Professional Documents
Culture Documents
11 | 11 november 2006
Statuten en aandeelhoudersovereenkomsten
462
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
De bescherming van derden is denkbaar buiten het In het raam van specifieke en complexe juridische
kader van een genstitutionaliseerde vennootschap. Het instellingen als de vennootschap, is enige voorzichtig-
gemene verbintenissenrecht biedt ook bescherming aan heid nochtans geboden. De wil van de oprichters heeft
derden. niet zonder meer rechtstreekse uitwerking, maar moet
De tweede voormelde bestaansreden raakt echter de langs een reeks van regelen passeren die niet alleen de
essentie van de vennootschap als rechtsfiguur en valt wilsvrijheid van de vennoten beperken, maar die ook
samen met wat we kennen als de typedwang. Het is zelf een bepaalde positieve werking hebben.
de verplichting een van de door de wet ingerichte types Om te begrijpen hoe de wil van de oprichters in de
van handelsvennootschappen aan te nemen.5 vennootschap tot uitdrukking komt, dient een onder-
Het voordeel van slechts een beperkt aantal ven- scheid te worden gemaakt tussen de aan de oprichting
nootschapstypes is belangrijk. Iedere derde weet voorafgaande overeenkomsten, de oprichtingsakte en
waaraan hij zich kan verwachten, hij weet wie geldig de de statuten. Elke oprichting is de uitvoering van een
vennootschap kan vertegenwoordigen, hoe beslissingen voorafgaande overeenkomst tussen de oprichters7 over
worden genomen, enz. Hij kan zelfs persoonlijk be- minstens een aantal aspecten van de toekomstige
paalde rechten putten uit de regelen die het type van vennootschap, zoals de toekomstige activiteit, de te
vennootschap beheersen waarmee hij handelt. verrichten inbreng en het aandeelhoudersschap. Deze
overeenkomst kan schriftelijk zijn, maar vaak zal dat
niet het geval zijn.
III. Wat is er specifiek aan de statuten? In tegenstelling tot de voorovereenkomst die gericht is
op het ogenblikkelijke, namelijk de oprichting van een
A. De aard van de statuten vennootschap met bepaalde kenmerken en het ver-
richten van een zekere inbreng, en enkel werking heeft
De bovenstaande beschouwingen over het doel van tussen de oprichters, is de oprichtingsakte gericht op een
de vennootschap en van het dwingend vennoot- lange termijn en is ze niet in de eerste plaats een bron van
schapsrecht brengen ons bij de vraag naar de aard van wederkerige rechten en verplichtingen tussen de op-
de statuten. Vennootschappen zijn een juridische fictie richters. Ze richt zich daarentegen tot alle personen die
die slechts wordt belichaamd in de statuten. De sta- met de vennootschap in rechtsbetrekking zullen treden.
tuten zijn de persoonlijkheid van de rechtspersoon. Dit onderscheidt haar wezenlijk van een overeenkomst.
Statuten en vennootschappen vallen dus bijna samen. Het essentiele aan de statuten, onderdeel van de
oprichtingsakte, is dat ze de rechten en plichten spe-
1o De statuten als overeenkomst?
cifieren van de bij de vennootschap betrokken partijen
en de identiteit, de organisatie en de werking van de
Er is op het eerste gezicht een goede reden waarom
vennootschap vastleggen. Het gaat om een geheel van
statuten overeenkomsten zouden zijn6: een vennoot-
regelen die van toepassing zijn op iedereen die op een
schap kan enkel worden opgericht tussen personen die
bepaalde manier met de vennootschap in aanraking
daartoe overeenkomen. Hun wil is dus een bestaans-
komt, als orgaan, als aandeelhouder en soms als derde.
voorwaarde voor de statuten en speelt ook een be-
Bij de oprichting zijn de statuten het voorwerp van een
langrijke rol bij het bepalen van de inhoud van de
overeenkomst, zonder zelf een overeenkomst te zijn.
statuten. De wil van private partijen wordt in ons
Wanneer de statuten bepalen dat sommige besluiten
burgerlijk recht spontaan geassocieerd met de over-
enkel met een bepaalde gekwalificeerde meerderheid
eenkomst: het samentreffen van de wil van twee of
kunnen worden genomen, volgt uit een overeenkomst
meer partijen is bron van overeenkomst.
tussen de oprichters dat dit een regel is die van toe-
4
L. TIMMERMAN, Waarom hebben wij dwingend vennootschaps- 7
Tenzij voor eenpersoonsvennootschappen. Anders: J.M.M.
recht?, in Ondernemingsrechtelijke contracten, Deventer, Kluwer,
MAEIJER, Vertegenwoordiging en rechtspersoon, Asser serie, Zwolle,
1991, p. 1-10, met reactie van van der Grinten.
Tjeenk Willink, 1997, p. 289, nr. 236. Deze auteur meent dat dit niet
5
A. BENOIT-MOURY, Modifications fondamentales au droit des noodzakelijk het geval hoeft te zijn. Zijn bezorgdheid schijnt te zijn
societes, in Het gewijzigd vennootschapsrecht 1995, H. BRAECKMANS dat de rechtsgeldigheid van de oprichting afhankelijk zou zijn van de
en E. WYMEERSCH (red.), Antwerpen, Maklu, 1996, 19. geldigheid van de voorovereenkomst tot oprichting. De auteur kan
6
De kwalificatie die de wetgever hanteert sluit het debat over de hierin worden gevolgd in de mate dat een voorovereenkomst geen
aard van de vennootschap (en de statuten) niet (zie J. RONSE, rechtsvoorwaarde voor de oprichtingshandeling kan zijn. De oprich-
Vennootschaps- en verbintenissenrecht, in Op de grenzen van tingshandeling verenigt in zich alle bestanddelen van een zelfstandige
komend recht. Opstellen aangeboden aan Prof. Mr. J. H. Beekhuis, en verbindende rechtshandeling: indien de rechtshandeling vereist
Deventer, Kluwer, 1969, 204. De wet bepaalt overigens niet dat de voor de oprichting van de vennootschap geldig is, dan is de
vennootschap een contract is, maar dat ze wordt opgericht door een oprichting van de vennootschap geldig, onverschillig de overeen-
contract (art. 1 W. Venn.). komst in uitvoering waarvan de vennootschap zou zijn opgericht.
463
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
passing zal zijn op de besluitvorming binnen de ven- Zelfs indien de statuten tussen de aandeelhouders
nootschap; het is geen rechtstreekse afspraak tussen overeenkomsten zouden zijn, zijn ze t.a.v. derden, aan
vennoten dat ze enkel de besluiten die met die meer- wie de statuten ook tegenwerpelijk moeten zijn,
derheid worden genomen als besluiten van de ven- noodzakelijkerwijs iets anders. Het lijkt mij belang-
nootschap zullen erkennen. Eens dat de statuten zijn rijker te komen tot een coherente behandeling van alle
aangenomen, verloopt de uitvoering ervan via de partijen bij een bepaalde vennootschap, veeleer dan
vennootschap en niet rechtstreeks tussen de vennoten. van de vennootschappen met en zonder volle rechts-
Na de oprichting zullen voorvallen in de verhoudingen persoonlijkheid die niet veel meer dan hun naam ge-
tussen de oprichters geen weerslag meer hebben op de meen hebben.
statuten. Mochten de bepalingen van de statuten niet Mochten statuten enkel een overeenkomst zijn, dan
worden nageleefd, dan zal de naleving ervan in eerste heeft het ook geen enkele zin ze aan een bijzondere
instantie dienen afgedwongen te worden, niet van of publiciteitsregeling te onderwerpen. In ons recht
door de individuele aandeelhouders, maar van of door worden rechtshandelingen aan een bijzondere pu-
de vennootschap. bliciteitsregeling onderworpen, omdat ze verplichtin-
De vennootschap kan eenzijdig de statuten wijzigen, gen creeren voor personen die geen partij zijn bij de
wat uiteraard een anomalie is indien de statuten een rechtshandeling, wat uiteraard strijdt met het begrip
overeenkomst zouden zijn.8 van de overeenkomst.
