You are on page 1of 16

Lesfasen A.

Instap

Leerinhouden
Wat zegt een profielfoto op Facebook over ons? Als instap kan het Facebookprofiel van enkele leerlingen worden geopend. We moeten er niet flauw over doen, anno 2010 hebben we graag beeld bij de dingen en plakken we graag een gezicht op de namen. Laat dat nu zijn wat Facebook in wezen ook is: een gezichtenboek. Hoezeer we ook sleutelen en schaven aan geestige statussen en treffende autobio's, onze eerste en latere indrukken wortelen altijd en onvermijdelijk in het beeld. Imago- en jobconsulenten schreeuwen het al langer van de daken: denk aan je virtuele uitstraling! Als je voor een job solliciteert, moet je denken aan je Facebookprofiel! Het allereerste wat daar gecheckt wordt, is je profielfoto. Hoe onze profielfoto eruitziet, zou volgens recent wetenschappelijk onderzoek iets zeggen over wie we zijn, of beter gezegd: wie we willen zijn en hoe we willen overkomen. Een paar voorbeelden uit dit onderzoek: Ik ben creatief Zo zou een typische profielfoto van een creatief persoon een zogenaamd spiegelshot zijn, ik en mijn foto toestel, vaak ook heel raadselachtige beelden, n oog, n schoen, de voeten, een foto doormidden gesneden. De fotoshopper: creatief met effecten. Met mij is het gezellig De eet, feest- en drinkfotos Ziehier, mijn beste zelf De categorie van de ijdeltuit (de grootste categorie) speelt op veilig. Hebben vaak eenzelfde foto. De diepzinnige zwart-wit foto in grove korrel, mysterieuzer. Of een heus professioneel portret met de juiste belichting en mooi gefhnd haar. Vaak shots van een uiterst gestileerde gezichtsuitdrukking die ze een halve minuut ervoor nog in de spiegel waren gaan oefenen. Het zijn dat licht getuite mondje en de opgetrokken wenkbrauwen die de voorbereiding verraden.

Werkvormen
Onderwijsleergesprek: - Wat zegt jouw profielfoto op Facebook over jezelf?

Leermiddelen
Prezi/PowerPoint

Ik ben niet zeker of ik wel wil meedoen De 'zonder foto'-categorie. Niet iedereen vindt het er fijn, op Facebook. Er zijn er die er principieel wegblijven. En er zijn er die zwichten, uit groepsdruk, uit nieuwsgierigheid, maar wel de handrem ophouden. Een profielfoto uploaden, dat is een brug te ver. In afwachting: geen beeld, geen klank. Ik doe dus ik ben: actiefotos Ze zijn minder duidelijk, maar ze vertellen veel. Op het snowboard, op de fiets, op de surfplank, op het paard, aan het tangodansen, op het podium, aan het springen, in volle zonnegroet, achter de draaitafel, op de motor, boven de barbecue, op de Akropolis, op het vliegtuig, op de boot, tussen tienduizend andere marathonlopers. 'Mijn hobby is mijn passie. Mijn passie, dat ben ik.' Ik en mijn huisdier De zorgzame types

Van een portret kan je veel meer afleiden dan je denkt. Zo is er een hele portrettraditie die zegt dat je enkel uit de vorm en de opstelling van een groepsportret (bv. het koninklijk trouwportret van Kate en William) enorm veel kan afleiden. Je kan voor een groot deel het verband tussen de verschillende mensen achterhalen door de wijze waarop ze zijn opgesteld. Een portret richt zich vooral op het gezicht van iemand. De voornaamste B. Inleiding portretkunst functie van een portret is iemand aanwezig stellen die anders afwezig was. Onderwijsleergesprek, doceren: - Waarvoor kan een portret dienen? Prezi/PowerPoint

