You are on page 1of 4

FA-BA 102: Chemie van Geneesmiddelen

Leeslijst
 Hoorcollege 1:
6.1 van de cursuswijzer en Pharmaceutical chemistry 2,3/2,4.
 Hoorcollege 2:
6.2 van de cursuswijzer, pharmaceutical chemistry 7,1. En Quantitive chemical analysis Harris
18.1,18.2,18.3.
Hoorcollege 1: Atoom en Molecuul bouw
orbitalen

Elektron, Lading (1,6*10^-19 Coulomb) en massa van 9,1*10^-31 Kg.

Licht is een verzameling van energiepakketjes waarbij bv een waterstofatoom een vaste hoeveelheid
energie bevat waarbij hij naar hogere toestanden gaat door elektronen van energie niveaus te
wisselen.

Elektronen hebben naast deeltjeskarakter ook nog ene golfkarakter die bepaald dat deeltjes zich
ergens op het spectrum kunnen bevinden. De plekken (wolken) waar elektronen zich kunnen
bevinden heten ook wel orbitalen.

Insert plaatje.

Vormen en kenmerken orbitalen


 S-vorm: bolvorming
 P-vorm: haltervorming met een knoop op de oorsprong waar nooit een elektron
aangetroffen zal worden.

Hoe hoger het energie-niveau des te verder het elektron zich van de kern bevindt.

Insert plaatje.

Voor koolstof zien de energie-niveaus als volgt uit met de verschillende schillen.

Pauli exclusion principe- maximaal 2 elektronen in een orbitaal die tegen elkaar indraaien (eentje
linksom, eentje rechtsom). ↑↓

Regel van Hund- Zoveel mogelijk orbitalen opvullen met 1 elektron en dan met parellele spin pas. Zie
koolstof bij de 2p orbitalen.

Bindingen tussen atomen


 Ionogene binding, binding door 2 ionen (zout). Waarvan 1 positief en de ander negatief.
 Covalente binding, Binding waarbij elektronen paren gedeeld worden.

Eerlijke covalente binding: binding waarbij de elektronen niet meer naar 1 kant worden
opgeschoven word en in het midden van de 2 atomen zit.

X:X

Oneerlijke covalente binding: de ene atoom trekt als het ware harder aan de elektronen dan het
atoom en krijgt dus eerder een lading

Xδ+ : Yδ-

De elektronen negativiteit neemt van links naar rechts toe in het periodiek systeem en van
beneden naar boven.
Verschillen qua elektronen-negativiteit
< 0,4. Covalent
0,4-1,6. Polair covalent
>1,6. Ionogeen

Weergave van bindingen


Bij het bereken en maken van lewis-structuren moet je goed weten hoeveel elektronen er in de
buitenste schil bevinden.

Octetregel. Max 8 elektronen in de buitenste schil. (behalve waterstof met een max van 2).

Dipoolmoment, wanneer de negatieve lading ervoor zorgt dat er onevenwicht onstaat zoals bij
zoutzuur krijg je een dipoolmoment. De grootte van het dipool word uitgedrukt in Debeye/ µ=
E.D.

E= de groote van de ± lading


D= de afstand tussen de twee ladingen

Het dipoolmoment zegt dus iets over de vorm en omgekeerd.

De aard van een covalente binding.


Een covalente binding ontstaat dus door 2 overlappende covalente orbitalen en vormen een
molecular orbital.

Moleculen met meerdere dubbele bindingen. Verbinding met twee dubbele bindingen is een
‘dieen’ polyeen is als er meerdere dubbele bindingen aanwezig zijn.

Geisoleerde dubbele binding, X=Y-Y-Y=X


Geconjugeerde dubbele binding, X=Y-Y=X
Gecumuleerde dubbele binding, X=X

Absorptie van licht door dubbele bindingen, een lichtfoton kan worden opgenomen door een
elektron en kan dus van de grondtoestand naar een aangeslagen gaan π -> π*
Hoe meer geconjugeerde (dubbele bindingen). Hoe makkelijker de energie-sprong is en
makkelijker hij naar de aangeslagen toestand gaat.

Wet van Lambert-Beer


A= c*l*ε
A= absorptie
C= concentratie in mol/L
L= weglengte (meestal 1cm).
Ε= extinctie-coefficient in (mol/L)-1Cm-1

De ‘ε’ is de mate waarin de binding het licht absorbeert. Bij het kleurenwiel is het zo dat hij bij een
kleur de golflengte word opgenomen en straalt dus het tegenovergestelde van dat wiel uit en neem
je waar.
Hoorcollege 2: Resonantie + UV

You might also like