You are on page 1of 33

Wie

 is  wie  in  Gasthuisberg  


UZ Gasthuisberg Tel centrale: 016/332211
Herestraat 49 Opnamedienst: 016/343530
B-3000 Leuven Spoedopname: 016/343900

Eenheid 446 Inw. ziekten-Hepatologie groene pijl / 4de verdieping Tel:016/344460 (61)
verantw. hoofdverpleegkundige: Eline Vecoven
verantw. artsen: prof. dr. Nevens - prof. dr. Van Steenbergen - prof. dr. Verslype
prof. dr. Cassiman - prof. dr. Laleman – prof. Dr. Van der Merwe
Eenheid 447 Inw. z.-Abdom. heelk. en hepato, groene pijl/4de verd. Tel:016/344470
verantw. hoofdverpleegkundige: Laura Vandewijck
verantw. artsen: zie E 446
Eenheid 516 Medisch intensieve geneeskunde, limoenen pijl/1ste verd. Tel: 016/344080
verantw. hoofdverpleegkundige: Luc Romont
supervisor: prof. dr. Hermans
verantw. artsen: prof. dr. Meersseman – prof. Dr. Wauters – prof. Dr. Wilmer
Eenheid 662 Transplantatieheelkunde, beige pijl / 6de verdieping Tel: 016/346620(21)
Verantw. hoofdverpleegkundige: Carine Breunig
verantw. artsen: prof. dr. Pirenne - prof. dr. Monbaliu – prof. dr. Jochmans - dr. Aerts
Eenheid 514 Intensieve geneeskunde B, roze pijl/1ste verd. Tel: 016/344070(71)
verantw. hoofdverpleegkundige: Sus Vermeiren
supervisor: prof. dr. Debaveye
verantw. artsen: prof. dr. Mesotten – prof. dr. Meyfroidt – prof. dr. Van de
Berghe
Transplantatiecoördinatoren tijdens werkuren
Bruno Desschans Tel: 016/344607
Karoline Degezelle Tel: 016/344596
na de werkuren via wachtoproepsysteem Tel: 016/342901
Psychiater: dr. Peuskens via E 446 op di-en vrijvoormiddag Tel: 016/344650 (61)
Of via secretariaat hepatologie Tel: 016/344299
Psychologe: Karine Van Tricht Tel: 016/340349
alle maandagen, dinsdagen en vrijdagen
Secretariaat Hepatologie (werkuren) Tel: 016/344299
Patricia Caecaert Fax: 016/344387
Pascale Budts Tel : 016/344626
Secretariaat Transplantatie heelkunde (werkuren) Tel: 016/348727
Lydia Coolen Fax: 016/348743
Lydia Vanden Wijngaert
Secretariaat Sociaal Werk (werkuren) Tel: 016/348620
Kathleen Remans Fax: 016/348625
Studieverpleegkundigen: inwendige geneeskunde hepatologie (werkuren)
Fax: 016/347580
Gerda Vandenplas Tel: 016/347582
Lili Shrijvers Tel: 016/341618
Sigrid Schelfhout Tel: 016/347581
Natalie Vandenende Tel: 016/340749
Studieverpleegkundigen: transplantatieheelkunde (werkuren)
Ilse Senesael Tel: 016/342848 of 016/379252
Sarah Mertens Tel: 016/379149 of 016/342961

Medische Administratie: (werkuren) Tel: 016/347399


diensthoofd: Lien Aerts Fax: 016/347350

Spoedgevallendienst: Tel: 016/343900 of 016/343901 of 016/343902 of 016/343903


VOORWOORD:
Geconfronteerd worden met een leverziekte kan vele vragen oproepen. Medische
termen kunnen onbegrijpelijk zijn of verwarrend overkomen!
Deze uitgebreide verklarende woordenlijst wil een hulpmiddel voor u zijn, waardoor de
informatie gegeven door de artsen, verpleegkundigen en andere hulpverleners, beter
verstaanbaar wordt. Het is een naslagwerkje dat u geregeld kan gebruiken om
medische termen in op te zoeken, na te gaan wat een bepaald onderzoek betekent
enz.
Hierbij wil ik ook van harte Mia Proost, bestuurslid van vzw LLT, bedanken voor haar
initiatief om deze verklarende woordenlijst op te maken en uit te werken tot een
prachtig geheel!

Kathleen Remans
Sociaal assistente U.Z.Gasthuisberg

*****************

Deze woordenlijst werd opgemaakt vanuit mijn persoonlijke ervaring als


levergetransplanteerde (1995). Daarbij heb ik naast mijn persoonlijke aantekeningen
als lerares verpleegkunde ook gebruik gemaakt van enkele medische woordenboeken
en verschillende websites. Het was daarbij niet mijn bedoeling om de informatie van
het transplantatieteam overbodig te maken. Vele personen moet ik danken voor hun
hulp en goede raad. Ook de sponsor die dit project financieel mogelijk maakt, mag
rekenen op mijn dankbaarheid.