Je wordt herinnerd aan een bepaalde situatie of een bepaalde persoon. Denk maar aan de typische portretten van de koning en de koningin in de gemeentehuizen. Zij zijn op deze momenten aanwezig bij alle beslissingen die in het gebouw worden genomen. Denk aan historische portretten waarbij koningen op belangrijke veldslagen aanwezig waren. Denk ook aan het groeten en bidden voor portretten van de paus. Je brengt iemand op een plaats wanneer die er eigenlijk niet is. Je kan dit enerzijds doen om iemand te herinneren, maar ook om macht uit te stralen. Voor het einde van de 19de eeuw hadden enkel de rijke burgerij en de adel het geld om een portret te laten maken. Typisch aan deze portrettraditie is dat je je van je beste kant liet zien.

Het portret was in deze tijden ook het enige middel van visuele communicatie. Denk maar aan het verhaal van koning Hendrik de VIII. Thomas Cromwell kreeg van zijn koning de opdracht een nieuwe vrouw voor hem te vinden. Cromwell reisde alle hoven van Europa af en kwam terug met de naam van Anna van Kleef. Hij was echter n ding vergeten. De koning hield alleen van mooie vrouwen. De hofschilder van de koning werd erop uitgestuurd om een portret te maken van Anna Van Kleef. De hofschilder was Hans Holbein, die enorm schrok toen hij Anna zag. Hij wist niet hoe hij deze dame op een redelijke manier op het doek moest krijgen, zonder dat zijn koning razend zou worden. Anna was namelijk vrij plomp, had pokken gehad (wat in haar gezicht nog duidelijk zichtbaar was), enhad een grote neus. Maar de nuchtere Anna had zich in haar mooiste gewaad gestoken en haar mooiste sieraden omgehangen. Dat Holbein haar uiteindelijk anders zag dan Hendrik komt zeer waarschijnlijk doordat hij veel met haar heeft gesproken. Haar vriendelijke houding deed hem een andere Anna zien dan wanneer hij een foto van haar genomen zou hebben. Hij schilderde haar veel mooier dan ze in werkelijkheid was. Na het grote schilderij, maakte hij ook nog een miniatuur welke hij de koning schonk. De koning was zeer tevreden met de miniatuur. Hoe fout dit advies was, kwam Cromwell snel te weten. Toen Anna in januari 1540 aankwam in Engeland en haar toekomstige man voor het eerst ontmoette, moet zij ongetwijfeld de figuurlijke klap in haar gezicht hebben gekregen: koning Hendrik kon zijn afschuw over het uiterlijk en de kleding van zijn verloofde niet verbergen. Hij noemde haar een Vlaamse Merrie, maar onder het huwelijk kon hij niet meer uit. Men zegt wel eens dat men met drie in een portret zit: de afgebeelde, de schilder die zijn visie op het model geeft, en de toeschouwer die er vandaag nog mee in communicatie treedt. Bij Rogier van der Weyden is dit erg duidelijk. Hij heeft een vaste formule om zijn portretten weer te geven, hij was de photoshopper van de vijftiende eeuw. amandelogen, hoog voorhoofd, de kaaklijn. Alle portretten zien er een beetje hetzelfde uit. De visie van de kunstenaar is enorm dominant en je kan je afvragen waarom de mensen dan nog bij hem terechtkwamen. Bij ons is de eigenschap van een goed portret dat je er goed op lijkt, en de visie van de kunstenaar mag niet te veel doorwegen. Maar blijkbaar vond Van der Weyden een formule die

populair was bij het publiek van de vijftiende eeuw. Deze les gaat over een specifieke vorm van portret, namelijk het zelfportret, en dit vanaf de 20ste eeuw. Het is een bijzondere soort van portret omdat de kunstenaar zichzelf gaat tonen aan zijn publiek, terwijl hij vaak diegene is die verborgen blijft.

