You are on page 1of 9

5

HAVO

biologie voor jou


UITWerKINgeNBOeK

BIOLOGIE VOOR DE BOVENBOUW


HAVO

AUTeUrS
MARIANNE GOMMERS
ARTHUR JANSEN
ANDRÉ VAN LEIJEN
RUUD PASSIER
HANS RAWEE
THEO DE ROUW

eINDreDACTIe
ILSE GMELIG
LINEKE PIJNAPPELS

MET MEDEWERKING VAN


PAULA VAN KRANENBURG
CEES MULDER
RENÉ WESTRA

ZESDE EDITIE
MALMBERG ’ S - HERTOGENBOSCH
WWW.BIOLOgIeVOOrJOU.NL
4
THEMA 31

Transport

ONTDEKKEN
De perfecte moord? 32

BASISSTOF
1 Transportsystemen 32
2 Het hart 33
3 Het bloedvatenstelsel 34
4 Het bloed 36
5 Weefselvloeistof en lymfe 37

SAMENHANG
Blozen maakt aantrekkelijk 38

EXAMENTRAINER 38
32 BASISSTOF thema 4 Transport

Ontdekken b Bastvatsap bevat veel meer sacharose dan eiwitten en


aminozuren. Voor hun eiwitvoorziening moeten
bladluizen een bepaalde hoeveelheid bastvatsap
De perfecte moord? opnemen. De overmaat aan sacharose die ze hiermee
Over de beoordeling van je uitwerkingen krijg je informatie binnenkrijgen, scheiden ze uit via hun achterlijf.
van je docent.
7 a In de winter vindt er geen verdikking plaats. Er zijn geen

1
bladeren, waardoor ook geen assimilatieproducten
kunnen worden gevormd.
b Ja. Dit transport vindt plaats via houtvaten; die zijn niet
weggesneden.
Transportsystemen c Doordat fruittelers ringwonden maken in takken van
fruitbomen, kunnen assimilatieproducten niet worden
1 Cel 2. Deze bevat een groot aantal mitochondriën. Die afgevoerd uit deze takken. Deze producten worden dan
zijn nodig om de energie beschikbaar te maken voor het opgeslagen in de vruchten aan die takken. De vruchten
actief transport van mineralen naar de centrale cilinder. worden daardoor groter.

2 a Nee. Worteldruk ontstaat doordat de endodermiscellen 8 a Kennelijk kan de plant bij een hoge CO2-concentratie
(actief) mineralen transporteren naar de centrale gemakkelijker CO2 opnemen, en kan dan dus met minder
cilinder. In aarde zonder mineralen zal dit transport na huidmondjes toe.
enige tijd ophouden. b Lijn R.
b Nee. Als de aarde een tijdje onder water staat, is hierin
weinig tot geen zuurstof aanwezig. Zonder zuurstof kan 9
geen energie worden vrijgemaakt in de mitochondriën Organisme Circulatiesysteem Hart
van de endodermiscellen. Die energie is nodig voor
sprinkhaan open buisvormig
actief transport.
regenworm gesloten buisvormig
3 a De worteldruk, de capillaire werking (cohesie en vis gesloten kamers en
adhesie) in de houtvaten en de verdamping vanuit de boezems
bladeren. mens gesloten kamers en
b De capillaire werking en de verdamping. boezems

