You are on page 1of 47

Ondernemingsrecht

Les 1 : wat is een onderneming ? Wat is een


vennootschap ? wat zijn de gevolgen

In de cursus p 7 – 43

Inleiding :

A good lawyer is a bad neighbor :

Iedereen wordt geacht de wet te kennen

Deel 1 : evolutie : van het handelsrecht naar de ondernemingsrecht

De bedoeling van het recht : men wil elke persoon die economisch actief was onderwerpen aan de
zelfde regels maar iemand die particulier is wordt hier van vrijgesteld

napoleon codificatie alles is vereenvoudigd


( handelaars is afgeschaft)

1)En 4) de verweerde moet een onderneming zijn (de gene die wordt aangesproken) dan is de
ondernemingsrechtbank bevoegd

3) Kennelijk vreemd : van ver duidelijk dat het er niets mee heeft te maken

Natuurlijke personen die een onderneming hebben kunnen ze niet naar de ondernemingsrechtbank
worden gehaald als ze de school rekening niet kunnen betalen = kennelijk vreemd van de
onderneming : heeft er niets mee te maken PAS OP met rechtspersonen die geen verschil hebben
met eigen en vreemd vermogen
Deel 2: Verschillende definities van een onderneming

Formele zin : standaard definitie

makkelijk : geen twijfel mogelijk

behoudens andersluidende bepaling : behalve als het


ergens anders, anders wordt vernoemt

groep A :

- Natuurlijke personen(toch naar functie kijken)


 Die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
= zelfstandig =/ aan een werknemer
= beroepsactiviteit = duurzaamheid nodig (regelmatig) , mag ook bijberoep zijn ( na vast werk eigen
bedrijf )

Normaal beheer van uw privé vermogen is geen onderneming bv een grote beleggingsportefeuille

Groep B :
- Iedere rechtspersoon is een onderneming
Drie groten groepen rechtspersoonlijkheid hebben
- Vennootschappen : PAS OP behalve de maatschappen
- Verenigingen : PAS OP een feitelijke vereniging heeft geen rechtspersoonlijkheid
- Stichtingen altijd

Groep C :
- Iedere andere organisatie zonder
rechtspersoonlijkheid
Maatschappen en feitelijke vereniging

UITZONDERINGREN VAN C: GEEN


ONDERNEMINGEN
Los van wat hier boven staat vallen
volgende niet onder onderneming

a) = groep c Vallen er toch niet onder


als ze geen winst uit willen keren en heet niet doen
Feitelijke vereniging = vereniging die spontaan is, zonder formaliteiten, chiro, canrnaval
Maatschap = vennootschap en heeft dus wel een winst uitkerend oogmerk dus is wel een
onderneming
b) Iedere publiekrechtelijke rechtspersonen ( = overheid, intercommunales) die geen goederen en
diensten aanbied op een markt ( overheid heeft geen markt en de rest geen concurrentie dus is er
ook geen markt )
autonome overheidsbedrijven nmbs de lijn bieden wel een dienst aan op een markt en zijn
onderneming in formele zin ( zei sprong : mogen niet failliet gaan
= insolventie recht : ART I.22 8° ten achtste: definitie van schuldenaar )
nationale loterij : is onderneming in formele zin
RSZ : geen markt dus geen onderneming
c) Hardcore federale publiek rechtelijke
rechtspersonen : federale staat,
provincies, gemeentes … zijn GEEN
ondernemingen dus OCMW is geen
onderneming in formele zin

Onderneming in functionele zin : kijk naar wat de onderneming doet :

Wat is de functie en dit bepaalt of het


een onderneming is
Drie groepen
- Natuurlijke personen
- Rechtspersonen
- Als mede zijn verenigingen een
groep van ondernemingen

Economisch doel : goederen en diensten aan bieden op de markt en daar winst mee willen
maken : GEEN overheidszaken , milieu inspectie, ziekenfonds, politieke partij …

Duurzaam : het gebeurt vaker, regelmaat

ER IS OVERLAPPING :
In functionele zin maar niet in formele zin
Hardcore federale publiek rechtelijke personen: kan niet in formele zin wel in functionele zin

De rechts personen vzw, stichtingen: geen economische activiteiten hebben zijn onderneming in
formele zin maar niet in functionele zin WANT het zijn rechts personen maar doen mss geen
economische activiteiten
Deel 3 : verplichtingen en bijzondere regels voor ondernemingen
KBO : kruispunt bank voor
ondernemingen : voor
ondernemingen op formele
zin

- Voor ze de
activiteiten
beginnen via een
erkend
ondernemingsloket

WAAROM : men wou


centrale gegevens bank en
alles overheidsdiensten hebben er toegang van

WAT : het geeft elke onderneming in formele zin een viercijferig nummer voor de

Vestigingsnummer : een plek waar er activiteiten worden uitgevoerd

Iedere onderneming is
verplicht een
bankrekening te hebben

wie moet ze opmaken: wie is btw


plichtig hangt niet vast aan
onderneming in formele of
functionele zin

als ondernemer pas ondertekenen


als koper heeft betaald

als klant en u tekent is er een


vermoede dat u die factuur
aanvaart

niets inzetten wat niet met de


onderneming heeft te maken

bestuurders kunne gezien worden


als onderneming maar moeten geen
boekhouding maken
meestal verbintenis heeft 1
schuldenaar en 1 schuldeiser

MAAR hier 1 verbintenis me


meerdere schuldenaars

Samen een auto kopen van


10000

Garagist komt naar A maar ik


heb al 5000 betaald

U bent geen onderneming :


burgerlijkrecht : vermoeden van deelbaarheid ART 1202 oud burgerlijk wetboek u kan afwijken van
de deelbaarheid

 Vermoeden van deelbaarheid A en B moeten allebei betalen u moet niet zelf alles betalen
risico ligt bij de garagist

U bent een onderneming : dus u moet aankloppen bij B

Gewoonte recht in het handelsrecht : gewoonte van hoofdelijkheid u kan van 1 handelaar het
volledige bedrag vragen

 Nu van toepassing op ondernemingen

2 loodgieters kopen samen materiaal : 10000

Leveranciers kan aan A alles vragen of alles aan B

Rede : maakt het handelsverkeer gemakkelijke, je moet weten dat 1 van de twee het kan betalen is
minder werk en dit remt niet af

Risico licht bij een van de loodgieters

Stel loodgieters zijn goede vrienden en gaan samen een wii kopen : zijn allebei ondernemingen maar
is kennelijk vreemd aan hun business : ze doen dit als privé persoon : burgerlijkheid

Verborgen gebrek : als het al was bij


de aan koop

Minsten is de kiem : het was al aan


het ontstaan

Eenvoudige inspectie niet zichtbaar :


in een normale vaststelling

Als u het had geweten dan had u het


niet gekocht
Verkoper is particulier Verkoper is onderneming
Art 1641 BW
Burgerlijk recht : de verkoper moet niet instaan De fabrikant en gespecialiseerd verkoper van
voor zichtbare gebreken maar wel vrijwaren een product moet het door en door kennen
voor verborgen gebreken = opdraaien
Er is een vermoeden van kennis van verborgen
Stel verkoper is ter goederentrouw: hij wist gebreken
niets van het gebrek is hij ter goeder trouw
Als fabrikant en gespecialiseerd verkoper een
 Afspreken : verkoper is niet exconeratie beding opnemen kan hij hier enkel
aansprakelijk voor verborgen gebreken gebruik van maken als hij kan aan tonen dat hij
die hij zelf niet weet niets kon weten van het gebrek bij een grondig
= exoneratiebeding : ik ben niet onderzoek
aansprakelijk voor geborgen gebreken
in goederen trouw = hogere standaard om te kunnen genieten van
Als koper moet je bewijzen dat hij ter zo een beding
kwader trouw was
NIET voor alle ondernemingen
Wel voor
- Gespecialiseerde verkopers =/
professionele verkopers zoals ALDI
- Fabrikanten

U moet de verkoop overeenkomst

Kunnen bewijzen

Burgerlijkrecht = Ondernemingsrecht : ondernem


gemeen recht
Geen vereiste van geschrift
Als u iets koopt
>3500 euro : er is Tussen of tegen onderneminge
een schriftelijk  Als de verweerder een
bewijs nodig, = onderneming bewijsrecht
ondertekent
geschrift, e mail Geen hiërarchie van bewijsmidd
Geen vereiste geschrift
Je kan met
vermoedens of Bij een natuurlijk persoon: als h
getuigen geen de business) kan het ondernem
geschrift
weerleggen
Bijzondere bewijsmiddelen :
- Boekhouding :
Particulier tegen onderneming : ik heb die factuur niet ontvangen zegt A
maar ze staat in de boekhouding dan wordt er vanuit gegaan dat de factuur
is ontvangen

Onderneming tegen onderneming : de boekhouding moet overeen komen

Je kan geen boekhouding gebruiken tegen een particulier

- Factuur : Tegen een onderneming die de factuur heeft opgesteld


kun je die factuur gebruiken als bewijs, zelf opgeschreven op factuur
dan is het zo, tegen onderneming die het heeft opgesteld
Als een onderneming een factuur krijg kan ze die impliciet
aanvaarden, als er betaalt wordt : je hebt een vermoeden dat het in
orde is
Ja kan GEEN factuur gebruiken tegen een particulier tenzij hij die
uitdrukkelijk heeft aanvaard = ondertekend, hij kan het niet stilzwijgend
aanvaarden

Belangrijk P 26 cursus : om dit te begrijpen

ART2 ten tweede

= wet

Functioneel ondernemings
begrip

- Levering van goederen


- Verrichting van
diensten
- Ontwerpen
- Uitvoeren van openbare
werken en bouw
werken tegen vergoeding

