You are on page 1of 7

Datum (JJJJMMDD) 20180924

Status definitief
Forum Scholen en logopedisten
Verantwoordelijke Ria Conings
Laatste aanpassing 20190115

Logopedie: visie en rol van het CLB


informatie voor scholen en logopedisten

Ouders en scholen stellen geregeld de vraag naar opstart logopedie, in het kader van spraak-
en taalontwikkelingsproblemen, articulatieproblemen of leerproblemen. Met dit document
willen we aangeven hoe logopedie een plaats kan krijgen in de fasen van zorg in de school,
wanneer logopedie aangewezen kan zijn en welke taak het CLB opneemt in dit traject.

1. Logopedie in de verschillende fasen van zorg

Het CLB kan met scholen een traject gaan in functie van spraak- en
taalontwikkelingsproblemen, articulatieproblemen en leerproblemen, indien deze gerichte
zorgvraag komt vanuit de school/ouders, waarbij de maatregelen die de school in fase 0 en
fase 1 genomen heeft ontoereikend zijn.

We kunnen als CLB geen aandeel hebben in de werking die louter vertrekt vanuit een
algemene screening door een externe dienst, zonder dat de school of de ouders daar een
zorgvraag aan koppelen.

Relevante achtergrondinformatie over de inbreng van het CLB bij het opstarten van een
traject n.a.v. een zorgvraag, vind je in volgende documenten:
o De fasen van het zorgcontinuüm, zoals die in de engagementsverklaring logopedie (2013)
geconcretiseerd worden.
o Het Decreet Leerlingenbegeleiding, waarin de taak van het CLB t.a.v. een individuele
leerling zich voornamelijk in fase 2 van het zorgcontinuüm situeert.
o Het M-decreet, waarin zorg aan leerlingen als een gefaseerd gegeven opgevat wordt.
Vanuit het zorgcontinuüm doorlopen scholen een aantal stappen in de zorg voor
leerlingen (fase 0 en 1) en het CLB kan in een latere fase een leerlinggebonden
diagnostisch (en begeleidings)aanbod doen, in overleg met de school, ouders en/of
leerling (fase 2), indien blijkt dat maatregelen die de school installeerde in fase 0 en 1
ontoereikend zijn. Zie ook het zorgcontinuüm, zoals omschreven in PRODIA.

1
De engagementsverklaring logopedie geeft duidelijke aanwijzingen over de plaats van
logopedie binnen de verschillende fasen van zorg en de rol van de scholen en het CLB hierin.
Logopedie kan zinvol zijn indien het gebeurt in samenwerking met school, complementair
aan wat de school onderneemt in fase 0 en 1.

o Logopedische screening heeft geen plaats in fase 0. In deze fase is het aan de school om
zicht te krijgen op alle leerlingen, ook wat betreft spraak- en taalontwikkeling.
o Wat betreft leerproblemen is het de taak bij uitstek van de school om in fase 0 en 1 een
zicht te krijgen op alle leerlingen en hier initiatieven binnen een krachtige leeromgeving
(fase 0) of via het reguliere zorgaanbod in de school (fase 1) te voorzien.
o Functiebeperkingen op lichamelijk of zintuiglijk vlak die een weerslag kunnen hebben op
spraak- en taalontwikkeling kunnen naar boven komen tijdens het medisch consult in de
kleuterklas en indien nodig kan het CLB doorverwijzen naar een huisarts of geneesheer-
specialist.
o Logopedische begeleiding kan door het CLB enkel als advies geformuleerd worden na
een handelingsgericht diagnostisch traject (fase 2 van het zorgcontinuüm), of als blijkt
dat er duidelijke aanwijzingen zijn voor beperkingen op het vlak van articulatie,
mondmotoriek of vloeiendheidsproblemen, waar gerichte en specialistische
ondersteuning door een logopedist nodig is. Ook hier moet de school maatregelen
treffen in fase 1, best in overleg met de logopedist.
o De logopedist bevraagt (mits toestemming van de ouders), vooraleer aan de slag te gaan,
aan de school wat er al gebeurd is, of er nog ondersteuningsmogelijkheden zijn in de
school, hoe hij kan samenwerken met de school.