4 a Het grootste deel van het water dat door de maïsplant is 10 a De hartkamer van een vis bevat zuurstofarm bloed.
opgenomen, is verdampt. b Bij een vissenhart is de wand van de kamer gespierder
b Twee processen waarvoor water is gebruikt, zijn dan de wand van de boezem. De kamer pompt het bloed
fotosynthese en het transport van stoffen. Verder is door heel het lichaam; de boezem pompt het bloed
water een belangrijke bouwstof (onder andere voor slechts naar de kamer.
cytoplasma en vacuolevocht).
c ’s Nachts vindt bijna geen verdamping van water uit 11 a Gesloten circulatiesystemen kunnen een hogere druk
bladeren plaats, doordat vrijwel alle huidmondjes zijn bereiken en zijn daardoor geschikt voor een effectief
gesloten. De worteldruk zorgt dan vooral voor het transport van voedingsstoffen en zuurstof bij grotere
watertransport. dieren.
b Het voordeel van een dubbele bloedsomloop is dat het
5 a Na het snoeien komt er door de worteldruk vocht uit de bloed met meer kracht door heel het lichaam wordt
afgesneden takjes. Hierdoor verliezen de struiken te veel gepompt. Bij een enkelvoudige bloedsomloop stroomt
water en drogen uit. Zo kunnen deze struiken het bloed eerst door de gaswisselingsorganen. Hierna
‘doodbloeden’. stroomt het bloed met veel minder druk verder door het
b Het is zowel een actief als passief proces. Worteldruk lichaam.
kost de plant energie, capillaire werking en verdamping c De lichaamsgrootte en de lichaamstemperatuur.
kosten de plant geen energie.
c De fysiologie houdt zich bezig met het functioneren van
organismen. De fysica houdt zich bezig met
Bomenbloed
natuurkundige verschijnselen. Worteldruk is een 12 a Mineralen en suikers (koolhydraten).
fysiologisch verschijnsel. Capillaire werking en b Door het concentreren wordt de siroop houdbaar.
verdamping zijn fysische verschijnselen. c Bij suikeresdoorns en berken worden ook organische
stoffen (suikers) via de houtvaten opwaarts
6 a Bladluizen zitten vooral aan de onderzijde van de getransporteerd. Voordat de knoppen uitlopen, komen
bladeren tegen de nerven en op stengels, omdat ze daar deze suikers vrij in de centrale cilinder van de wortel.
het gemakkelijkst sap uit een bastvat kunnen zuigen Door de hogere worteldruk wordt het voedselrijke sap
(zie ook Binas tabel 91A). door de houtvaten omhoog naar de knoppen geperst.
BASISSTOF thema 4 Transport 33

13 a Mineralen worden door actief transport opgenomen 19 a De functie van de hartkleppen in gesloten toestand is
vanuit het bodemvocht. Opgeslagen zetmeel wordt verhinderen dat er bloed terugstroomt van de kamers
omgezet in suiker. naar de boezems. De functie van de halvemaanvormige
b Aangezien de bladeren nog geen suiker produceren, kleppen in gesloten toestand is verhinderen dat er bloed
moet de energie voor het uitgroeien van de terugstroomt van de longslagader(s) en de aorta naar de
bloemknoppen vanuit de reservevoorraden zetmeel in de kamer(s).
wortels komen. b Op de tijdbalk is het volume van de hartkamers het
c Het gewonnen sap bevat suikers en mineralen die de grootst bij 0,1 s en het kleinst bij 0,4 s.
plant nodig heeft om te groeien. c De hartkleppen slaan dicht kort na 0,1 s op deze tijdbalk,
d Vanaf de zomer tot in de late herfst als er blad aan de bij het samentrekken van de kamers.
bomen zit en zolang de wortels nog niet opnieuw actief d De halvemaanvormige kleppen slaan dicht kort na 0,4 s,
zijn in het nieuwe groeiseizoen. na het ontspannen van de kamers.
e Tijdens het samentrekken van de kamers gaan eerst de
14 Esdoornsiroop: esdoornsap wordt afgetapt en ingedikt tot hartkleppen dicht en daarna gaan de halvemaanvormige
stroop. kleppen open. Als de kamers zich beginnen samen te
Berkensiroop: berkensap wordt afgetapt en ingedikt tot trekken, gaan de hartkleppen vrijwel direct dicht. De
stroop. halvemaanvormige kleppen gaan pas open als de druk in
Appelstroop: appels en peren worden gekookt en geperst de kamers hoger is geworden dan de druk in de aorta en
tot sap. Het ingedikte sap wordt stroop. in de longslagader.
Honing: door bijen verzamelde bloemenhoning wordt
gewonnen door een imker zonder verdere bewerking. 20 a De harttonen worden veroorzaakt door het dichtslaan
Honing kan ook afkomstig zijn van honigdauw, het door van kleppen. Het dichtslaan van de hartkleppen en het
luizen of andere insecten uitgescheiden suikerhoudend dichtslaan van de halvemaanvormige kleppen is met een
vocht. stethoscoop als twee afzonderlijke harttonen bij elke
hartslag te horen.

2
b Als een arts met een stethoscoop hartruis hoort, sluiten
een of meer kleppen niet goed.
c Als kleppen niet goed sluiten, kan bloed terugstromen
van de kamer(s) naar de boezem(s) of van de aorta en/of
Het hart de longslagader(s) naar de kamer(s).

