Notulen workshop dansspetters: 60 minuten

Verschillende werkvormen

Kopiren
Maria Spet begint met de hele groep in een grote kring. De eerste vorm die
zij gaan doen gaat over stoppen en doorgaan. Zij heeft het over de directe
methode, die je vooral bij kleuters veel gebruikt. Ik doe en jullie doen mee.
Laat kinderen hierbij goed luisteren naar de muziek want die vertelt
eigenlijk al wat je moet doen.
Samba stop! (zo heet het lied ook)
Nu gaan ze bewegen door de ruimte. Bij een stopteken is het de bedoeling
dat de studenten omdraaien. Bij de vervolgopdracht laat ze de studenten
bij iedere pauze in het lied draaien (in n beweging draaien). Maria Spet:
Begin bij jonge kinderen niet aan dit soort variaties voordat ze aan de
muziek gewend zijn. Dit is een leuke vorm om te gebruiken in de klas
wanneer jouw kinderen inkakken in de les. Je kunt je neus als eerst
gebruiken als uitgangspunt(als reisleider!) om te draaien. Als vervolgstap
zou je een ander lichaamsdeel kunnen gebruiken. Je verandert dus steeds
de reisleider.
Stop en go:
Tel tot drie en dan ren je zo hard mogelijk naar iemand toe om te vragen of
hij of zij met jou wilt dansen. Dit doe je niet met de persoon naast mij.
Maria Spet: Het bultmoment waarop kinderen kijken naar jou en elkaar
alsof je gek bent. De vervolgstap is dat de eerste persoon eerst nee moet
zeggen. Op de volgende persoon moet je dan weer ja zeggen.
Wekker?:
Het lied voor deze vorm heet Tijd. Dit gebeurt in tweetallen. De docent
kiest of nummer 1 of 2 begint met voorop lopen. Op het moment dat je
een stuk hoort waarop het lied als het ware wegvalt, stopt het lopen en
mag de voorste een stukje van zijn lijf bewegen. De andere student kijkt
welk deel dit is en kopieert dit. Wanneer de studenten beginnen laat Maria
Spet ze eerst goed letten op het ritme. Er wordt kort bewogen op zowel het
langzame als het snelle ritme. Om te beginnen blijven ze even staan om te
laten zien of zij het ritme horen. Wanneer de muziek dus stopt doet de
achterste een kleine beweging. Bij het opnieuw beginnen van de muziek
wisselt nummer 1 met nummer 2 van plaats. De vervolgstap is om een
richting op te springen op een bepaalde klank in het lied (soort boem) en
hierna kun je ervoor kiezen om elkaar in tweetallen te blijven aankijken en
hierop te baseren of je wegspringt of naar elkaar toe springt. Hierna
worden te sprongen uitbundiger gemaakt en probeer je in tweetallen met
elkaar te concurreren.
Stempelkussen
Eerst manieren doorspreken maar niet voordoen. Viertallen. Eerst begin je
met een lage lijn waaronder ze moeten kruipen bijvoorbeeld. Daarna
pikken ze elkaars beweging. Het tweede viertal kijkt naar hen en kiest
welke beweging zij kopiren van het groepje voor hun. Differentiren in
slowmotion en snel. Voor een beweging kun je kinderen een naam voor
een beweging laten bedenken zoals een kruip-duik. Hoe gekker de naam
des te leuker het wordt. In tweetallen. De ene voert een beweging uit en
de andere kijkt goed welke lichaamsdelen er worden gebruikt en verzint
een naam hierover. Je kunt de betekenis van de beweging onderscheiden
in hoe het eruit ziet en hoe het klinkt.