Professional Documents
Culture Documents
HAVO
AUTeUrS
MARIANNE GOMMERS
ARTHUR JANSEN
ANDRÉ VAN LEIJEN
RUUD PASSIER
HANS RAWEE
THEO DE ROUW
eINDreDACTIe
ILSE GMELIG
LINEKE PIJNAPPELS
ZESDE EDITIE
MALMBERG ’ S - HERTOGENBOSCH
WWW.BIOLOgIeVOOrJOU.NL
4
THEMA 31
Transport
ONTDEKKEN
De perfecte moord? 32
BASISSTOF
1 Transportsystemen 32
2 Het hart 33
3 Het bloedvatenstelsel 34
4 Het bloed 36
5 Weefselvloeistof en lymfe 37
SAMENHANG
Blozen maakt aantrekkelijk 38
EXAMENTRAINER 38
32 BASISSTOF thema 4 Transport
1
bladeren, waardoor ook geen assimilatieproducten
kunnen worden gevormd.
b Ja. Dit transport vindt plaats via houtvaten; die zijn niet
weggesneden.
Transportsystemen c Doordat fruittelers ringwonden maken in takken van
fruitbomen, kunnen assimilatieproducten niet worden
1 Cel 2. Deze bevat een groot aantal mitochondriën. Die afgevoerd uit deze takken. Deze producten worden dan
zijn nodig om de energie beschikbaar te maken voor het opgeslagen in de vruchten aan die takken. De vruchten
actief transport van mineralen naar de centrale cilinder. worden daardoor groter.
2 a Nee. Worteldruk ontstaat doordat de endodermiscellen 8 a Kennelijk kan de plant bij een hoge CO2-concentratie
(actief) mineralen transporteren naar de centrale gemakkelijker CO2 opnemen, en kan dan dus met minder
cilinder. In aarde zonder mineralen zal dit transport na huidmondjes toe.
enige tijd ophouden. b Lijn R.
b Nee. Als de aarde een tijdje onder water staat, is hierin
weinig tot geen zuurstof aanwezig. Zonder zuurstof kan 9
geen energie worden vrijgemaakt in de mitochondriën Organisme Circulatiesysteem Hart
van de endodermiscellen. Die energie is nodig voor
sprinkhaan open buisvormig
actief transport.
regenworm gesloten buisvormig
3 a De worteldruk, de capillaire werking (cohesie en vis gesloten kamers en
adhesie) in de houtvaten en de verdamping vanuit de boezems
bladeren. mens gesloten kamers en
b De capillaire werking en de verdamping. boezems
4 a Het grootste deel van het water dat door de maïsplant is 10 a De hartkamer van een vis bevat zuurstofarm bloed.
opgenomen, is verdampt. b Bij een vissenhart is de wand van de kamer gespierder
b Twee processen waarvoor water is gebruikt, zijn dan de wand van de boezem. De kamer pompt het bloed
fotosynthese en het transport van stoffen. Verder is door heel het lichaam; de boezem pompt het bloed
water een belangrijke bouwstof (onder andere voor slechts naar de kamer.
cytoplasma en vacuolevocht).
c ’s Nachts vindt bijna geen verdamping van water uit 11 a Gesloten circulatiesystemen kunnen een hogere druk
bladeren plaats, doordat vrijwel alle huidmondjes zijn bereiken en zijn daardoor geschikt voor een effectief
gesloten. De worteldruk zorgt dan vooral voor het transport van voedingsstoffen en zuurstof bij grotere
watertransport. dieren.
b Het voordeel van een dubbele bloedsomloop is dat het
5 a Na het snoeien komt er door de worteldruk vocht uit de bloed met meer kracht door heel het lichaam wordt
afgesneden takjes. Hierdoor verliezen de struiken te veel gepompt. Bij een enkelvoudige bloedsomloop stroomt
water en drogen uit. Zo kunnen deze struiken het bloed eerst door de gaswisselingsorganen. Hierna
‘doodbloeden’. stroomt het bloed met veel minder druk verder door het
b Het is zowel een actief als passief proces. Worteldruk lichaam.
kost de plant energie, capillaire werking en verdamping c De lichaamsgrootte en de lichaamstemperatuur.
kosten de plant geen energie.
c De fysiologie houdt zich bezig met het functioneren van
organismen. De fysica houdt zich bezig met
Bomenbloed
natuurkundige verschijnselen. Worteldruk is een 12 a Mineralen en suikers (koolhydraten).
fysiologisch verschijnsel. Capillaire werking en b Door het concentreren wordt de siroop houdbaar.
verdamping zijn fysische verschijnselen. c Bij suikeresdoorns en berken worden ook organische
stoffen (suikers) via de houtvaten opwaarts
6 a Bladluizen zitten vooral aan de onderzijde van de getransporteerd. Voordat de knoppen uitlopen, komen
bladeren tegen de nerven en op stengels, omdat ze daar deze suikers vrij in de centrale cilinder van de wortel.
het gemakkelijkst sap uit een bastvat kunnen zuigen Door de hogere worteldruk wordt het voedselrijke sap
(zie ook Binas tabel 91A). door de houtvaten omhoog naar de knoppen geperst.