15 a 1 = kransslagader 21 Als een klep bij de aorta onvolledig afsluit, kan tijdens de
2 = wand van de aorta hartpauze een deel van het bloed terug in de linkerkamer
3 = wand van de longslagader stromen. De linkerkamer van het hart raakt dan te vol.
4 = halvemaanvormige kleppen
5 = hartkleppen 22 a Letter P staat voor de samentrekking van de boezems,
b Deze bloedcel komt in het hart achtereenvolgens door de letter R voor de samentrekking van de kamers.
rechterboezem, de rechterkamer, de linkerboezem en de b Een hartslag van P tot P duurt 0,8 s. De
linkerkamer. hartslagfrequentie is dan 60 / 0,8 = 75 slagen per
minuut.
16 a Koolstofdioxide afkomstig van het hartspierweefsel komt
via de kransader het eerst terecht in de rechterboezem. 23 Een hart kan buiten het lichaam in een vloeistof door
b Deze nicotine komt via de longaders het eerst terecht in blijven kloppen, doordat de impulsen die het
de linkerboezem. samentrekken van het hartspierweefsel veroorzaken, in
het hart zelf ontstaan.
17 a De wand van de linkerkamer is meer gespierd dan de
wand van de rechterkamer. De linkerkamer pompt het 24 a Het slagvolume van de linkerkamer is ongeveer gelijk
bloed door heel het lichaam; de rechterkamer pompt het aan de hoeveelheid bloed die de rechterkamer per
bloed slechts naar de longen. hartslag wegpompt.
b De bloeddruk aan het begin van de aorta is hoger dan de b Het gemiddelde minutenvolume van een volwassen
bloeddruk aan het begin van de longslagader. De persoon in rust ligt tussen (70 × 70 mL =) 4,9 L en
linkerkamer pompt het bloed met meer kracht weg dan (70 × 100 mL =) 7 L.
de rechterkamer.

18
Samentrekken van Samentrekken van Hartpauze
de boezems de kamers
1 In welke richting stroomt het bloed? hartkamers slagaders hartkamers

2 H oe is de stand van de hartkleppen? open dicht open

3 H oe is de stand van de halvemaanvormige kleppen? dicht open dicht


34 BASISSTOF thema 4 Transport

c Bij sportmensen in training kan het minutenvolume


worden vergroot, doordat het slagvolume groter wordt.
De samentrekking van het hartspierweefsel wordt dan
krachtiger. Na een trainingsperiode kan dan bij grotere
inspanning het hartritme vrijwel gelijk blijven.
3
28
Het bloedvatenstelsel
Slagaders Aders
25 a Bijvoorbeeld te veel en te vet eten, te weinig bewegen en
1 Het bloed stroomt van het hart van de organen
te veel stress.
weg naar de weg naar het
b Alleen bij grote aantallen deelnemers aan het onderzoek
organen toe hart toe
zijn de resultaten betrouwbaar.
c Het relatieve risico van de hoogrisicogroep is gesteld op 1. 2 De bloeddruk is hoog laag
Dit is een door de onderzoekers gestelde waarde waar 3 De wand is dik, stevig en dun, weinig
het risico van andere groepen aan wordt gerelateerd. elastisch elastisch
d De kans voor mannen en vrouwen in de leeftijd van 4 De bloedstroom is stootsgewijs regelmatig
40–59 jaar zonder risicofactoren om te overlijden aan (kloppend)
hart- en vaatziekten is nog geen 1/3 van die kans voor
5 Ze liggen meestal diep in het minder diep in
mannen en vrouwen uit de hoogrisicogroep. lichaam het lichaam
e – Neem een grote (10 000–100 000) representatieve
6 Kleppen zijn niet aanwezig aanwezig,
groep van de bevolking.
(behalve halve- vooral in de
– Meet gedurende een lange periode (tien tot maanvormige armen en benen