Beschermd de schuldeiser : als die te laat


betaald wordt komt hij zelf in problemen

Vier regels

- Er is een betalingstermijn van dertig


dagen, kan van afwijken, niet hoger gaan
dan 60 dagen
- Begint te lopen vanaf ontvangst factuur
of vanaf levering goederen
- Als u niet betaald binnen deze termijn
 Burgerlijk recht : intresten lopen vanaf dat u een ingebrekenstelling hebt opgestart
 Bij ondernemingsrecht : als u betalingstermijn verlopen is begint deze intresten te lopen
= 8 procent

Deel 4 : onderneming,
vennootschap en
rechtspersonen

Handelszaak: het geheel van alle


goederen: gebouw rekken …

= feitelijke algemeenheid : een


hoop zaken die samen horen
maar zijn juridisch niet 1 object

Vennootschap ><
rechtspersoonlijkheid handelt zoals
een natuurlijk persoon = rechtssubject

Je zult bepaalde formaliteiten moeten


volbrengen

Handelszaak 2 soorten

Geen vennootschap = eenmanszaak Bv : wel een vennootschap


= geen rechtssubject Eigen vermogen is afgescheiden van de zaak

Wel aansprakelijk voor het privé vermogen Niet aansprakelijk op privé vermogen

Er is geen apart statuut : een pot Oprechter : BV : eigenaar


De vennoot / aandeelhouder : de zakvoerder bv
Schuldeiser ( zowel persoonlijke als miet
ondernemings) kan aan de ondernemingsactiva
Miet kan niet zomaar goederen meenemen:
zaakvoerder moet er voor betalen
Zaken doen met dit soort types : riskant Ze is geen eigenaar
Eenmanszaak is eenpotszaak
Ondernemingsschuldeisers kunnen aan
Acte van onbeslagbaarheid : notaris : ondernemingsactiva
ondernemingsschuldeisers kunnen je
gezinswoning niet meer afnemen Persoonlijke schuldeisers : enkel aan het prive
vermogen
Dit heeft niet altijd zin : bank geeft vaak enkel
lening met een hypotheek op het huis = beperkte aansprakelijkheid
 Gevolgen voor de overdracht

Miet kan gewoon de aandelen verkopen de


andere moet alles los verkopen maar kan dit
verkopen = pand op de handelszaak nemen
oplossing = C

Ondernemingsrecht
Les 2 : vertegenwoordiging, tussenpersonen en distributie

Inleiding

Inleiding :

Ik maak schoenen, wil ze verkopen, ik ga winkels contacteren om mijn schoenen te verkopen =


tussenpersoon

Verticale integratie : je wil alles zelf doen, dit brengt niet altijd meeste op, is moeilijk door
concurrentie

Dus men doet beroep op tussenpersonen en distributie om de kosten te drukken

Franchising =

DEEL 1 : vertegenwoordiging in het algemeen DEEL 2: handelstussenpersonen

Gemeen recht = burgerlijk recht, regelt vertegenwoordiging

Lastgeving = burgerlijkrecht Vertegenwoordiging in het ondernemingsrecht

In een fitnes, enorme korting, ik vraagt aan een vriend


om dat fitness abo te kopen Soms tussenpersoon in sterke positie
B2B wet 2019 : een onderneming mag geen misbruik
-> rechts handeling die vriend stelt wordt aan u maken van de afhankelijkheid van een andere
toegerekend onderneming
Ik ben opdrachtgever = vertegenwoordigde
Vriend = vertegenwoordiger : stelt een rechtshandeling Situering van handelstussenpersonen :
= is een gedraging met het oog op het creëren van Bescherming tussenpersoon = meestal in zwak positie
rechts gevolgen Dus beschermen :
U zult de gene zijn die een contract krijgt toegerekend 1) Handelstussenpersonen in juridische zin
-> als alles goed handelt Onderneming treed op voor de rekening van een andere
Twee voorwaarden onderneming
1) Vriend moet handelen in hoedanigheid van - Ook optreden in naam = eigenlijke
vertegenwoordiger : Ik kom het kopen voor u hij vertegenwoordiging
maakt duidelijk dat hij een vertegenwoordiger is - Niet op treden in naam andere = oneigenlijke
2) Met en binnen vertegenwoordiging
vertegenwoordigingsbevoegdheid : hij heeft Er is een drie partijen verhouding
gedaan wat hij moest doen waar hij bevoegd
voor was
Alles loopt goed = eigenlijke vertegenwoordigen 3 juridische banden soms ook contracten
De fitness kan de vriend niet meer aanspreken
Vriend is geen contractspartij Interne verhouding : tussen opdrachtgever en tussen
persoon
- Verzekeraar aan verzekeringsmakelaar
Externe verhouding : opdrachtgever of tussen persoon
met een derde
MAAR :
Schending voorwaarde 1: = oneigenlijke
vertegenwoordiging / middellijk vertegenwoordiging
Juridische relatie tussen opdrachtgever en derde
Hij treed niet op in hoedanigheid van
Interne verhouding
vertegenwoordiger
Makelaar = occasionele band
Handelsagent = permanente band met opdracht gever,
zelfstandig is, hij kan zelf doen wat hij wil
Handelsvertegenwoordiger= permanente band met
opdracht gever, band van ondergeschiktheid =
Gevolg : vriend zal zelf moeten betalen, hij krijgt rechten werknemer
en plichten Commissionair= treed op in eigen naam , oneigenlijke
Vriend is de naamnemer = hij leent zijn eigen naam voor vertegenwoordiging
uw transactie
Criterium hoe duurzaam is band tussen persoon en
Maar u zal het geld moete terug vragen aan vriend en opdrachtgever : interne
brommer moeten geven aan opdrachtgever
Er zijn 2 banden Externe : voor rekening van de opdracht gever en niet
Wat merkt de derde er van
Winkel wil geld, vriend heeft geen geld, de winkel kan u
niet aanspreken Onderscheid : tussen verschillende handels personen in
juridische zin : verschillende statuten
Schending 2de voorwaarde : buiten de bevoegdheid
gegaan
Hij doet niet wat gevraagd is Drie onderscheidingscriteria :
1) Intern verhouding: duurzaamheid vn verhouding
U bent als opdrachtgever niet verbonden ten aanzien Occasioneel : hij kan zelf kiezen hoeveel van wat, een
van de derde eigenaar van een huis verkoopt, niet permanent
De beperking van de bevoegdheid van u vriend tot het verbonden enkel voor dat huis
aankopen van een brommer is tegenwerpenlijk aan de Permanent : vast
derde 2) Intern verhouding : een band van ongeschiktheid
Zelfstandig: zelf tijden kiezen, niet ondergeschikt
Vriend heeft niet in zijn eigen naam gegaan, hij heeft Werknemer: van opdrachtgever, sterke controle,
geen contractuele band met de derde gedetailleerde instructies
 Niemand heeft contractuele band met derde 3) Externe verhouding : in wiens naam opgetreden
(verkoper) Zwz in rekening voor andere
= FOUT Met wie heeft de derde uiteindelijk een contract
ART 13.82 Naam van ander : contract met opdrachtgever
Eigen naam : contract met tussenpersoon

Winkel kan zeggen of teruggeven of betalen door de


vriend

Als winkel kan je best volmacht nakijken

 Geschreven volmacht

Winkel doet schendding : negeert geschreven volmacht Winkel ziet geschreven volmacht maar
verkoopt het foute

Neemt winkel het risico : hij was geïnformeerd

Er is geen onrechtmatige daad meer door vriend of u

Vriend engageert zich persoonlijk : als vriend niet betaalt doe ik het, vriend is verbonden

opdrachtgever bekrachtigt de aankoop : toch verbonden

Geen volgmacht gegeven maar hij is content met wat hij krijgt

 Aankoop is bekrachtigt
Impliciet : betalen en aannemen
Expliciet : schriftelijk: een mail

Schijnvertegenwoordiger :

U vriend koopt voor u maar nu ben u niet content : winkel kon niet weten dat die vriend het niet wou
ze deden het altijd al zo

Vriend had geen bevoegdheid maar u bent toch verbonden dus de vriend heeft

 Vertegenwoordigingsmacht
Verschillende statuten :

Opdracht : zoeken van een tegenpartij met het oog op het sluiten van een overeenkomst met
tegenpartij door de opdracht gever (maakt niet uit of hij zelf tekent op opdrachtgever)

PAS OP : stel makelaar tekent in eigen naam is hij geen makelaar meer maar handelaar

Stel hij mag nog maar voor 1 iemand werken is hij niet meer occasioneel en geen makelaar meer

Aanneming >< lastgeving : gevolgen zijn verschillend

 Stel het is niet heel duidelijk : makelaars overeenkomst met een complex voorwerp

Hoe over oordelen ?