Jan Ronse vreesde ervoor dat door de statuten van de Een essentieel kenmerk van ons contractenrecht is
vennootschappen met volle rechtspersoonlijkheid niet dat de werkelijke bedoeling van de partijen primeert.
als overeenkomst te erkennen er een nutteloos onder- Bij statuten kan dit nooit in dezelfde mate het geval
scheid gecreeerd zou worden met de vennootschappen zijn. De statuten worden in zeer belangrijke mate voor
zonder of met gedeeltelijke rechtspersoonlijkheid. derden geschreven: toekomstige aandeelhouders, hui-
Vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid zijn dige en toekomstige organen, huidige en toekomstige
overeenkomsten, en als het besluit is dat de statuten schuldeisers. Indien het gepubliceerde maatschappe-
van vennootschappen met rechtspersoonlijkheid geen lijke doel verschillend is van wat de oprichters be-
overeenkomsten zijn, wordt er inderdaad een breuklijn doelden als maatschappelijk doel, dan heeft het ge-
gecreeerd. De breuklijn is echter een realiteit: ven- publiceerde maatschappelijk doel voorrang.10
nootschappen met volle rechtspersoonlijkheid zijn De bovenvermelde overwegingen zijn mijns inziens
door hun rechtspersoonlijkheid en beperkte aan- voldoende om te besluiten dat de statuten geen over-
sprakelijkheid een heel ander fenomeen dan vennoot- eenkomsten zijn, ook niet tussen de oprichters of de
schappen zonder rechtspersoonlijkheid, voor welke het aandeelhouders.
grootste deel van het vennootschappenrecht irrelevant De toetreding van een nieuwe aandeelhouder tot een
is.9 vennootschap wordt soms ook als een overeenkomst
beschouwd.11 Ik denk niet dat hiervoor een juridische
grondslag bestaat: de nieuwe aandeelhouder sluit enkel
een overeenkomst met de oude aandeelhouder, niet
8
Sommige auteurs proberen dit recht te verklaren aan de hand met de overige aandeelhouders of met de vennoot-
van het concept van de partijbeslissing (I. CORBISIER, Pour une schap. In ieder geval maakt dit van de statuten zelf nog
nouvelle dimension contractuelle..., p. 37, nr. 17; Ph. ERNST,
steeds geen overeenkomst.
Belangen en conflicten in Naamloze Vennootschappen, Antwerpen,
Intersentia, 1997, p. 643-646, nr. 742; J. RONSE, Nietigheid van
besluiten van organen van de naamloze vennootschap, in Jaarboek 2o De statuten als een bundel zakelijke rechten?
1965-1966 van de Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht
van Belgie en Nederland, Zwolle, Tjeek-Willink, 1966, p. 380-381;
V. SIMONART, La contractualisation des societes, ou les amenage- Vennootschappen en statuten vertonen een aantal
ments contractuels des mecanismes societaires, R.P.S. 1995, nr. 6668,
punten van overeenkomst met zakelijke rechten: het
nr. 21; J.M. NELISSEN GRADE, De la validite et de lexecution de la
convention de vote dans les societes commerciales, R.C.J.B. 1991, zijn beide gesloten systemen.12 De vennootschappen
p. 240, nr. 44). De vennootschap is echter geen partij bij haar eigen kennen de typedwang en de zakelijke rechten kennen
oprichting. Jan Ronse heeft geprobeerd dit probleem te omzeilen het numerus clausus-beginsel. Gesloten systemen
door te betogen dat de oprichters de vennootschap bij de oprich-
tingshandeling vertegenwoordigen. Dit komt neer op een beroep op
de orgaantheorie, wat een vennootschapsrechtelijk en geen con-
tractueel concept is (J. RONSE, Algemeen Deel van het Vennootschaps-
10
recht, Leuven, Acco, 1975, p. 76). E. WYMEERSCH, De invloed van de faillissementswet en de wet
9
Zie in dit verband het eerder geciteerde artikel van X. DIEUX, gerechtelijk akkoord op het vennootschapsrecht, in Faillissement en
De la societe anonyme comme..., p. 623. De auteur merkt er gerechtelijk akkoord: het nieuwe recht, Antwerpen, Kluwer, 1998, 470;
terecht op dat de in art. 18 W. Venn. gedeclameerde eenheid tussen Cass. 4 oktober 2001, Arr. Cass. 2001, 1634.
11
de burgerlijke vennootschappen en de vennootschappen op aan- Dit is de zienswijze van J. RONSE, Algemeen Deel van het
delen, op enkele uitzonderingen na, louter theoretisch is. Vennootschapsrecht, 76.
464
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
maken het mogelijk rechten te vestigen die een ruimere komst van haar organen aan het rechtsverkeer deel te
werking hebben dan de rechten die louter consensueel nemen, en de beperkte aansprakelijkheid van de ven-
worden gevestigd. Daartegenover staat dat ze een noten.
specifieke wettelijke basis nodig hebben, dat ze ver- De statuten zijn tevens een bron van een volgrecht,
regaand gereglementeerd zijn en dat ze aan publici- ze bevatten specifieke aanspraken op bepaalde per-
teitsvereisten onderworpen zijn. sonen die niet gebaseerd zijn op een persoonlijke band,
Deze schijnbare overeenkomsten maken het de maar volgen uit hun hoedanigheid van orgaan, aan-
moeite na te gaan of de statuten niet kunnen gezien deelhouder, enz. De aanspraken gaan over met de
worden als een verzameling van zakelijke rechten ten hoedanigheid, zonder de persoonlijke toestemming
voordele en ten laste van de verschillende partijen die van de betrokkenen. Er is het recht van de vennoot-
erdoor worden aangesproken. schap volstorting van het kapitaal te vorderen van om
Het is niet gemakkelijk een omschrijving te geven het even wie het aandeel in zijn bezit heeft, er zijn de
van wat zakelijke rechten zijn. Sommige contouren overdraagbaarheidsbeperkingen die aan de aandelen
komen steeds terug, maar er is geen brede overeen- kunnen kleven en die kunnen worden afgedwongen
stemming over een precieze definitie.13 Twee steeds van om het even wie het aandeel in zijn bezit heeft...
terugkerende kenmerken zijn het recht van voorrang Zoals de zakelijke rechten, zijn de statuten aan een
en het volgrecht. Zakelijke rechten verlenen de houder wettelijke publiciteitsregeling onderworpen.