twintig jaar) het cholesterolgehalte, de bloeddruk en kleppen)
het rookgedrag. Stel grenswaarden vast voor de laag-
en hoogrisicogroep.
– Verdeel de steekproef in twee groepen: wel en niet 29 Een slagaderlijke bloeding is gevaarlijker dan een aderlijke
behorend tot de hoogrisicogroep. bloeding, omdat het bloed bij een slagaderlijke bloeding
– Stel bij overlijden vast of dit te wijten is aan hart- en snel en met grote kracht uit de wond spuit.
vaatziekten.
– Bereken het relatieve risico uit de sterftepercentages 30 Door het grote aantal haarvaten in de spieren kunnen
van beide groepen. goedgetrainde atleten veel bloed door hun spieren laten
stromen bij lichamelijke inspanning. Hierdoor zijn de
spieren tot grote prestaties in staat.
Binnen 6 minuten
26 a Een overeenkomst is dat beide het hartritme meten en 31 a De functie van dit spierweefsel is het regelen van de
een stroomstoot kunnen geven bij een hartritmestoornis hoeveelheid bloed die door een bepaald weefsel
om de gewone hartslag te herstellen. Een verschil is dat stroomt.
de AED buiten het lichaam werkt en een ICD in het b Bij zware arbeid komt veel warmte vrij bij de dissimilatie
lichaam van de patiënt is aangebracht. in de skeletspieren. Doordat er dan veel bloed door de
b Bij kamerfibrilleren staat het hart juist niet stil, maar huid stroomt, is het lichaam goed in staat overtollige
stagneert de bloedcirculatie door het snel en warmte af te geven aan de omgeving.
onregelmatig trillen van de hartspier. c Bij maximale lichamelijke inspanning stroomt er zo veel
c Bij een gewoon hartritme kan een stroomstoot juist mogelijk bloed door de skeletspieren. Dit gaat ten koste
hartritmestoornissen veroorzaken. In het geval van een van de hoeveelheid bloed die door de huid stroomt. (Dit
echte hartstilstand heeft een stroomstoot om het hart te kan slechts van korte duur zijn, omdat er dan een
‘resetten’ geen zin meer. verhoging van de lichaamstemperatuur dreigt.)
d Naar de hersenen.
27 a Drie dingen die je moet doen voor iemand met een
circulatiestilstand: 32 a De longslagaders bevatten zuurstofarm bloed en de
– 112 bellen om een ambulance op te roepen; longaders zuurstofrijk bloed.
– direct starten met reanimatie; b De meeste bloedvaten die je onder de huid ziet liggen,
– binnen zes minuten een AED aansluiten. zijn aders. In je polsen bevinden zich de slagaders vlak
b Om schade aan de hersenen te voorkomen. onder de huid. Slagaders ‘kloppen’, aders niet.
c De kans is groot dat de AED zich bevindt in de buurt van
de hoofdingang, de lerarenkamer of de conciërgeruimte. 33 a Een alcoholmolecuul gaat via de poortader naar de lever.
d Bij het gebruik van een AED volg je nauwkeurig de b De kortste weg van de wand van de dunne darm naar de
aanwijzingen op het apparaat. longen gaat door de poortader, de leverader, de
e Stichtingen en EHBO-afdelingen die cursussen onderste holle ader, de rechterboezem, de rechterkamer
aanbieden, zijn te vinden op de website van de en de longslagader.
Hartstichting (www.hartstichting.nl). c De kortste weg van de mond naar de lever gaat door de
halsader, de bovenste holle ader, de rechterboezem, de
rechterkamer, de longslagader, de longader, de
linkerboezem, de linkerkamer, de aorta en de
leverslagader.
BASISSTOF thema 4 Transport 35