- Splitsingsleer : waar over gaat de discussie en pas regels toe


- Absorptieleer : kijk naar het belangrijkste : hoofdactiviteit

Solo consensu : op basis van de wilsovereenstemming


Het akkoord volstaat

Handels agent :

1 verschil met makelaar: occasionele band wordt een permanente band = handelsagent

Mag voor veel vertegenwoordigers welke maar band mag NIET occasioneel worden

Handelsagent /= handelsvertegenwoordiger : onder gezag, sociale zekerheidsbijdrage, werknemer

Wnr heeft hij recht op commissie !


is er invloed van de handelsagent ? : dan krijgt
hij commissie

Kan ook na de beëindiging van contract

Handels agent wordt het meest beschermd


tegen vroegtijdige beëindiging : hij bouwt
klanten bestand op en dit is kostbaar
Ja kan nooit altijd verbonden zijn je moet er op een bepaalde manier uitkunnen

Onbepaalde duur kan u toch onderuit

Opzeggingstermijn = het stopt niet meteen u heeft nog de tijd om het afteronden ( niet langer dan 6
maanden)

Handelsagentuur 1 jaar = 1 maand opzeg.termijn

Handelsagentuur 2 jaar = 2 maand

Hoe kan u onmiddellijke stopzetting

- Binnen de zevenwerkdagen dat u kennis heeft van die tekortkoming


- Stuurt aangetekende brief en gerechtsdeurwaarder

Ik heb een zeer groot klantenbestand opgebouwd

- Uitwinningvergoeding betalen: compensatie voor dat klantenbestand, aangebrachte cliënteel


Dus u krijgt

- Uitwinningsvergoeding
- Opzeggingsvergoeding
- Commissies die nog binnenkomen

Concurrentie beding : de handelsagent zal in dezelfde sector willen blijven geeft grote concurrentie
voor opdracht gever : je mag geen concurrentie voor opdrachtgever vormen
Moet beperkt zijn, tot het gebied waar hij bevoegd voor was

Mag maar 6 maand duren

En enkel als handelsagent zelf stop zet of hij een grote fout heeft gemaakt PAS OP er volgt hieruit een
vermoeden dat hij nog commissies gaat krijgen en uitwinningsvergoeding
Commissionair :

Opdrachtgever vaak committent


genoemd

Die commissionair aanstelt

= oneigenlijke vertegenwoordiging

Derde weet vaak niet voor wie het is

Verkoopcommissie : Vaak bij veiling huis

U heeft Picasso stelt veilinghuis aan, gaan niet bekend maken dat het van u is omdat iedereen dan
weet dat je rijk bent

U geeft u Picasso niet zomaar weg

Waarborg: permanent vorderingen op hun werk naar elke kant


Hij kan zijn bezit terug vorderen ( de Picasso)

Je stelt 2 huizen aan

Hoofdelijkheid : samen een verbintenis aangaan passief hoofdelijk, allebei aanspreken voor het
volledige bedrag

Voorrecht op de goederen die onder hem zijn

Stel opdrachtgever gaat failliet, als de diammanten al zijn gekocht dus ze zijn in zijn bezit, de curator
(gerechtsdeurwaarder) verkoopt diamanten om de agent te betalen. Ik wordt eerst betaald en dan
de rest van de schuld eisers

Retentie recht : ik geef de diamanten pas als ik weet dat je hebt betaald

Geen contractuele relatie tussen committent en derde

Zaakrechtelijke band :

Het veiling huis wordt nooit eigenaar


2) Handelstussenpersonen in economische zin ( distributeurs)

Er is geen vertegenwoordiging meer

U koopt iets bij McDonalds : u koopt bij lokale fast food restaurant houder, er is geen
vertegenwoordiger opeenvolging van schakels in de economie

GEEN tussenpersonen

Treden op voor eigen rekening

Er zijn maar 2 relaties

Franchisenemer en concessies

Precontractuele fase = fase voor de


overeenkomst is getekend

Er is onderhandeling : tussen persoon is


in een zwakkere positie

 Bescherming in deze fase :


bedenktermijn geven en een
verplichting om bepaalde informatie op voorhand aan de distributeur te bezorgen

Commerciele samenwerkingsovereenkomsten : 1 persoon aan een ander persoon het recht geeft om
zijn commerciële formule te gebruiken voor de verkoop van producten en het verstrekken van
diensten : je mag mijn commerciële formule gebruiken ( handelsnaam, knowhow delen, beetje
bijstand)

Bedenk periode van 1 maand waar u alle informatie bezit

 Mag nog geen een verplichtingen aangaan

U moet de vrijheid hebben om te kunnen stoppen

Enige mogelijke verplichting = tot geheimhouding

Dwingend recht anders wordt er zwz van


afgeweken
U weet niet hoe u er aan moet beginnen : u kan door franchise mee springen op een rijdende kar

Mag ik meewerken in uw concept

Opdrachtgeven , franchise gever, franchiser : mcdo

Voordelen: krijgt delen van omzet en verdienen zonder veel te doen

Nadelen: krijgen niet gehele omzet

Als u wilt openen = tussenpersoon : distributeur

voordeel : meeliften van naambekendheid, schaalvoordelen

nadelen: je hebt gepaalde verplichtingen, talent niet inzetten, afhankelijk, slechte reclame,
toetredingssom, royalty’s betalen jaarlijks

Zelfstandig en duurzaam : want doet alles zelf

Eigen naam

Eigen rekening

U mag commerciële formule gebruiken van mcdo : merk, handelsnaam, verplichtingen over
inrichtingen

Distributie franchise Dienstfranchise Productfranchise


Aankopen en verkopen Diensten aanbieden Zeldzaam
U koopt van de lokale Voordeel bekendheid Franchisenemer mag iets
boekhandel die deeltje Mcdo, creatos produceren onder het merk
afdraagt van omzet aan van de franchisegever
boekhandel
= standaardboekhandel Cocacola

Het recht om producten te


verkopen

Volkswagen garage

Concessiegever opdrachtgever

Tussenpersoon is
concessiehouder

Voordeel : minder controle


Verkoop concessie Combinatie Aankoop concessie

Producent of importeur geeft Autoverdeler verplicht zich om


het recht om zijn producten te producten te kopen bij
verkopen aan concessiehouder importeur of producent
Concessiegever is verplicht te
leveren aan de houder

Alleenverkoop : u mag hier in dit gebied als enige verkopen

Zware lasten : u moet bepaalde investeringen doen, u mag andere merken niet verkopen …

Drie keer verlengen is concessie van onbepaalde duur

Grove tekortkoming : u concessiehouder doet geen moeite , of de concessiegever doet heel lastig en
is onredelijk, de concessiehouder heeft veel geïnvesteerd en krijgt hier vergoeding voor
Alleen jij mag daar verkopen : beperking van mededinging

Vaak bij concessies

Café : als café maar


bij 1 concessiegever
kopen, lokale
brouwerijen krijgen
bier niet verkocht :
geen toegang tot
de macht :
beperking

Handelsagentuur is
uitgesloten van
mededingingsrecht

Valt u niet onder stap 1 ok niet ga naar stap 2

Verticaal op
verschillende
niveaus in het
distributie proces
groepsvrijstelling

Les 3 : DEEL : IV : vrijheid van onderneming en mededinging (art II 2-3 WER) j° eigendomsrecht ( art
544 BW)

Inleiding :

Er is vrije mededinging, vrije markt vraag en aanbod, maar er zijn imperfecties : infromatie asymetrei
en vervuiling…

Consumenten mogen hun eigendom gebruiken hoe zei het willen : eigendomsrecht art 544 bw

Er is vrijheid van ondernemen : art II 2-3 WER

Iedereen mag die economische activiteiten uitoefenen die hij wil en hoe hij dat wil tenzij de wet het
beperkt : dus niet onbeperkt

Drie grote beperkingen

1) mededingingsrecht
2) marktpraktijken en consumenten contracten
3) intellectuele eigendomsrechten

1)MEDEDINGINGSRECHT

Zet bepaalde grenzen zodat er concurrentie blijft, dat lijdt tot het beste resultaat

Europa moet 1 grote markt worden, landen kunnen niet worden bevooroordeeld tegenover andere

Europees mededingingsrecht Belgisch mededingingsrecht


Art 101 102 VWEU  Hoeft niet gekend te zijn
IV WER
Vier grote regels :

1: Verbod op mededingingsbeperkende Afspraken ART 101 VWEU

Niet zomaar afspreken met andere ondernemingen in functionele zin , om mededinging te beperken

1) Afspraken : Overeenkomsten, besluiten en Oafg : bindende afspraak zijn


Onderling feitelijke afgestemde gedraging, geen overeenkomst maar de gedragingen zijn er,
stiekem, geen overeenkomst maar gedragingen zijn er wel

Als de prijzen spontaan parallel zijn, als er een verklaring voor is die kan zonder afspreken is het
goed

Horizontaal: op het zelfde niveau : aldi , lidl : kartel leggen prijzen vast

Verticaal : verschillende stadia productie

2) Besluiten onder ondernemingen in functionele zin


3) Die de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden
- Potentieel volstaat
- Anders nog nationaal mededingingsrecht
4) Het moet een merkbare verhindering, beperking of vervalsing van de mededinging zijn

Gevolgen

- Nietigheid van rechtswege= afspreken worden sowieso nietig verklaard u kan de afspraken
niet afdwinging bij de rechter
o Partieel nietig : een deeltje is maar nietig
- Boetes tot 10 % van de jaarlijkse omzet + dwangsom
- Schadevergoeding, slachtoffers de koper die teveel hebben betaald

UITZONDERINGEN VAN SANCTIES :

• De minimis-bekendmaking

- Horizontaal: niet > 10% marktaandeel

-Verticaal: niet > 15% marktaandeel

• Groepsvrijstellingen
- Algemene groepsvrijstelling verticale overeenkomsten

- Horizontale overeenkomsten: specifieke groepsvrijstellingen, bijv. voor R&D

• Individuele vrijstelling (“efficiency justification”)

- Verbetering van productie/verdeling of technische/economische vooruitgang

- Billijk aandeel van de voordelen voor de gebruikers

- Enkel onmisbare beperkingen, afspraken zijn nodig om dit effect te bereiken, enkel het absoluut
nodige

- Mededinging niet voor een wezenlijk deel uitgeschakeld

2: Verbod op misbruik van machtspositie art 102 VWEU

Enkel een machtspositie is oke maar dit misbruiken mag niet

Machtspositie = positie die een onderneming in staat stelt de daadwerkelijke mededinging op de


relevante markt te verhinderen

Sanctie : Zelfde als die bij afspraken enkel de nietigheid is niet van toepassing

3: Concentratie controle

Verschillende bedrijven worden 1

- Fusie
- Jointventure

Als u dit wil moet u dit meedelen met de mededinging- sautoriteit


4: Verbod opstaatssteun

Staat mag niet zomaar bedrijven steunen, haven belastingvoordeel mag niet

( behoudens eigen belangen)

Hoe kom je te weten dat dit plaats vindt ?