ervan een rechtstreekse aanspraak op een zaak tegen de De statuten zijn echter een kluwen van bepalingen,
algemeenheid van de deelnemers aan het rechtsverkeer, met inbegrip van veel bepalingen waaraan geen za-
met inbegrip van de houders van persoonlijke vorde- kenrechtelijke werking kan worden toegeschreven. De
ringsrechten tegen de persoon in wiens vermogen de aandeelhouder heeft uiteraard geen voorrangsrecht op
zaak zich bevindt.14 Ze verlenen de houder ook een een onderdeel van het vermogen van de vennootschap,
volgrecht: hij heeft specifieke aanspraken tegenover zelfs niet op het ogenblik dat de eventuele rechten
bepaalde rechtsactoren op grond van hun hoedanig- van de aandeelhouder op het vermogen van de ven-
heid, maar onafhankelijk van hun persoon. Zo heeft de nootschap effectief geworden zijn. De vennootschap
vruchtgebruiker een specifieke aanspraak tegenover de heeft evenmin een recht van voorrang op vermogens-
blote eigenaar van een zaak, wie dat ook is. bestanddelen van de aandeelhouders om de volstorting
Het recht van voorrang en het volgrecht zijn we- van het kapitaal te verkrijgen.
zenlijk rechten tegenover iedereen en ze kunnen Bovendien zijn de rechten en verplichtingen die uit
daarom niet louter contractueel worden gevestigd. de statuten voortvloeien in belangrijke mate rechten op
Daarom ook zijn ze aan een bijzondere publiciteits- een doen of op een specifiek nalaten (een nalaten dat er
regeling onderworpen die tot doel heeft ze een tegen- niet louter in bestaat een andere partij niet te hinderen
werpelijkheid te verlenen die de tegenwerpelijkheid van in de uitoefening van haar rechten). Ook dit is moeilijk
persoonlijke vorderingsrechten te boven gaat. verzoenbaar met het zakenrechtelijk karakter van de
Net zoals de zakelijke rechten, creeren de statuten statuten.
van een vennootschap rechten tegenover de alge- Om deze redenen denk ik dat het niet bevredigend is
meenheid van de deelnemers aan het rechtsverkeer, de statuten als een verzameling van zakelijke rechten te
zoals het recht van de vennootschap om door tussen- kwalificeren.
465
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
De wetgever heeft aan de vennoten slechts een zekere moeten de vennootschap aanvaarden zoals ze zich
vrijheid gelaten in de vorm van bepaalde opties die voordoet.19
kunnen worden genomen en die in de statuten moeten Zoals vermeld, vallen de statuten en de vennoot-
worden vastgelegd. Veeleer dan een op zichzelf staande schap echter grotendeels samen en houdt het aan-
rechtshandeling te zijn, lijken de statuten daarom een vaarden van de vennootschap zoals ze zich voordoet
verlengstuk te zijn van de wet. ook de aanvaarding in van haar statutaire bepalingen.
J.M.M. Maeijer noemt de statuten objectiefrechte- Het aanvaarden van het bestaan van een vennootschap,
lijk: de statuten vertonen de kenmerken van wetten, houdt ook in dat derden gehouden zijn tot sommige
zonder dat ze eigenlijke rechtsregelen uitmaken in de van de in de statuten opgenomen verbintenissen.
zin dat de interpretatie ervan tot de bevoegdheid van Derden zijn gehouden door de statutaire vertegen-
de Hoge Raad behoort.15 Maeijer maakt ook een ver- woordigingsregeling of tot de beperking in de aan-
wijzing naar de publieke rechtspersonen waarvan de sprakelijkheid van de vennoten, wat een volwaardige
statuten soms volledig in een wet worden gegoten.16 verbintenis is, die deels in de wet wordt geregeld en
Het lijkt daarom verdedigbaar dat de statuten de- deels in de statuten wanneer deze het maatschappelijk
zelfde rechtsaard hebben als de wet. Deze opvatting kapitaal bepalen.20
van de statuten houdt ook historisch steek. Tot in 1873 De kwalificatie van de statuten als objectief recht
was een voorafgaandelijke goedkeuring van de regering betekent niet dat de statuten geen overeenkomsten-
vereist voor de oprichting van een NV.17 Het vereiste rechtelijke of geen zakenrechtelijke kenmerken be-
van een voorafgaande goedkeuring is verdwenen, maar vatten. Ze bevatten integendeel kenmerken van beide.
daaraan ligt geen fundamentele veranderde opvatting Enkel is het zo dat deze kenmerken rechtstreeks of
van de vennootschap ten grondslag.18 onrechtstreeks uit de wet volgen.
De statuten als objectief recht kwalificeren, maakt Hierna zal dus het concept worden gehanteerd van
het mogelijk de inbreng van de wilsautonomie te ver- statuten als objectief recht. Met objectief recht wordt
zoenen met de verruimde tegenwerpelijkheid die ze bedoeld recht dat toepassing vindt zonder onderscheid
nodig hebben. Zowel de rol van de wilsautonomie als te maken tussen rechtssubjecten, in tegenstelling tot
de verruimde tegenwerpelijkheid vinden hun grond- overeenkomsten, die in beginsel slechts rechtsbron zijn
slag in de wet. voor de partijen (cf. art. 1165 B.W.), maar zeer ver-
Wat de wilsautonomie betreft: de oprich- gelijkbaar met de wet. Het belangrijke verschilpunt met
tingsvergadering kan slechts effectief zijn en de algemene de wet, is dat de wet typisch een potentieel oneindig
vergadering kan haar statutaire bevoegdheid slechts aantal situaties regelt, terwijl het toepassingsveld van
uitoefenen omdat en indien ze daartoe door de wet ge- de statuten beperkt is tot de ene vennootschap.
machtigd zijn. Wat de verruimde tegenwerpelijkheid
aangaat: deze is niet denkbaar zonder een specifieke B. De tegenwerpelijkheid van de statuten
wettelijke grondslag.
Volgens de klassieke opvatting verkrijgen de statuten De aard van de statuten, als overeenkomst, zakelijk
door hun publicatie niet de erga omnes-werking van recht of objectief recht, is bepalend voor hun tegen-
wetten. Anders oordelen zou tot gevolg hebben dat werpelijkheid. De bedoeling van dit onderdeel van deze
derden gebonden zouden zijn door de inhoud van de bijdrage is het probleem vanuit de omgekeerde richting
statuten. De enige bedoeling van de wetgever zou zijn te benaderen en na te gaan wat de tegenwerpelijkheid
geweest de rechtszekerheid te vergroten in de verhou- van de statuten zou moeten zijn om ze effectief hun rol
ding tussen de vennootschap en de derden die ermee te kunnen laten spelen zowel ten opzichte van derden
handelen. Diegenen die handelen met de vennootschap als intern, en hoe deze tegenwerpelijkheid wordt ver-
wezenlijkt.
