Professional Documents
Culture Documents
Eenheid 446 Inw. ziekten-Hepatologie groene pijl / 4de verdieping Tel:016/344460 (61)
verantw. hoofdverpleegkundige: Eline Vecoven
verantw. artsen: prof. dr. Nevens - prof. dr. Van Steenbergen - prof. dr. Verslype
prof. dr. Cassiman - prof. dr. Laleman – prof. Dr. Van der Merwe
Eenheid 447 Inw. z.-Abdom. heelk. en hepato, groene pijl/4de verd. Tel:016/344470
verantw. hoofdverpleegkundige: Laura Vandewijck
verantw. artsen: zie E 446
Eenheid 516 Medisch intensieve geneeskunde, limoenen pijl/1ste verd. Tel: 016/344080
verantw. hoofdverpleegkundige: Luc Romont
supervisor: prof. dr. Hermans
verantw. artsen: prof. dr. Meersseman – prof. Dr. Wauters – prof. Dr. Wilmer
Eenheid 662 Transplantatieheelkunde, beige pijl / 6de verdieping Tel: 016/346620(21)
Verantw. hoofdverpleegkundige: Carine Breunig
verantw. artsen: prof. dr. Pirenne - prof. dr. Monbaliu – prof. dr. Jochmans - dr. Aerts
Eenheid 514 Intensieve geneeskunde B, roze pijl/1ste verd. Tel: 016/344070(71)
verantw. hoofdverpleegkundige: Sus Vermeiren
supervisor: prof. dr. Debaveye
verantw. artsen: prof. dr. Mesotten – prof. dr. Meyfroidt – prof. dr. Van de
Berghe
Transplantatiecoördinatoren tijdens werkuren
Bruno Desschans Tel: 016/344607
Karoline Degezelle Tel: 016/344596
na de werkuren via wachtoproepsysteem Tel: 016/342901
Psychiater: dr. Peuskens via E 446 op di-en vrijvoormiddag Tel: 016/344650 (61)
Of via secretariaat hepatologie Tel: 016/344299
Psychologe: Karine Van Tricht Tel: 016/340349
alle maandagen, dinsdagen en vrijdagen
Secretariaat Hepatologie (werkuren) Tel: 016/344299
Patricia Caecaert Fax: 016/344387
Pascale Budts Tel : 016/344626
Secretariaat Transplantatie heelkunde (werkuren) Tel: 016/348727
Lydia Coolen Fax: 016/348743
Lydia Vanden Wijngaert
Secretariaat Sociaal Werk (werkuren) Tel: 016/348620
Kathleen Remans Fax: 016/348625
Studieverpleegkundigen: inwendige geneeskunde hepatologie (werkuren)
Fax: 016/347580
Gerda Vandenplas Tel: 016/347582
Lili Shrijvers Tel: 016/341618
Sigrid Schelfhout Tel: 016/347581
Natalie Vandenende Tel: 016/340749
Studieverpleegkundigen: transplantatieheelkunde (werkuren)
Ilse Senesael Tel: 016/342848 of 016/379252
Sarah Mertens Tel: 016/379149 of 016/342961
Kathleen Remans
Sociaal assistente U.Z.Gasthuisberg
*****************
Mia Proost
3e druk
Oktober 2007
A
Absorberen: Opnemen, op
chemische of fysische wijze binden.
Acetylsalicylzuur: De meest onderzoeken. Het risico op afstoting
gebruikte pijnstillende en is het grootste gedurende de eerste
koortswerende stof in bv. aspirine, maanden, vermindert dan
aspro, dispril. progressief, doch blijft gedurende het
Acuut: Plotseling. verdere leven bestaan.