Handhaving : Art 101 102 VWEU
Verregaande sancties
Gedecentraliseerde handhaving door de nationale lidstaten
• met behulp van collectieve vrijstellingen

• Verregaande onderzoeksbevoegdheden

• Bijv. ‘dawn raid’ = op een onverwacht moment alles onderzoeken

Als u naar de commissie gaat en het verklapt krijgt u geen boete, als u als 2 de bekent dan krijgt u
halve boeten als u niet vertelt betaalt u volledig
marktpraktijken en consumentencontracten :CODEX VI WER (marktpraktijken en
consumentenbescherming) boek IV
Om consumenten en ondernemingen beschermen (concurrenten)

Definities :

‘Onderneming’ = functioneel ondernemingsbegrip (art. I.8, 39° WER) ( iedere natuurlijke,


rechtspersoon, economisch doel, duurzaam)

‘Consument’ = iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-,
bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen (art. I.1, 2° WER)

‘dienst’ (art. I.1, 5° WER)

‘goederen’ (art. I.1, 6° WER)

‘producten’ (art. 1.1, 4° WER)

1: informatie van de markt

Informatie naar de consument toe

art. VI.2 WER: Vooraleer een consument wordt gebonden moet u alle informatie ontvangen hebben

informatie naar de markt toe

art. VI.3-VI.16 WER:

Prijsaanduiding

• Benaming, samenstelling en etikettering van goederen en diensten

• Aanduiding van hoeveelheid

homogene dienst art I.8 WER : alle diensten waar alle eigenschappen identiek zijn bv kapper, man
vrouw, prijzen zijn aangeduid

2: reclame en verboden praktijken inleiding

“reclame”: art. I.8, 13° WER:

Alles wat je doet om een beetje meer te verkopen is reclame

“handelspraktijk”: art I.8, 23° WER:

Reclame is ook een soort handelspraktijk

Oneerlijke handels- marktpraktijken tegenover consumenten

Een grote algemene norm : in het algemeen dit mag niet :

- (art. VI.93 WER) : oneerlijke praktijken :


In strijd met professionele toewijding : dat soort elementen wordt verwacht gekend te zijn
voor onderneming I.8, 25° WER
Economisch gedrag wezenlijk verstoren : belangrijk genoeg verstoren art. I.8, 24° WER
 Besluiten over een transactie art I 8,28°
 Gemiddelde consument : rechtspraak
2 bijzonder algemene normen: specifiek :

A)Misleidende praktijken (art. VI.97 WER)

Twee voorwaarden :

- Misleidend zijn : onjuiste info geven, u geeft juiste info maar op zo een manier dat het
misleidend is
- Materialiteit toets, als je dit wist dan had je het niet gekocht

Pas op :

kan ook door bepaalde dingen niet meld die essentieel zijn, niet of te laat ‘omissies’ (art. VI.99 WER)

voorbeeld :

vrouw op de rommelmarkt : je maar het is voor het goede doel, maar die vrouw is geen
onderneming, dus dit geld NIET als misleidend

B)Agressieve praktijken (art. VI.101 WER)

- keuzevrijheid of vrijheid van handelen beperken + materialiteitstoets

Zwarte lijst : absoluut verboden : als je dit doet is het zowizo fout

- Doen alsof iets een speciale service is terwijl het wettelijk verplicht is (art. VI.100 WER)
(misleidende praktijken)
- Consument verkopen maar weigeren weg te gaan als die het vraagt Zwarte lijst (art. VI.103
WER) ( voor agressieve praktijken)
- Dingen toe sturen en dwingen te betalen : mag niet als ze zeggen vrijwillig betalen mag wel

Sancties:

• Nietigverklaring indien wilsgebreken

• Schadevergoeding op basis van art. 1382 oud BW, inbreuk wer

• In bepaalde gevallen: terugbetaling zonder teruggave van het product

- Rechter “verplicht” in gevallen opgesomd in art. VI.38, eerste lid WER: oneerlijke
handelspraktijken bedoeld in art. VI.100, 12°, 16° en 17° en art. VI.103, 1°, 2° en 8° WER
- Rechter “kan” in gevallen opgesomd in art. VI.38, en tweede lid WER

• Vordering tot staking (art. XVII.1 WER)


Oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen

Algemene norm: elke met de eerlijke marktpraktijken strijdige daad waardoor een onderneming de
beroepsbelangen van een of meer andere ondernemingen schaadt of kan schaden (art. VI.104 WER)

o Ondernemingsrechtelijke vertaling van art 1382


o Categorieën af te leiden uit rechtspraak en rechtsleer

Een inbreuk op de wet is een fout, schending wet : oneerlijke marktpraktijken: vordering tot staking
indienen

Categorieën die onder de grote norm vallen :

Verwarring: u maakt een concept volledig na, en zo komt er verwarring, men dankt dat men bij de
concurrent is

aanhaking , parasitair: probeert mee te genieten van voordelen van andere

vb : past bij espresso, ander merk capsulles, het mag geen uithangbord worden

Desorganisatie van andermans ondernemingsstructuur :

slecht making

- Roddelen over andere ondernemingen = slechtmaking

Behindering: de andere tegenwerking

- Vb de reclame affiches systematisch overplakken

Boycot : andere aanzetten ook slecht te zijn tegen hem

Medeplichtigheid aan contractbreuk : je weet dat je tussen een ander contract komt door zelf een op
te stellen

Weglokken van personeel en cliënteel

Marktbederf en auto-destructieve praktijken: zelf onder de kost verkopen zodat je de concurrent


weg kan concurreren omdat jij het langer kan volhouden

As u een schade vergoeding wil dan moet u dit kunne bewijzen

Nog kleine normen

Sinds 2019 (B2B-wet) ook kleine algemene normen

• Misleidende praktijken: art. VI.105 – VI.109 WER

• Agressieve praktijken: art. VI.109/1 –VI.109/3 WER

Zwarte lijst

• Indruk dat goed reeds werd besteld, of onduidelijke info over gevolgen (art. VI.106 WER)
• Internetgidsen (art. VI.107 WER)

• B2B afgedwongen verkopen (art. VI.109/3 WER), incl. ongevraagd toesturen

• B2B piramideverkoop (art. VI.109 WER) : verkopen om verder te verkopen

vergelijkende reclame:
definitie

= elke vorm van reclame waarbij een concurrent of goederen/diensten aangeboden door een
concurrent uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd (art. I.8, 14° WER)

Als er over de concurrent gesproken wordt is het als vergelijkende vergelijking, hoeft niet bij naam

Wij zijn de beste : vergelijkende reclame

- Toegelaten indien 8 cumulatieve voorwaarden vervuld (art. VI.17 WER):

1. Niet misleidend

2. Dezelfde behoeften: vergelijkbaar en substitueerbaar

3. Op objectieve wijze kenmerken vergelijken: wezenlijk, relevant, controleerbaar en representatief


4. Geen verwarring stichten

5. Geen schending van goede naam / kleinering

6. Als benaming van oorsprong: zelfde benaming

7. Geen oneerlijk voordeel (gebruikmaken van bekendheid van concurrent)

8. Niet voorstellen als namaak van beschermd handelsmerk

4. intellectuele eigendomsrecht

Direct marketing

Direct contact op nemen met klant om zo reclame te doen

Uitzonderingen : geautomatiseerde oproepensysteem( art VI 110 eerste lid WER) elektronische Post
opt in ( = toestemming geven) ( XII13 WER) ( art I18 2° WER)

3. Consumentencontracten
Contracten die een onderneming sluit met de consument

Consument in zwakkere positie tegenover onderneming

Regel 1 : telefoon oproepen en standaardopties ( art VI 40 WER)

U hebt een contract afgesloten en u belt achteraf nog eens om te vragen wnr ze gaan leveren

 Geen bijkomende kosten aanrekenen


U koopt iets en u moet nog 100 opties aan duiden die u moet betalen, van in het begin juiste prijs en
bij komende dingen moet u zelf kunnen aanduiden, nog niet ingevuld

Regel 2: Onrechtmatige bedingen

Overeenkomst tussen onderneming en consument = personele toepassingsgebied

Over wat gaat het = materieel toepassingsgebied

We kijken naar alles( bijkomende clausules) behalve de kern bedingen ( prijs en product) : als u iets
koopt dan moet u zelf beslissen over de prijs en product

Regels van de bedingen

- Transparant zijn (art. VI.37, §1 WER)


- Interpretatieregels
• Contra proferentem (art. VI.37, §2, eerste lid WER) tegen de regelvoordrager interpreteren
als ze onduidelijk zijn
• Handelspraktijken (art. VI.37, §2, tweede lid WER)

Algemene norm (art. I.8, 22° WER)

• Onrechtmatig beding = elk beding of elke voorwaarde in een overeenkomst tussen een
onderneming en een consument die, alleen of in samenhang met een of meer andere bedingen of
voorwaarden, een kennelijk (elk redelijk persoon vind dat) onevenwicht schept tussen de rechten en
plichten van de partijen ten nadele van de consument