466
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
467
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
Van overdraagbaarheidsbeperkingen in aandeelhou- algemene vergadering de aard zelf van deze verhou-
dersovereenkomsten wordt meestal aanvaard dat deze ding, die er in principe een is van vrije overdraag-
enkel de aandeelhouders-partijen bij deze overeen- baarheid, en, bij uitbreiding, van de vennootschap, kan
komsten binden en dus niet aan de bona fide derde- wijzigen. Daarvoor zie ik in het bestaande recht geen
verkrijger kunnen worden tegengeworpen.27 Maar wat basis aanwezig. Integendeel, ik denk dat deze opvatting
met statutaire overdraagbaarheidsbeperkingen? Kun- niet verzoenbaar is met de bepaling van art. 510
nen deze aan de overnemer te goeder trouw worden W. Venn. dat onvervreemdbaarheidsclausules in de tijd
tegengeworpen? En zo ja, op welke grond? moeten beperkt zijn, noch met de mogelijkheid dat
Een deel van de rechtsleer heeft pogingen onder- iemand anders dan de vennootschap (in casu de aan-
nomen om binnen de traditionele opvatting van de deelhouder(s)) afstand kan doen van het persoonlijke
statuten als overeenkomst tot een algemene tegen- karakter van de verhouding tussen aandeelhouder en
werpelijkheid van statutaire overdraagbaarheidsbe- vennootschap, zoals dat in de door de wet geregelde
perkingen te komen. Twee van de meest prominente voorkoopregeling nochtans mogelijk is.30
pogingen in deze richting zijn van de hand van Ivan Verschillende auteurs zijn in het raam van de dis-
Peeters28 en van Koen Geens.29 Zelfs indien ze in ze- cussie over de tegenwerpelijkheid van de overdraag-
kere mate voor een verschillende benadering kiezen, baarheidsbeperkingen op zoek gegaan naar een andere
zeggen zowel Peeters als Geens in essentie dat de dan een louter contractuele benadering van de ver-
overdraagbaarheidsbeperking tegenwerpelijk is aan houding tussen de vennootschap en haar aandeel-
derden, omdat ze van de vennootschap een intutu houders.31 Jean-Pierre Blumberg en Jan Van Lancker
personae-constructie maken. neigen voorzichtig naar een verregaande analoge za-
Indien de verhouding tussen de vennootschap en kelijke werking van de overdraagbaarheidsbeperkin-
haar aandeelhouders een louter contractuele verhou- gen, zonder evenwel dusdanige beperkingen meteen te
ding zou zijn, dan kan de vennootschap zich enkel moeten catalogeren als een zakelijk recht.32
uitdrukkelijk tegenover bepaalde vennoten persoonlijk
verbinden en kan ze vervolgens door een derde, zelfs C. De inhoud van de statuten
een derde te goeder trouw, tot niet meer gehouden
worden dan waartoe ze zich heeft verbonden. Dit is wat 1o Inleiding
Geens de conventionele en materiele tegenwerpelijk-
heidsvoorwaarde noemt. De overdraagbaarheidsbe- Er is geen algemene wettelijke bepaling van wat in de
perking is dan niet enkel een overeenkomst tussen de statuten kan worden opgenomen en wat niet.
vennootschap en de aandeelhouder om de aandelen De statuten zijn volgens van der Grinten de eigen
niet vrij over te dragen, maar ze wordt dan ook gen- fundamentele organisatieregels van de individuele
corporeerd in de aandeelhoudersrechten zelf: de aan- rechtspersoon, onverschillig de benaming welke de
deelhoudersrechten bestaan alleen in de persoon van rechtspersoon hieraan geeft.33
benoemde, gendividualiseerde aandeelhouders en ze B. Waaijer meent dat het voldoende is dat een be-
zijn niet vatbaar voor vrije circulatie. Het gevolg is dat paling in de statuten wordt ingeschreven opdat het een
de met miskenning van een overdraagbaarheidsbeper- statutaire bepaling zou zijn. Het zou niet wenselijk zijn
king verrichte overdracht van aandelen niet zozeer niet dat uit de als statutair gepresenteerde regelen de ware
tegenwerpelijk is aan de vennootschap, dan wel dat ze statutaire voorschriften gezift moeten worden.34 Dit is
eenvoudigweg niet mogelijk is.
Voor de opvatting dat de overdraagbaarheidsbeper-
king niet louter bovenop de verhouding tussen aan-
30
deelhouders en de vennootschap wordt gelegd, maar er De bijdragen van zowel Koen Geens als van Ivan Peeters
dateren van voor de huidige wettelijke bepalingen, wat uiteraard niet
integraal deel van uitmaakt, is het een vereiste dat de
verhindert dat ze, nu art. 510 W. Venn. is wat het is, vermoedelijk
niet langer een geldige verklaring bieden voor de tegenwerpelijkheid
van overdraagbaarheidsbeperkingen aan derden.
31 M.E. STORME, Overdracht van roerende goederen, vestiging
27
V. SIMONART, La contractualisation des societes, ..., R.P.S. van pandrecht, eigendomsvoorbehoud: een poging tot systematisa-
1995, nr. 6668, p. 83, nr. 9; D. VAN GERVEN, De draagwijdte van de tie, in Zakenrecht, absoluut niet een rustig bezit, XVIIIe
nieuwe regeling inzake overdraagbaarheidsbeperking, T.R.V. 1992, Postuniversitaire cyclus Willy Delva 1991-92, Antwerpen, Kluwer,
p. 303; P. VAN OMMESLAGHE, Les conventions dactionnaires en pp. 450-473; W. EVERAERT, o.c., p. 1284 e.v.
droit belge, R.P.S. 1989, nr. 6532, p. 304. 32
J.P. BLUMBERG en J. VAN LANKER, De overdracht van aandelen
28
I. PEETERS, Kunnen beperkingen van de overdraagbaarheid van op naam en het nieuwe artikel 1690 B.W., T.R.V. 1995, 361-363.
aandelen van een N.V. jegens een derde-verkrijger enkel afgedwon- 33 ASSER-VAN DER GRINTEN, De rechtspersoon, in Vertegenwoordi-
gen worden op grond van het leerstuk van de derde-medeplichtig- ging en rechtspersoon, 7de druk, Zwolle, Tjeen-Willink, Asser serie,
heid aan andermans contractbreuk?, T.R.V. 1991, 512 e.v. 1991, nr. 35; W.C.L. VAN DER GRINTEN, Handboek voor de naamloze
29
K. GEENS, o.c., T.R.V. 1989, p. 416, nr. 8. en de besloten vennootschap, Zwolle, Tjeenk Willink, 1992, nr. 149..
468
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
tevens de mening van Yves Guyon35 en van Valerie tutaire bepalingen worden gehouden. Dit zou in strijd
Simonart.36 zijn met art. 66 W. Venn. dat, op straffe van nietigheid,
Ik denk dat deze laatste auteurs op basis van een vereist dat de oprichtingsakte en iedere overeen-
begrijpelijke praktische overweging te gemakkelijk een gekomen wijziging ervan bij authentieke akte moeten
fundamentele vraag uit de weg gaan. Het wordt veel worden verleden in de vorm die voor die akte is vereist.
moeilijker orde te scheppen in de verhoudingen in en
rond de vennootschap als het niet duidelijk is wat 2o De inhoud met betrekking tot derden
precies wordt bedoeld wanneer men over de statuten
spreekt, die het sluitstuk zijn tot die verhoudingen. De inhoud van de statuten met betrekking tot der-
Er zijn bovendien andere bezwaren tegen het den wordt bepaald door wat aan de derden tegen-
standpunt dat het de aandeelhouders vrij staat om het werpelijk kan worden gemaakt. Het heeft geen zin
even wat in de statuten vast te leggen. De regel dat niet bepalingen in de statuten op te nemen met betrekking
de naam van een akte maar de inhoud bepalend is voor tot derden wanneer ze aan die derden niet tegen-
de rechtsgevolgen ervan, dient net zo goed op te gaan werpelijk zijn.
voor de statuten als voor elke andere akte. De statuten Aangezien aan derden niets tegenwerpelijk kan
en eventueel het reglement van inwendige orde zijn de worden gemaakt in afwezigheid van een specifieke
enige rechtshandelingen waardoor de vennootschap op wettelijke grondslag, kunnen de statuten t.a.v. derden
eenzijdige en dwingende wijze de rechtspositie van enkel die bepalingen bevatten waarvoor de wet een
haar aandeelhouders kan regelen. Als de wetgever aan specifieke grondslag heeft gegeven.37
de statutaire bepalingen bepaalde gevolgen heeft ver- Om de mogelijke inhoud van de statuten met be-
bonden die hij niet heeft verbonden aan andere be- trekking tot derden te kennen, volstaat het dus het
palingen, dan kan aan de vennoten geen volledige Wetboek van Vennootschappen te lezen. De belang-
vrijheid worden gelaten bepalingen al dan niet onder rijkste bepalingen zijn eerder vermeld in de sectie over
de statutaire noemer te brengen. de tegenwerpelijkheid van de statuten aan derden.