Mia Proost

3e druk
Oktober 2007
A
Absorberen: Opnemen, op
chemische of fysische wijze binden.
Acetylsalicylzuur: De meest onderzoeken. Het risico op afstoting
gebruikte pijnstillende en is het grootste gedurende de eerste
koortswerende stof in bv. aspirine, maanden, vermindert dan
aspro, dispril. progressief, doch blijft gedurende het
Acuut: Plotseling. verdere leven bestaan.
Ademtest: Onderzoek van de Albumine: Een in het bloedserum
uitgeademde lucht op de voorkomend eiwit.
aanwezigheid van afbraakproducten Albuminurie: Het voorkomen van
met als doel verteringsproblemen op eiwit in de urine.
te sporen. Alkalische fosfatasen: Zijn
Aderverkalking: Verharding van de enzymen (eiwitten die voorkomen bij
slagaderwand, ook atherosclerose de stofwisseling van de cellen) die
genoemd. een rol spelen bij de aanmaak van
het bot. Als de concentratie hiervan
in het bloed stijgt, wijst dit meestal op
een gebrekkige galproductie of op
een belemmering van de galafloop
binnen in de lever.
Allergie: Toegenomen gevoeligheid
voor bepaalde stoffen.
Alvleesklier: Zie pancreas.
Ambulant: Behandeling waarbij men
Aërosol: Oplossing van niet in het ziekenhuis overnacht.
vloeistofdeeltjes in een gas; voor Aminopyrinetest: Test om de functie
geneesmiddelen wordt dit principe van de lever te bepalen. Men krijgt
toegepast in verstuivers. een oplossing toegediend, gemerkt
Afstoting: Reactie van het lichaam met een zeer kleine ongevaarlijke
om vreemde weefsels of organen te radioactieve dosis, die door de lever-
vernietigen. Deze reactie kan zich cellen opgenomen en in CO2
uiten door algemene verschijnselen omgevormd, uitgeademd wordt. Dit
(bv. koorts), plaatselijke koolzuur in de adem wordt dan in
verschijnselen afhankelijk van het een oplossing opgevangen en de
getransplanteerde orgaan of hoeveelheid ervan gemeten. De
veranderingen in de mate waarin de levercellen die
werking van het getransplanteerde oplossing correct verwerken, geeft
orgaan. Dit laatste kan ontdekt wor- de onderzoeker een idee van de
den door verschillende technische leverfunctie.
Anamnese: Voorgeschiedenis van
een ziekte. Artrose: Algemene aanduiding voor
Anesthesie: Gevoelloosheid, gewrichtsaandoeningen waarbij
ontbreken van pijngevoel; toediening infectie geen rol speelt; bv. pijnlijke
van medicatie en de toepassing van vervorming van de gewrichtsvlakken
technieken waarmee het mogelijk Ascites: Een vochtophoping in de
wordt operaties te verrichten met zo buikholte.
gering mogelijke schade voor de Ascitespunctie: Het prikken in de
patiënt, zowel lichamelijk als buikholte om ascitesvocht te laten
geestelijk. afvloeien.
Analyse: Onderzoek van resultaten Aseptisch: Kiemvrij.
van proefnemingen of van Atrofie: Het slinken of geslonken zijn
chemische stoffen. van weefsel (verschrompelen).
Anastomose: Een natuurlijk of Auto-immunisering: Vorming van
operatief tot stand gebrachte antistoffen tegen uit het eigen
verbinding tussen bv. bloedvaten, lichaam afkomstige antigenen.
zenuwen of darmgedeelten.
Anemie: Bloedarmoede: tekort aan
rode bloedlichaampjes.
Angiografie; arteriografie: Het
zichtbaar maken van bloedvaten op
röntgenfoto’s door middel van
inspuiten van contraststof. Er wordt
in het begin van dit onderzoek een
oplossing ingespoten, waardoor de
bloedvaten zich aftekenen op de
foto.
Anticoagulantia: Stoffen die de
bloedstolling belemmeren, of geheel
onmogelijk maken.
Antigenen: Kenmerken op de
celwand waartegen het
afweersysteem antistoffen kan
maken, zodat deze antigenen als
lichaamsvreemd worden ervaren.
Antisepticum: Ontsmettingsmiddel.
Aorta: Lichaamsslagader.
Arterie: Slagader.
Artritis: Gewrichtsontsteking.
B
Bloedplaatjes: Zeer kleine
Bariumlavement (clysma): bloedcellen die een belangrijke rol
Lavement met een contrastmiddel spelen bij bloedstolling.
voor onderzoek van de dikke darm. BMC: = Bone Mineral Content of
Beademing: Kunstmatige ademhaling botmineraalgehalte:
met of zonder apparatuur. Meten van het botmineraalgehalte ter
Belastingsproef: Laboratoriumproef hoogte van de wervelzuil, de
om na te gaan of het toedienen van femurhals (dijbeen) en de voorarm.
een grote hoeveelheid van een stof Het kalkgehalte van het botweefsel
(suiker, water) door het lichaam goed wordt gemeten om de botdichtheid
wordt verdragen en verwerkt. vast te stellen. Dit gebeurt door het
Bestraling: Behandeling met meten van de doorlaatbaarheid van
radioactieve stralen. röntgenstralen in het bot.
Bilirubine: Rode galkleurstof, een Botscanning: Onderzoek van het bot
afbraakproduct van hemoglobine. Als of van het gehele skelet door middel
die waarde te hoog is krijgt men een van een inspuiting van een
gele verkleuring van ogen en huid. radioactieve stof (zie ook scanner).
Biopsie: Onderzoek van weefsel dat Botulisme: Voedselvergiftiging t.g.v.
uit een levend organisme is het eten van bedorven vleeswaren.
verwijderd door bv. een punctie. Bronchitis: Ontsteking van een of
Bloeddruk: Is de druk van het bloed meer grotere vertakkingen van de
op de slagaderwand, is afhankelijk luchtpijp.
van de soepelheid van de wand, het
volume en de vloeibaarheid van het
bloed en de kracht van de hartslag.
De bloeddruk wordt uitgedrukt in
twee waarden (in mm of cm kwik): de
maximale of systolische druk
(samentrekking van de hartkamer)
en de minimale of diastolische druk
(ontspanning van het hart na
samentrekking). bloeddrukmeter
C
Calcium: Wordt via de voeding door
ons lichaam opgenomen en zet zich Cholesterol: Galvet, vettige
vast ter hoogte van het bot. Het bot substantie. Bij de mens wordt
vernieuwt zich permanent. cholesterol in normale
Canule: Buisje, mondstuk waarlangs omstandigheden voornamelijk in de
men kan beademd worden. lever, de gal en het bloed
Carcinoom: Kwaadaardig gezwel. aangetroffen, het wordt afgezet in de
Cardioloog: Specialist voor hart- en slagaderwand bij atherosclerose
vaatziekten. (aderverkalking).
Cardiovasculair: Betrekking Chronisch: Langzaam, met slepend
hebbend op hart en vaten. verloop.
Cataract: Staar, troebel worden van Cirrose: Ziekte waarbij het
de ooglens. bindweefsel in de lever in omvang
Catheter: Zie katheter toeneemt (woekering) en later gaat
Chemo-embolisatie, verschrompelen, waardoor de cellen
chemolipidolisatie: Tijdens een van het aangetaste orgaan te gronde
arteriografie wordt via de slagader gaan en het orgaan verhardt.
medicatie ingespoten om een gezwel Coagulatie: Stolling bv. van bloed.
te verkleinen of te doen Colitis: Ontsteking van de dikke darm.
verschrompelen. Coloscopie: Darmonderzoek d.m.v.
Chemotherapie: Behandeling met een soepele buis met bestuurbaar
een uit chemische stoffen bereid einde waarin verlichting zit. Via de
geneesmiddel om bacteriegroei te aars wordt de binnenkant van de
remmen of remming van de celgroei darm onderzocht (zie ook
(bv. bij tumoren) te bekomen. endoscoop).
Cholangiografie,
cholecystografie: Het
röntgenologisch zichtbaar maken van
de galwegen en de galblaas d.m.v.
contraststoffen.
Cholangitis: Ontsteking van de
galwegen.
Cholecystectomie: Operatieve weg-
neming van de galblaas.
Cholecystitis: Galblaasontsteking. coloscopie
Dit gebeurt in een tunnelvormige
scanner.
Constipatie: Verstopping,
hardlijvigheid, trage en bemoeilijkte
stoelgang.
Contractie: Samentrekking van Cytostatica: Geneesmiddelen die
spieren. ingrijpen op de celdeling zodat zij de
Contra-indicatie: Tegenaanwijzing, vermenigvuldiging ervan beletten en
een argument tegen het uitvoeren de cel vernietigen, bv. bij
van een bepaalde behandeling of celwoekeringsziekten als kanker,
onderzoek. leukemie.
Contrastlavement: De dikke darm
wordt, d.m.v. een lavement via de
aars, gevuld met contraststof. De
darm wordt hierdoor zichtbaar op
röntgenfoto’s, waardoor men de
werking van de darm kan bestuderen
(zie ook bariumclysma).
Contrastvloeistof: Een product dat
organen of bloedvaten zichtbaar
maakt op röntgenfoto’s.
Coronair: M.b.t. de kransslagaders
van het hart.
Cortisone: Of corticoïden zijn
hormonen die door de bijnierschors
worden geproduceerd. Iedereen
heeft er een bepaald gehalte in zijn
bloed. Er kan ook een
overeenkomende synthetische stof
toegediend worden.
Creatinine: Afvalproduct voortkomend
uit de spiercellen. Wordt normaal
door de nieren uitgescheiden en
verhoogt in belangrijke mate bij
nierinsufficiëntie.
CT- scan: Dwarsdoorsnedefoto’s die
met behulp van een computer en een
intra-veneus ingespoten CT –Scanning
contrastvloeistof worden genomen.
Diarree: Buikloop of veelvuldige,
ongevormde, waterige ontlasting.
Dilatatie: Verwijding, uitzetting bv. van
een bloedvat.

