You are on page 1of 9

Opdracht 2: Havo 4 januari – februari 2023

Het menselijk lichaam


van realistisch en/of geabstraheerd

Al vanaf dat de mens zich beeldend uit, probeert men het


menselijk lichaam weer te geven. Het eerste beeldje wat je ziet is de Venus van
Willendorf (ca.24000-22000 v.chr. Blz. 8 Kunstboek). Een rondborstige vrouw, met
dikke buik en billen zonder gezicht en schematisch weergeven.

Bij de Egyptenaren, zij maakten 3000 jaar ‘hetzelfde’ dus volgens


hetzelfde principe… Dit werd gedaan om rust in de samenleving te
creëren

Bij de Grieken en de Romeinen was het erg belangrijk dat alles zo


realistisch mogelijk wordt weergegeven.
Bij de Grieken de schoonheid van het lichaam en het extreme
realisme van een ideale mens: de Goden.
Bij de Romeinen ging het ook om het realisme, maar dan meer in
het teken van de macht en propaganda.

Waarbij ze vanaf de middeleeuwen ook het innerlijke gevoel gaan verbeelden. Het
ging om het spirituele, dus je moest niet afgeleid worden van het realisme! Je mocht
de werkelijkheid niet nabootsten.. dus krijg je gestileerde figuren die verwijzen naar
het bovennatuurlijke.

We maken een hele grote sprong! De hedendaagse kunst waarbij beelden abstracter
en niet noodzakelijk levensecht worden maar het gevoel en beweging belangrijker
zijn. Je gaat opzoek naar al de kenmerken en beelden en maakt jouw eigen verhaal.

OPDRACHT 1: Voorstudie naar het menselijk lichaam binnen de kunst.

Stap 1: Ga opzoek naar 3 verschillende beelden uit 3 verschillende periodes.


Beschrijf de beelden zo duidelijk mogelijk.
1x realisme, 1x geabstraheerd, 1 x eigen keuze

 voorstelling
 Vormgeving
 Realisme / geabstraheerd
 Materiaal gebruik
 Betekenis
 Beweging
 Hoe komt het bij jou over.

Stap 2: Kijk ook heel goed naar de beweging- houding – uitdrukking, het beeld
wil je wat vertellen.
Verwerk al je gegevens in je logboek met duidelijke afbeeldingen in kleur.
Het is heel belangrijk om een beeld te krijgen van HOE het menselijk lichaam
veranderde in kunst. Dus dat het menselijk lichaam niet altijd hetzelfde wordt
weergegeven in de kunst.

OPDRACHT 2: Voorstudie in de beweging van het menselijk lichaam.


Onderzoek: Dit is huiswerk ontwerp 3 schetsen, moet volgende les af zijn!!.

De volgende punten moeten terugkomen in je logboek :

1. Zoek de verhoudingen van de mens EN maak gebruik van de voorbeelden


aan het eind van de opdracht! Dit zijn hele fijne hulpmiddelen om de juiste
verhoudingen te tekenen. Dat hoef je dus niet zelf te verzinnen.
2. Teken jouw bewegende realistische persoon in deze verhoudingen.
3. Kijk goed naar de beeldenhouwwerken uit opdracht 1 en de schetsen aan het
eind van deze opdracht. Geef aan welke beelden uit opdracht 1 jouw
‘voorbeeld’ zijn.
Jouw werk bestaat straks uit 1 beeldje: een deel van het beeldje moet
realistisch zijn en een deel mag je ‘aanpassen’ bv. de beweging uitwerken….
4. Teken ook 3 gestileerde/ geabstraheerde beeldjes. Dit beeldje hoeft niet
volgens onderstaande schema’s, jij bepaald hoe het wordt.
5. De schetsen gaan je nu samenvoegen MAAR: het moet een geheel vormen.
6. Laat dit al duidelijk zien in je schetsen’.
7. Maak een sfeerblad (2x A4) van hetgeen jij uit wil beelden met jouw
mensfiguren.

OPDRACHT 3: Praktijk

Je maakt van boetseerwas een beeldje. Boetseerwas is een studiemateriaal, dit


wil zeggen dat je het makkelijk kunt bewerken en verwerken. Je snijdt steeds
een stukje van de plaat en maakt de boetseerwas een beetje warm met je
vingers voordat je het verwerkt.

1. Zoek een foto van een bewegend persoon (je kunt ook zelf poseren), die je als
voorbeeld kunt gebruiken, kijk goed wat je al aan afbeeldingen hebt.(Je gaat
deze persoon boetseren. Dus zorg voor een duidelijke afbeelding waarbij je
goed de beweging kan zien). Maak gebruik van het onderzoek van opdracht 2

2. Maak een lichaam van ijzerdraad en bevestig deze op het plankje. Wikkel de
ijzerdraadlichamen om met aluminiumfolie, zodat het figuurtje al wat Body
krijgt. HET PLANKJE PAS JE AAN AAN JOUW FIGUURTJE.

3. Zet je ijzerdraad lichaam (ongeveer) in de juiste houding. Boor gaatjes in het


plankje waar je de ijzerdraadlichamen in zet, dan heb je een ‘vast’ punt.

4. Hierna breng je boetseerwas aan op het ijzerdraad lichaam van het beeld.
Zorg ervoor dat je de verhouding en beweging zo duidelijk mogelijk uitbeeld.
Kijk steeds naar het voorbeeld.

5. Zorg ervoor dat het beeldje duidelijk laat zien wat jij wil vertellen!! Het beeld
moet ‘communiceren, dus dat de beschouwer kan zien waar het over gaat’.

6. De Sokkel (waar het beeld opstaat) is een belangrijk onderdeel van je werk.
Dit kan dus van alles zijn; hout, steen, glas,……

Zoals altijd moet je over je eindwerkstuk een reflectie schrijven, eigen mening en een
reflectie met de beeldende kunst. Je moet het werk mooi exposeren /presentatie.
BEOORDELING:

- logboek 1x
- werkstuk techniek en uitvoering + communicatie 3 x
- presentatie 1x (Hoe laat je het beeldje zien aan de klas en is het duidelijk)
SUCCES!

You might also like