C. Bespreking zelfportret

Voor de twintigste eeuw was de manier waarop de kunstenaar zichzelf in beeld bracht vrij klassiek. Een goed portret leek op de geportretteerde. In de 17de eeuw kregen zon portretten de naam conterfuytsels, afgeleid van het Franse contrefaire, wat nabootsen betekent. - Jan van Eyck, De man met de rode tulband, 1433: dit is een zeer typische houding voor een zelfportret. De kunstenaar kijkt uit het schilderij (waarschijnlijk is hij in een spiegel aan het kijken anders kan men zichzelf natuurlijk niet afbeelden). In de vijftiende eeuw ontstaat het type van het zelfstandig portret. Het zelfportret van Van Eyck wordt gezien als het eerste portret in de westerse kunstgeschiedenis. De man is in beeld gebracht tot aan zijn schouders, met een wending naar links. Dit is de ideale manier om iemand in beeld te brengen. Zo zie je de geportretteerde langs zowel de profielkant als frontaal, en je hebt de mogelijkheid om zowel de ogen als de neus in beeld te brengen. Dat zijn de belangrijkste identificerende elementen. Opvallend aan dit schilderij is dat de originele kader ook bewaard is gebleven. Hierop staan de woorden ALS ICK KAN (de lijfspreuk van de schilder) en daaronder ook nog JOH(ANN)ES DE EYCK ME FECIT AN(N)O MCCCC 33 21 OCTOBRIS. Het is alsof het portret zelf gaat spreken en zegt: Johannes van Eyck heeft mij gemaakt op 21 oktober 1433. Opvallend is dat hij op geen enkele manier verwijst naar zijn kunstenaarschap. Meestal schilderen kunstenaars zichzelf dan aan een schildersezel, met een penseel in de hand of temidden van reeds gemaakte schilderijen. Zo wilden ze hun eigen vakkunde tonen. Dit zie je in het zelfportret van Poussin uit 1649. - Judith Leyster, Zelfportret, 1630: we hebben in feite heel weinig informatie over vrouwelijke kunstenaars in het verleden. Het is opvallend dat de overgeleverde schilderijen van vrouwelijke kunstenaars voornamelijk zelfportretten zijn. Men kan zich afvragen waarom dit zo is. Wellicht

Onderwijsleergesprek, doceren

Prezi/PowerPoint

maakten ze zelfportretten om hun status tussen mannelijke kunstenaars te bevestigen (ik kan het ook). Anderzijds speelt er ook een praktische overweging. Veel vrouwen waren niet ingeschreven in het kunstenaarsambt (dit was verboden) en hadden dus geen officieel atelier of officile leerlingen. Het was dus praktischer om zichzelf te schilderen aangezien ze geen modellen voorhanden hadden. - Diego Velzaquez, Verdoken zelfportret in Las Meninas, 1656: in het portret van de Spaanse koningsfamilie (de familie van Philips IV) verwerkte Velazquez een zelfportret. Hij kijkt achteraan recht uit het schilderij.

D. Bespreking rol fotografie a) Invloed van de fotografie b) Abstractie c) Het vrouwelijke zelfportret d) Bijzondere omgang met het zelfportret

In de 20ste eeuw komt het klassieke systeem van deze portretkunst onder druk te staan. Onder invloed van nieuwe artistieke media en de uitvinding van de fotografie beginnen kunstenaars het zelfportret in vraag te stellen en komt het statuut van de kunstenaar als genie onder druk te staan. Deze veranderingen kunnen aan de hand van vier subthematieken worden besproken: a) De invloed van de fotografie: Het geschilderde portret kreeg concurrentie van een medium dat de werkelijkheid veel beter kon weergeven: de fotografie. De uitvinding van het fototoestel stelt de kunstenaars voor een probleem: zij zijn niet langer de meesters die het best de werkelijkheid kunnen weergeven. Nu staat de kunstenaar voor een dilemma. Ofwel geeft hij het portretgenre op, ofwel kan hij met het portret iets helemaal anders doen en gaat hij niet meer streven naar een portret dat zo realistisch mogelijk moet zijn (geen realiteitszin, een schilderkunst die meer abstract gaat evolueren). In de 19de eeuw begint men te experimenteren met chemische processen om de werkelijkheid op een tweedimensionale manier vast te leggen. Ca. 1824-1826 zien we dat Nipce een eerste fotografische opname gaat maken. De belichtingstijd van deze foto was maar liefst acht uur! Het is pas in 1839 dat de fotografie wordt uitgevonden met het Daguerrotype. Dit werkte als volgt: de lichtinval wordt vastgelegd op een lichtgevoelige plaat (met zilvernitraten en zouten), we krijgen een proces van omkering (negatief en positief beeld). Daarna kwam er steeds een verbetering van de chemische processen die de afbeelding zullen verfijnen.