Zwarte lijst (art. VI.83, 1°-33° WER)

• Clausules die eenzijdige wijziging van de overeenkomst mogelijk maken ( je mag niet zomaar
essentiële zaken veranderen)

• Exoneratie voor opzet of grove schuld (je bent altijd schuldig voor opzettelijke fout)

Sancties:

• Partiële relatieve nietigheid (art. VI.84, §1, eerste lid WER)

• Vordering tot staking (art. XVII.1 WER)

Regel 3: verlenging van dienstenovereenkomsten

Clausules ter stilzwijgende verlenging van dienstenovereenkomst

• Bescherming van de consument opnieuw door:

• Informatieverplichtingen (art. VI.91, §1 WER)

• Mogelijkheid van opzegging (art. VI.91, §2 WER)

Vb : Fitness jaarabonnement :

In stilzwijgende verlenging opzeggen op elk moment


Regel 4 overeenkomsten op afstand

Definitie art. I.8, 15° WER:

• overeenkomst tussen onderneming en consument

• in georganiseerd systeem voor verkoop of dienstverlening op afstand zonder gelijktijdige


aanwezigheid van onderneming en consument ( moet erop voorzien zijn)

• waarbij tot op en met inbegrip van het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten
uitsluitend gebruik wordt gemaakt van een of meer technieken voor communicatie op afstand

U krijgt 2 soorten bescherming :

Informatieverplichtingen Herroepingsrecht (= ik wil het eig toch ni)

Doelstellingen: informed consent + achteraf Regel: ‘bedenktijd’ van 14 dagen (art. VI.47
raadplegen WER)
• Welke informatie moet er gedeeld worden : • Uitzonderlijk 1 jaar (art. VI.48 WER)
Art. VI.45, § 1 WER • Uitzonderingen (art. VI.53 WER): geen
• Voorafgaande informatie: duidelijk en herroepingsrecht indien:
begrijpelijk (art. VI.46, § 1 WER) • Volledige uitvoering dienst met instemming
• Mogelijkheid om modelformulier te gebruiken consument
voor info over herroepingsrecht (art. VI.45, § 3• Goederen of diensten waarvan prijs
WER) schommelt
• Extra informatieverplichtingen bij bestelling • Bederfbare goederen
met betalingsverplichting (art. VI.46, § 2 WER) • Kranten e.d.
• Bevestiging op duurzame gegevensdrager (art. • Goederen volgens persoonlijke specificaties
VI.46, § 7 WER) • Audio & video en verzegeling verbroken
• Weddenschappen en loterijen  via
herroepingsformulier of andere
ondubbelzinnige verklaring
geen algemene vergoeding voor gebruik
(uitproberen mag)
• Opgelet: apart regime voor overeenkomsten op afstand met betrekking tot financiële diensten

Zowel onderhandelingen als het sluiten van het contract op afstand

Regel 5 : Overeenkomsten buiten verkoopruimten =/ verkoop op afstand, u onderhandelt met onder.

Overeenkomst buiten verkoopruimten = overeenkomst tussen onderneming en consument:

• die wordt gesloten / waarvoor aanbod werd gedaan in gelijktijdige fysieke aanwezigheid maar op
een andere plaats dan de verkoopruimten van de onderneming; of

• die gesloten wordt in de verkoopruimten of met behulp van een techniek voor communicatie op
afstand, onmiddellijk nadat de consument persoonlijk en individueel is aangesproken buiten de
verkoop ruimte in gelijktijdige fysieke aanwezigheid van de onderneming en de consument; of

• die gesloten wordt tijdens een excursie die door de onderneming is georganiseerd

Uitzonderingen (art. VI.66 WER):


• ‘Rondes’ met vast cliënteel (melk man)

• Verzekeringen (wel andere financiële diensten)

• Uitsluitend menslievend doel

• Consumentenkrediet

• Bescherming van de consument opnieuw door:

• Informatieverplichtingen (art VI.64 e.v. WER)

• Herroepingsrecht (art VI.67 e.v. WER)

Als je hoort dat een onderneming slechte reclame ovr u maakt : het moet snel gaan
Vordering tot staking :
• Kenmerken (art. XVII.1 j° XVII.7 WER)

• ‘Zoals’ in ‘kort geding’

• Voor de voorzitter van de ondernemingsrechtbank

• Uitspraak ten gronde

• Voor iedere inbreuk op het WER

- Zelfs indien strafrechtelijk beteugeld


- Zelfs nakend

• Door:

• Belanghebbende met rechtstreeks, actueel en persoonlijk belang (‘individueel belang’)

• Minister of directeur-generaal (‘algemeen belang’)

• Beroeps- of interprofessionele vereniging (‘ondernemingsbelang’)

• Consumentenverenigingen (‘consumentenbelang’)

• Tegen: Adverteerder >Uitgever >Drukker >Verdeler > Iedereen die er bewust toe bijdraagt dat de
reclame uitwerking heeft

Intellectuele eigendomsrechten

Vrijheid van onderneming -> principiële vrijheid van kopie

MAAR: intellectuele eigendomsrechten als uitzondering op die vrijheid (!)

Uit zondering , vorige zaken mogen ook niet ( aanhanging verwarring )

Iemand die iets uitvind of creëert dat die er voor wordt beloond : exclusiviteit

DUS :
Intellectuele rechten zijn privatieve subjectieve rechten die bij wet worden geformuleerd voor de
tijdelijke bescherming van een creatieve prestatie

Intellectuele eigendomsgoed : de creatie moet al gecreëerd zijn boek 11

1. ‘Creatieve prestatie’ een nieuw idee dat is uitgewerkt ( opgeschreven gemaakt)

-> Onlichamelijke zaak als voorwerp (=/ eigendomsrecht)

2. ‘Privatieve subjectieve rechten’

Exclusiviteitsrechten (‘verbodsrechten’): wettelijk monopolie

-> Publiciteitsmaatregelen om derden in te lichten

3. ‘Tijdelijke bescherming

-> Tijdelijk monopolie (soms hernieuwbaar)

4. ‘Bij wet’

Voorbeelden van die intellectuele eigendomsrechten

1. Auteursrechten

• Beschermen alle originele werken (bv. muziek, literaire werken, schilderijen, uitvoeringen,
plannen…)

• Ontstaan automatisch ( geen bepaalde registratie nodig)

2. Industriële eigendomsrechten

• Beschermen creaties die een economische rol spelen in het productie- en distributieproces (bv.
uitvindingen, geneesmiddelen, merken…)

• Ontstaan pas na formele registratieprocedure

 Octrooi : patent : Definitie: “een uitsluitend en tijdelijk recht toegekend om aan derden de
exploitatie te verbieden van [een] uitvinding” (art. XI.3 lid 1 WER)

Op wat : productie proces, voortbrengsel

Uitgesloten:

• Ontdekkingen en natuurwetenschappelijke theorieën en wiskundige methodes

• Esthetische vormgevingen

• Stelsels, regels en methoden voor het verrichten van geestelijke arbeid, voor het spelen of voor de
bedrijfsvoering, alsmede computerprogramma’s

• Planten- en dierenrassen (evt. wel kwekersrechten)

• Uitvindingen strijdig met openbare orde en goede zeden


Voorwaarden (art. XI.3 lid 1 WER)

1)Nieuwheid (art. XI.6 WER): geen deel uitmaken van de ‘stand der techniek’

• Stand der techniek = al hetgeen vóór indiening van de octrooiaanvraag openbaar toegankelijk is
gemaakt, als het al bestaat of beschreven =/ nieuw

2) Uitvinderswerkzaamheid (art. XI.7 WER): voor een deskundige niet op een voor de hand liggende
wijze voortvloeien uit de ‘stand der techniek’

3) Industriële toepasbaarheid (art. XI.8 WER): kunnen worden vervaardigd of toegepast op enig
gebied van de nijverheid, de landbouw daaronder begrepen

Drie mogelijke procedure

1) Nationaal octrooi
 Dienst voor de Intellectuele Eigendom (DIE)
2) Europees octrooi
 Europees Octrooibureau (EOB)
3) Internationaal octrooi (PCT-procedure)
 World Intellectual Property Organization (WIPO)

De titularis : de bezitter

De uitvinder zelf of zijn rechtsverkrijgende (art. XI.9 WER)

- Weerlegbaar vermoeden dat de aanvrager gerechtigd is het octrooi aan te vragen (art. XI.9
lid 3 WER)

• Uitvindingen door werknemers: vrij overeenkomen, anders:

- In het kader van arbeidsopdracht (‘dienstuitvindingen’) -> WG


- Buiten het kader van de arbeidsopdracht, maar met middelen van de werkgever
(‘afhankelijke uitvindingen’) -> WN (ev. mits vergoeding)
- Geen enkele band met de arbeidsopdracht (‘vrije uitvindingen’) -> WN

Waarom : wat krijg je door dit : rechten en plichten

Rechten van de octrooihouder

‒ Recht op exclusieve exploitatie

Recht op overdracht of licentie

‒ Recht om op te treden tegen inbreuken

- Inbreuken limitatief opgesomd in art. XI.29 WER


- Nuancering: uitputting

Plichten van de octrooihouder

‒ Plicht tot exploitatie


- Sanctie: dwanglicentie (art. XI.37-42 WER)

‒ Betaling van de jaartaksen

Merkenrecht

Def: Een merk is een exclusief recht op ‘een teken’

• dat dient om de producten en diensten van een onderneming te onderscheiden van deze
geproduceerd of verdeeld door andere ondernemingen = individueel merk

• dat dient om één of meer gemeenschappelijke kenmerken te onderscheiden van waren afkomstig
van of diensten verleend door verschillende ondernemingen = collectief merk : antwerpse handjes

Certificeringsmerken = 100 procent wol, kenmerken

• Soorten: woordmerk, beeldmerk, combinatie, soms geluiden, geuren

• Geografische draagwijdte?

