Spelling oefenen!

Oefen alle woordpakketten snel en eenvoudig op je tablet!

Scan de QR-code van het pakket dat je wil oefenen.

Werk je liever op de pc? Klik dan gewoon op de link.

Je kan heel veel dingen doen. Probeer het gewoon uit.

Scrol naar beneden om naar de woordpakketten te gaan.
 Woordpakket 1
(Herhaling tweede leerjaar: verschillende moeilijkheden.)

Woordpakket 2
(Verdubbelen - Zatte vette kippen stoppen bussen.)
Woordpakket 3
(Verenkelen - Apen zweven over muren.)

Woordpakket 4
(Verdubbelen en verenkelen.)
 Woordpakket 5
(Gewoon doen - Zieke schilders moeten genoeg rusten omdat ...)

Woordpakket 6
(Verdubbelen en verenkelen. Samenstellingen.)
Woordpakket 7
(Woorden op -elen, -ere(n) en -enen.)

Woordpakket 8
(Verkleinwoorden op -je(s).)
Woordpakket 9
(Banaanwoorden.)

Woordpakket 10
(Woorden met ei/ij en au/ou.)
Woordpakket 11
(Woorden met -uw en wr-. Namen van feestdagen.)

Woordpakket 12
(Verdubbelen en verenkelen.)
 Woordpakket 13
(Verkleinwoorden op -tje(s), -etje(s) en -pje(s).)

Woordpakket 14
(Woorden met tweeklanken aai, ooi en oei. Woorden op -g/-ch.)
 Woordpakket 15
(Woorden met eeuw, ieuw en uw. Op -nk. Met -cht/-gt.)

Woordpakket 16
(Woorden met bijzondere uitspraak. Woorden met -g/-ch en -gt/-cht.)
Woordpakket 17
(Verdubbelen en verenkelen in langere woorden.)

Woordpakket 18
(Woorden met voorvoegsels be-, ge- en ver-.)
Woordpakket 19
(Woorden met een doffe e.)

Woordpakket 20
(Woorden met dubbele ee.)
 Woordpakket 21
(Woorden met ei en met au. Woorden met ui.)

Woordpakket 22
(Woorden met aan het eind een lange a, o of u. Ook met aai, ooi, oei, eeuw en ieuw.)
Woordpakket 23
(Woorden met ij en met ou.)

Woordpakket 24
(Allerlei eerdere moeilijkheden. Herhaling.)
Woordpakket 25
(Woorden met -d/-t.)

Woordpakket 26
(Woorden met -ng/-nk.)
Woordpakket 27
(Nog meer woorden met ei/ij.)

Woordpakket 28
(Verdubbelen en verenkelen.)