D
Debiet: Opbrengst, productie, Discushernia: Uitpuiling van het
vermogen, bv. urinedebiet, weke centrum van een
hartdebiet. tussenwervelschijf, drukkend op een
Decompensatie: Functiestoornis, bv. ruggemergzenuw.
slechter werken van het hart of de Diurese: Afscheiding van urine.
nieren.
Diureticum: Medicatie die
Decubitus: Doorliggen, urineproductie doet toenemen, een
weefselversterf door verhoogde druk urineafdrijvend middel.
bv. van stuit, hielen, t.g.v. slechte
Donor: Gever van bv. bloed, orgaan.
plaatselijke doorbloeding.
Doppler: Pijnloos technisch
Defecatie: Stoelgang, het uitscheiden
onderzoek. Door middel van
van ontlasting.
geluidsgolven en echograaf worden
Dehydratie: Uitdroging, tekort aan de bloeddoorstroming en de
vocht in de weefsels, onttrekken van diameter van de bloedvaten
vocht aan de weefsels. nagezien.
Delirium: Bewustzijnsstoornis met Drain: Soepel buisje waardoor
waandenkbeelden door prikkeling lichaamsvocht naar buiten kan
van de hersenen bij afvloeien, bv. in omgeving van
alcoholvergiftiging, infectieziekten en operatiewonde; galwegendrain,
geestesziekten. waarlangs galvocht na een lever- of
Dementie: Aftakeling van geestelijke galblaasoperatie afgevoerd wordt.
vermogens. Duodenum: Twaalfvingerige darm,
Depressief: Zwaarmoedig, het bovenste deel van de dunne
terneergeslagen. darm waar de galbuis en de
Dermatoloog: Huidarts. alvleesklierbuis in uitmonden.
Desoriëntatie: Verwardheid Dysfunctie: Verstoring van de
Diabetes: Suikerziekte, gestoorde normale werking van een orgaan.
suikerstofwisseling.
Diagnose: Vaststelling van een ziekte
door geneeskundig onderzoek.
E
E.C.G. of electrocardiogram: Endoscoop: Instrument bv. met elek-
Zichtbare curve van de elektrische trische lampjes en spiegeltjes, om
activiteit van de hartspier door middel lichaamsholten en inwendige
van een toestel (cardiograaf) en kanalen te onderzoeken (bv. blaas,
electroden die op de huid gekleefd darm, maag enz.).
worden. Endoscopie: Onderzoek van
Echografie: Onderzoek van lichaamsholten of inwendige kanalen
inwendige organen door middel van met een endoscoop.
teruggekaatste geluidsgolven. Men Endotracheale tube : Is een
kan het orgaan als het ware schijf na kunststofbuis die in de luchtpijp wordt
schijf onderzoeken. geschoven voor beademing en
E.E.G. of electro-encefalogram: zuurstoftoediening via een machine
Zichtbare curve van de tijdens de operatie en de eerste uren
hersenactiviteit door middel van een nadien.
opnametoestel (encefalograaf) en Enteritis: Darmontsteking.
elektroden die op de hoofdhuid Enzym: Ferment, giststof, speelt een
gekleefd worden. rol bij de opname van voeding, bv. bij
E.M.G. of electromyografie: Met dit splitsing van zetmeel, suikers e.a.
onderzoek krijgt men een idee van E.R.C.P. of endoscopische
de spierwerking door middel van een retrograde
opnametoestel en op de huid cholangiopancreatografie:
bevestigde elektroden, waardoor de Inwendig onderzoek van galwegen
elektrische activiteit van de spieren en pancreas door middel van een
geregistreerd worden. endoscoop die via de mond en de
Eliminatie: Verwijdering uit het maag in het duodenum ingebracht
lichaam, uitschakeling. wordt onder controle van een
Embolie: Verstopping van een röntgenscherm.
bloedvat door een embolus Ergometrie: Meting van de
(bloedprop, lucht, stukje weefsel). arbeidsprestatie van spieren d.m.v.
Emfyseem: De aanwezigheid van de ergometer.
relatief te veel lucht in de longen, dit Erytrocyt: Rood bloedlichaampje.
geeft een blijvende uitzetting van de Erytrocytose: De aanwezigheid van
long door verminderde elasticiteit van veel meer rode bloedlichaampjes in
dit orgaan. Gaat gepaard met het bloed dan normaal
kortademigheid die met de minste
inspanning toeneemt.
F
Follow-up: Langdurig voortgezette
Faeces: Ontlasting, uitwerpselen. controle van de patiënt na een
Ferritine: Is een eiwit waaraan zich behandeling.
een gedeelte ijzer vasthecht om als Fosfor: Fosfor komt langs de voeding
reserve in het lichaam gestockeerd in ons lichaam en draagt er toe bij,
te worden. Het percentage aan samen met het calcium, tot de
ferritine is de weerspiegeling van de vorming van het gebeente. Het
voorraden aan ijzer die het lichaam teveel aan fosfor wordt normaal door
bevat. Dit percent verhoogt na de nieren uitgescheiden.
herhaalde bloedtransfusies. Fractuur: Been(bot)breuk.
Fibrillatie: Volkomen onregelmatige Frequentie: Veelvuldigheid vb. pols-
en ongeordende samentrekking van slagen.
de hartspiervezels. Frictie: Wrijving, massage.
Fysiotherapie: Behandeling met aan
de natuur ontleende hulpmiddelen
(warmte, water, spierkracht, elektrici-
teit enz.).
Elektrocardiogram bij fibrillatie