• Beneluxmerk

• Gemeenschapsmerk (europa)

• Internationaal merk

Definitie individueel Benelux-merk: voorwaarden om kunnen we een merk krijgen?

• Vatbaar voor grafische weergave

• Onderscheidend vermogen (art. 2.1 BVIE) ‒ NIET louter beschrijvende tekens ‒ NIET vorm die door
de aard van de waar wordt bepaald ‒ Bijv. wél: wokkelzoutje ‒ Bijv. niet: design-luidsprekers in de
vorm van een potlood

Procedure

Depot bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (art. 2.5 BVIE)

• Onderzoek (art. 2.7 BVIE), o.m.:

• Vatbaar voor grafische weergave en onderscheidend vermogen

• Niet strijdig met openbare orde of de goede zeden

• Geen wapens, vlaggen en andere staatsemblemen

• Geen misleidend verband met de waar oproepen


• Geen verboden geografische aanduiding

• Inschrijving (art. 2.8 BVIE) en publicatie (art. 2.5 lid 5 BVIE)

• Oppositieprocedure (art. 2.14-2.18 BVIE)

• Geldingsduur: 10 jaar (verlengbaar) (art. 2.9 BVIE)

Rechten en plichten :

• Rechten van de merkhouder

• Recht op exclusief gebruik van het merk (art. 2.20 BVIE)

• Nuancering: uitputting (art. 2.23.3 BVIE) (p.m.)

• Recht op overdracht of licentie (art. 2.31-2.33 BVIE)

• Recht om op te treden tegen inbreuken (art. 2.20-2.22 BVIE)

• Plichten van de merkhouder

• Plicht tot gebruik van het merk binnen 5 jaar

• Sanctie: verval van het merk (art. 2.26.2.a BVIE)

• Verhindering van verwatering

• Sanctie: verval van het merk (art. 2.26.2.b BVIE)

• Betaling van de jaartaksen

Auteursrecht :

• Voor de auteur van een “werk van letterkunde of kunst” (art. XI.165 WER)
• Voorwaarden:

• Een “werk”

• Door de mens gecreëerd

• Origineel: ( combinatie van zaken ook origineel)

• Resultaat van intellectuele inspanning


• Niet noodzakelijk artistieke waarde

• Duur: 70 jaar na overlijden (art. XI.166 WER)

draagwijdte vd bescherming : 2 soorten rechten

1. Vermogensrechten (art. XI.165 §1 WER) 2. Morele rechten (art. XI.165 §2 WER)

• Recht om te reproduceren, verhuren, • Recht om het werk bekend te maken


uit te lenen, bewerken, vertalen… • Recht op vaderschap
• Recht om het aan het publiek mee te • Recht op eerbied
delen • Titularis:
• Recht om distributie toe te staan aan • Oorspronkelijke auteur
het publiek • Naam op het werk
• Recht om over te dragen of licentie •©
toe te staan • Werknemer?
• Bij beeldende kunst ook ‘volgrecht’ • Kan rechten overdragen, maar
(art. XI.175 WER) (elke keer het verder enkel vermogensrechte
wordt verkocht krijg je een procentje )
• Uitzonderingen
• Citeren
• Privégebruik
• Karikatuur, parodie of pastich

Examen vraag :

Een ngo die zich inzet voor kinderrechten in Afrika koopt online tien dozen mandarijnen van een bio-
fruithandelaar als eindejaarsgeschenk. De dozen worden geleverd, maar ondertussen is er intern
protest omdat de leverancier geen ‘fair trade-garantie’ geeft. Kan de ngo de mandarijnen nog
terugsturen? Verwijs naar de relevante rechtsregels, leg uit en pas toe.

Kwalificeer : consument of onderneming

 Allebei : handelspraktijken
 Overeenkomst op afstand
 Maar bederf baar : uitzondering

Het mag niet terug gestuurd worden

Les 4 : het insolventierecht : insolventieprocedure


Stoppen met een onderneming

Faillissementen is een voorbeeld van het insolventie recht

Gerechtelijke organisatie

 Ondernemingsrechtbank

Artikels kunnen citeren


Faillissement is een procedure om een onderneming uit de markt te halen : de rotte appels eruit
halen

U kan ook een vennootschap stoppen : ontbinding en vereffening : niet perse faillissement

• Doelstellingen van het insolventierecht

• Twee traditionele doelstellingen:

• Collectief verhaal door de schuldeisers (beschermen van schuldeiser en andere)

• Verwijderen van de insolvabele schuldenaar (proper afronden, eerlijk)

Twee moderne doelstellingen:

• ‘going concern-waarde’ bewaren (als geheel proberen verkopen, terwijl het nog werkt)

• Ondernemer niet ontmoedigen na eerste tegenslag ( als het een keer faalt mss 2x niet )

• Drie “fases”:

• Preventief: Opsporing door “kamers voor ondernemingen in moeilijkheden”

 Depistage onderzoek, handels onderzoek : zoeken naar ondernemingen die slecht voor staan
Info in het regsol (data bank) verzamelen: centraal register van solvabiliteit : rode knipper
lichten
 Preventie : proberen te vermeiden dat je in insolventie terecht komt

• Curatief: Gerechtelijke reorganisatie

 Men wil u proberen genezen, het oplossen er zijn al moeilijk heden


DUS : gerechtelijke reorganisatie, schuldeisers kunnen niet zomaar schuld opeisen, even
extra tijd, soepeler zijn, schuldeisers niet zomaar beslag leggen op goederen

• Palliatief: Faillissement

 Stukken van de onderneming verkopen, curator : een ondernemer heeft niet veel meer te
zeggen

Failissement vs gerechtelijke reorganisatie

Gelijkenissen

• Onderneming in moeilijkheden

• Onderneming in formele zin

Verschillen

• Doel: afwikkeling vs. voorkomen faillissement

• Collectieve uitvoering vs. bescherming tegen uitvoering


• Verhoudingen schuldeisers gefixeerd vs. grote vrijheid

• Aanstelling curator vs. debtor in possession

• Voorwaarden: duurzaam ophouden betalen en geschokt krediet vs. continuïteit bedreigd

• Initiatief: ook schuldeisers vs. (in beginsel) enkel schuldenaar

DEEL 2 FAILLISSEMENT :

STAP 1 : aangifte / dag vaarding

Niet iedereen zomaar failliet procedure

Voorwaarden (art. XX.99 WER)

1. ‘Onderneming’ in de FORMELE zin van art. I.22, 7°/1 WER (verwijst naar art. I.1, 1° WER)
✓ Ook na ontbinding en (tot 6 maanden) na vereffening (rechtspersoon)
✓ Ook (tot 6 maanden) na overlijden (natuurlijke persoon)

2. Staking van betaling en geschokt krediet

• Staking van betaling = duurzaam ophouden opeisbare schulden te betalen=/tijdelijk


liquiditeitproblm

• Geen louter voorbijgaande toestand van gebrek aan liquiditeit


• Niet noodzakelijk meer passiva dan activa
• Niet noodzakelijk alle schulden onbetaald

3. Geschokt krediet = schuldeisers weigeren in het algemeen nog krediet te verlenen


Ik vertrouw u niet meer

Samenhang : stoppen met betalen is geen lening geen lening is stoppen met betalen

VOLDAAN ? nog niet failliet het is constitutief : pas als de rechter het zegt is het zo

• Initiatief

• Aangifte door gefailleerde ( u zelf aangeven) : verplicht (art. XX.102 WER j° art. 489bis, 4° Sw.)µ

 raad van betstuur bij miet bv, bij andere zelf aangeven

• Aangifte ≠ bekentenis, niet in u nadeel, als het toch niet failliet is dan is er niets aan
de hand

• Binnen één maand na staking van betaling , verplicht u zelf aan te geven

• Elektronisch of, indien niet mogelijk, neerlegging van een akte ter griffie
• territoriaal bevoegde ondernemingsrechtbank = rechtsgebied waar het COMI is
gelegen (art. XX.12, §1 WER)

• Dagvaarding door bepaalde andere personen: facultatief

• Door Openbaar Ministerie ( kamer zeggen alles staat op rood)

• Door schuldeiser(s) ( banken, overheid, …) je dagvaarding de onderneming door dat


een zekere schuldvordering niet betaald word er mag geen ernstige betwisting harde twijfel

Niet nodig dat die opeisbaar is, anders loopt het mss te erg af

Eventueel preventieve ontneming, beheer :

Nadeel : als dat rond gaat iedereen springt erop om schuld terug te vragen

Je mag u eigen goederen niet meer beheren, anders schenk je snel alles weg

Facultatief ( = eventueel)

• Voorwaarden

• Volstrekt noodzakelijk, na 21 dagen vragen naar dagvaardingen

• gewichtige, bepaalde en met elkaar overeenstemmende aanwijzingen dat de voorwaarden


van het faillissement vervuld zijn (art. XX.32, §1 WER)

Gevolgen

• Aanstelling voorlopige bewindvoerder

• Handelingen met derden door onderneming na ontneming = niet tegenwerpelijk aan de boedel
( eigendommen en schulden) (de handeling is niet tegenwerpenlijk, we doen alsof je dat niet hebt
weg geschonken)

• Als derde kennis had (hij weet het) van ontneming: alle handelingen (niet verplicht indien
boedel verrijkt)