a) Onderwijsleergesprek, doceren b) Onderwijsleergesprek, doceren c) Onderwijsleergesprek, doceren d) Onderwijsleergesprek, doceren

a) Prezi/PowerPoint (eventueel) oude zwartwitfoto b) Prezi/PowerPoint c) Prezi/PowerPoint d) Prezi/PowerPoint

Opvallend is dat het uitzicht van de portretfotos in het begin heel erg lijkt op dat van de portretkunst. Het is opnieuw een soort driekwart-voorstelling en opnieuw wordt de persoon voorgesteld aan de hand van attributen. De opkomst van de fotografie zorgde ervoor dat men ging spelen met het portret in de schilderkunst. Het hoefde niet meer realistisch zijn want dan kon men simpelweg naar de fotograaf gaan. Het is wel zo dat de term genie onder druk komt te staan. De kunstenaar is niet langer degene die de werkelijkheid het best kan weergeven. Dit komt tot uiting in het zelfportret: door de schaduw krijgt de kunstenaar een tweede persoonlijkheid of hij verdwijnt zelfs volledig uit het portret. Maar ook de fotografie zal stilaan uitgroeien tot een artistiek medium dat niet enkel een registratie van de werkelijkheid moest zijn. Voorbeelden van kunstenaars die gingen spelen met het zelfportret, zijn: Giorgio de Chirico, Zelfportret

De klassieke zwarte kleur van de schaduw verandert in een witte kleur. Bovendien komt de schaduw stilaan los van de kunstenaar: deze gaat zijn eigen leven leiden. Marcel Duchamp, Zelfportret

In dit zelfportret is de kunstenaar nauwelijks herkenbaar: enkel aan de hand van de karakteristieken van de schaduw van de kunstenaar weten we dat deze figuur Marcel Duchamp is. Net als De Chirico gaan kunstenaars onder invloed van de fotografie experimenteren met de weergave van de schaduw. Man Ray, Zelfportret

Fotograaf en kunstenaar Man Ray maakt gebruik van het spelen met de schaduw en tegelijkertijd van de flits. Terwijl hij nonchalant tegen een zuil leunt, neemt zijn schaduw op de muur een andere pose aan. Andy Warhol, Zelfportret

Terwijl de realistische voorstelling van de kunstenaar uit de voorstelling aan het verdwijnen is, neemt zijn schaduw of alter ego de ruimte in de voorstelling in. De schaduw wordt belangrijker dan de figuur zelf. b) Abstractie: In de portretkunst zal abstractie een steeds grotere rol spelen: Pablo Picasso, Zelfportret

Dit zelfportret heeft nog nauwelijks reminiscenties aan de werkelijkheid: ogen, neus, huidskleur, zijn allemaal niet realistisch. Sam Dillemans, Zelfportret

De zelfportretten van Sam Dillemans transformeren voortdurend van figuratie tot abstractie. Hier zie je heel erg mooi de vervorming van figuratie naar abstractie. Malevich, Zelfportret

Malevich behoort tot de stroming van het suprematisme. Hij was de stichter en maakte enkel gebruik van geometrische vormen, ook in zijn zelfportretten. Francis Bacon, Zelfportret