Fibrine: Een uit het bloed gevormde


vezelstof die essentieel is voor de
bloedstolling.
Fibroom: Goedaardig
bindweefselgezwel.
Fistel: Pijpzweer, kanaal of
buisvormige verbinding die door
verzwering is ontstaan, bv. tussen
anus en huidgedeelte; of kunstmatig
aangebracht bv. verbinding tussen
slagader en ader.
Flatulentie, flatus: Opgeblazenheid,
gasophoping in de darmen.
Flebitis: Aderontsteking.
G
geneesmiddelen dan de originele
Gammaglobuline: Wordt gebruikt als producten.
bescherming en behandeling tegen Reden: een bedrijf dat een nieuw
infectieziekten. geneesmiddel ontwikkelt, krijgt het
Gamma GT: Een enzym dat een alleenrecht om het product te verko-
gevoelige indicator is voor leveraan- pen gedurende 20 jaar. Na die perio-
doeningen. de vervalt het alleenrecht en kunnen
Gastritis: Ontsteking van het maag- ook andere bedrijven hetzelfde ge-
slijmvlies. neesmiddel verkopen onder een
Gastro-enteritis: Ontsteking van het nieuwe naam.
slijmvlies van de maag en de dunne Genetica: Erfelijkheidsleer.
darm (buikgriep). Geriatrie, gerontologie: Specialis-
slokdarm me dat zich bezighoudt met onder-
zoek, behandeling en preventie van
ziekten bij bejaarden.
lever maag Glaucoom: Oogaandoening, veroor-
zaakt door verhoogde druk binnen
het oog.
Glucose: Suiker.
darm Glucose-belastingsproef: Onder-
spijsverte- zoek om diabetes op te sporen. Eerst
ringsstelsel wordt de nuchtere bloedsuikerwaar-
de bepaald, dan krijgt de patiënt 50
Gastro-enteroloog: Maag-darmarts, gr. glucose toegediend en wordt 5 x
specialist op gebied van het spijsver- na een half uur bloed geprikt en ge-
teringsstelsel. meten.
Gastroscopie: Inwendig onderzoek Glucosurie: De aanwezigheid van
van de maag d.m.v. een buigzaam glucose in de urine, komt het meest
buisje dat via de mond en slokdarm voor t.g.v. een te hoge bloedsuiker-
tot in de maag geschoven wordt. Het spiegel (zoals bij suikerziekte).
is een kijkinstrument voor visueel Glycemie: Verhoogd glucosegehalte
onderzoek van de binnenkant van de in het bloed, bv. bij suikerziekte (dia-
slokdarm en de maag. betes).
Geelzucht: Zie icterus Greffe: Transplantaat, overplanting.
Generische geneesmiddelen: Zijn
even betrouwbare, maar goedkopere
H
Hartcatheterisatie: Onderzoek van
de hartsholten en de uit het hart
ontspringende grote vaten met een Hematocriet: Het volume uitgedrukt
speciaal daarvoor ontwikkelde in %, van de rode bloedcellen in
katheter, die via een slagader in lies verhouding tot het totale
of arm wordt opgeschoven. bloedvolume. De normale
Hartdecompensatie: Te kort hematocrietwaarde bedraagt tussen
schietende werking van de hartspier. 36 en 47% en daalt, bij
Hartinfarct: Hartaanval, versterf van bloedarmoede, proportioneel tot 20%
een gedeelte van het à 30%.
hartspierweefsel door afsluiting van Hematologie: De leer of wetenschap
een kransslagader of een tak hiervan van bloed en bloedziekten.
(oorzaak meestal trombose of Hematoom: Bloeduitstorting in de
embolie). huid, onder de huid of in de weefsels.
Hartinsufficiëntie: Onvoldoende in- Hematurie: Bloedwateren,
efficiënte werking van het hart als aanwezigheid van rode bloedcellen
geheel. in de urine.
Hartlongmachine: Apparaat dat Hemochromatose:
tijdelijk de functie van het hart en de IJzerstapelingsziekte. Erfelijk defect
longen kan overnemen (bv. tijdens van het ijzermetabolisme waarbij het
hartoperatie). lichaam te veel ijzer uit een normaal
dieet absorbeert. Het lichaam heeft
geen mogelijkheid om overtollig ijzer
af te voeren. Tijdelijk kan als
behandeling een aderlating gebeuren
(bloedafname). Na een aantal jaren
stapelt een uitzonderlijke
hoeveelheid ijzer zich op, onder
meer in vitale organen zoals de
lever. Dit kan eventueel tot
levercirrose en kanker leiden.
Hart-longmachine Hemodialyse (of kunstnier):
Spoeling van het bloed; zuivering
van het bloed door een machine om
de voor het lichaam schadelijke
afbraakproducten te verwijderen.
middel wordt dan in uiterst geringe
Hemofilie: Bloederziekte; hoeveelheid toegediend om de
bloedingsneiging door aangeboren natuurlijke afweer tegen de ziekte te
afwijking waardoor stollingsfactoren versterken.
niet of onvoldoende worden Hormoon: Door het lichaam
gevormd. geproduceerde stof, die via de
Hemoglobine: IJzerhoudende bloedstroom bepaalde organen tot
kleurstof van de rode werkzaamheid aanzet.
bloedlichaampjes. Hemoglobine Hydrotherapie: Geneeswijze met
bindt en transporteert zuurstof naar water, waterbehandeling.
de verschillende weefsels. Bij Hyper: Teveel.
bloedarmoede daalt het Hyperglycemie: Te grote
hemoglobinegehalte. hoeveelheid glucose (suiker) in het
Hemorroïden: Aambeien (speen). bloed.
Heparine: Stof of medicament dat de Hyperkaliëmie: Te hoge
bloedstolling remt. kaliumconcentratie in het bloed.
Hepatoloog: Specialist op het gebied Hypertensie: Verhoogde bloeddruk.
van hepatologie, of lever en Hypo: Te weinig.
galziekten. Hypoglycemie: Te laag
Hepatectomie: Geheel of glucosegehalte (suiker) in het bloed.
gedeeltelijke verwijdering van de Hypotensie: Lage bloeddruk.
lever.
Hepatitis: (in de volksmond
geelzucht) Ontsteking van de
levercellen; kan door verschillende
oorzaken, bv. virus, medicatie,
alcohol en zo meer. Soms wordt de
lever blijvend beschadigd en gaat
dan verschrompelen (levercirrose).
Hernia: Breuk, ingewandsbreuk,
buikwandbreuk.
Herpes: Ontsteking van de huid en
sommige slijmvliezen, gepaard
gaande met vorming van kleine
blaasjes. Veroorzaakt door een virus.
Homeopathie: Geneeswijze die er-
van uitgaat dat een ziekte of kwaal
behandeld moet worden met een
middel dat bij een gezond iemand
juist die ziekte zou veroorzaken. Het
I
Icterus: Geelzucht, gele verkleuring
van huid, slijmvliezen en
lichaamsvloeistoffen door verhoogd Infectie: Besmetting door het
bilirubinegehalte van het bloed (bv. binnendringen in het lichaam en zich
bij leverziekten). vermenigvuldigen van
Immobilisatie: Het onbeweeglijk ziekteverwekkende micro-
maken bv. van een lichaamsdeel. organismen of virussen.
Immuniteit of afweersysteem van het Infectieziekte: Een ziekte die ontstaat
lichaam: Natuurlijke of verkregen na besmetting door sommige micro-
onvatbaarheid voor infecties. organismen (virus, bacteriën), bv.
Natuurlijke, door het lichaam zelf mazelen, griep.
ontwikkelde onvatbaarheid voor Infuus, infusie: Intraveneuze
infecties. Verkregen door toediening toediening van vocht, al of niet met
van vaccinatie. toevoegen van geneesmiddelen.
Immunosuppressie, Hiervoor wordt een katheter (dun
immunosuppressieve kunsstofbuisje) in de ader geprikt en
geneesmiddelen: via een kunsstofleiding wordt het