• Als derde geen kennis had van ontneming: handelingen van één der drie categorieën bepaald
bij art. XX.111 WER : alleen verdachte handelingen worden tegenwerpelijk

- Verdacht : onder zeer lage prijs, Gratis, om niet

- Betaling van niet vervallen schulden, voorrang geven aan bepaalde schuldeisers

- De schulden betalen door iets dat niet geld is : andere goederen, bv een huis

- Alle bedongen hypotheken of panden, u gaat u huis geven aan bepaalde schuldeiser in pand,
geeft meer zekerheid

U bent nog niet met faillissement maar je kan toch niet over je eigen goederen beschikken

Drm sterke voorwaarden


STAP 2 : Faillissementsvonnis

Rechtbank oordeelt is hij failliet ? ja ? gezag van geweizen Erga omnes : voor iedereen gevolgen : de
gefailleerde

Nee ? geen gezag erga omnes : andere kunnen opnieuw proberen hem failliet te verklaren

Gezag is constitutie : het is door het vonnis dat het proces van start gaat, gevolgen van het
faillissement starten hier

1 e gevolg:

collectief beslag en samenloop

➥ Schuldeisers nemen collectief verhaal op activa van de gefailleerde

NIET Iura vigilantibus-beginsel (“First come, first served”) normale leven, u gaat met

beslag = gerechtsdeurwaarder op bezoek en neemt beslag op goederen, ieder voor zich, de sterkste
wint

WEL Fixatiebeginsel , er is een samenloop iedereen vraagt samen hun schuld en freeze

• Onderlinge rangorde gefixeerd: geen nieuwe zekerheden

• Gelijkheid binnen dezelfde rang ⇨ Faillissementsboedel met aan het hoofd de curator: ordentelijke
vereffening

2 e gevolg: buitenbezitstelling vd gefailleerde vanaf dag van faillissementsvonnis

➥ Gefailleerde verliest beschikkingsrecht en recht om in rechte op te treden, niet beschikken over


eigenvermogen =/ preventie ontneming, nu

➥Verregaande gevolgen:

• Briefwisseling wordt afgegeven aan de curator (art. XX.143 WER)

• Gehoor geven aan alle oproepingen (art. XX.146 WER)

• Faillissementsmisdrijven mogelijk (art. 489 Sw.) : niet op komen opdagen bij afspraken met
currator

MAAR: nuanceringen, beperkingen

• Niet ‘eeuwig’: enkel voor de duur van het faillissement

• Niet ‘volledig’: gefailleerde behoudt zeggenschap over bepaalde goederen

• Goederen voor persoonlijk gebruik en levensonderhoud (art. XX.141 WER)

• Niet voor beslag vatbare sommen (art. 1409-1412 Ger.W. en art. XX.110, §3 WER) =
minimum loon, leefgeld
• Nieuwe (zelfs commerciële) activiteit mogelijk: nieuwe schuldeisers voorrang op
oude, enkel neto opbrengsten worden opgenomen er blijft altijd genoeg geld in de
nieuwe onderneming

• Rechten die uitsluitend aan de persoon zijn verbonden, vaderschap herkennen,


echtscheiding

3e gevolg: aanstelling curator

• Twee hoedanigheden (‘Janus-kop’) : een hoofd met 2 gezichten, treed op in 2 hoedanigheden

1. Curator = vertegenwoordiger van de gefailleerde

2. Curator = vertegenwoordiger van de gezamenlijke schuldeisers hij regelt collectief beslag

• Persoonlijke vorderingen krijgen zakelijke werking

• Uitvoering in natura uitgesloten, kan niet zomaar worden uitgevoerd, de curator mag niet
zomaar leveren : bevoordelen van die schuldeiser

• Herstelbevoegdheden ter ‘wedersamenstelling’ van de boedel : als er activa is weg


geschonken, verdwenen kan hij dit terug halen

• Aansprakelijkheidsvorderingen gelinkt aan faillissement (bv. oprichtersaansprakelijkheid


wegens ontoereikend kapitaal)

• Onder toezicht van de rechter-commissaris van de insolventierechtbank (= de territoriaal


bevoegde ondernemingsrechtbank)

4 e gevolg, i.v.m. bestaande overeenkomsten

• Alle schulden onmiddellijk opeisbaar

➥Gefailleerde verliest voordeel van de tijdsbepaling (art. XX.110, §1 WER j° art. 1188 BW)binnen
5 jaar nu maar ook binnen een week nu, iedereen is gelijk

➥Interesten worden gestuit (art. XX.117 WER) WEL t.a.v. de boedel NIET t.a.v. de gefailleerde
( alle intresten worden gestopt : als ik schuld iet kan betalen, intresten op die schuld : dit stopt

• Geen einde aan overeenkomst, maar:

• Wel einde indien contractueel overeengekomen, vaste leveringen stoppen

• Wel einde indien overeenkomst intuitu personae, ze willen niet met de curator handelen

• Curator kan overeenkomst beëindigen

• Geen uitvoering in natura meer

Gevolg 5 : Vaststelling datum staking van betaling : sinds wnr bent u in staking van betaling ?

• Regel: datum staking van betaling = datum vonnis van faillietverklaring , de rechter zegt het
• Uitzondering: datum staking van betaling vervroegd (in apart vonnis) indien ernstige en
objectieve omstandigheden die aantonen dat de betalingen eerder zijn opgehouden

➥ Vervroeging mogelijk tot max. zes maanden voorafgaand aan het vonnis van
faillietverklaring (art. XX.105, zesde lid WER)

⇨‘Verdachte periode’ tussen staking van betaling en vonnis van faillietverklaring, men kon al weten
dat hij failliet is en drm doet hij dingen weg geven, of andere handelingen die verdacht KUNNEN zijn

Dag van verklaart door de rechtbank en staking van betaling, kan nul dagen zijn

• Uitnodiging schuldeisers tot aangifte schuldvorderingen

• Bekendmaking van het vonnis via:

• Publicatie in het Belgisch Staatsblad en ev. in ‘lokale bladen’ (art. XX.107 WER)

• Bericht in register en rondschrijven door curator (art. XX.155 WER)

STAP 3 : Aangifte en verificatie van schuldvorderingen

• Schuldeisers dienen schuldvorderingen (tegen een bepaalde datum vastgelegd in vonnis van
faillietverklaring) (art. XX.155 WER)

➥Curator registreert schuldvorderingen in tabel (art. XX.164 WER)

• Curator verifieert ingediende schuldvorderingen (art. XX.158 WER) ( klopt het wel)

• Curator geeft aan of hij de vordering aanvaardt of betwist

• Curator geeft aan of hij een voorrecht (geheel of gedeeltelijk) toekent of niet

➥Curator legt proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen neer op de griffie van de
insolventierechtbank (art. XX.160 WER)

Bepaling, Wedersamenstelling passief :

Wat is de rangorde ?

1. Schuldeisers met zakelijk zekerheidsrecht of bijzonder voorrecht m.b.t. hun onderpand


(‘separatisten’) ( zakelijk recht, recht op een onroerend goed)

• Hypothecaire schuldeisers (onroerende goederen)

• Pandhoudende schuldeisers (roerende goederen)


• Schuldeisers met een bijzonder voorrecht : voorrecht op specifieke zaken

• Schuldeisers die recht hebben op schuldvergelijking

• Schuldeisers die zich de eigendom hebben voorbehouden, ik lever je al maar zo lang je niet
betaald blijft het mijn eigendom

>2. Schuldeisers van schulden van de boedel (‘boedelschulden’) m.b.t. alle boedelgoederen

Schuld die de curator is aan gegaan voor het beheer van het schuld, maakt de curator tijdens het
faillissement die krijgen bijzondere bescherming om mss nog in going in concern te verkopen

> 3. Schuldeisers in de boedel:

1. Schuldeisers met een algemeen voorrecht ( voorrecht op alle goederen) m.b.t. het
voorwerp van hun voorrecht, bv ziekenhuis en begrafenis : menselijkheid dei worden zwz
terug betaald
2. Schuldeisers zonder voorrecht ( geen bescherming) (= ‘chirografaire schuldeisers’)
pondspondsgewijs in verhouding tot de omvang van hun schuldvordering (art. 8 Hyp.W.)
Evenredigheid van de vordering: allemaal zelfde procent van de vordering terug krijgen

Oefening :

Gefailleerde heeft totaal 1000 euro

300 schilderij

700 Cash

3 schuld eisers
1: 600 euro 2: 400 3: 400 4 :300 maar een pand op het
schilderij

Wie krijgt wat : Stap 1: is er genoeg cash om schuld vord te betalen ?

Pons pons regel : tenzij er rang regel is Eerst rang regel dan ponspons gewijs

300 euro naar 4

Voor de rest iedereen gelijk : 300 naar 1, 200 naar 2, 200 naar 3

Stel het schilderij was maar 200 euro dan krijgt ze die driehonderd en de rest hoort ze bij de
ponspons verdeling

wat doen we met het actief (Weder)samenstelling actief

➀ Samenstelling van het actief (art. XX.110, §3 WER)

• Actief van de failliete boedel =

✓Goederen van de gefailleerde

✓ Tegenwoordige goederen
✓ Goederen die ‘terugkeren’ naar de boedel (art. XX.111-115 WER)

✗ Goederen die niet voor beslag vatbaar zijn via verklaring (art. 1409-1412 Ger.W.) of
krachtens de wet (art. XX.110, §3 WER)

✓Aansprakelijkheidsvorderingen van de gefailleerde

✗ Aansprakelijkheidsvorderingen wegens onrechtmatige daad voor schade verbonden aan


de persoon van de gefailleerde, moord poging op gefailleerde schade vergoeding voor
gewonde blijft voor hem

✓Aansprakelijkheidsvorderingen van de boedel zelf (‘boedelvorderingen’) (bv.


faillissementspauliana)

➁Wedersamenstelling van het actief (art. XX.110-114 WER)

• Indien handeling (‘door’ of ‘aan’ gefailleerde) gesteld na faillietverklaring

➥Niet tegenwerpelijk (art. XX.110, §1 WER)

• Indien handeling gesteld vóór faillietverklaring: binnen verdachte periode?