De Britse kunstenaar Francis Bacon is een mythe. Zijn roem is niet alleen gebaseerd op de directheid en gewelddadigheid van zijn werk, maar ook op zijn chaotische levenswijze, zijn openlijke homoseksualiteit in een tijd toen dit op zijn minst omstreden was, zijn overmatig drankgebruik en zijn gokzucht. Op jonge leeftijd verliet hij het ouderlijke huis om rond te zwerven in Londen, Parijs en Berlijn. Hij is een autodidact en heeft dus geen enkele opleiding gehad. Hij wordt gezien als een belangrijke vertegenwoordiger van de Britse kunstenaars na de Tweede Wereldoorlog. Hij heeft een persoonlijke en schokkende kijk op de menselijke gedaante. Inspiratie haalde hij uit fotos, zowel persopnames als medische fotos en rntgenopnames. Hij schilderde zowel choquerende als fascinerende

beelden. Abstract werken is n van de oplossingen tegen de fotografie. Veel zelfportretten refereren nauwelijks of niet meer naar de werkelijkheid (bv. Malevich). De zelfportretten spelen tussen figuratie en abstractie, en soms projecteert de kunstenaar zijn innerlijke gevoelswereld in het portret (bv. Bacon), wat tot zeer persoonlijke zelfportretten leidt. c) Het vrouwelijke zelfportret: Ook het vrouwelijke zelfportret wordt belangrijk. Voorbeelden zijn: Cindy Sherman, Zelfportret

In haar werk is de Amerikaanse kunstenares steeds het hoofdonderwerp. Toch noemt ze haar fotos nooit zelfportretten. Integendeel, Sherman gaat haar eigen identiteit uit de weg door zichzelf keer op keer in een volstrekt andere gedaante te fotograferen. Haar bedoelingen zijn dubbel. Aan de ene kant hekelt ze de willekeur van het clichbeeld waaraan de vrouw dient te voldoen. Aan de andere kant wil ze aantonen dat wij allemaal een rol spelen en dat onze gezichten slechts faades zijn waarbij een authentiek karakter ontbreekt. Juist gekleed en met de juiste make-up verplaatst ze zich even makkelijk in de rol van de mythische Marilyn Monroe als de tuttige secretaresse of de verveelde huisvrouw. Rond 1990 begint Sherman haar repertoire uit te breiden met legendarische vrouwen- n mannenfiguren uit de klassieke schilderkunst (Rafal, Caravaggio, Rembrandt, Ingres). ORLAN, Zelfportret

ORLAN is een Franse kunstenares en vooral bekend van haar performanceproject The reincarnation of St. Orlan. Hierin beschouwt Orlan haar eigen lichaam als een kunstwerk en werkt ze sinds 1990 aan de transformatie van zichzelf. Met behulp van plastische chirurgie wordt haar gezicht gemodelleerd naar vijf mythische vrouwelijke personages uit de kunstgeschiedenis: de Mona Lisa, Diana, Psyche, Europa en de Venus van Botticelli. De operaties worden als performances vastgelegd op video en zijn soms zelfs via satelliet wereldwijd te volgen. Door zeven operaties is haar transformatie tot stand gekomen. Elke operatie-performance is gebaseerd

op een filosofische, psychoanalytische of literaire tekst, welke door Orlan vanaf de operatietafel wordt voorgelezen. Haar medewerkers en de chirurgen zijn gekleed door beroemde modeontwerpers en de operaties vinden plaats in een fantasierijk decor. De operatiekamer is ingericht met kruisbeelden, fruitstillevens en filmposters uit de jaren vijftig. Orlan ziet haar lichaam als bevoorrecht materiaal voor de schepping van haar oeuvre. Zij heeft haar lichaam aan de kunst geschonken. Het lichaamsvet dat tijdens de operatie wordt verwijderd, verkoopt Orlan als relikwien in schaaltjes. Haar werk komt voort uit onbegrip over de hedendaagse schoonheidsidealen. Het gaat haar niet om de schoonheid na de operatie, maar om het publieke debat over de maakbaarheid van het lichaam. Shirin Neshat, Woman of Allah

