Lesvoorbereiding Triolen

Lesdoelen

-leerlingen begrijpen het ritmisch figuur en kunnen dit plaatsen op een of meerdere pulsen in een
binaire maatsoort.
- leerlingen weten hoe het ritme genoteerd wordt, kunnen het benoemen en zelfstandig uitvoeren.
- Leerlingen kunnen dit nieuwe ritme uitvoeren in combinatie met andere gekende ritmes.
- Leerlingen kunnen dit nieuwe ritme herkennen in combinatie met andere gekende ritmes.

Lesmateriaal
- Opname: Ik hou van u – Noordkaap (youtube/spotify/CD)
- Bord + krijt
- Bordstappenplan
- Ritmeoefening 1 op smartbord
- Ritmeoefening 2 op smartboard
- Dictees

Lesverloop

Inleiding
We beginnen de les met luisteren naar een stukje van ‘Ik hou van u’ van Noordkaap.
Opdracht 1:
- Welke instrumenten hoor je?
- Welke instrumenten spelen de melodie?
- Welke instrumenten spelen de begeleiding?
Overlopen van de antwoorden.
Opdracht 2:
- Rechtstaan en meebewegen. (wiegen)
- Ritme van de begeleiding meeklappen op de borst .
Uiteindelijk meedoen en zorgen dat de hele klas mee is.
Opdracht 3:
- Op het bord staat reeds stap 1. Een lln mag het ritme van de begeleiding komen invullen op
het bord. Als het juist is wordt dit dan stap 2.

Aanleren van het nieuwe ritme

Stap 3: De lln voelen een maat van 6/8 ook vaak in 2. Dat hebben we gezien doordat ze heen-en weer
wiegen op het lied. We maken dus de overgang van 6/8 naar 2/4.
Stap 4: Vervolgens wordt het ritme uit stap 2 gekopieerd en in de maat van 2/4 geplaatst. We
proberen dit te zeggen op NA met maatslag . De lln zullen opmerken dit niet helemaal klopt.
Stap 5 en 6: We verdelen de maat onder in 4 de noten en 8ste noten. We zeggen het ritme op NA met
maatslag.
Stap 7: We gaan terug naar stap 4 maar tekenen nu het boogje en de 3 boven de noten. We
vertellen dat dit ritmisch figuur ‘Triool’ heet en dat alle noten even lang klinken. Dit hoor je goed als
we zeggen TRI-OO-LA. We proberen dit een paar keer.

Stappenplan bord
Hier zien we het plan naast elkaar. Om het visueel duidelijk te maken noteren we deze maten op het
bord onder elkaar.

Werkvorm 1

We projecteren volgende afbeelding op het bord.

Hier kunnen we volgende oefeningen mee doen:

1. Maatslag meeslagen en van begin tot eind op NA-TRIOLA-RUST
2. Rechtstaan, stappen in 2 en het ritme klappen. Bij een rust de handen openen.
3. Klein slagwerk gebruiken om de ritmes te spelen
Variaties op de oefening (zowel bij 1 als 2):
1. Van achter naar voor
2. Lijnen omwisselen
3. Telkens een maat aanduiden
4. Slangetje door de klas en elke lln doet 1 maat
5. Oef 1 en 2 combineren: Meestappen en eerst het ritme zeggen, nadien klappen.
6. Een lln kiest een maat, doet deze voor en de anderen doen het na

Werkvorm 2

Alle leerlingen krijgen een partituur. Ze krijgen tijd om alle triolen (van 8 ste noten) aan te duiden.
(Omcirkelen of kleuren). Door de onvolledige triolen mogen ze een groot kruis zetten.
Nadien wordt een groot voorbeeld geprojecteerd op het bord.

Net zoals in werkvorm 1 gaan we de partituur (of een deel ervan) ritmisch klappen. Ze mogen
rechtstaan en meestappen. Bij een onvolledige triool mogen ze de armen kruisen. Bij een rust armen
open.
Werkvorm 3

We houden dictees van 4 maten. Nadien wordt er gezamenlijk aan bord verbeterd.
 1. De leerkracht klapt het ritme.
2. De leerkracht speelt het ritme op 1 noot op de piano.
Variatie op de oefening:
1. De lln noteren zelf een dictee van 4 maten en ze mogen de triool, 4 de noten en 4de rusten en
8ste noten gebruiken. Enkele lln kunnen dit voor de klas brengen.
2. Ze worden verdeeld in groepjes van 4 lln. Ze mogen hun dictees voor elkaar doen en
gezamenlijk verbeteren. (Dit kan als de klas ruim genoeg is)

Werkvorm 5

De leerlingen worden verdeeld in groepjes en krijgen verschillende slagwerkinstrumentjes. Ze maken

samen een werkje van 8 maten waar volgende ritmes/tekens in voorkomen:

Hele noot / 4de noot / 8ste noot/ Triool

Hele rust / 4de rust / 8ste rust

Nadien mogen ze dit voorbrengen voor elkaar.

Luisteropdracht voor de andere kinderen kan zijn: hoeveel triolen/rusten/… gebruikten ze in hun
stukje?