➥Regel: tegenwerpelijk (art. XX.114 WER)

➥Uitzondering: niet-tegenwerpelijk via ‘(gewone) faillissementspauliana’ ( = schuldeiser zegt


dat ge failliseerde foute handelingen heeft gedaan en heet expres geschonken om hem niet te
betalen) = bedrieglijke benadeling

• Ongeacht wanneer handeling wordt gesteld: ‘gewone’ faillissementspauliana (art.


XX.114 WER)

➥Te bewijzen door curator: bedrieglijke benadeling van de rechten van de


schuldeisers

Verdachte periode niet van belang, je voelde het al aankomen en hebt drm dat gedaan hebt

• Indien handeling gesteld in verdachte periode: ‘vereenvoudigde’ faillissementspauliana

Is eenvoudiger, want gebeurt tijdens de verdachte periode

• Bepaalde handelingen in elk geval niet-tegenwerpelijk (art. XX.111 WER): rechter geen mening

1. Handelingen om niet of tegen een onredelijk lage prijs

2. Betalingen wegens niet-vervallen schulden of betalingen anders dan in geld

3. Hypotheken of pand wegens voordien aangegane schulden, bv betalen met huis

➥Te bewijzen door curator: bestaan van een der bovenstaande handelingen

• Bepaalde handelingen facultatief niet-tegenwerpelijk (art. XX.112 WER) indien: loesch maar kan
nog oke zijn rechter heeft een mening
1. Alle betalingen wegens vervallen schulden

2. Alle andere handelingen onder bezwarende titel

➥Te bewijzen door curator: kennis door derde, te goeder trouw?

⇨Niet-tegenwerpelijkheid tgo hele boedel

STAP 4 : de vereffening (verkopen van activa) en verdeling

• Vereffening (art. XX.166 WER)

1. Verkoop van alle activa

2. Vergadering van rekeninggeving 1. Vereenvoudigde rekening van de curator

➥ Goedkeuring = kwijting

2. Saldo uitgedeeld over de schuldeisers (‘dividend’)

• MAAR Indien actief ontoereikend voor beheer en vereffening = Curator stelt vast dat er te weinig
geld is om zich zelf te betalen, zijn werk zou meer kosten dan op brengen

➥Summiere rechtspleging tot sluiting van het faillissement (art. XX.135 WER)

 We stoppen er mee, de hunt is geopend, rule of the jungle eerst is eerst

STAP 5 : sluiting van het faillissement:

Sluiting van het faillissement (art. XX.135 c.q. 171 WER):

• Einde bewind curator

➥ Gefailleerde natuurlijke persoon opnieuw aan het hoofd van zijn vermogen

➥ Gefailleerde rechtspersoon ontbonden en vereffening

• Schuldeisers hersteld in hun rechten

TENZIJ: kwijtschelding (!) = fresh start

• Kwijtschelding (regel)

• Verzoekschrift tot kwijtschelding door gefailleerde (art. XX.173, §2 WER)

✓ Natuurlijke persoon (art. XX.173, §1 WER)

✗ Rechtspersoon (art. XX.172 WER) ( verdwijnt)

• Kwijtschelding ‘zal’ worden toegekend, tenzij ‘kennelijk grove fouten’ begaan die hebben
bijgedragen tot het faillissement

• Kwijtschelding geldt niet voor:


• Onderhoudsschulden ( geld voor kinderen en echtgenoot)

• Schulden tot herstel van schade uit overlijden of aantasting lichamelijke integriteit
( verminken, verkracht -> stafrechtelijk)

• Boedelschulden

= loon curator, schuldeiser van de boedel

Kennelijk grove fouten begaan ?

• Beroepsverbod (facultatief) (art. XX.229 WER)

• Rechter ‘kan’ beroepsverbod opleggen aan:

• gefailleerde

• (feitelijke) bestuurders wiens ontslag niet één jaar voor het faillissement is
bekendgemaakt

• Beroepsverbod kan alleen indien gefailleerde door kennelijk grove fout bijgedragen heeft
tot het faillissement ( ontslag 1 jaar voor faillissement in het staatsblad staan)

⇨Veroordeelde mag bepaalde beroepen niet meer uitoefenen

➥Duur: max. 10 jaar (art. XX.229, §5 WER)

• Rehabilitatie ( u gedraagt zich poeslief) mogelijk indien alle restschulden betaald (art. XX.237-241
WER)

DEEL 3 GERECHTELIJKE REORGANISATIE :

 Willen de continuïteit van de onderneming behouden

Gericht op bescherming van schuldenaar naar schuldeiser

Portaal procedure :

1) Minnelijk akkoord
2) Collectief akkoord = reorganisatie plan
3) Overdacht onder gerechtelijk gezag

Wie neemt initiatief

- Schuldenaar zelf :Aangifte door schuldenaar: facultatief (art. XX.84 WER) ( faillissement)

• Dagvaarding door bepaalde andere personen: facultatief

• Door Openbaar Ministerie

• Door schuldeiser(s)

• Door belangstellende voor het geheel of een gedeelte van de onderneming

Vanaf aangifte meteen beschermt tot het vonnis : kiest of het wordt verlengt

• Moratorium (ook voor separatisten en schuldeiser-eigenaar!) opschorting van betaling

• Geen faillietverklaring mogelijk

• Geen gerechtelijke ontbinding mogelijk

• Geen beslag of tegeldemaking mogelijk (wel verwerving uitvoerbare titel)

⇨ Geen samenloop, geen boedel, geen fixatie en geen buitenbezitstelling (‘debtor in possession’)

➥Schuldenaar handelt zelf onder toezicht van de insolventierechtbank

• Gerechtsmandataris of voorlopig bestuurder mogelijk in ernstige gevallen

• Ondernemingsbemiddelaar mogelijk om akkoord te vergemakkelijken

Voordeel : geen kosten van een curator

U mag u schuldeiser ongelijk behandelen en beschermt tegen de pauliana

U moet het wel verantwoorden

Voorwaarde:

Onderneming in formele zin

continuïteit van de onderneming bedreigd ⇨Vonnis tot opening van de procedure van gerechtelijke
reorganisatie

niet voldoen aan voorwaarden faillissement want dan krijg je faillissement

• Schulden worden niet onmiddellijk opeisbaar ( faillissement)

➥ Interesten worden niet gestuit

• Geen einde aan overeenkomst, maar:


• Geen gedwongen uitvoering in natura (≈ faillissement)

• Schuldenaar kan overeenkomst beëindigen (≈ faillissement) opschorten, stopzetten

➥Contractuele wanprestatie, dus schadevergoeding verschuldigd aan tegenpartij

• Schuldenaar kan uitvoering opschorten indien noodzakelijk voor ( faillissement):

• Reorganisatieplan

• Overdracht onder gerechtelijk gezag

De drie deuren :

➀ Minnelijk akkoord (art. XX.65 WER)

Voorwaarden :

• Minnelijk akkoord met minstens twee schuldeisers (om liquiditeit te verbeteren, extra tijd)

• Onder toezicht van de rechter ⇨Homologatie van het akkoord door de rechter

➥ Niet-toepassing van art. 1328 BW en art. XX.111, 2°-3° en XX.112 WER, dus:

• Handelingen ter uitvoering wel tegenwerpelijk aan de boedel

➁ Collectief akkoord (art. XX.67 e.v. WER)

• Plan dat alle (ook niet-instemmende) schuldeisers bindt ( minnelijk akkoord)

• Beschrijvend gedeelte : staat van de onderneming hoe denk je rendabiliteit gaat behandelen

• Bepalend gedeelte: maatregelen om de schuldeisers te voldoen : hoe behandel ik schuldeisers

➥ Uitvoeringstermijn max. vijf jaar

• Onder toezicht van de rechter ⇨Homologatie van het akkoord door de rechter (art. XX.79 WER)

• Goedkeuring indien meerderheid van de aanwezige schuldeisers (die de helft van alle verschuldigde
bedragen vertegenwoordigen) voor stemmen

• Homologatie ( rechtbank goedkeuring ) tenzij pleegvormen niet nageleefd of schending openbare


orde

➂ Overdracht onder gerechtelijk gezag (art. XX.84-97 WER) ( er moet continuïteit blijven)

• Instemming van de schuldenaar

• Onder toezicht van gerechtsmandataris

⇨ Vonnis door de rechter (art. XX.85 WER)

• Gerechtsmandataris wint offertes in voor overname

• Gerechtsmandataris vraagt rechter om machtiging voor uitvoering verkoop


• Gerechtsmandataris vraagt rechter om sluiting reorganisatie

➥ Bevrijding van verkrijger voor alle andere verplichtingen dan die welke in de akte van overdracht
zijn vermeld (art. XX.95, tweede lid WER)

➥ Kwijtschelding van schuldenaar voor alle restschulden

• Kwijtschelding geldt niet voor:

• Onderhoudsschulden

• Schulden tot herstel van schade uit overlijden of aantasting lichamelijke integriteit

• Boedelschulden (Cass. 5 oktober 2007)

Examen vragen :

Antw : C

atnw : D

You might also like