Geneesmiddelen dat op kunstmatige vocht toegediend.
manier de natuurlijke reactie Inhalatie: Inademing van bv.
(afstoting) van het lichaam op een geneesmiddelen in de vorm van
vreemd weefsel (bv. de damp voor het genezen van
transplantlever) onderdrukt. aandoeningen van de luchtwegen
Incisie: Insnijding. (bv. bij astma).
Incompatibel: Onverenigbaar, niet Injectie: Inspuiting.
samengaand, bv. verschillende Insufficiëntie: Onvoldoende werking
bloedgroepen, verschillende van een orgaan.
medicatie. Insuline: Regulerend hormoon voor
Incontinentie: Niet in staat zijn om de suikerstofwisseling. Wordt
urine (of ontlasting) op te houden. normaal geproduceerd door de
Incubatie: De tijd tussen het pancreas. Diabetespatiënten krijgen
binnendringen van de bijkomend insuline toegediend.
ziekteverwekker en het uitbreken van Intensive care: Afdeling voor
de ziekte. intensieve behandeling en verpleging
Indicatie: Aanwijzing omtrent oorzaak van ernstig zieke patiënten, met
of behandeling van een ziekte. continu toezicht door machines en
Indigestie: Spijsverteringsstoornis. verpleegkundigen of artsen.
Interdisciplinair:
verschillende disciplines
Tussen
bv.
J
verpleegkundigen, artsen, diëtisten).
Internist: Arts voor inwendige ziekten. Jicht: Gewrichtsontsteking door een te
hoog gehalte aan urinezuur in het
Intoxicatie: Vergiftiging.
bloed. Kan een zeer pijnlijke
Intra-arterieel: Inspuiting in een plaatselijke verdikking (knobbel)
slagader. naast een gewricht veroorzaken.
Intra-musculair: Inspuiting in een Jodiumtinctuur: Alcoholische
spier. oplossing, gebruikt als
Intubatie, intuberen: Inbrengen van desinfectiemiddel.
een buisje (canule) in de luchtpijp
met als doel het geven van narcose
en het toedienen van zuurstof aan
patiënten die aan een
beademingsmachine liggen.
Irritatie: Prikkeling, branderigheid.
Ischemie: Bloedeloosheid, te kort aan
bloed door bv. stoornis in de
bloedtoevoer.
Isolatie: Afzondering.
Isotopenonderzoek: Onderzoek om
de bloedvoorziening en de werking
van een orgaan te beoordelen na
toediening van een isotoop.
Isotopen: Kunstmatig radioactief
gemaakte stof.
K
Koolhydraten: Komen via de voeding
Kalium, kaliëmie: Kalium is een in ons lichaam en zijn belangrijk als
mineraal dat in grote hoeveelheden voedings- en brandstof, zoals suiker,
in de lichaamscellen zit. Het teveel zetmeel.
aan kalium dat ingevolge de voeding Koolmonoxyde: Zeer giftig gas, komt
in ons lichaam komt, wordt door de o.a. voor bij onvolledige verbranding
nieren verwijderd. Bij chronische (kolendamp), in uitlaatgassen van
nierinsufficiëntie gebeurt dit niet, met motoren enz. Kan verstikking
als gevolg dat de kaliëmie verhoogt. veroorzaken.
Katheter: Buisje dat in het lichaam
wordt aangebracht.
Men onderscheidt twee groepen:
Veneuze
1. vochttoevoercatheters:
katheter
- veneuze katheters: deze katheter
wordt in de ader geplaatst. Langs
die katheter krijgt men een infuus
en dus het nodige vocht en
voedingsstoffen zolang men niet of
onvoldoende eet en drinkt.
- arteriële katheters: deze katheter
wordt aangebracht in een
slagader. Via deze katheter kan
men constant de bloeddruk
controleren en bloednamen doen
zonder telkens te prikken.
2. vochtafvoerende katheters:
- maagsonde: zie sonde.
- blaassonde: zie sonde.
- galwegendrain: zie drain.
Kinesi(o)therapie:
Bewegingstherapie, heilgymnastiek.
Klinisch: Met betrekking tot ziekten of
patiënten die in een ziekenhuis
behandeld worden.
Koliek: Kramp met hevige pijn.
L
Longfunctieonderzoek: Onderzoek
Lactose: Melksuiker. naar de werking van de longen. Door
Laparoscopie: Endoscopie van de blazen in een machine wordt de
buikholte. Via een kleine longinhoud gemeten. De metingen
steekopening in de buikwand kunnen geven ook een inzicht in de
de organen van de buikholte mogelijkheden en beperkingen.
geïnspecteerd worden. Lumbago: Plotselinge heftige pijn in
Latent: Verborgen, onmerkbaar, niet de lende, spit.
waarneembaar.
Lavement: Inbrengen van vloeistof in
de darm bv. reinigend voor een
operatie; afvoerend bij constipatie of
verstopping.
Laxans, laxatie, laxeermiddel:
Afvoermiddel, het aanwenden van
middelen om de ontlasting te
bevorderen.
Leucocyten: Witte bloedlichaampjes.
Leucocytose: Toename van het
aantal witte bloedlichaampjes door
bv. ontstekingsprocessen.
Leverbiopsie: Een aantal levercellen
worden langs een holle naald, die via
plaatselijke verdoving door de
buikwand naar de lever geprikt
wordt, opgezogen en onderzocht. De
biopsie maakt het mogelijk een
microscopisch onderzoek van een
stukje weefsel te doen.
Ligament: Bindweefselband;
versterkingsband van gewrichten.
M
Monitoring: Levensbelangrijke gege-
Maagsonde: Een fijn soepel buisje vens van de patiënt, zoals ECG,
dat via de neus , de keel en de slok- bloeddruk enz., worden d. m. v. een
darm, naar de maag voert. De sonde monitor (apparaat met beeldscherm)
dient om overtollig maagvocht te la- geregistreerd. Dit gebeurt vooral op
ten afvloeien, het verhindert tevens de intensive-care afdeling.
het braken. Langs de sonde kunnen
ook geneesmiddelen worden toege-
diend. ECG monitoring
Magistraal, magistrale bereiding:
Bijvoorbeeld een recept door de ge-
neesheer voorgeschreven en door
de apotheker gemaakt.
Matching: Het vergelijken van weef-
sels van twee personen, zodat weef-
sel- en orgaantransplantatie kans op
slagen heeft (moeten compatibel
zijn, bij elkaar passen).
Meningitis: Infectieziekte, hersen- Multidisciplinair: Behorende tot
vliesontsteking. verschillende disciplines bv. perso-
Metabolisme: Stofwisseling. Men kan nen uit verschillende vakgebieden,
de grondstofwisseling (de stofwisse- zoals: arts, verpleegkundige, sociale
ling in volledige rust) meten met een assistente, kinesist… die samen
toestel, door bepaling van het zuur- overleg plegen over een patiënt.
stofverbruik en de koolzuurproductie
in een bepaalde tijd.
Metastase: Door de bloed- en lymfe-
stroom kunnen ziektekiemen of ge-
zwelcellen naar een andere plaats in
het lichaam gebracht worden, waar-
door daar ook een nieuwe haard ont-
staat.
Mobiliseren: Het opnieuw beweeglijk
maken, tegenovergestelde van im-
mobiliseren.
N
Nutriënten: Voedingsstoffen die voor
Nabehandeling: De zorg die aan een het lichaam noodzakelijk zijn.
patiënt gegeven wordt na een be-
handeling, dit kan zowel medische,
verpleegkundige als sociale zorg zijn.
Narcose: Verdoving. Door middel van
een narcoticum (verdovend middel)
komt men in een toestand van ge-
voelloosheid of volledige verdoving
zodat men een onderzoek of behan-
deling kan uitvoeren die anders te
pijnlijk zou zijn.
Natrium: Belangrijk scheikundig ele-