BASISSTOF thema 4 Transport 33
13 a Mineralen worden door actief transport opgenomen 19 a De functie van de hartkleppen in gesloten toestand is
vanuit het bodemvocht. Opgeslagen zetmeel wordt verhinderen dat er bloed terugstroomt van de kamers
omgezet in suiker. naar de boezems. De functie van de halvemaanvormige
b Aangezien de bladeren nog geen suiker produceren, kleppen in gesloten toestand is verhinderen dat er bloed
moet de energie voor het uitgroeien van de terugstroomt van de longslagader(s) en de aorta naar de
bloemknoppen vanuit de reservevoorraden zetmeel in de kamer(s).
wortels komen. b Op de tijdbalk is het volume van de hartkamers het
c Het gewonnen sap bevat suikers en mineralen die de grootst bij 0,1 s en het kleinst bij 0,4 s.
plant nodig heeft om te groeien. c De hartkleppen slaan dicht kort na 0,1 s op deze tijdbalk,
d Vanaf de zomer tot in de late herfst als er blad aan de bij het samentrekken van de kamers.
bomen zit en zolang de wortels nog niet opnieuw actief d De halvemaanvormige kleppen slaan dicht kort na 0,4 s,
zijn in het nieuwe groeiseizoen. na het ontspannen van de kamers.
e Tijdens het samentrekken van de kamers gaan eerst de
14 Esdoornsiroop: esdoornsap wordt afgetapt en ingedikt tot hartkleppen dicht en daarna gaan de halvemaanvormige
stroop. kleppen open. Als de kamers zich beginnen samen te
Berkensiroop: berkensap wordt afgetapt en ingedikt tot trekken, gaan de hartkleppen vrijwel direct dicht. De
stroop. halvemaanvormige kleppen gaan pas open als de druk in
Appelstroop: appels en peren worden gekookt en geperst de kamers hoger is geworden dan de druk in de aorta en
tot sap. Het ingedikte sap wordt stroop. in de longslagader.
Honing: door bijen verzamelde bloemenhoning wordt
gewonnen door een imker zonder verdere bewerking. 20 a De harttonen worden veroorzaakt door het dichtslaan
Honing kan ook afkomstig zijn van honigdauw, het door van kleppen. Het dichtslaan van de hartkleppen en het
luizen of andere insecten uitgescheiden suikerhoudend dichtslaan van de halvemaanvormige kleppen is met een
vocht. stethoscoop als twee afzonderlijke harttonen bij elke
hartslag te horen.
2
b Als een arts met een stethoscoop hartruis hoort, sluiten
een of meer kleppen niet goed.
c Als kleppen niet goed sluiten, kan bloed terugstromen
van de kamer(s) naar de boezem(s) of van de aorta en/of
Het hart de longslagader(s) naar de kamer(s).
15 a 1 = kransslagader 21 Als een klep bij de aorta onvolledig afsluit, kan tijdens de
2 = wand van de aorta hartpauze een deel van het bloed terug in de linkerkamer
3 = wand van de longslagader stromen. De linkerkamer van het hart raakt dan te vol.
4 = halvemaanvormige kleppen
5 = hartkleppen 22 a Letter P staat voor de samentrekking van de boezems,
b Deze bloedcel komt in het hart achtereenvolgens door de letter R voor de samentrekking van de kamers.
rechterboezem, de rechterkamer, de linkerboezem en de b Een hartslag van P tot P duurt 0,8 s. De
linkerkamer. hartslagfrequentie is dan 60 / 0,8 = 75 slagen per
minuut.
16 a Koolstofdioxide afkomstig van het hartspierweefsel komt
via de kransader het eerst terecht in de rechterboezem. 23 Een hart kan buiten het lichaam in een vloeistof door
b Deze nicotine komt via de longaders het eerst terecht in blijven kloppen, doordat de impulsen die het
de linkerboezem. samentrekken van het hartspierweefsel veroorzaken, in
het hart zelf ontstaan.