Ademtest: Onderzoek van de Albumine: Een in het bloedserum
uitgeademde lucht op de voorkomend eiwit.
aanwezigheid van afbraakproducten Albuminurie: Het voorkomen van
met als doel verteringsproblemen op eiwit in de urine.
te sporen. Alkalische fosfatasen: Zijn
Aderverkalking: Verharding van de enzymen (eiwitten die voorkomen bij
slagaderwand, ook atherosclerose de stofwisseling van de cellen) die
genoemd. een rol spelen bij de aanmaak van
het bot. Als de concentratie hiervan
in het bloed stijgt, wijst dit meestal op
een gebrekkige galproductie of op
een belemmering van de galafloop
binnen in de lever.
Allergie: Toegenomen gevoeligheid
voor bepaalde stoffen.
Alvleesklier: Zie pancreas.
Ambulant: Behandeling waarbij men
Aërosol: Oplossing van niet in het ziekenhuis overnacht.
vloeistofdeeltjes in een gas; voor Aminopyrinetest: Test om de functie
geneesmiddelen wordt dit principe van de lever te bepalen. Men krijgt
toegepast in verstuivers. een oplossing toegediend, gemerkt
Afstoting: Reactie van het lichaam met een zeer kleine ongevaarlijke
om vreemde weefsels of organen te radioactieve dosis, die door de lever-
vernietigen. Deze reactie kan zich cellen opgenomen en in CO2
uiten door algemene verschijnselen omgevormd, uitgeademd wordt. Dit
(bv. koorts), plaatselijke koolzuur in de adem wordt dan in
verschijnselen afhankelijk van het een oplossing opgevangen en de
getransplanteerde orgaan of hoeveelheid ervan gemeten. De
veranderingen in de mate waarin de levercellen die
werking van het getransplanteerde oplossing correct verwerken, geeft
orgaan. Dit laatste kan ontdekt wor- de onderzoeker een idee van de
den door verschillende technische leverfunctie.
Anamnese: Voorgeschiedenis van
een ziekte. Artrose: Algemene aanduiding voor
Anesthesie: Gevoelloosheid, gewrichtsaandoeningen waarbij
ontbreken van pijngevoel; toediening infectie geen rol speelt; bv. pijnlijke
van medicatie en de toepassing van vervorming van de gewrichtsvlakken
technieken waarmee het mogelijk Ascites: Een vochtophoping in de
wordt operaties te verrichten met zo buikholte.
gering mogelijke schade voor de Ascitespunctie: Het prikken in de
patiënt, zowel lichamelijk als buikholte om ascitesvocht te laten
geestelijk. afvloeien.
Analyse: Onderzoek van resultaten Aseptisch: Kiemvrij.
van proefnemingen of van Atrofie: Het slinken of geslonken zijn
chemische stoffen. van weefsel (verschrompelen).
Anastomose: Een natuurlijk of Auto-immunisering: Vorming van
operatief tot stand gebrachte antistoffen tegen uit het eigen
verbinding tussen bv. bloedvaten, lichaam afkomstige antigenen.
zenuwen of darmgedeelten.
Anemie: Bloedarmoede: tekort aan
rode bloedlichaampjes.
Angiografie; arteriografie: Het
zichtbaar maken van bloedvaten op
röntgenfoto’s door middel van
inspuiten van contraststof. Er wordt
in het begin van dit onderzoek een
oplossing ingespoten, waardoor de
bloedvaten zich aftekenen op de
foto.
Anticoagulantia: Stoffen die de
bloedstolling belemmeren, of geheel
onmogelijk maken.
Antigenen: Kenmerken op de
celwand waartegen het
afweersysteem antistoffen kan
maken, zodat deze antigenen als
lichaamsvreemd worden ervaren.
Antisepticum: Ontsmettingsmiddel.
Aorta: Lichaamsslagader.
Arterie: Slagader.
Artritis: Gewrichtsontsteking.