Voor meer informatie ivm diagnostische criteria, theoretische achtergrond en voor adviezen
in de verschillende fasen van zorg verwijzen we tevens naar de verschillende protocollen van
PRODIA.
o Zie PRODIA Spraak en taal.
o Zie PRODIA lezen en spellen
o Zie PRODIA wiskunde

2. Wanneer is logopedie aangewezen

Doorverwijzing door het CLB naar een logopedist kan aangewezen zijn in volgende gevallen:

o Ondersteuning van de taalontwikkeling bij gehoorproblemen of echte taalstoornissen.


o Articulatie:
 Best niet voor de leeftijd van 4 jaar doorverwijzen, tenzij er zodanig veel klanken
aangetast zijn dat de verstaanbaarheid ernstig verstoord wordt.
 Rond de leeftijd van 4 jaar is het fundament voor articulatie gelegd wat betreft
medeklinkers, tussen 4j en 8 j gebeurt de verfijning (medeklinkerverbindingen).

2
 De articulatie kan best bijgestuurd worden voor de leerling naar het eerste
leerjaar gaat. Juist uitspreken van klanken en herkennen van klanken kan immers
bijdragen aan een betere leesontwikkeling.
o Spraak- en taalontwikkelingsproblemen indien de taalontwikkeling in de eigen
moedertaal ook moeilijk verloopt. Dit kan duiden op een taalstoornis en het is in dit
geval niet aangewezen om af te wachten.
o Onvoldoende evolutie, duidelijke stagnatie van de taalontwikkeling.
o Na 18 mdn. regelmatige blootstelling aan Nederlands zijn er nog ernstige problemen met
BICS (Basic Interpersonal Communication Skills) in het Nederlands.
o Logopedie in het kader van leerproblemen:
 Leerwinst te laag bij verschillende meetmomenten met het LVS dat de school
hanteert (zone E, ≤ pc.15).
 Begeleidingsmogelijkheden van school binnen fase 0 en 1 zijn ontoereikend. Een
periode van intensieve begeleiding door de school levert onvoldoende leerwinst
op.
 De logopedist bevraagt bij de school (mits toestemming van de ouders),
vooraleer aan de slag te gaan, wat er al gebeurd is, of er nog
ondersteuningsmogelijkheden zijn in de school, hoe hij kan samenwerken met de
school.
 Goede afstemming tussen de ondersteuning door de logopedist, het schoolse
aanbod en de thuissituatie.
 Logopedie wordt niet gebruikt als schoolgebonden aanbod (d.i. het reguliere
pedagogisch-didactische aanbod voor alle leerlingen, aanvullende
zorgmaatregelen op niveau van de school en de klas).
 Logopedie wordt niet gebruikt als huiswerkbegeleiding of louter herhalen van het
schoolse aanbod.

Logopedie is minder aangewezen in volgende gevallen:

o Articulatietraining op latere leeftijd: hoe langer er gewacht wordt (na de leeftijd van 8 j),
hoe hardnekkiger de articulatieproblemen blijven .
o Taal blijft enkel in het Nederlands achter: in dit geval gaat het niet om een taalstoornis
en zal logopedie slechts een beperkt rendement hebben. Deze taalachterstand heeft in
dit geval eerder te maken met een te beperkte blootstelling aan en vertrouwdheid met
de Nederlandse taal. De taalontwikkeling van het Nederlands bij anderstaligen moet in
de klas ondersteund worden via extra stimulering.
o Indien het een kind betreft met een algemene ontwikkelingsachterstand, die zich
situeert op meerdere domeinen, kan een doorverwijzing naar een multidisciplinaire
setting overwogen worden.