Omgekeerd echter kunnen bepalingen die in- Indien derden enkel gebonden zijn door de be-
houdelijk voor opname in de statuten in aanmerking palingen waarvoor er een specifieke wettelijke grond-
komen, maar die elders zijn vastgelegd, niet voor sta- slag bestaat, in welke mate kunnen ze zich dan be-
roepen op alle statutaire bepalingen? Ik denk dat de
derden zich hier in dezelfde situatie bevinden als der-
den bij overeenkomsten, m.a.w., ze kunnen zich be-
34
roepen op het bestaan van deze statutaire bepalingen,
B.C.M. WAAIJER, Statuten en Statutenwijziging, Deventer,
Kluwer, 1993, 6-7. De auteur verwerpt de stelling dat het of eventueel zelfs op hun onregelmatigheid in het licht
onderscheidend criterium voor de vraag of een regel tot de statuten van de wet, als een feit, zonder er zelf rechtstreeks
behoort, is of de wet zich over de betreffende aangelegenheid rechten te kunnen uit putten. Dit volgt niet uit de
uitspreekt. Dit criterium is hoe dan ook toch van belang bij de vraag
of de regel statutair moet zijn vastgelegd en als statutaire bepaling
beperkte tegenwerpelijkheid van die bepalingen ten
moet worden bekendgemaakt om aan derden tegenwerpelijk te zijn. gevolge van het ontbreken van een specifieke wettelijke
35
Y. GUYON, o.c., p. 30, nr. 12. De auteur onderzoekt eerst of een grondslag, maar uit de inhoud van die bepalingen zelf.
inhoudelijk onderscheidingscriterium werkbaar is, namelijk: statutair
zijn alle bepalingen die de organisatie van de vennootschap betreffen
en de relaties regelen tussen enerzijds de vennootschap en de
3o De inhoud met betrekking tot de aandeelhouders
aandeelhouders en anderzijds tussen de aandeelhouders onderling.
Hij vindt dit criterium moeilijk te hanteren, omdat in bepaalde Enkel de algemene vergadering is bevoegd om de
vennootschapstypes, met name personenvennootschappen, de ver-
statuten te wijzigen, en de algemene vergadering heeft
wijderde aspecten van de relaties tussen vennoten een weerslag
kunnen hebben op de vennootschap en dus voor statutaire regeling daarvoor geen unanimiteit nodig, maar kan dat doen
in aanmerking komen en omdat soms regelingen tussen een beperkt met een (gekwalificeerde) meerderheid. Daaruit volgt
aantal aandeelhouders toch de organisatie van de vennootschap dat, in ieder geval, de bepalingen die buiten de be-
kunnen aanbelangen. Hij werkt spijtig genoeg zijn bezwaren niet
verder uit. Mij lijkt het dat het niet is omdat regelingen een invloed voegdheid van de algemene vergadering als orgaan
kunnen hebben op de vennootschap, dat ze in aanmerking komen vallen, of anders geformuleerd, de bepalingen waarvan
voor de kwalificatie statutair. Daartoe moeten als een minimum de de naleving niet kan worden afgedwongen van alle
vennootschap, of haar organen, het onmiddellijke voorwerp van die
regelingen zijn.
aandeelhouders, met inbegrip van de aandeelhouders
36
V. SIMONART, La contractualisation des societes, ou ..., R.P.S.
1995, nr. 6668, nr. 13. Y. CHAPUT, La liberte et les statuts, Rev. Soc.
1989, 369-370, meent daarentegen dat het absurd zou zijn op basis
van een louter formeel criterium aan bepalingen een statutair 37 B.C.M. WAAIJER, o.c., p. 6 refereert, zij het afkeurend, aan
karakter toe te kennen met de gevolgen op het gebied van de Nederlandse rechtsleer die verdedigt dat het onderscheidend
afdwingbaarheid en van amendering die aan die kwalificatie criterium voor de vraag of een regel tot de statuten behoort is of
verbonden zijn. de wet zich over de betreffende aangelegenheid uitspreekt.
469
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
die er niet voor hebben gestemd, niet statutair kunnen 4o De inhoud met betrekking tot de interne organisatie
zijn. van de vennootschap
Met betrekking tot de aandeelhouders dient in de
bevoegdheid van de algemene vergadering, en dus van Met betrekking tot de interne organisatie van de
de statuten, een onderscheid te worden gemaakt tussen vennootschap is de bevoegdheid van de algemene
de bevoegdheid ten aanzien van de rechten en ten vergadering en dus de vrijheid van de statuten wellicht
aanzien van de plichten van de aandeelhouders. Wat het grootst. De statuten kunnen regelingen bevatten
het eerste betreft, kan de algemene vergadering de over om het even welk aspect van de interne organi-
vennootschappelijke rechten, voorzover ze niet dwin- satie van de vennootschap.
gend uit de wet volgen, in beginsel vrijelijk wijzigen: ze Het specifieke karakter van de statuten vindt zijn
kan de rechten van de aandeelhouders beperken en grondslag in de tegenwerpelijkheid ervan aan derden
uitbreiden of ze aan voorwaarden onderwerpen. en aan de aandeelhouders. Indien de statutaire be-
Wat het tweede onderdeel betreft, de verplichtingen palingen zich noch tot derden noch tot aandeelhouders
van de aandeelhouders binnen de vennootschap, deze richten, maar zich richten op de interne bevoegd-
bestaan slechts uit de verplichting de onderschreven heidsverdeling en de interne werking, is er geen be-
inbreng vol te storten.38 De algemene vergadering kan hoefte aan tegenwerpelijkheid en dus aan specificiteit
geen bijkomende verplichtingen creeren zonder de of aan beperking van de inhoud.
instemming van de individuele aandeelhouders.39 De bestuurders zijn gebonden tot deze interne sta-
Het zou kunnen zijn dat de algemene vergadering in tutaire regelingen op grond van de bepalingen in het
de statuten toch bepalingen zou opnemen die buiten Wetboek van Vennootschappen die voorschrijven dat
haar bevoegdheid vallen en die dus inhoudelijk niet zij, hetzij jegens de vennootschap, hetzij jegens derden,
statutair zijn. Wat gebeurt er dan? Of het gaat om hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schade die het
bepalingen die zich tot derden richten of tot de aan- gevolg is van overtreding van de bepalingen van het
deelhouders, in beide gevallen is het antwoord het- wetboek of van de statuten van de vennootschap.
zelfde. Deze bepalingen zijn aan de derden of aan de Statuten kunnen bijgevolg bepaalde bevoegd-
aandeelhouders niet tegenwerpelijk en kunnen worden heidsregelen (verdelingen) inhouden die niet kunnen
nietig verklaard op grond van art. 64 W. Venn. wegens worden tegengeworpen aan derden, maar wel interne
bevoegdheidsoverschrijding.40 werking hebben.