17 a De wand van de linkerkamer is meer gespierd dan de
wand van de rechterkamer. De linkerkamer pompt het 24 a Het slagvolume van de linkerkamer is ongeveer gelijk
bloed door heel het lichaam; de rechterkamer pompt het aan de hoeveelheid bloed die de rechterkamer per
bloed slechts naar de longen. hartslag wegpompt.
b De bloeddruk aan het begin van de aorta is hoger dan de b Het gemiddelde minutenvolume van een volwassen
bloeddruk aan het begin van de longslagader. De persoon in rust ligt tussen (70 × 70 mL =) 4,9 L en
linkerkamer pompt het bloed met meer kracht weg dan (70 × 100 mL =) 7 L.
de rechterkamer.
18
Samentrekken van Samentrekken van Hartpauze
de boezems de kamers
1 In welke richting stroomt het bloed? hartkamers slagaders hartkamers
4 Het bloed
44 a Vijf (groepen) stoffen die door bloedplasma worden
d Het stolsel en de beschadigde cellen worden opgeruimd
door witte bloedcellen.
e Als een rat zo’n verdelgingsmiddel eet, stolt het bloed
niet meer bij een inwendige bloeding. De bloeding blijft
voortduren en de rat sterft hieraan.
vervoerd, zijn: zuurstof, voedingsstoffen, afvalstoffen,
regelende stoffen en beschermende stoffen. 50 a Buis 1 bevat dan de grootste hoeveelheid droge stof.
b Van de vaste bestanddelen in het bloed zijn de rode Bloedplasma en bloedserum bevatten geen bloedcellen
bloedcellen het talrijkst en de witte bloedcellen het en geen bloedplaatjes, bloed wel.
minst talrijk. b Buis 3 bevat dan de kleinste hoeveelheid droge stof.
c Vetten worden in het bloedplasma gebonden aan Bloedserum bevat geen fibrinogeen, bloedplasma wel.
eiwitten.
47
Rode bloedcellen Witte bloedcellen Bloedplaatjes
Wel of geen celkern geen wel wel
Plaats(en) van vorming rode beenmerg rode beenmerg rode beenmerg
Functie(s) transport van zuurstof en bacteriën bestrijden, bloedstolling
koolstofdioxide dode celresten opruimen,
antistoff en maken
48 a Witte bloedcellen kunnen van vorm veranderen. Hierdoor 53 a Bacteriën kunnen infecties veroorzaken bij patiënten.
kunnen ze door de wand van haarvaten heen. b Met witte bloedcellen.
b Je moet voorzichtig zijn met etter of pus, omdat er vrijwel c Van mensen van adellijke families wordt wel gezegd dat
altijd ook nog levende, ziekteverwekkende bacteriën in ze blauw bloed hebben. Natuurlijk is hun bloed gewoon
voorkomen. rood.
Vooral hoge adel had vroeger de gewoonte uit de zon te
49 a Op de beschadigde plaats wordt, onder invloed van blijven. Blauwgekleurde aders waren daardoor goed
stoffen die uit de bloedplaatjes vrijkomen, fibrinogeen zichtbaar onder de bleke huid. Vandaar de uitdrukking
omgezet in fibrine. ‘blauw bloed’.
b Voor bloedstolling zijn verschillende stoffen nodig,
waaronder stollingsfactoren uit het bloedplasma. Als die
(deels) ontbreken, kan de keten van reacties die leidt tot
een bloedstolsel niet plaatsvinden.
c Een blauw oog verkleurt, doordat hemoglobine wordt
afgebroken.
BASISSTOF thema 4 Transport 37
5 Weefselvloeistof en lymfe
54 a Het vocht dat zich in een blaar bevindt, heet
b Tumorcellen verspreiden zich in het lichaam via het
lymfevatenstelsel. Lymfeklieren kunnen dus doelwit zijn
bij bestraling. Bij operaties worden soms delen van het
lymfevatenstelsel verwijderd. Als dat bijvoorbeeld in de
oksel is, dan kan lymfevocht uit de armen minder goed
weefselvloeistof. terugstromen naar de sleutelbeenaders.
b In dit vocht kunnen witte bloedcellen voorkomen. c – Manuele lymfedrainage: bij manuele lymfedrainage
probeert de fysiotherapeut, door een zachte
55 a De bloeddruk veroorzaakt het uittreden van vocht. In het pompende beweging, de vochtopname door de
begin van de haarvaten is de kracht van de bloeddruk lymfevaten te stimuleren en het functioneren van
groter dan de osmotische druk van de weefselvloeistof goede vaten te bevorderen.
