Professional Documents
Culture Documents
Beginsituatie
Voorkennis
Voorkennis
Bewegingsvlak: De leerlingen hebben de voorbije 2 jaar verschillende vrije sprongen aangeleerd gekregen. Daarnaast hebben de leerlingen leren slingeren aan
ringen en touwen. De leerlingen hebben nog geen gebruik gemaakt van de maxitrampoline.
Persoonsvlak: Zelfstandigheid is aanwezig
Materiaal/Infrastructuur/Media:
Opstelling trapezes: krijt, 3 trapezes, 3 rolmatten, 1 bal, open kastdeel, 10 pittenzakjes, 2 banken, 3 dunne matjes, 3 kasten
Opstelling maxitrampoline: maxitrampoline, 2 valmatten
Opstelling grond: lage balk, 9 matjes, 2 ballen
Opstelling minitrampolines: 4 minitrampolines, 1 hoepel, 2 ballen, 3 valmatten, korf
Groepskenmerken: 18 sporters rond de leeftijd van 20-21 jaar. Klas die goed meewerkt en kan luisteren.
Zorgvragen: blessures?
1. 2. 3.
en gebruik de nummers van de en gebruik de nummers van de en gebruik de nummers van de
leerplandoelstellingen eindtermen eindtermen
Jouw lesdoelen (doel herformuleren via observeerbaar gedrag) gebaseerd op de hierboven gekozen leerplandoelen of eindtermen
Dominante leerplandoelen of eindtermen gelinkt aan de bewegingsdoelen
Beweger:
1. II-LIOP-ddaa4
De leerlingen gaan, aan de hand van criteria, bij zichzelf en bij anderen na of ze vorderingen maken in bewegingssituaties.
2. II-LIOP-ddaa1
De leerlingen voeren, rekening houdend met hun fysieke capaciteiten, motorische basisvaardigheden uit zoals lopen, springen, werpen, vangen, terugslaan, hangen, steunen,
zwaaien, draaien, rollen, balanceren, klimmen, ritmisch bewegen, vallen en mee- en tegengaan in beweging
Ondersteunende rol:
3. II-LIOP-ddaa2
De leerlingen passen, rekening houdend met hun fysieke capaciteiten, technieken en geleerde vaardigheden toe om eenvoudige , samengestelde en complexe bewegingen uit te
voeren.
Dominante leerplandoelstellingen of eindtermen gelinkt aan de persoonsdoelen
Beweger
5. II-LIOP-ddaa12
De leerlingen oefenen zelfstandig eenvoudige bewegingsopdrachten (individueel en in groep).
Ondersteunende rol:
6. II-LIOP-ddaa14
De leerlingen helpen medeleerlingen in verschillende bewegingsdomeinen ( ondersteunende rol ).
Jouw lesdoelen (doel herformuleren via observeerbaar gedrag) gebaseerd op de hierboven gekozen leerplandoelen of eindtermen
Dominante bewegingsdoelen:
Beweger:
1. De leerlingen voeren de opdracht en de belangrijkste aandachtspunten uit met behulp van de gegeven taakkaart.
2. De leerlingen voeren de bewegingsvaardigheden slingeren, springen, schommelen en roteren zelfstandig of per twee uit.
Ondersteunende rol:
3.De leerlingen voeren verschillend vrije sprongen na elkaar uit op een minitrampoline en een maxitrampoline.
Dominante persoonsdoelen
Beweger
5.De leerlingen voeren zelfstandig en met behulp van de taakkaart de 4 grote opdrachten uit.
Ondersteunende rol:
6.De leerlingen helpen elkaar bij het steunen in handenstand op de balk.
Geraadpleegde literatuur (APA):
Bibliografie
Aandachtspunten: Startsignalen:
muziek die speelt
Vormspanning
Ritme Positie lkr:
Enthousiasme Van voor, zichtbaar voor iedereen.
Stopsignaal: de muziek
Evalueren: (Onderwijs)leergesprek:
Overgang: bij elkaar komen en uitleggen.
4x8 BEWEGER Verzamelen lln:. Iedereen mag zich rondom mij stand 1
min Leerstof: verdelen. We gaan 4 groepjes maken van 4 of 5
Standenwerk. leerlingen.
Stand 1: Slingeren aan de trapeze Materiaal plaatsen: Materiaal hebben we al in het
begin van de les geplaatst.
Stand 2: Maxitrampoline
4 verschillende standen:
Stand 3: Grondoefeningen
Stand 4: Minitrampoline - 1e stand: maxitrampoline met
Technische uitleg: rondom rond matten
- 2e stand: trapezen met lange
Stand 1: Slingeren aan de trapeze. rolmatten, kasten en pittenzakken.
- 3de stand: matten op de grond
Oefening 1: - 4de stand: minitrampoline, 3
trampolines, 3 dikke matten, kast
de leerling zitten op de trapeze en
en kegels.
probeert hij de bal terug te koppen die een
medeleerling naar hem toegooit. Organisatie van de lln: De leerlingen staan per 4 of 5
bij de verschillende standen en er wordt
Oefeningen 2: doorgeschoven.
de leerling hangt ondersteboven met zijn
Organisatie van de ruimte: We hebben 4 standen in de
knieholtes aan de trapeze en probeert ruimte. Stand 1 is de trapeze, stand 2 is aan de
pittenzakjes van de ene hoepel naar de maxitrampoline, stand 3 zijn grondoefeningen. Stand 4
andere hoepel te verleggen. zijn de minitrampolines.
Startsignalen: We fluiten
Stand 3: Grondoefeningen
Oefening 1
Schouderrol
Oefening 2
Per 2 koprollen
Stand 3
Oefening 3
Handstand met pittenzak tussen de voeten
die niet mag vallen
Oefening 4
Koprol met pittenzak tussen knie, kin en
voeten
Stand 4
Stand 4: Minitrampoline
Oefening 1
Er gooit een lln een bal. Degene die springt
vangt de bal in de lucht en probeert om
een kegel van de kast te gooien.
Oefening 2
De lln springen van 2 kanten naar elkaar
toe op verschillende maten, ze mogen
creatief zijn met pittenzakken en
gewaagde combinaties maken
Er kan ook een hoepel aan een paal
gehangen worden en als doel functioneren
Aandachtspunten:
Aandachtspunten staan op de taakkaarten.
De oefeningen veilig uitvoeren
Differentiatie:
Bij alle oefeningen kan er gevarieerd
worden in moeilijkheidsgraad
Makkelijker:
Ze kunnen zelf kiezen welke
moeilijkheidsgraad ze kiezen
Moeilijker:
Ik ga rond en geef moeilijkere oefeningen
waar nodig
ONDERSTEUNENDE ROL
Leerstof:
Feedbackgever
Technische uitleg:
Feedbackgever: De leerlingen die niet aan
het uitvoeren zijn gaan aan de hand van de
taakkaarten feedback geven en zeggen
wat de uitvoerders goed en fout doen.
Aandachtspunten:
Gerichte feedback geven.