ment dat een rol speelt bij de water-
en zouthuishouding in het lichaam.
Het natriumgehalte is gebonden aan
de inname van zouten (natrium-
chloride). Het natriumgehalte beïn-
vloedt de bloeddruk.
Necrose: Afsterven van weefsel.
Nefritis: Nierontsteking.
Nefroloog: Specialist voor nierziek-
ten. werktafel NMR
Neuralgie: Zenuwpijn.
Neuscatheter, neusbril, zuur-
stofmasker: Voor toediening van
zuurstof bij patiënten die het be-
nauwd hebben of een gebrek aan
zuurstof vertonen.
Nierdialyse: Zie hemodialyse.
Nierinsufficiëntie: Onvoldoende
werking van de nier.
N.M.R. Nucleaire magnetische reso-
nantie, onderzoeksmethode met
beeldvorming.
O
Osteoporose: Plaatselijke of
Obesitas: Zwaarlijvigheid. algemene vermindering van
Observatie: Waarneming, bv. van beenweefsel.
ziekteverschijnselen.
Obstipatie: Verstopping, moeilijke
stoelgang, ook constipatie genoemd.
Obstructie: Darmafsluiting door
verstopping.
Oddi, sfincter van Oddi: Kringspier
rond de plaats waar de grote galbuis
en de afvoerbuis van de alvleesklier
in de twaalfvingerige darm komen.
Oedeem: Abnormale ophoping van
vocht in de weefsels.
gezond bot aangetast bot
Oesofagocardiogram: Een
electrocardiogram (curve van het
hart) wordt geregistreerd door een
elektrode die in de slokdarm wordt
gebracht.
Oesophagusvarices: Sterk
uitgezette aders in de slokdarm, als
gevolg van een sterk verhoogde
druk, o. a. bij levercirrose.
Oftalmoloog: Oogarts.
Oncologie: De leer van goed- en
kwaadaardige gezwellen.
Oogdruk: De druk binnen de oogbol
of intra-oculaire druk.
Oraal: Met betrekking tot de mond; bv.
oraal toedienen van medicatie.
Orthopedie: Heelkundige specialiteit
die zich bezighoudt met behandeling
en afwijkingen van het
bewegingsapparaat (botten,
gewrichten, spieren…).
P
Partieel: Gedeeltelijk.
Pacemaker: Een elektrisch appa- Pathologisch: Ziekelijk, afwijkend
raatje dat kunstmatige prikkels geeft van het normale.
aan het hart, dat door ziekte zijn ei- P.B.C., primaire biliaire cirrosis :
gen contractieregeling is verloren. Primaire: van onbekende oorzaak
Biliaire: waarbij galafwijkingen optre-
den
Cirrosis: het ontstaan van uitgebreide
bindweefselvorming van de lever.
P.B.C. is een chronische ontsteking
die de actieve levercellen en kleine
galwegen verwoest en kan leiden tot
levercirrose. De ziekte kan uitermate
traag verlopen
Perforatie: Doorbraak, doorbreking.
Periodiek: Regelmatig terugkerend.
Peristaltiek: Samentrekkingen van de
maagdarmwand waardoor de inhoud
wordt voortbewogen.
Palliatief: Verzachtend, verlichting PET scan: Zie scanning.
gevend. Placebo: Op een geneesmiddel gelij-
Palpatie: Lichamelijk onderzoek door kende, onschadelijke stof.
betasten, bekloppen (percussie). Plasma: Bloed zonder bloedlichaam-
Pancreas: Alvleesklier; klierachtig pjes.
orgaan, achter de maag gelegen,dat Pleurapunctie: Aanprikken van de
een belangrijk sap afscheidt voor de pleuraholte (ruimte tussen borstvlies)
spijsvertering. voor het opzuigen van vocht dat zich
Paracetamol: Werkzaam bestand- daar bevindt.
deel van een geneesmiddel. Pneumonie: Longontsteking.
Parameter: Waarden die voor de Poortader: Ader die het bloed uit de
beoordeling van een bepaalde aan- ingewanden verzamelt en naar de
doening belangrijk zijn. Algemene lever leidt.
parameters zijn bv. temperatuur,
pols, bloeddruk.
als de grotere afvoerende galwegen
Poortaderstelsel: Het geheel van naar de twaalfvingerige darm.
bloedvaten dat de ingewanden van Door de vernauwingen in de galwe-
zuurstofrijk bloed voorziet, en het te- gen ontstaat galstuwing (cholestase)
rugstromend bloed naar de lever af- waardoor giftige galzuren zich opho-
voert, alvorens het in de grote circu- pen in het leverweefsel en er schade
latie terechtkomt. berokkenen. Uiteindelijk kan levercir-
Portale hypertensie: Door cirrose rose optreden.
loopt de druk in de poortader (ader Psychosomatisch: Met betrekking
die naar de lever leidt) te hoog op. tot de geest en het lichaam, en de
Dit leidt er onder andere toe dat beïnvloeding tussen de twee.
vocht door de aderwanden in de Punctie: Via een holle naald die ge-
buikholte sijpelt en ascites veroor- prikt wordt in het lichaam wordt er
zaakt. vloeistof of wat weefsel opgezogen.
Prelevatie: Operatief wegnemen van Purgeren: Het reinigen en ledigen van
donororganen. de darmen, zie ook laxeren.
Preventief: Voorkomend, bescher-
mend.
Profylaxie: Voorzorgsmaatregelen
tegen ziekten, preventieve maatrege-
len vb. vaccinatie, antibiotica toedie-
nen voor het trekken van tanden.
Prognose: Verwachting omtrent het
Q
verdere verloop van een ziekte.
Quarantaine: Afzondering, isolatie.
Proteïne: Eiwitten, een van de vier
belangrijkste bouwstoffen voor het
lichaam.
P.S.C.: primaire scleroserende
cholangitis:
Primair: van onbekende oorsprong
Scleroserend: littekenvormend
Cholangitis: galwegontsteking.
P.S.C. is een chronische ontsteking
van de galwegen zonder bekende
oorzaak, waarbij littekenvorming op-
treedt, waardoor vernauwingen in de
galwegen ontstaan. De ziekte kan de
galwegen op elk niveau aantasten,
dus zowel de microscopisch kleine
R
Radiografie: Het maken van foto’s en Retentie: Het achterblijven van stoffen
films met radioactieve stralen, rönt- die gewoonlijk door het lichaam wor-
genstralen. den uitgescheiden.
Radioscopie: Doorlichting met rönt- Reuma: Ontstekingsachtig proces in
genstralen voor onderzoek. en rond spieren en gewrichten.
Rash: Lichte vorm van huiduitslag. Rode bloedcellen of bloedli-
Receptor: Ontvanger. chaampjes: De rode bloedcellen
Recidief: Hernieuwde verschijnselen transporteren de zuurstof van de
van een ziekte die schijnbaar reeds longen naar de organen en het kool-
genezen was. zuur van de organen naar de longen.
Recovery: Herstel, recovery-room:
ruimte naast de operatiezaal waar
patiënten na een operatie onder des-
kundig toezicht verblijven.
Rectaal: Met betrekking tot de endel-
darm.
Redon-drain: Katheter die vocht
afvoert vanuit de wonde naar een
luchtledige bokaal.
Regressie: Terugval, achteruitgang,
bv. van de ziektetoestand
Rejectie: Afstoting van een getrans-
planteerd orgaan als gevolg van af-
weerreacties.
Residu: Overblijfsel, bv. hoeveelheid
urine die in de blaas achterblijft na
normale urinelozing.
Resistentie: Weerstandsvermogen,
bv. weerstand tegen infecties, weer- radiografie
standsvermogen van bacteriën tegen
antibiotica.
Respirator: Beademingsapparaat.
S
Salicylzuur: Scheikundige verbinding Secretie: Afscheiding van een se-
die een pijnstillende en creet, dit is een product van een
koortswerende werking heeft. klier, bv. speeksel, maagsap.
Salmonella: ziekteverwekkende bac- Sedativa: Kalmerende middelen.