B
Bloedplaatjes: Zeer kleine
Bariumlavement (clysma): bloedcellen die een belangrijke rol
Lavement met een contrastmiddel spelen bij bloedstolling.
voor onderzoek van de dikke darm. BMC: = Bone Mineral Content of
Beademing: Kunstmatige ademhaling botmineraalgehalte:
met of zonder apparatuur. Meten van het botmineraalgehalte ter
Belastingsproef: Laboratoriumproef hoogte van de wervelzuil, de
om na te gaan of het toedienen van femurhals (dijbeen) en de voorarm.
een grote hoeveelheid van een stof Het kalkgehalte van het botweefsel
(suiker, water) door het lichaam goed wordt gemeten om de botdichtheid
wordt verdragen en verwerkt. vast te stellen. Dit gebeurt door het
Bestraling: Behandeling met meten van de doorlaatbaarheid van
radioactieve stralen. röntgenstralen in het bot.
Bilirubine: Rode galkleurstof, een Botscanning: Onderzoek van het bot
afbraakproduct van hemoglobine. Als of van het gehele skelet door middel
die waarde te hoog is krijgt men een van een inspuiting van een
gele verkleuring van ogen en huid. radioactieve stof (zie ook scanner).
Biopsie: Onderzoek van weefsel dat Botulisme: Voedselvergiftiging t.g.v.
uit een levend organisme is het eten van bedorven vleeswaren.
verwijderd door bv. een punctie. Bronchitis: Ontsteking van een of
Bloeddruk: Is de druk van het bloed meer grotere vertakkingen van de
op de slagaderwand, is afhankelijk luchtpijp.
van de soepelheid van de wand, het
volume en de vloeibaarheid van het
bloed en de kracht van de hartslag.
De bloeddruk wordt uitgedrukt in
twee waarden (in mm of cm kwik): de
maximale of systolische druk
(samentrekking van de hartkamer)
en de minimale of diastolische druk
(ontspanning van het hart na
samentrekking). bloeddrukmeter
C
Calcium: Wordt via de voeding door
ons lichaam opgenomen en zet zich Cholesterol: Galvet, vettige
vast ter hoogte van het bot. Het bot substantie. Bij de mens wordt
vernieuwt zich permanent. cholesterol in normale
Canule: Buisje, mondstuk waarlangs omstandigheden voornamelijk in de
men kan beademd worden. lever, de gal en het bloed
Carcinoom: Kwaadaardig gezwel. aangetroffen, het wordt afgezet in de
Cardioloog: Specialist voor hart- en slagaderwand bij atherosclerose
vaatziekten. (aderverkalking).
Cardiovasculair: Betrekking Chronisch: Langzaam, met slepend
hebbend op hart en vaten. verloop.
Cataract: Staar, troebel worden van Cirrose: Ziekte waarbij het
de ooglens. bindweefsel in de lever in omvang
Catheter: Zie katheter toeneemt (woekering) en later gaat
Chemo-embolisatie, verschrompelen, waardoor de cellen
chemolipidolisatie: Tijdens een van het aangetaste orgaan te gronde
arteriografie wordt via de slagader gaan en het orgaan verhardt.
medicatie ingespoten om een gezwel Coagulatie: Stolling bv. van bloed.
te verkleinen of te doen Colitis: Ontsteking van de dikke darm.
verschrompelen. Coloscopie: Darmonderzoek d.m.v.
Chemotherapie: Behandeling met een soepele buis met bestuurbaar
een uit chemische stoffen bereid einde waarin verlichting zit. Via de
geneesmiddel om bacteriegroei te aars wordt de binnenkant van de
remmen of remming van de celgroei darm onderzocht (zie ook
(bv. bij tumoren) te bekomen. endoscoop).
Cholangiografie,
cholecystografie: Het
röntgenologisch zichtbaar maken van
de galwegen en de galblaas d.m.v.
contraststoffen.
Cholangitis: Ontsteking van de
galwegen.
Cholecystectomie: Operatieve weg-
neming van de galblaas.
Cholecystitis: Galblaasontsteking. coloscopie
Dit gebeurt in een tunnelvormige
scanner.