Shirin Neshat concentreert zich in haar werk op de meerduidigheid van grenzen in de islam: grenzen tussen man en vrouw, tussen heilig en profaan, tussen werkelijkheid en magie. Shirin Neshat werd in 1957 in Iran geboren en woont en werkt tegenwoordig in New York. De wijze waarop ze aan de bovenstaande thematiek gestalte geeft, verbeeldt een spanningsveld tussen haar oorspronkelijke achtergrond en de westerse cultuur. Shirin Neshat vertrok op haar 17de vanuit haar geboorteland naar Los Angeles om een opleiding aan een kunstacademie te volgen. Tijdens haar verblijf in de Verenigde Staten brak in Iran de revolutie uit en greep Ayatollah Khomeini de macht. Onder zijn bewind werd het dragen van een chador (een gewaad dat het hele lichaam bedekt) verplicht. Na ruim 16 jaar bracht ze in 1990 voor het eerst weer een bezoek aan haar vaderland. Deze hernieuwde kennismaking maakte diepe indruk. Opvallend in haar werken is de tegenstelling tussen hedendaagse westerse kunst en de traditionele beeldtaal uit haar geboorteland. Tot op de dag van vandaag spelen vrouwen een minderwaardige rol in de hedendaagse kunstwereld, en dit uit zich ook in het zelfportret. De vrouwelijke zelfportretten zijn vaak erotisch geladen, decoratief en expressief. Vaak wordt zowel de positie van de mannelijke als de vrouwelijke kunstenaar in vraag gesteld.

d) Bijzondere omgang met het zelfportret: On Kawara, Today Series

Sinds 4 januari 1966 maakte hij lange reeksen van Date Paintings. Het zijn allemaal schilderijen van dezelfde grootte en horizontaal van orintatie. Het hele schilderij bestaat volledig uit de datum waarop het schilderij is uitgevoerd (indien hij hier niet in slaagt, vernietigt hij het werk volledig). De datum is altijd weergegeven in de taal en grammaticale conventies van het land waar het schilderij is uitgevoerd. Wanneer hij in de Verenigde Staten is, zal hij beginnen met de naam van de maand, gevolgd door de dag en het jaar. In Europa is het eerst de dag en daarna de maand. De afkorting van de maand zal gebeuren in de taal van het land (als de samenleving geen Romeins schrift kent, zoals Japan of Rusland, dan zal hij gebruik maken van het Esperanto, dat is een soort mengeltaal). De datum is altijd in het wit weergeven en met de hand erop geschilderd, maar het lijkt wel met de computer gemaakt. De achtergrond is in zijn vroegste werken nog vrij fel, later worden ze donkerder. Elke dag heeft een andere kleur, al lijken soms de kleuren gelijk. Alles is met de hand geschilderd. Sommige dagen maakt hij ook meer dan n werk. In het kunstwerk laat de kunstenaar een spoor na van waar hij was en welke dag het was. Wanneer een Date Painting niet wordt tentoongesteld, wordt het geplaatst in een kartonnen doos die speciaal voor het schilderij gemaakt is, en in de doos wordt een lokale krant (dus de dag en de plaats waar het schilderij gemaakt is) gestoken. Hoewel ook de dozen deel uitmaken van het werk, worden ze bijna nooit tentoongesteld. Je kan de Date Paintings beschouwen als een bijzondere vorm van een zelfportret: ze zijn een weergave van waar de kunstenaar op een bepaalde dag was, en het concept van de kunstwerken doordringt het hele leven (het hele zelf) van de kunstenaar. Hij stelt er zichzelf mee voor. Banksy, Zelfportret