IV. Aandeelhoudersovereenkomsten
470
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
van elk van de aandeelhouders: ze hebben belangen in tracteren over de uitoefening ervan. De rechten van de
de vennootschap, maar ze hebben ook belangen aandeelhouders zelf kunnen daarbij niet worden ge-
daarbuiten. Hun belangen in de vennootschap vallen wijzigd. De aandeelhoudersrechten worden immers
bovendien niet noodzakelijk samen met de belangen niet verkregen van de andere aandeelhouders maar uit
van alle andere aandeelhouders in de vennootschap of de wet en de statuten.
zelfs niet met het vennootschapsbelang. De rechten en plichten die in de aandeelhouders-
Het eerste deel van het antwoord is daarom dat de overeenkomsten zijn bedongen, richten zich recht-
statuten het charter van de vennootschap zijn die een streeks en persoonlijk tot de partijen. Ze gaan dus niet
van de vennoten, zelfs van het geheel van de vennoten, over met de aandelen, en, hoewel dit meestal wel het
onderscheiden rechtspersoon is. De vennootschap geval zal zijn, moeten ze niet noodzakelijk uitdoven
moet haar eigen beslissingen kunnen nemen die niet met het verlies van de hoedanigheid van aandeel-
kunnen afhangen van de unanimiteit onder de ven- houder. Aandeelhoudersovereenkomsten kunnen enkel
noten. Een andere reden, en de tegenhanger van de met instemming van alle partijen worden gewijzigd.
eerste, is dat de vennoten wellicht bepaalde afspraken De partijen bij aandeelhoudersovereenkomsten tre-
maar zullen wensen te maken als ze enkel met hun den in hun private hoedanigheid op en niet ingevolge
instemming gewijzigd kunnen worden. Een derde en een vennootschapsmandaat.
een vierde reden zouden kunnen zijn dat de vennoten Aandeelhoudersovereenkomsten bevatten soms ook
niet steeds alle andere vennoten bij hun aandeelhou- afspraken die de individuele rechten van de aandeel-
dersovereenkomst wensen te betrekken of dat ze voor houders te boven gaan en bv. betrekking hebben op de
sommige van hun afspraken een grotere mate van benoeming van de bestuurders of op de interne be-
vertrouwelijkheid wensen.43 voegdheidsverdeling tussen de vennootschapsorganen,
Er zijn ook nog een aantal praktische redenen en de interne organisatie of werking er dus anders
waarom aan aandeelhoudersovereenkomsten de voor- willen doen uitzien dan een lectuur van de statuten zou
keur kan worden gegeven boven de statuten. In be- laten vermoeden.
paalde gevallen wensen aandeelhouders een toestand te Dergelijke bepalingen in aandeelhoudersovereen-
regelen waarvan ze voorzien dat ze van zeer tijdelijke komsten kunnen slechts een onrechtstreekse uitwer-
aard zal zijn. Eerder dan daarvoor over te gaan tot een king krijgen, via de partijen (aandeelhouders) die er
statutenwijziging die na korte tijd weer zinloos wordt, zich toe verbinden. De overeenkomsten kunnen niet
kan het raadzaam zijn om een beroep te doen op een rechtstreeks van de vennootschap worden afgedwon-
aandeelhoudersovereenkomst. gen, maar enkel van de betrokken aandeelhouders die
voor het naleven ervan hun individuele bevoegdheden
B. Aard en tegenwerpelijkheid van de aandeelhouders- moeten gebruiken (hun stemrecht). Een proportionele
overeenkomsten samenstelling van de raad van bestuur, die bedongen is
in een aandeelhoudersovereenkomst, is een stemover-
Terwijl de statuten het terrein bij uitstek zijn voor de eenkomst.44 Een afwijkende bevoegdheidsregeling is
gestandaardiseerde vennootschap met beperkte opties
die in ruil aanspraak kan maken op een objectief-
rechtelijk karakter en een universele tegenwerpelijk-
heid, vertegenwoordigen de aandeelhoudersovereen- 44
De Rechtbank van Koophandel te Brugge besliste in een vonnis
komsten het tweede gezicht van de vennootschap, dat van 10 december 1992 dat een aandeelhoudersovereenkomst met
van de flexibiliteit, van de aanpasbaarheid en van de betrekking tot proportionele vertegenwoordiging in de raad van
bestuur waarbij alle aandeelhouders partij zijn, geldig is. Volgens
contractuele vrijheid. Geens dient men in deze uitspraak geen algemene aanvaarding te
Aandeelhoudersovereenkomsten zijn overeenkom- lezen van de mogelijkheid om buiten of zelfs tegen de statutaire
sten met betrekking tot de rechten van de aandeel- bepalingen in aandeelhoudersovereenkomsten te sluiten. Geens e.a.
vragen zich af of er in deze overeenkomst geen stemovereenkomst
houders. Binnen de grenzen van hun individuele
moet worden gelezen waarvan de geldigheid nog moeilijk kan
rechten, zoals bepaald door de wet, door de statuten, worden betwist. Dit lijkt mij de enige mogelijke verklaring te zijn
en door de aard die aan de aandeelhoudersrechten (Kh. Brugge 3 december 1992, T.R.V. 1993, (30) 35; K. GEENS,
wordt toegedicht, kunnen aandeelhouders vrij con- M. DENEF, F. HELLEMANS, R. TAS en J. VANANROYE, Overzicht van
rechtspraak (1992-1998). Vennootschappen, T.P.R., 2000, p. 349
e.v., nr. 320). Ook F. Hellemans heeft het in dit verband over
(verkapte) stemovereenkomsten met beperkte rechtskracht (beperkt
tot de deelnemende aandeelhouders), waartegen men moeilijk andere
43
Y. GUYON geeft als redenen, onder meer, hun eenvoud, vrij van dan opportuniteitsbezwaren kan hebben (De Algemene Vergadering.
de beperkingen waaraan de statuten onderworpen zijn, de mogelijk- Kalmthout, Biblo, p. 714-715, nr. 669). In tegenstelling tot deze
heid om slechts een deel van de aandeelhouders erbij te betrekken, of auteur ben ik er niet van overtuigd dat de omstandigheid dat alle
er ook derden partij bij te maken, en, tot slot, hun vertrouwelijk aandeelhouders partij zijn bij een aandeelhoudersovereenkomst,
karakter (Y. GUYON, o.c., p. 285, nr. 203). volstaat om ze aan de vennootschap eigen te maken.
471
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
maar van de vennootschap afdwingbaar indien ze na- Ook wat de inhoud van de aandeelhoudersovereen-
derhand statutair wordt vastgelegd. komsten betreft, bestaat er reden om aan te nemen dat
Zelfs indien de statuten ter zake niets bepalen, kunnen het vennootschappenrecht in beginsel geen rol te spe-
aandeelhoudersovereenkomsten niet rechtstreeks in- len heeft. Het vennootschappenrecht beheerst slechts
grijpen in het bevoegdheidsdomein van de statuten. de interne werking van de vennootschap of de ver-
Indien de statuten worden gezien als gedelegeerde re- houding tussen de vennootschap en de aandeelhouders
gelgeving, gaat de regelgevende bevoegdheid, bij gebrek of derden. Het behoort niet tot de roeping van het
aan uitoefening ervan door de delegataris, niet naar een vennootschappenrecht om de verhoudingen tussen
derde, maar keert ze terug naar de delegerende instantie, deze laatstgenoemde personen onderling te regelen.
de (suppletieve bepalingen van de) wet.45 Het vennootschappenrecht dient aan de aandeel-
Voor de aangelegenheden die aan derden moeten houders geen uitweg uit een geldige overeenkomst te
kunnen worden tegengeworpen werd reeds vermeld bieden die het verbintenissenrecht hen ontzegt.46
dat een private overeenkomst niet voor de nodige te- Zoals vermeld, komt het Wetboek van Vennoot-
genwerpelijkheid kan zorgen. Wanneer de aandeel- schappen occasioneel wel expliciet tussen in de aan-
houdersovereenkomst een stemovereenkomst is of een deelhoudersovereenkomsten, met name in het geval van
overdraagbaarheidsbeperking bevat, dient ze gemoti- stemovereenkomsten. Aandeelhoudersovereenkomsten
veerd te zijn op basis van het vennootschapsbelang die in strijd zijn met art. 510 W. Venn. zijn tevens nietig.