terie, verwekker van darmziekten, Sensor: Een orgaan of apparaat dat
voedselvergiftiging. gevoelig is voor bepaalde prikkels.
Scanner: Toestel voor het uitvoeren Sepsis, septicaemie:
van de scanning van een weefsel of Bloedvergiftiging, levensgevaarlijke
orgaan. toestand tengevolge van een snelle
Scanning: Een pijnloos onderzoek dat vermenigvuldiging van micro-
toelaat beelden te vormen die eruit organismen in het bloed.
zien als een doorsnede van de Shock: Een plotseling tekort aan
inwendige organen. circulerend bloed of een plotselinge
Na toediening van een radioactieve slechte hartwerking, gekenmerkt
isotoop, kan men radioactieve door bloeddrukdaling, sterke
straling opsporen en registreren met toename van de polsfrequentie,
een scanner. bleekheid, koud zweet, angst, onrust,
Scintigrafie: Bij dit onderzoek wordt dorst en een verminderde
een minieme dosis ongevaarlijke urineproductie. Kan ook andere
radioactieve stof langs intraveneuze oorzaken hebben.
weg toegediend. De levercellen Shunt: Een kunstmatige verbinding
zullen deze oplossing gedurende tussen twee bloedvaten, om een deel
korte tijd opnemen en zo is het van de bloedsomloop uit te
mogelijk de lever te fotograferen. schakelen, bv. verbinding tussen de
Kan ook voor andere organen. poortader en de onderste holle ader,
Sclerose: Verharding van bv. de wand om een te hoge druk bij ernstige
van een slagader; atherosclerose of levercirrose te voorkomen.
arteriosclerose.
Screening: Onderzoek naar een
detail dat bij zeer veel mensen
tegelijk wordt uitgevoerd, bv. een
bevolkingsonderzoek naar
longafwijkingen.
Slokdarmvarices: Sterk uitgezette
aders van het onderste gedeelte van
de slokdarm, door sterk verhoogde
druk in het poortadergebied bij ern-
stige levercirrose.
Sonde: Een fijn, soepel buisje dat kan
ingebracht worden in een
lichaamsholte.
Maagsonde: wordt via de neus tot in
de maag gebracht om overtollig
maagvocht te laten afvloeien; verhin- slokdarmvarices
dert ook het braken.
Blaassonde: loopt doorheen het uri-
nekanaal naar de blaas om de urine
constant af te voeren; belangrijk om
bv. urinedebiet en werking van de
nieren te controleren.
Spasme: Kramp.
Spirometrie: Longfunctieonderzoek
waarbij metingen worden verricht.
Stenose: Vernauwing, die in ernstige
gevallen kan leiden tot een afsluiting.
Stethoscoop: Instrument waarmee
geluiden en ruisen uit het lichaam
worden beluisterd.
Sulfonamiden: Groep scheikundige
verbindingen, die als
geneesmiddelen werkzaam zijn
tegen een aantal bacteriële
infectieziekten.
Symptoom: Ziekteverschijnsel.
Syndroom: Een verzameling of een
complex van verschijnselen, dat in
dezelfde samenstelling regelmatig
voorkomt, zodat het als kenmerkend
voor een bepaalde ziektetoestand
wordt beschouwd
T
Tapotage: Beklopping, een vorm van Tijdelijke veneuze by-pass: Na een
massage, vooral toegepast bij pati- insnijding aan lies en oksel wordt de
enten om het ophoesten van slijmen bloedsomloop tijdelijk via een machi-
te vergemakkelijken. ne omgeleid gedurende de operatie.
Tolerantie: Verdraagzaamheid, de Deze techniek houdt de bloedstroom
mate waarin een geneesmiddel of in stand die tijdens de ingreep tijdelijk
een voedingsstof wordt verdragen. verbroken is door het wegnemen van
Tomografie: Een methode van rönt- de lever.
genonderzoek waardoor een bepaald
vlak van het lichaam duidelijk op een
röntgenfoto wordt afgebeeld, terwijl
de omliggende structuren vervaagd
afgebeeld worden.
Toxine: Giftige stof, bv. schadelijke
stoffen die door bacteriën worden
gevormd.
Trachea: Luchtpijp.
Tranquillizer: Een geneesmiddel dat
kalmerend werkt, dat angstgevoelens
kan verminderen. trombose
Transaminasen (SGOT of AST en
SGPT of ALT): Zijn enzymen zoals
de alkalische fosfatasen. Hun per-
centage verhoogt bij abnormale cel-
lulaire vernietiging. SGPT stijgt voor-
al bij acute hepatitis met levercelne-
crose (bv. hepatitis B). Wordt via
bloedname bepaald.
Transfusie: Het overbrengen van
bloed van de ene mens naar de an-
dere (bloedtransfusie).
Trombose: Bloedstolling binnen een
bloedvat (trombus), meestal in een
ader.
U V
Uraatsteen: Steen (in de urinewegen) Vaccinatie: Inenting met een vaccin
die bestaat uit zout van urinezuur. (entstof) om niet meer vatbaar te zijn
Uremie: Aanwezigheid van een te voor een bepaalde ziekte.
grote hoeveelheid ureum in het bloed Varices: Spataderen, uitgezette,
als gevolg van een onvoldoende slecht functionerende aders. Kunnen
werking van de nieren. Deze afval- voorkomen in benen, slokdarm,
stof wordt normaal door de nieren maag…
afgescheiden.
Ureum: Afvalproduct voortkomend van
eiwitstoffen in de voeding. Deze af-
valstof wordt normaal door de nieren
afgescheiden.
Urinezuur: Komt voort uit de afbraak
van bestanddelen die zich in de kern
van levende cellen bevinden. Een te
hoog gehalte aan urinezuur in het
bloed (uricemie) kan aanleiding ge- varices
ven tot jicht, een pijnlijke aandoening
door het kristalliseren van het urine-
zuur in de weke delen rond voorna- Veganisme: Zeer streng vegetarisme,
melijk kleine gewrichten (bv. teen). waarbij ook geen zuivelproducten
gebruikt worden.
Vegetarisme: Leefwijze waarbij geen
dierlijk voedsel gebruikt wordt.
Vena: Ader, bloedvat waarin het bloed
naar het hart toe beweegt.
Venapunctie: Het aanprikken van
een ader, meestal om een bloedstaal
te nemen.
Vochtbalans: Het evenwicht tussen
de opgenomen en de uitgescheiden
hoeveelheid vocht per tijdseenheid.
W Z
Waakinfuus: Een intra-veneus infuus Ziekte van Budd - Chiari: Progres-
(meestal in ader van arm) veilig- sieve, met afsluiting gepaard gaande
heidshalve aangelegd bij patiënten ontsteking van de wand van aders
die mogelijk plots een ernstig tekort met trombose van de leveraders, lei-
aan vocht kunnen krijgen of voor dend tot stoornis van de leverfunctie
medicatietoediening tijdens een on- en soms tot lokale leverinfarcten.
derzoek. Ziekte van Wilson: Een erfelijke
Witte bloedcellen of leucocyten: ziekte waarbij koper in de lever ge-
De witte bloedcellen worden in vijf stapeld wordt. Dit geeft zowel ernsti-
categorieën ingedeeld. Zij bescher- ge leverbeschadiging (levercirrose)
men het lichaam tegen vreemde in- als neurologische verschijnselen. Als
dringers (bacteriën, virussen, para- de diagnose op tijd gesteld wordt is
sieten,..). Bij bacteriële infectie ver- met ontkoperende medicijnen een
hogen de witte bloedcellen. Bij virale effectieve therapie mogelijk.
infectie verhogen zij niet en kunnen
dan zelfs lichtjes dalen (leukopenie).
Wisselligging: Een afwisselende
houding bij een bedlegerige patiënt
om doorligwonden te voorkomen.