Constipatie: Verstopping,
hardlijvigheid, trage en bemoeilijkte
stoelgang.
Contractie: Samentrekking van Cytostatica: Geneesmiddelen die
spieren. ingrijpen op de celdeling zodat zij de
Contra-indicatie: Tegenaanwijzing, vermenigvuldiging ervan beletten en
een argument tegen het uitvoeren de cel vernietigen, bv. bij
van een bepaalde behandeling of celwoekeringsziekten als kanker,
onderzoek. leukemie.
Contrastlavement: De dikke darm
wordt, d.m.v. een lavement via de
aars, gevuld met contraststof. De
darm wordt hierdoor zichtbaar op
röntgenfoto’s, waardoor men de
werking van de darm kan bestuderen
(zie ook bariumclysma).
Contrastvloeistof: Een product dat
organen of bloedvaten zichtbaar
maakt op röntgenfoto’s.
Coronair: M.b.t. de kransslagaders
van het hart.
Cortisone: Of corticoïden zijn
hormonen die door de bijnierschors
worden geproduceerd. Iedereen
heeft er een bepaald gehalte in zijn
bloed. Er kan ook een
overeenkomende synthetische stof
toegediend worden.
Creatinine: Afvalproduct voortkomend
uit de spiercellen. Wordt normaal
door de nieren uitgescheiden en
verhoogt in belangrijke mate bij
nierinsufficiëntie.
CT- scan: Dwarsdoorsnedefoto’s die
met behulp van een computer en een
intra-veneus ingespoten CT –Scanning
contrastvloeistof worden genomen.
Diarree: Buikloop of veelvuldige,
ongevormde, waterige ontlasting.
Dilatatie: Verwijding, uitzetting bv. van
een bloedvat.
D
Debiet: Opbrengst, productie, Discushernia: Uitpuiling van het
vermogen, bv. urinedebiet, weke centrum van een
hartdebiet. tussenwervelschijf, drukkend op een
Decompensatie: Functiestoornis, bv. ruggemergzenuw.
slechter werken van het hart of de Diurese: Afscheiding van urine.
nieren.
Diureticum: Medicatie die
Decubitus: Doorliggen, urineproductie doet toenemen, een
weefselversterf door verhoogde druk urineafdrijvend middel.
bv. van stuit, hielen, t.g.v. slechte
Donor: Gever van bv. bloed, orgaan.
plaatselijke doorbloeding.
Doppler: Pijnloos technisch
Defecatie: Stoelgang, het uitscheiden
onderzoek. Door middel van
van ontlasting.
geluidsgolven en echograaf worden
Dehydratie: Uitdroging, tekort aan de bloeddoorstroming en de
vocht in de weefsels, onttrekken van diameter van de bloedvaten
vocht aan de weefsels. nagezien.
Delirium: Bewustzijnsstoornis met Drain: Soepel buisje waardoor
waandenkbeelden door prikkeling lichaamsvocht naar buiten kan
van de hersenen bij afvloeien, bv. in omgeving van
alcoholvergiftiging, infectieziekten en operatiewonde; galwegendrain,
geestesziekten. waarlangs galvocht na een lever- of
Dementie: Aftakeling van geestelijke galblaasoperatie afgevoerd wordt.
vermogens. Duodenum: Twaalfvingerige darm,
Depressief: Zwaarmoedig, het bovenste deel van de dunne
terneergeslagen. darm waar de galbuis en de
Dermatoloog: Huidarts. alvleesklierbuis in uitmonden.
Desoriëntatie: Verwardheid Dysfunctie: Verstoring van de
Diabetes: Suikerziekte, gestoorde normale werking van een orgaan.
suikerstofwisseling.
Diagnose: Vaststelling van een ziekte
door geneeskundig onderzoek.