Een kunstenaar die op een even mysterieuze manier omgaat met het zelfportret, is Banksy. Banksy is het pseudoniem van een wereldbekende Britse straatkunstenaar (graffiti, stencils). Over zijn identiteit is nauwelijks of niets bekend. Bijna

niemand weet wie hij is. Waarom dit zo is, heeft te maken met het illegale aspect van straatkunst. Zo lopen er verschillende rechtszaken tegen hem. In zijn straatkunst combineert hij graffiti met de stenciltechniek. Hij gebruikt stencils omdat ze meerdere keren maar vooral sneller gebruikt kunnen worden, wat handig is aangezien het aanbrengen van straatkunst/stencils illegaal is. Zijn kunstwerken zijn vaak politiek en humoristisch van aard. Zijn boodschap is doorgaans anti-kapitalistisch. Hij voert ook heel wat straatinterventies/performances uit. In maart 2005 plaatste hij zijn werken ongezien in het MoMa in New York. In augustus 2005 bracht hij negen werken aan op de muur tussen Isral en de Palestijnse gebieden, waaronder een afbeelding van een ladder die helemaal tot bovenaan de muur doorloopt en een afbeelding waarin kinderen een gat graven door de muur. Marc Quinn, Self

Het zelfportret/beeldhouwwerk is een afgietsel van het hoofd van de kunstenaar. Het bestaat uit 4,5 liter van zijn eigen bevroren bloed, precies de hoeveelheid die in het menselijke lichaam aanwezig is. Het bloed werd over een periode van 5 maanden afgenomen en in een gietvorm gegoten. Vervolgens werd het hoofd in een plexiglazen doos geplaatst die het als een vrieskist conserveert op een constante temperatuur van -70. Hij geeft een meedogenloos realistische visie op het zelfportret. In plaats van traditionele materialen als marmer of brons te gebruiken, heeft hij zijn bloed afgetapt om zo direct mogelijk met anderen te kunnen communiceren. De titel kan heel letterlijk worden opgevat: het is een afgietsel van zichzelf. Bruce Nauman, From Hand to Mouth Bruce Nauman, Self Portrait as a Fountain

Midden jaren 60 gaat Nauman zijn eigen lichaam als motief nemen en ontstaan bekende fotos als Self Portrait as a Fountain waarop hij een dun straaltje water uitspuwt. Hij poseert als een levende, menselijke fontein: hij is een kunstobject geworden. Inspiratie vond hij in de herosche mannelijke naakten van de klassieke en barokke fonteinen. In dit werk parodieert hij de traditionele mannelijke naaktbeelden. Doordat hij tegelijk kunstenaar en object is, presenteert Nauman zich als een bron van wijsheid en mannelijke vruchtbaarheid.

James Ensor, Zelfportret met Bloemenhoed

James Ensor was een Belgische kunstenaar, geboren in Oostende in 1860 en ook daar overleden in 1949. Zijn vader is een Britse ingenieur, (vandaar zijn achternaam) en zijn moeder is een Oostendse. Ze had een souvenirwinkel met carnavalsmaskers, beschilderde mosselen, afschrikwekkende zeedierskeletten en schelpen. Het schilderij laat een zelfbewust gezicht zien met bijna trotse blikken. Vijf jaar na het maken van dit zelfportret breidt Ensor het uit met een met veren en bloemenkrans versierde hoed en een snor waarvan de uiteinden hoog opgedraaid zijn. Hij verwijst hiermee naar het zelfportret van een andere heel bekende vlaamse schilder: Pieter Paul Rubens. Hij doet dit omdat hij zich op eenzelfde lijn met de schilder wil plaatsen. Kennelijk ziet hij zichzelf op dit moment als de grootste Vlaamse schilder ooit, die net als Rubens een plaats in de Vlaamse kunstwereld verdient. James Ensor, De Intrede van Christus in Brussel in 1889