X
X-stralen: Röntgenstralen om een
röntgenfoto of röntgenopname te
maken.
Eigen aantekeningen
LLT
Leuvense Levertransplanten
LLT is een patiëntenvereniging van en voor
Levergetransplanteerden
van UZ Leuven

Maatschappelijke zetel:
UZ LEUVEN – sociaal werk
Herestraat 49
B-3000 Leuven

Bank nr. BE62 431-2040001-61

Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder toelating. Onze vereniging vzw LLT
is niet verantwoordelijk voor eventuele misbruiken van brochures, artikels of folders.

Hoe lid worden?


- Al wie lid wil worden stort 18 euro op rekening nr BE62 431-2040001-61 van LLT
vzw Leuven, met de vermelding ‘nieuw lid’.
U ontvangt het ledenblad van de lopende jaargang en geniet vanaf dan alle
voordelen verbonden aan het lidmaatschap
- Voor steunende en ereleden geldt dezelfde werkwijze, nu met de vermelding
‘steunend lid’ of ‘erelid’.
- U kunt ook contact opnemen met de sociale dienst (Kathleen Remans, tel. 016 / 34
86 20) of iemand van het bestuur die voor u het nodige zal doen.

Hoe sponsor worden?


Personen en bedrijven die onze vereniging willen steunen, kunnen een bedrag storten op
rekening nr.BE62 431-2040001-61 van LLT vzw Leuven, met de vermelding ‘sponsor’.
Onze vereniging heeft een aanvraag ingediend om fiscale attesten te mogen uitschrijven,
zodat deze bijdragen aftrekbaar worden. Zodra dit het geval is, laten wij het weten via De
Zonnekrant. Mogelijke sponsors worden in de toekomst aangeschreven.
Het bestuur van LLT vzw
Voorzitter: Ann Verkinderen Moerdijkstraat 26, 8710 Wielsbeke
Tel/Fax 056 / 66 98 72 e-mail secretariaat@llt.be
Secretaris: Carine Wellens Tilburgseweg 6/22, 2382 Poppel
Tel 0498 / 81 29 01 e-mail carine.wellens1@telenet.be
Penningmeester: Kristel Motmans Hofeinde 123, 3550 Heusden-Zolder
Tel 0486 / 41 52 23 e-mail motmans.kristel@gmail.com
Bestuursleden:
Lut Claeys Don Boscolaan 1, 3010 Kessel-lo
Tel 016 / 25 55 62 e-mail hubert.cossey@hiva.kuleuven.be
Lydia Caerts Kortestraat 5, 3290 Deurne-Diest
Tel 013 / 66 69 40 e-mail carlo-lydia@telenet.be
Paul Deleersnijder Brechtsebaan 9, 2960 Brecht
Tel 03 / 636 44 89 e-mail lucypaul.dls@skynet.be
Jos Peeters Patrijsstraat 23, 2170 Merksem
Tel 03 / 645 36 56 e-mail jos.peeters1@telenet.be
Robert Reinert Kleistraat 24, 3582 Koersel
Tel 011 / 57 22 16 e-mail robertreinert@scarlet.be
Deze brochure wordt gesponsord door:

You might also like