34 a Via de poortader. 39 a De bovendruk/onderdruk bedraagt ongeveer 16/11 kPa.


b Het bloed in de poortader is zuurstofarm. In het b Door de gemiddeld afnemende druk van slagaders naar
darmkanaal is veel zuurstof verbruikt bij de resorptie van haarvaten naar aders stroomt het bloed in de juiste
voedingsstoffen en verteringsproducten. richting.
c De lever breekt lichaamsvreemde stoffen af. Bij inname c De bloeddruk in de longslagader is lager dan de
via de mond worden sommige medicijnen dus bloeddruk in de aorta, doordat de rechterkamer het
afgebroken door verteringsenzymen. Bloed afkomstig bloed met minder kracht wegpompt dan de linkerkamer.
van de wand van de endeldarm wordt afgevoerd via de d Door het nauwer worden van de bloedvaten stijgt de
beenader en gaat niet via de poortader door de lever. bloeddruk. Het hart moet een grotere kracht leveren om
het bloed door de vernauwde bloedvaten te pompen.
35 a De meeste bloedvaten zijn genoemd naar het orgaan e 1 De bloeddruk daalt.
waarheen of waarvandaan ze bloed vervoeren. 2 De bloeddruk stijgt.
b Bijvoorbeeld: liever van buiten leren, want er zijn altijd 3 De bloeddruk stijgt.
wel enkele uitzonderingen. Of: gebruikmaken van de
regelmaat, want dan hoef ik alleen de uitzonderingen 40 a Grafiek A geeft het verloop van de gemiddelde
echt te leren. stroomsnelheid weer. De gemiddelde stroomsnelheid is
het hoogst in de aorta en het laagst in de haarvaten.
36 a 1 = bovenste holle ader b De lage stroomsnelheid in de haarvaten is functioneel,
2 = onderste holle ader omdat daardoor een goede uitwisseling van stoffen
3 = leverader tussen het bloed en de weefsels mogelijk wordt.
4 = longslagader c De stroomsnelheid van het bloed dat door de
5 = leverslagader skeletspieren stroomt, wordt hierdoor verlaagd.
6 = poortader
b P stelt de lever voor. 41 a Doordat de zintuigcellen voor de bloeddruk in de
c Q kan zijn: de maag, de alvleesklier, de dunne darm of halsslagaders liggen, wordt een verandering van de
de dikke darm. bloeddruk in de slagaders naar het hoofd snel
d De bloedstroom door de bloedvaten van groot naar klein waargenomen. Door een snelle aanpassing van het
is: 4 – 2 – 3 – 5. hartritme wordt de bloeddruk in de bloedvaten in de
e Het glucosegehalte van het bloed kan het sterkst hersenen zo constant mogelijk gehouden.
variëren in bloedvat 6 (de poortader). b De regeling van hartritme en bloeddruk is een voorbeeld
f Na een periode van vasten is het glucosegehalte van het van negatieve terugkoppeling. Bij een daling van de
bloed het hoogst in bloedvat 3 (de leverader). bloeddruk zal het hartritme gewoonlijk stijgen.
g Het glucosegehalte van het bloed in de bloedvaten, van
hoog naar laag: 3 – 2 – 4 – 1. 42 a Bij slagaderverkalking ontstaat in de wand van de
slagader een ophoping van cholesterol en kalkafzetting.
37 a Nee, daar is op dit moment geen polsslag te voelen. Hierdoor wordt de slagaderwand minder elastisch en kan
b De bloeddruk zal op dit moment op plaats 4 het laagst deze minder goed de druk van de hartwerking opvangen.
zijn. Door de manchet stroomt geen bloed meer van 3 b In aders is de bloeddruk laag. De wanden van aders zijn
naar 4. In bloedvat 4 zal zich slechts weinig bloed slap en hoeven niet mee te veren met de variërende
bevinden. Het bloed bij 4 is voor het grootste deel bloeddruk.
teruggestroomd naar het hart. c Door deelname van grote groepen wordt het
c Door het geleidelijk leeglopen van de manchet zal de onderzoeksresultaat betrouwbaarder.
bloeddruk het eerst stijgen op plaats 2. Door de hogere d Een placebo is een niet-werkende stof die er als echt
bloeddruk bij 2 zal snel veel bloed stromen van 3 naar 4. supplement uitziet. Het enige verschil tussen de
d De arts zal vaatgeruis kunnen horen op plaats 2. behandelde groep en de controlegroep mag het wel of
e De gemeten waarde met de manchet komt beter overeen niet innemen van de werkzame stof zijn.
met de werkelijke waarde van de bloeddruk en heeft dus e De hypothese is bevestigd. Toedienen van vitamine K2
een hogere validiteit in vergelijking met de kan slagaderverkalking voorkomen en zelfs genezen.
polsbloeddrukmeter. De polsbloeddrukmeter zit niet op
harthoogte. De meting vindt plaats op grotere afstand
van het hart.
Dotteren
43 a Roken, veel verzadigd vet eten, stress en te weinig
38 a – bewegen.
b Voor: hierdoor zal het percentage mensen met b Medicijnen, dotteren of opereren.
overgewicht afnemen en dat is goed voor de c Medicijnen zijn minder belastend, brengen minder
volksgezondheid. Tegen: iedereen mag zelf beslissen risico’s met zich mee en zijn goedkoper.
wat hij/zij drinkt. d Via de beenslagader en de aorta.
e Dotter- en stentbehandeling geeft minder risico voor
de patiënt en is goedkoper.
36 BASISSTOF thema 4 Transport

4 Het bloed
44 a Vijf (groepen) stoffen die door bloedplasma worden
d Het stolsel en de beschadigde cellen worden opgeruimd
door witte bloedcellen.
e Als een rat zo’n verdelgingsmiddel eet, stolt het bloed
niet meer bij een inwendige bloeding. De bloeding blijft
voortduren en de rat sterft hieraan.
vervoerd, zijn: zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen,
regelende stoffen en beschermende stoffen. 50 a Buis 1 bevat dan de grootste hoeveelheid droge stof.
b Van de vaste bestanddelen in het bloed zijn de rode Bloedplasma en bloedserum bevatten geen bloedcellen
bloedcellen het talrijkst en de witte bloedcellen het en geen bloedplaatjes, bloed wel.
minst talrijk. b Buis 3 bevat dan de kleinste hoeveelheid droge stof.
c Vetten worden in het bloedplasma gebonden aan Bloedserum bevat geen fibrinogeen, bloedplasma wel.
eiwitten.

