en verfijnen ze hun vaardigheden (dissecteren,microscopisch waarnemen)
onder begeleiding van een practicumassistent. Tevens worden verschillende technieken/modellen
binnen de experimentele embryologie gellustreerd.

WERKVORMEN & LEERACTIVITEITEN


Beschrijf hier op welke wijze uw onderwijs door de good practice nu vorm krijgt. De termen hieronder kunnen
u daarbij helpen.
Contactmomente
n

Zelfgestuurd
leren

Samenwerkend
leren

Andere
werkvormen

In de hoorcolleges wordt uitgebreid gebruik gemaakt van figuren, fotomateriaal en grafieken


waardoor een ruimtelijk inzicht wordt geschetst hoe de ontwikkeling verloopt. Bovendien wordt
gevraagd aan de studenten om actief mee te denken door steeds papier en kleur mee te brengen
naar de les om de verschillende ontwikkelingsstructuren al tekenend te visualiseren en door
klinische casussen met afwijkende embryologische ontwikkelingen te analyseren en bespreken.
Tijdens de practica wordt getracht dit inzicht verder uit te breiden door enerzijds een hands-on
dissectie van verschillende types van placentatie uit te voeren en anderzijds experimentele settings
weer te geven.

p 58/60

ASSESSMENTS
Toetsen en opdrachten vr contactmomenten om
voorkennis te determineren, tijdens het semester als
formatieve evaluatie of n leeractiviteiten
als
summatieve evaluatie.

De studenten dienen voor en na het college of


practicum geen opdracht te maken vermits tijdens de
contactmomenten
voldoende
activerende
werkvormen worden toegepast met opdrachten en
casussen.
De
inzet
en
medewerking
tijdens
de
contactmomenten wordt permanent gevalueerd. De
studenten BMW krijgen een apart practicum over het
zebravisembryo waarbij op het einde een test moet
afgelegd worden. De punten van deze test samen met
de punten op attitude tellen mee voor 15% van de
score. De studenten DGK + BIOC krijgen een praktisch
examen waarbij ze verschillende structuren op
fotos/figuren dienen te benoemen.

TIPS, TRICKS &


VOORBEELDMATERIAAL
Geef hier uw tips voor andere docenten,
rand-voorwaarden waarmee rekening
gehouden moet worden, relevant
voorbeeldmateriaal of ideen voor de
toekomst.

- Maak duidelijke afspraken met de


studenten over het meebrengen van
materiaal
en
verklaar
welke
werkvormen en leeractiviteiten er
zullen gebruikt worden tijdens de
contactmomenten
tijdens
een
introductieles.
- Wat u als docent moet doen voor,
tijdens en na een lesopname kunt u
lezen op blz. 15 van de leidraad
blended learning.

p 59/60

Deel IV : Bijlagen
1. Verklarende terminologielijst (UFOO)
2. Activerende werkvormen (ECHO)
3. Handleiding Skype for Business (NMD)
4. Handleiding MyMediasite (NMD)
5. Handleiding Discussieforum (BV-databank)
6. Handleiding Discussieforum in Blackboard (E-campus)
7. Handouts Zelfstudiepakket (ECHO)
8. Checklist Zelfstudiepakket (ECHO)
9. Handleiding Wikis in Blackboard (E-campus)
10. Handleiding Groepswerk in Blackboard (E-campus)
11. Handleiding Toetsen, pools en enqutes in Blackboard (E-campus)
12. Handleiding Vraagtypen in Blackboard (E-campus)
13. Handleiding Opdrachten in Blackboard (E-campus)
14. Handouts Portfolios in het hoger onderwijs (ECHO)
15. Handleiding Portfolio in Blackboard (E-campus)

p 60/60

You might also like