(art. 510 en 551 W. Venn.). De voorschriften van het vennootschappenrecht
De bepalingen van art. 510 en 551 W. Venn. hebben kunnen ook hun weerslag hebben op de geldigheid van
mijns inziens niet tot gevolg dat de aandeelhouders- de oorzaak en het voorwerp van aandeelhoudersover-
overeenkomsten hun karakter van louter privaat- eenkomsten. Het belangrijkste voorbeeld hiervan is de
rechtelijke overeenkomsten verliezen. In tegenstelling discussie rond het leeuwenbeding en de zogenaamde
tot de statuten, heeft de wet de aandeelhoudersover- portageovereenkomsten.
eenkomsten geen bevoegdheden gedelegeerd. De wet- Art. 32 W. Venn. bepaalt dat het beding waarbij de
gever draagt aan de aandeelhoudersovereenkomsten inbreng van een of meer van de vennoten van elke
nooit de regeling van deze of gene aangelegenheid op, bijdrage in het verlies wordt vrijgesteld, nietig is. De
hij laat ze enkel toe. Ze hebben daarom geen hogere vraag rijst of een dergelijk beding ook door nietigheid
tegenwerpelijkheid. In de mate dat derden door de wordt getroffen indien het buiten de statuten, in een
aandeelhoudersovereenkomst worden geraakt, kan dat portageovereenkomst, is vastgelegd.
enkel zijn door de externe gevolgen. Indien het de bedoeling is dat de porteur van de
voordelen van het aandeelhouderschap geniet, zonder
er de nadelen van te dragen, dan kan, volgens M.
V. De verhouding tussen het vennootschapsrecht/de Wyckaert, een dergelijke overeenkomst zich niet in de
statuten en de aandeelhoudersovereenkomsten marge van het vennootschapsleven afspelen. Dit is
anders voor prijszettingsovereenkomsten die betrek-
king hebben op de organisatie van de uittreding van
A. In welke mate zijn de regelen van het vennootschaps-
iemand die volwaardig vennoot is geweest en die nu de
recht op de aandeelhoudersovereenkomsten toepasselijk?
vennootschap wenst te verlaten. De prijszetting die
voor hem voortaan elk risico uitsluit, is dan onderge-
De geldigheid van het totstandkomen van aandeel-
schikt aan het eigenlijke voorwerp van de overeen-
houdersovereenkomsten dient te worden beoordeeld in
komst, de overdracht van de aandelen. Bij dergelijke
het licht van het algemene verbintenissenrecht en los van
overeenkomsten zijn de andere vennoten of de ven-
de specifieke voorschriften van het vennootschappen-
nootschap ook niet noodzakelijk betrokken. M. Wyc-
recht. De aandeelhoudersovereenkomsten zijn onbe-
kaert stelt daarom ook voor een onderscheid te maken
noemde en consensuele overeenkomsten. Ze komen tot
naar gelang van het voorwerp van de overeenkomst.47
stand buiten de organen van de vennootschap, en de
vereisten voor de geldige beraadslaging en besluitvor-
ming door deze organen zijn er niet op van toepassing.
472
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
De door deze en gelijkgestemde rechtsleer voorgestelde De vennootschap is een instrument dat bepaalde on-
benadering wordt ook door het Hof van Cassatie ge- dernemingen mogelijk dient te maken. Het Wetboek
volgd in zijn arrest van 5 november 1998.48 van Vennootschappen creeert dat instrument, maar
Indien de deelname in winst en verlies door alle beschermt derden tegen mogelijke uitwassen ervan. In-
vennoten een voor de wetgever essentieel element van dien de extra-statutaire overeenkomsten er wezenlijk op
elke vennootschap is, zou het inderdaad merkwaardig gericht zijn de vennootschapsrechtelijke infrastructuur
zijn dat een hiermee strijdige bepaling door nietigheid te gebruiken, maar met miskenning van de beperkingen
wordt getroffen indien ze in de statuten is opgenomen waaraan deze onderworpen is ter bescherming van
maar volledig vrijuit gaat indien ze in een extra-sta- derden (met inbegrip van de vennootschap zelf en niet-
tutaire overeenkomst wordt vastgelegd, althans indien deelnemende aandeelhouders), moet worden aanvaard
die bepaling in beide gevallen eenzelfde gevolg heeft. dat de werking van het Wetboek van Vennootschappen
De mogelijke inwerking van het Wetboek van Ven- zich ook uitstrekt tot deze overeenkomsten.
nootschappen op extra-statutaire overeenkomsten
moet daarom worden aanvaard, maar tegelijk zal ze
B. Conflicten tussen statuten en aandeelhoudersovereen-
beperkt blijven.
komsten
Isabelle Corbisier en Pie`re Nicaise spreken van een
relatieve autonomie van de statuten t.o.v. de aan-
deelhoudersovereenkomsten.49 De aandeelhouders- Statuten en aandeelhoudersovereenkomsten hebben
overeenkomst die enkel de verhoudingen tussen de onderscheiden voorwerpen.50 Om deze reden kunnen
aandeelhouders beoogt te regelen, maar niet de struc- beide, in beginsel, zonder problemen naast elkaar be-
tuur van de vennootschap zoals die uit de statuten staan en zouden conflicten tussen statuten en aan-
volgt, kan niet worden aangevochten, zelfs indien de deelhoudersovereenkomsten eerder uitzonderlijk
verhoudingen tussen de aandeelhouders er daardoor moeten zijn.
anders uitzien dan wat de statuten laten vermoeden. De afspraken in aandeelhoudersovereenkomsten
Deze vrijheid wordt beperkt door het verbod op kunnen in bepaalde gevallen echter rechtstreekse ge-
wetsontduiking, rechtsmisbruik en bedrog. volgen hebben voor de identiteit en de organisatie van
De criteria die door Corbisier en Nicaise werden de vennootschap. Door conventionele overdraagbaar-
voorgesteld, klinken goed. Vooral het criterium van de heidsbeperkingen kunnen de aandeelhouders van een
wetsontduiking is waarschijnlijk een geschikt kanaal kapitaalsvennootschap de facto een besloten vennoot-
om het Wetboek van Vennootschappen een beperkte schap maken. Wat indien de statuten bepalen dat de
rol te laten spelen bij het reglementeren van de aan- aandelen van de vennootschap vrij overdraagbaar
deelhoudersovereenkomsten, tezamen met de benade- dienen te zijn en dat aandeelhouders de overdraag-
ling van de rechten van derden op punten waar dezen baarheid niet contractueel kunnen beperken?