richting de haarvaten. – Lymfetaping: hierbij wordt gebruikgemaakt van een
b De osmotische druk veroorzaakt het terugstromen van speciale tape die de huid iets optilt, waardoor de
weefselvloeistof in de haarvaten. Verderop in de onderhuidse circulatie verbetert en de afvoer van
haarvaten is de bloeddruk sterk gedaald. Door de hogere lymfevocht beter verloopt.
osmotische waarde van het bloedplasma ten opzichte – Oedeem- en fibrosegrepen: door middel van
van de weefselvloeistof keert vocht terug naar de oedeemgrepen kan lymfevocht door het weefsel
haarvaten. De kracht van de bloeddruk is hier kleiner worden geleid naar een plaats waar het gemakkelijker
dan de osmotische druk vanuit het weefsel naar de wordt opgenomen. Met fibrosegrepen kan verhard
haarvaten toe. weefsel (‘fibrose’) soepeler worden gemaakt.
c Als men de bloeddruk in een bepaald haarvat plotseling
laat toenemen, wordt de hoeveelheid uittredend vocht 59 a Binnen beroepsorganisaties werken professionals onder
groter. andere samen bij de ontwikkeling van nieuwe
d Hierdoor wordt het verschil in osmotische waarde tussen behandelingen en protocollen voor de behandeling van
de weefselvloeistof en het bloedplasma in het haarvat aandoeningen. Naast scholing en kennisoverdracht is er
groter. De osmotische waarde wordt veroorzaakt door de borging van kwaliteit door middel van een
grotere eiwitten die in het plasma achterblijven. Door het kwaliteitsregister. Ook komen de beroepsorganisaties op
uittreden van plasma wordt het bloedvolume kleiner en voor de belangen van de fysiotherapeut bij politiek en
neemt dus de concentratie van eiwitten toe en daarmee zorgverzekeraars. Ze geven bekendheid aan het nut van
de osmotische waarde van het plasma. fysiotherapie en zorgen voor een gezamenlijke
e In de longhaarvaten is de bloeddruk niet hoog genoeg klachtenregeling.
om vocht te laten uittreden. De bloeddruk in de kleine b Mens en Techniek/Bewegingstechnologie: je probeert
bloedsomloop is lager dan de bloeddruk in de grote bewegingsproblemen bij mensen te verhelpen, te
bloedsomloop. Hierdoor vullen de longblaasjes verlichten of te voorkomen. Je kunt bijvoorbeeld werken
(longweefsel) zich niet met weefselvloeistof. bij Arbodiensten of bij bedrijven die
f Door gebrek aan eiwit in het voedsel kunnen de revalidatiehulpmiddelen maken en aanpassen.
eiwitmoleculen vrijwel geheel uit het bloed zijn Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie:
verdwenen. Hierdoor kan ook het verschil in osmotische bewegingsactiviteiten van belang bij de behandeling van
waarde tussen bloedplasma en weefselvloeistof vrijwel mensen met een geestelijke en/of lichamelijke
geheel zijn verdwenen. Aan het eind van de haarvaten beperking en bij mensen die kampen met psychosociale
keert er dan te weinig vocht terug in de haarvaten. Door problemen. Je werkt in instellingen voor mensen met een
de ophoping van weefselvloeistof ontstaat een lichamelijke en/of geestelijke beperking, in
opgezwollen buik. psychiatrische ziekenhuizen of afdelingen en in
instellingen voor ambulante geestelijke
56 Bij een tatoeage wordt inkt in het huidweefsel gespoten. gezondheidszorg.
Via weefselvloeistof komt de inkt terecht in de lymfe. Sport, Gezondheid en Management: als sportmanager
Lymfeknopen zuiveren de lymfe onder andere van de inkt. probeer je mensen tot deelname aan een sport te
In dit geval gebeurt dat door lymfeknopen in de bewegen. Je kunt dat doen in dienst van een groot bedrijf
rechteroksel. Daar wordt de inkt opgeslagen. (bedrijfssport, bedrijfsfitness), maar je kunt ook als
ondernemer een eigen gezondheids(sport)centrum
57 De samentrekking van de beenspieren stimuleert de oprichten.
bloedstroom in de beenaders en de lymfestroom in de Oefentherapie Mensendieck: je werkt met mensen die
lymfevaten waardoor overtollig vocht kan worden houdingsproblemen hebben of klachten die ontstaan zijn
afgevoerd. door een onjuist bewegingspatroon of door ziekten. Je
kunt in een eigen praktijk werken, in een groepspraktijk,
in ziekenhuizen, verpleeghuizen of tehuizen voor
Oedeemfysiotherapeut mensen met een beperking en revalidatiecentra.