45 a Boven in de reageerbuis bevindt zich bloedplasma,


Blauw bloed
onder in de reageerbuis bevinden zich rode en witte 51 a Soort, geslacht, familie.
bloedcellen en bloedplaatjes. b Tot het geslacht Limulus.
b Deze bestanddelen zakken naar beneden, doordat ze
een grotere dichtheid hebben dan bloedplasma. 52 a Hemoglobine, hemocyanine en galkleurstof.
b Deze kleurstoffen zijn eiwitten waaraan zuurstof kan
46 a De platte en ‘ingedeukte’ vorm heeft als voordeel dat het binden. Ze zorgen voor een beter transport van zuurstof
oppervlak groter is. Daardoor kan de diffusie van door het lichaam. De hoeveelheid in het plasma
zuurstof en koolstofdioxide sneller plaatsvinden. opgeloste zuurstof is onvoldoende.
b Bij een tekort aan zuurstof neemt de productie van epo c – De zuurstofbehoefte van de koudbloedige vis is laag in
door de nieren toe. Daardoor wordt de aanmaak van rode het koude leefmilieu.
bloedcellen door het rode beenmerg verhoogd. Bij – Er lost meer zuurstof op in het koude water en het
toename van de dichtheid van rode bloedcellen en koude plasma van de vis.
verbeterde zuurstofvoorziening daalt de productie van d Die aanpassingen zijn van belang op momenten dat de
epo door de nieren weer. cellen van de ijsvis meer zuurstof nodig hebben, zoals
c Epo stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen. Door bij het achtervolgen van prooien of bij het ontsnappen
het toegenomen aantal rode bloedcellen en het daardoor aan predatoren.
toegenomen vermogen van het bloed voor e Door het ontbreken van schubben kan zuurstof
zuurstoftransport kan het uithoudingsvermogen van de gemakkelijker vanuit het zeewater door de huid in het
sporter toenemen. lichaam van de ijsvis diffunderen.
d Iemand met bloedarmoede heeft een tekort aan het
mineraal ijzer. IJzer is hier de beperkende factor voor de
aanmaak van rode bloedcellen. Toediening van epo heeft
dan geen effect op het aantal rode bloedcellen.

47
Rode bloedcellen Witte bloedcellen Bloedplaatjes
Wel of geen celkern geen wel wel
Plaats(en) van vorming rode beenmerg rode beenmerg rode beenmerg
Functie(s) transport van zuurstof en bacteriën bestrijden, bloedstolling
koolstofdioxide dode celresten opruimen,
antistoff en maken

48 a Witte bloedcellen kunnen van vorm veranderen. Hierdoor 53 a Bacteriën kunnen infecties veroorzaken bij patiënten.
kunnen ze door de wand van haarvaten heen. b Met witte bloedcellen.
b Je moet voorzichtig zijn met etter of pus, omdat er vrijwel c Van mensen van adellijke families wordt wel gezegd dat
altijd ook nog levende, ziekteverwekkende bacteriën in ze blauw bloed hebben. Natuurlijk is hun bloed gewoon
voorkomen. rood.
Vooral hoge adel had vroeger de gewoonte uit de zon te
49 a Op de beschadigde plaats wordt, onder invloed van blijven. Blauwgekleurde aders waren daardoor goed
stoffen die uit de bloedplaatjes vrijkomen, fibrinogeen zichtbaar onder de bleke huid. Vandaar de uitdrukking
omgezet in fibrine. ‘blauw bloed’.
b Voor bloedstolling zijn verschillende stoffen nodig,
waaronder stollingsfactoren uit het bloedplasma. Als die
(deels) ontbreken, kan de keten van reacties die leidt tot
een bloedstolsel niet plaatsvinden.
c Een blauw oog verkleurt, doordat hemoglobine wordt
afgebroken.
BASISSTOF thema 4 Transport 37

