You are on page 1of 2

Parameters van de spraak: oversteken (spelen met

tempo, volume, toonhoogte)


Basiscompetenties (in hoofdletters) vertaald naar concrete lesdoelen

Door het nastreven en bereiken van de concrete lesdoelen (kleine letters) kan deze
oefening bijdragen aan het bereiken van de basiscompetenties (hoofdletters).

GAAN BEWUST OM MET STEM- EN UITSPRAAKTECHNIEK


GAAN DOELMATIG, DUURZAAM EN VEILIG OM MET LICHAAM, INSTRUMENT EN MATERIAAL
ZETTEN DE PARAMETERS VAN DE STEM IN
 De spelers kunnen spelen met tempo, volume en toonhoogte.
 De spelers kunnen het spreektempo en spreekritme loskoppelen van het
stappen.
 De spelers kunnen het spreekvolume loskoppelen van het staptempo.
 De spelers belasten hun stem niet tijdens het spelen met de parameters
OBSERVEREN EN COMMUNICEREN OVER HET EIGEN LEER- EN CREATIEPROCES
 De spelers nemen deel aan de nabespreking.

Verloop:

De spelers staan naast elkaar aan één kant van het lokaal.
Ze steken bij het uitvoeren van de opdrachten steeds het lokaal over en eindigen bij de
muur aan de overkant.

Elke speler leert een regel uit een tekst. Tijdens het oversteken zullen ze telkens die
regel gebruiken.
De docent geeft aan hoe:

Lopen en spreken tegelijk. Je probeert je zin zodanig uit te spreken dat je de tijd die
je nodig hebt om naar de overkant te lopen ook helemaal gebruikt om je zin te
zeggen. Je moet dus timen. Opgelet: je mag niet spreken op het ritme van de
stappen.

Dezelfde opdracht, maar nu laat je het volume toenemen. (Van stil naar luid)
Hetzelfde maar nu van luid naar stil.

Je begint stil, gaat naar luid en eindigt stil.

Je begint traag en eindigt snel.

Je begint snel en eindigt traag.

Je begint traag, je versnelt en je vertraagt weer.

Je begint laag en eindigt hoog.

Je begint hoog en eindigt laag.

You might also like