door het Wetboek van Vennootschappen worden be- In hun domein moet aan de objectiefrechtelijke
schermd. Indien derden worden benadeeld door een statuten voorrang worden gegeven boven de aandeel-
bepaling in een aandeelhoudersovereenkomst die haar houdersovereenkomsten. Hoe dient dit te gebeuren
benadelende uitwerking niet zou kunnen hebben zonder de private rechten van aandeelhouders en
zonder de vennootschap als wettelijke creatie, zijn er derden onnodig aan te tasten?
waarschijnlijk goede redenen om de bepalingen van het Voor een oplossing moeten we wellicht een beroep
Wetboek van Vennootschappen ook op de aandeel- doen op het concept van het vennootschapsbelang. De
houdersovereenkomst te laten doorwerken. statuten zouden enkel op geldige wijze kunnen ver-
Volstaat het dat hetzij wetsontduiking hetzij be- bieden dat een aangelegenheid extra-statutair wordt
nadeling van de beschermde rechten van derden wor- geregeld als dit door het belang van de vennootschap
den vastgesteld of moet deze laatste voorwaarde in kan worden gemotiveerd.
ieder geval vervuld zijn? Deze laatste voorwaarde lijkt Het gaat immers om een conflict tussen de rechten
mij de belangrijkste te zijn en zal in de meeste gevallen van private partijen: de vennootschap en haar in-
vermoedelijk ook een noodzaak zijn opdat de eerste dividuele aandeelhouders en eventueel derden. Om
vervuld zou zijn. haar rechten uit te oefenen, moet de vennootschap een
belang hebben, anders bevinden we ons voor een geval
van rechtsmisbruik.
48
Cass., 5 november 1998, V&F 1999, 38, met noot J. LIEVENS en
N. BONNY
49 50
I. CORBISIER en P. NICAISE: S.A.S.: un exemple a` suivre, Contra: Y. GUYON, p. 317, nr. 230. Zoals voorheen het geval
DAOR, p. 43 e.v., nr. 33; zie ook: I. CORBISIER en S. MAQUET, noot was, vindt dit verschil in opvatting zijn oorsprong in het feit dat Y.
onder Spaans Hof van Cassatie, 10 februari 1992, R.P.S. 1995, p. 56. Guyon niet tot een inhoudelijke omschrijving van de statuten komt.
473
Rechtskundig Weekblad 2006-07 | nr. 11 | 11 november 2006
Het overdraagbaarheidsregime van de aandelen be- genwerpelijkheid aan derden maar beperkt tot de
hoort duidelijk tot de statutaire bevoegdheid. De sta- vennootschap waarvoor ze gelden.
tuten zouden een extra-statutaire overdraagbaarheids- De opvatting van statuten als objectief recht, maakt
beperking kunnen uitsluiten, bv. om de liquiditeit van een inhoudelijke omschrijving ervan noodzakelijk. Ten
de aandelen te vrijwaren. opzichte van derden kunnen de statuten alles bevatten
De statuten kunnen daarentegen niet zover gaan het waarvoor het Wetboek van Vennootschappen een
sluiten van aandeelhoudersovereenkomsten in het al- specifieke grondslag bevat, met inbegrip van bv.
gemeen te verbieden. Zo algemeen geformuleerd kan overdraagbaarheidsbeperkingen, maar niet meer. Ten
de vennootschap nooit een voldoende belang aan- aanzien van de aandeelhouders kunnen de statuten,
tonen. Een dergelijke bepaling zou noch de aandeel- ook zonder specifieke wettelijke grondslag, hun rech-
houders noch derden verbinden, want de vennoot- ten, voor zover ze niet door de wet dwingend zijn
schap (de algemene vergadering) zou buiten haar toegekend, regelen of beperken. Met betrekking tot de
bevoegdheid handelen. zuivere interne organisatie van de vennootschappen is
De vennootschap zal in beginsel evenmin een belang de inhoud van de statuten aan geen andere beperkin-
kunnen laten gelden indien de aandeelhoudersover- gen onderworpen dan die welke in de wet zijn bepaald.
eenkomst uitsluitend betrekking en weerslag heeft op Het bestaan van aandeelhoudersovereenkomsten
de vermogensrechten van de aandeelhouders. Een naast statuten is te verklaren en te rechtvaardigen door
contractuele afwijkende winstverdeling tussen een de private hoedanigheid waarin aandeelhouders bij
aantal aandeelhouders is steeds mogelijk, want eens dat vennootschappen betrokken zijn naast hun hoedanig-
de dividenden zijn uitbetaald, komt het niet aan de heid van lid van een orgaan.
vennootschap toe te beschikken over de patrimoniale Aandeelhoudersovereenkomsten en statuten hebben
relaties tussen haar aandeelhouders. in beginsel onderscheiden werkterreinen waarin ze elk
zelfstandig van elkaar kunnen bestaan. Dit is evenwel
niet altijd het geval, want aandeelhoudersovereen-
VI. Besluit komsten kunnen het optreden van de aandeelhouders
als lid van de algemene vergadering willen regelen, of
Dit artikel had tot doel na te gaan hoe statuten en kunnen op andere manieren de werking van de ven-
aandeelhoudersovereenkomsten zich tot elkaar ver- nootschap willen benvloeden, en statuten zouden hun
houden in vennootschappen met volkomen rechts- werking kunnen uitbreiden tot het optreden van de
persoonlijkheid. aandeelhouders buiten de strikte vennootschap.
Er werd daarbij uitgegaan van de vennootschap als Er bestaat derhalve een zeker overgangsgebied waar
een instrument dat als voornaamste doel heeft het af- er conflicten kunnen ontstaan tussen het Wetboek van
zonderen van een deel van het vermogen van in- Vennootschappen of de statuten en de aandeelhou-
dividuen voor een bepaalde onderneming, alsook van dersovereenkomsten. Met betrekking tot de eerste
het dwingend vennootschappenrecht als het systeem soort conflicten kunnen aandeelhoudersovereen-
dat dit afgezonderd vermogen in staat moet stellen aan komsten niet geldig als voorwerp of als doel hebben de
het economisch leven deel te nemen. dwingende bepalingen van het vennootschappenrecht
Een eerste invalshoek betrof de aard van de statuten. te ontduiken, zeker als dit gebeurt met miskenning van
Statuten, of de vennootschappen die erin worden ge- de belangen van derden.
emaneerd, worden vaak gezien als een contract. Hoewel Voor het oplossen van conflicten tussen statuten en
het gebruik van overeenkomstenrechtelijke technieken aandeelhoudersovereenkomsten is dit criterium in
in het vennootschappenrecht onmiskenbaar is, is het beginsel niet te hanteren. Statuten zouden enkel
besluit dat statuten geen overeenkomsten zijn. De be- voorrang op aandeelhoudersovereenkomsten kunnen
langrijkste reden hiervoor is dat ze er in de eerste plaats krijgen indien de in het geding zijnde statutaire be-
op gericht zijn een rechtspersoon in het leven te roepen paling redelijk gemotiveerd is door het belang van de
en niet tussen de oprichters en de aandeelhouders vennootschap. Dit zal doorgaans niet het geval zijn
rechten en verplichtingen tot stand te brengen. indien de uitwerking van de overeenkomst zich be-
Hoewel er bepaalde punten van overeenstemming perkt tot louter vermogensrechtelijke belangen van de
zijn met zakelijke rechten, was de bevinding dat de aandeelhouders.
statuten evenmin volledig in dit concept te vatten zijn.
De statuten sluiten het best aan bij een begrip van
objectief recht, te vergelijken met wetten in hun te-
474