5 Weefselvloeistof en lymfe
54 a Het vocht dat zich in een blaar bevindt, heet
b Tumorcellen verspreiden zich in het lichaam via het
lymfevatenstelsel. Lymfeklieren kunnen dus doelwit zijn
bij bestraling. Bij operaties worden soms delen van het
lymfevatenstelsel verwijderd. Als dat bijvoorbeeld in de
oksel is, dan kan lymfevocht uit de armen minder goed
weefselvloeistof. terugstromen naar de sleutelbeenaders.
b In dit vocht kunnen witte bloedcellen voorkomen. c – Manuele lymfedrainage: bij manuele lymfedrainage
probeert de fysiotherapeut, door een zachte
55 a De bloeddruk veroorzaakt het uittreden van vocht. In het pompende beweging, de vochtopname door de
begin van de haarvaten is de kracht van de bloeddruk lymfevaten te stimuleren en het functioneren van
groter dan de osmotische druk van de weefselvloeistof goede vaten te bevorderen.
richting de haarvaten. – Lymfetaping: hierbij wordt gebruikgemaakt van een
b De osmotische druk veroorzaakt het terugstromen van speciale tape die de huid iets optilt, waardoor de
weefselvloeistof in de haarvaten. Verderop in de onderhuidse circulatie verbetert en de afvoer van
haarvaten is de bloeddruk sterk gedaald. Door de hogere lymfevocht beter verloopt.
osmotische waarde van het bloedplasma ten opzichte – Oedeem- en fibrosegrepen: door middel van
van de weefselvloeistof keert vocht terug naar de oedeemgrepen kan lymfevocht door het weefsel
haarvaten. De kracht van de bloeddruk is hier kleiner worden geleid naar een plaats waar het gemakkelijker
dan de osmotische druk vanuit het weefsel naar de wordt opgenomen. Met fibrosegrepen kan verhard
haarvaten toe. weefsel (‘fibrose’) soepeler worden gemaakt.
c Als men de bloeddruk in een bepaald haarvat plotseling
laat toenemen, wordt de hoeveelheid uittredend vocht 59 a Binnen beroepsorganisaties werken professionals onder
groter. andere samen bij de ontwikkeling van nieuwe
d Hierdoor wordt het verschil in osmotische waarde tussen behandelingen en protocollen voor de behandeling van
de weefselvloeistof en het bloedplasma in het haarvat aandoeningen. Naast scholing en kennisoverdracht is er
groter. De osmotische waarde wordt veroorzaakt door de borging van kwaliteit door middel van een
grotere eiwitten die in het plasma achterblijven. Door het kwaliteitsregister. Ook komen de beroepsorganisaties op
uittreden van plasma wordt het bloedvolume kleiner en voor de belangen van de fysiotherapeut bij politiek en
neemt dus de concentratie van eiwitten toe en daarmee zorgverzekeraars. Ze geven bekendheid aan het nut van
de osmotische waarde van het plasma. fysiotherapie en zorgen voor een gezamenlijke
e In de longhaarvaten is de bloeddruk niet hoog genoeg klachtenregeling.
om vocht te laten uittreden. De bloeddruk in de kleine b Mens en Techniek/Bewegingstechnologie: je probeert
bloedsomloop is lager dan de bloeddruk in de grote bewegingsproblemen bij mensen te verhelpen, te
bloedsomloop. Hierdoor vullen de longblaasjes verlichten of te voorkomen. Je kunt bijvoorbeeld werken
(longweefsel) zich niet met weefselvloeistof. bij Arbodiensten of bij bedrijven die
f Door gebrek aan eiwit in het voedsel kunnen de revalidatiehulpmiddelen maken en aanpassen.
eiwitmoleculen vrijwel geheel uit het bloed zijn Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie:
verdwenen. Hierdoor kan ook het verschil in osmotische bewegingsactiviteiten van belang bij de behandeling van
waarde tussen bloedplasma en weefselvloeistof vrijwel mensen met een geestelijke en/of lichamelijke
geheel zijn verdwenen. Aan het eind van de haarvaten beperking en bij mensen die kampen met psychosociale
keert er dan te weinig vocht terug in de haarvaten. Door problemen. Je werkt in instellingen voor mensen met een
de ophoping van weefselvloeistof ontstaat een lichamelijke en/of geestelijke beperking, in
opgezwollen buik. psychiatrische ziekenhuizen of afdelingen en in
instellingen voor ambulante geestelijke
56 Bij een tatoeage wordt inkt in het huidweefsel gespoten. gezondheidszorg.
Via weefselvloeistof komt de inkt terecht in de lymfe. Sport, Gezondheid en Management: als sportmanager
Lymfeknopen zuiveren de lymfe onder andere van de inkt. probeer je mensen tot deelname aan een sport te
In dit geval gebeurt dat door lymfeknopen in de bewegen. Je kunt dat doen in dienst van een groot bedrijf
rechteroksel. Daar wordt de inkt opgeslagen. (bedrijfssport, bedrijfsfitness), maar je kunt ook als
ondernemer een eigen gezondheids(sport)centrum
57 De samentrekking van de beenspieren stimuleert de oprichten.
bloedstroom in de beenaders en de lymfestroom in de Oefentherapie Mensendieck: je werkt met mensen die
lymfevaten waardoor overtollig vocht kan worden houdingsproblemen hebben of klachten die ontstaan zijn
afgevoerd. door een onjuist bewegingspatroon of door ziekten. Je
kunt in een eigen praktijk werken, in een groepspraktijk,
in ziekenhuizen, verpleeghuizen of tehuizen voor
Oedeemfysiotherapeut mensen met een beperking en revalidatiecentra.
58 a Vanuit een arm of been moet de lymfe tegen de c Bijvoorbeeld: ja, want het is leuk om met mensen te
zwaartekracht in terugstromen naar de aders onder de werken en je kunt duidelijk zichtbare resultaten
sleutelbeenderen. Lymfoedeem vanuit de romp kan bereiken. Of: nee, werken als sportleraar met jonge
meerdere kanten op draineren. In het been of de arm moet mensen of werken buiten de gezondheidszorg past beter
lymfe altijd de lymfeklieren in de lies of oksel passeren. bij mij.
38 SAMENHANG EN EXAMENTRAINER thema 4 Transport