3
Belangrijke randvoorwaarden voor het succes van logopedie zijn:

o De werkhouding van het kind is van die aard dat het kind therapierijp geacht wordt.
o Er is bereidheid tot medewerking van de ouders: ze gaan geregeld mee naar de
logopedie en oefenen thuis nog met hun kind (indien de logopedist dit nodig acht). Ook
bij logopedie op school dringen we aan op een regelmatig contact tussen de logopedist
en de ouders.

Een zinvol alternatief voor logopedie en een standaard aandachtspunt bij meertaligheid en
anderstaligheid (en bij spraak- en taalontwikkelingsproblemen bij anderstaligen) bestaat
erin dat kinderen in verschillende betekenisvolle contexten een zo rijk mogelijk taalaanbod
aangereikt krijgen. Het CLB kan een school hierin ondersteunen.

3. Logopedie en de afname van een IQ-test en audiogram

De terugbetaling van logopedische begeleiding in het kader van spraak- en


taalontwikkelingsproblemen vereist een IQ-bepaling (met IQ>85) en een normaal
audiogram.

Vanuit het ISC1 werd enkele jaren geleden (2011) het volgende standpunt gecommuniceerd
met de logopedisten:

1
Internettensamenwerking CLB’s: Vlaams overlegorgaan van de CLB’s van de verschillende onderwijsnetten.

4
Dit standpunt betekent dat we geen IQ (en audiogram) afnemen in het kader van
terugbetaling logopedie. We stellen wel IQ-gegevens en audiogram ter beschikking van de
logopedist, indien er, in het kader van onze eigen begeleidingsopdracht, reeds een IQ-
bepaling en een audiogram gebeurde. Een IQ-bepaling en audiogram vindt enkel plaats
indien we vanuit een CLB-traject de IQ-bepaling (en/of het audiogram) essentieel vinden om

5
een bepaalde beslissing in een traject te kunnen nemen, of om een bepaalde hypothese te
kunnen toetsen die in ons CLB-traject relevant is. We doen geen IQ-bepaling en/of
audiogram indien dit enkel door een externe partner (zoals het RIZIV of een andere externe
partner) als voorwaarde gesteld wordt en er verder door het CLB geen traject gelopen werd
met deze leerling.

4. Afname van IQ en audiogram bij kansarme leerlingen in kader van logopedie

In het nieuwe decreet op leerlingenbegeleiding is kansenbevordering een belangrijk


onderdeel van onze werking. We vinden dan ook dat drempels naar hulpverlening voor een
leerling in kansarmoede zo weinig mogelijk mogen meespelen om gepaste hulpverlening te
verkrijgen.

In het kader van kansenbevordering doen we wel een IQ-bepaling en een audiogram in het
kader van logopedie, doch enkel indien we als CLB een traject gegaan zijn met als advies de
opstart van logopedie. We zetten dus in eerste instantie ook bij deze doelgroep in op de
vraag: is logopedie het gepaste antwoord op het probleem van deze leerling.
Indien ouders buiten ons om naar een logopedist gaan of indien een school ouders naar een
logopedist verwijst zonder een voorafgaand traject met het CLB, nemen we (ook in het geval
van kansarmoede) geen IQ en audiogram af. We zijn wel bereid om, indien nodig, een traject
te starten, om na te gaan wat de best mogelijke ondersteuning voor de leerling is.

Om te bepalen of we met een situatie van kansarmoede te maken hebben, hanteren we de


SES-criteria, die ook in onderwijs gangbaar zijn:
o De moeder behaalde geen getuigschrift of diploma secundair onderwijs.
o De thuistaal is niet-Nederlands
o Het gezin ontvangt een schooltoelage voor dit kind.

Indien een leerling voldoet aan 2 van de 3 criteria, kunnen we een IQ-afname en een
audiogram overwegen, indien logopedie het advies is na een HGD-traject.

De CLB-medewerker bevraagt deze criteria bij de school.

Indien we beslissen om zelf geen IQ-bepaling te doen en geen audiogram af te nemen,


verwijzen we de ouders naar de logopedist die verder instaat voor een doorverwijzing voor
het bekomen van een IQ-test en audiogram.

5. Stroomschema afname IQ-test en audiogram

6
7

You might also like