E
E.C.G. of electrocardiogram: Endoscoop: Instrument bv. met elek-
Zichtbare curve van de elektrische trische lampjes en spiegeltjes, om
activiteit van de hartspier door middel lichaamsholten en inwendige
van een toestel (cardiograaf) en kanalen te onderzoeken (bv. blaas,
electroden die op de huid gekleefd darm, maag enz.).
worden. Endoscopie: Onderzoek van
Echografie: Onderzoek van lichaamsholten of inwendige kanalen
inwendige organen door middel van met een endoscoop.
teruggekaatste geluidsgolven. Men Endotracheale tube : Is een
kan het orgaan als het ware schijf na kunststofbuis die in de luchtpijp wordt
schijf onderzoeken. geschoven voor beademing en
E.E.G. of electro-encefalogram: zuurstoftoediening via een machine
Zichtbare curve van de tijdens de operatie en de eerste uren
hersenactiviteit door middel van een nadien.
opnametoestel (encefalograaf) en Enteritis: Darmontsteking.
elektroden die op de hoofdhuid Enzym: Ferment, giststof, speelt een
gekleefd worden. rol bij de opname van voeding, bv. bij
E.M.G. of electromyografie: Met dit splitsing van zetmeel, suikers e.a.
onderzoek krijgt men een idee van E.R.C.P. of endoscopische
de spierwerking door middel van een retrograde
opnametoestel en op de huid cholangiopancreatografie:
bevestigde elektroden, waardoor de Inwendig onderzoek van galwegen
elektrische activiteit van de spieren en pancreas door middel van een
geregistreerd worden. endoscoop die via de mond en de
Eliminatie: Verwijdering uit het maag in het duodenum ingebracht
lichaam, uitschakeling. wordt onder controle van een
Embolie: Verstopping van een röntgenscherm.
bloedvat door een embolus Ergometrie: Meting van de
(bloedprop, lucht, stukje weefsel). arbeidsprestatie van spieren d.m.v.
Emfyseem: De aanwezigheid van de ergometer.
relatief te veel lucht in de longen, dit Erytrocyt: Rood bloedlichaampje.
geeft een blijvende uitzetting van de Erytrocytose: De aanwezigheid van
long door verminderde elasticiteit van veel meer rode bloedlichaampjes in
dit orgaan. Gaat gepaard met het bloed dan normaal
kortademigheid die met de minste
inspanning toeneemt.
F
Follow-up: Langdurig voortgezette
Faeces: Ontlasting, uitwerpselen. controle van de patiënt na een
Ferritine: Is een eiwit waaraan zich behandeling.
een gedeelte ijzer vasthecht om als Fosfor: Fosfor komt langs de voeding
reserve in het lichaam gestockeerd in ons lichaam en draagt er toe bij,
te worden. Het percentage aan samen met het calcium, tot de
ferritine is de weerspiegeling van de vorming van het gebeente. Het
voorraden aan ijzer die het lichaam teveel aan fosfor wordt normaal door
bevat. Dit percent verhoogt na de nieren uitgescheiden.
herhaalde bloedtransfusies. Fractuur: Been(bot)breuk.
Fibrillatie: Volkomen onregelmatige Frequentie: Veelvuldigheid vb. pols-
en ongeordende samentrekking van slagen.
de hartspiervezels. Frictie: Wrijving, massage.
Fysiotherapie: Behandeling met aan
de natuur ontleende hulpmiddelen
(warmte, water, spierkracht, elektrici-
teit enz.).
Elektrocardiogram bij fibrillatie
X
X-stralen: Röntgenstralen om een
röntgenfoto of röntgenopname te
maken.
Eigen aantekeningen
LLT
Leuvense Levertransplanten
LLT is een patiëntenvereniging van en voor
Levergetransplanteerden
van UZ Leuven
Maatschappelijke zetel:
UZ LEUVEN – sociaal werk
Herestraat 49
B-3000 Leuven
Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder toelating. Onze vereniging vzw LLT
is niet verantwoordelijk voor eventuele misbruiken van brochures, artikels of folders.