Samenhang Examentrainer
Blozen maakt aantrekkelijk verpleegkundige (m/v) gevraagd
1
Organisatieniveau Begrip 2p 1 Voorbeeld van een goed antwoord:
U heeft een hartinfarct gehad doordat er bij u sprake is van
Biosfeer
verstopping van bloedvaten op het hart.
Ecosysteem Ik geef u het advies om te stoppen met roken / minder vet
Populatie mensen, soortgenoten te eten / het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen /
meer te bewegen.
blozende mens, Charles Darwin,
Organisme Het antwoord bevat de volgende twee elementen:
collega, missionaris
• bij een hartinfarct is sprake van verstopping/vernauwing
Orgaanstelsel autonome zenuwstelsel van de vaten (op het hart): 1 punt
• twee correcte adviezen: 1 punt
bloedvaatje, kringspiertje,
Orgaan 1p 2 Uit het antwoord moet blijken dat, als het ballonnetje
slagader
helemaal is opgeblazen, de bloedtoevoer/zuurstoftoevoer
Cel spiercel door het bloedvat (tijdelijk) stopt.
Molecuul adrenerge receptor, 2p 3 Uit het antwoord moet blijken dat:
neurotransmitter • een kunstmatige pacemaker geen vaatvernauwing
voorkomt: 1 punt
2 a Haarvaatjes. • een pacemaker de hartslag regelt / een kunstmatige
b Tot het gladde spierweefsel. Het autonome zenuwstelsel pacemaker hartritmestoornissen verhelpt / een
innerveert glad spierweefsel. kunstmatige pacemaker de functie van de sinusknoop
ondersteunt/vervangt: 1 punt
3 a Neurotransmitters. 2p 4 A
b Daardoor komt het lichaam in een alerte, actieve 2p 5 A
toestand (vluchten of vechten).
c Door het orthosympatische deel. Adrenalineachtige bloedtransfusies tijdens de
neurotransmitters maken het lichaam geschikt voor eerste wereldoorlog
actie. De doorbloeding van de huid neemt toe.
d Bij stijging van je lichaamstemperatuur is een verhoogde 2p 6 C
bloedtoevoer naar de huid een manier om af te koelen. 2p 7 (armader –) bovenste holle ader – rechterboezem –
e Er gaat dan minder bloed naar de huid (en naar rechterkamer – longslagader – longhaarvaten – longader –
bijvoorbeeld de verteringsorganen) en meer bloed naar linkerboezem – linkerkamer – aorta – halsslagader/
de skeletspieren, zodat je snel kunt reageren. hersenslagader (– bloedvaten van de hersenen)
Opmerking: voor elk ontbrekend of onjuist bloedvat /
4 a Blozen is een signaal. Een signaal is een prikkel voor hartdeel en bij elke verwisseling van twee bloedvaten /
soortgenoten. hartdelen 1 punt in mindering brengen.
b De aansturing van de kringspieren wordt geregeld door 2p 8 A
het autonome zenuwstelsel. Het autonome zenuwstelsel
is niet of nauwelijks door de eigen wil te beïnvloeden.
c Een organisme heeft een grotere fitness als het door een
combinatie van eigenschappen in een bepaalde
omgeving een grotere voortplantingskans heeft.
Aangezien blozende mensen aantrekkelijker zijn, hebben
zij een grotere fitness dan niet-blozende soortgenoten.
Uit het feit dat blozen regelmatig voorkomt, blijkt dat er
positieve selectie plaatsvindt op deze eigenschap.
d Blozen is zowel erfelijk als aangeleerd. Het blozen (of
niet blozen) is erfelijk. Of iemand bloost, is afhankelijk
van aangeleerde normen en waarden in de cultuur.
e Het woord ‘rouge’ komt uit het Frans en betekent rood.
Door het rood maken van de wangen zou men er
jeugdiger en gezonder uitzien. De blos kan ook seksuele
opwinding suggereren en de gebruiker aantrekkelijker
maken.

You might also like