58 a Vanuit een arm of been moet de lymfe tegen de c Bijvoorbeeld: ja, want het is leuk om met mensen te
zwaartekracht in terugstromen naar de aders onder de werken en je kunt duidelijk zichtbare resultaten
sleutelbeenderen. Lymfoedeem vanuit de romp kan bereiken. Of: nee, werken als sportleraar met jonge
meerdere kanten op draineren. In het been of de arm moet mensen of werken buiten de gezondheidszorg past beter
lymfe altijd de lymfeklieren in de lies of oksel passeren. bij mij.
38 SAMENHANG EN EXAMENTRAINER thema 4 Transport
Samenhang Examentrainer
Blozen maakt aantrekkelijk verpleegkundige (m/v) gevraagd
1
Organisatieniveau Begrip 2p 1 Voorbeeld van een goed antwoord:
U heeft een hartinfarct gehad doordat er bij u sprake is van
Biosfeer
verstopping van bloedvaten op het hart.
Ecosysteem Ik geef u het advies om te stoppen met roken / minder vet
Populatie mensen, soortgenoten te eten / het cholesterolgehalte van het bloed te verlagen /
meer te bewegen.
blozende mens, Charles Darwin,
Organisme Het antwoord bevat de volgende twee elementen:
collega, missionaris
• bij een hartinfarct is sprake van verstopping/vernauwing
Orgaanstelsel autonome zenuwstelsel van de vaten (op het hart): 1 punt
• twee correcte adviezen: 1 punt
bloedvaatje, kringspiertje,
Orgaan 1p 2 Uit het antwoord moet blijken dat, als het ballonnetje
slagader
helemaal is opgeblazen, de bloedtoevoer/zuurstoftoevoer
Cel spiercel door het bloedvat (tijdelijk) stopt.
Molecuul adrenerge receptor, 2p 3 Uit het antwoord moet blijken dat:
neurotransmitter • een kunstmatige pacemaker geen vaatvernauwing
voorkomt: 1 punt
2 a Haarvaatjes. • een pacemaker de hartslag regelt / een kunstmatige
b Tot het gladde spierweefsel. Het autonome zenuwstelsel pacemaker hartritmestoornissen verhelpt / een
innerveert glad spierweefsel. kunstmatige pacemaker de functie van de sinusknoop
ondersteunt/vervangt: 1 punt
3 a Neurotransmitters. 2p 4 A
b Daardoor komt het lichaam in een alerte, actieve 2p 5 A
toestand (vluchten of vechten).
c Door het orthosympatische deel. Adrenalineachtige bloedtransfusies tijdens de
neurotransmitters maken het lichaam geschikt voor eerste wereldoorlog
actie. De doorbloeding van de huid neemt toe.
d Bij stijging van je lichaamstemperatuur is een verhoogde 2p 6 C
bloedtoevoer naar de huid een manier om af te koelen. 2p 7 (armader –) bovenste holle ader – rechterboezem –
e Er gaat dan minder bloed naar de huid (en naar rechterkamer – longslagader – longhaarvaten – longader –
bijvoorbeeld de verteringsorganen) en meer bloed naar linkerboezem – linkerkamer – aorta – halsslagader/
de skeletspieren, zodat je snel kunt reageren. hersenslagader (– bloedvaten van de hersenen)
Opmerking: voor elk ontbrekend of onjuist bloedvat /
4 a Blozen is een signaal. Een signaal is een prikkel voor hartdeel en bij elke verwisseling van twee bloedvaten /
soortgenoten. hartdelen 1 punt in mindering brengen.
b De aansturing van de kringspieren wordt geregeld door 2p 8 A
het autonome zenuwstelsel. Het autonome zenuwstelsel
is niet of nauwelijks door de eigen wil te beïnvloeden.
c Een organisme heeft een grotere fitness als het door een
combinatie van eigenschappen in een bepaalde
omgeving een grotere voortplantingskans heeft.
Aangezien blozende mensen aantrekkelijker zijn, hebben
zij een grotere fitness dan niet-blozende soortgenoten.
Uit het feit dat blozen regelmatig voorkomt, blijkt dat er
positieve selectie plaatsvindt op deze eigenschap.
d Blozen is zowel erfelijk als aangeleerd. Het blozen (of
niet blozen) is erfelijk. Of iemand bloost, is afhankelijk
van aangeleerde normen en waarden in de cultuur.
e Het woord ‘rouge’ komt uit het Frans en betekent rood.
Door het rood maken van de wangen zou men er
jeugdiger en gezonder uitzien. De blos kan ook seksuele
opwinding suggereren en de gebruiker aantrekkelijker
maken.