Bijbelse themas spelen een belangrijke rol in Ensors werk, Vooral de figuur van Christus. Het zou echter verkeerd zijn om te denken dat het Ensor een religieuze man was. Hij beschouwde zichzelf als een athest. Hij gebruikte de bijbelse motieven op een heel andere manier. Hij wil geen religieuze situatie uitbeelden, maar commentaar geven op zijn eigen tijd. Het schilderij beslaat 10 m. Om niet alleen op dure tubeverf te moeten terugvallen, bestelt hij bij een huisschilder goed smeerbare lakverf, en brengt hij de verf in grote, onverdunde strepen aan op het doek. De gebruikte kleuren zijn rood, groen, geel en blauw, door wit van elkaar gescheiden. Op het doek is een duizendkoppige menigte te zien met heel veel uiteenlopende types. Het lijkt een soort van karakterloze menigte met verschillende maskers. Toch herkennen we een aantal figuren vooraan: de bisschop die de stoet aanvoert, de rechter met de rode toga, de officier enz.: de officile vertegenwoordigers van de maatschappij zijn aanwezig. Temidden van de massa zien we achteraan op een ezel, zoals het bijbelverhaal ons vertelt, de Christusfiguur/Ensor die de stad binnenwandelt. Hij wordt begroet door mensen die voor hem buigen. Ensor probeert het

doek volledig te vullen (cfr. horror vacui, de angst voor de leegte in de kunst). Op het schilderij zijn er overal spandoeken te zien die boven de mensenmassa uitsteken: VIVE LA SOCIALE (leve de sociale vooruitgang), FANFARES DOCTRINAIRES TOUJOURS REUSSIS (de altijd succesvolle fanfares van de staatsmacht). Onder het groene podium op de rechterhelft van het schilderij is een gezicht uit De Gergerde Maskers te herkennen. Als centrale figuur houdt Christus zegenend en met een verheven houding zijn intocht in Brussel. Christus, met wie Ensor zich identificeert, vormt de focus van zijn verlangen om zelf als verlosser zegevierend de stad Brussel binnen te trekken, om dus eindelijk artstieke erkenning te krijgen. In Brussel werd hij namelijk vaak miskend. Al deze mismaakte figuren zijn een metafoor voor zijn omgeving die hem niet begrijpt en uitlacht: de collega-schilders die zijn werk niet willen tentoonstellen, de familie die zijn werk als tijdverspilling afdoet, de critici die hem negeren of bespotten, de Oostendse burgers die hem voor gek verklaren. Ze zien zichzelf allemaal op dit schilderij terug. Zoals verwacht, was niemand genteresseerd in het schilderij, het werd pas 24 jaar na het ontstaan voor het eerst tentoongesteld. Jan Fabre, Bic-art (Tivoli Kasteel Mechelen) Jan Fabre, Totem (Ladeuzeplein Leuven)

Fabre is n van de bekendste hedendaagse kunstenaars. Hij gebruikt het zelfportret op een heel specifieke manier. Enkele werken van Fabre vooraf (geen zelfportretten) zijn Bic Art en Totem. Voor Bic Art beplakte hij een paviljoen van een kasteel volledig met bebict papier. Bic is een dagdagelijks materiaal waar we gewoon mee schrijven. Hij vindt in deze specifieke kleur blauw een evenbeeld van het zgn. 'uur blauw', het moment tussen nacht en zonsopgang, wanneer het nog niet licht is maar ook niet meer donker. Dit is het uur waarop de wereld ontwaakt. De Bic wordt door Fabre niet alleen gebruikt voor het maken van tekeningen, hij gebruikt het om allerlei dingen te bekrassen en deze dingen zo in het rijk van het uur blauw binnen te loodsen. Het uur blauw vormt ook de verbinding met de dierenwereld, het is het uur waarop de dieren en insecten tot leven komen. Fabre is al lang gefascineerd door insecten. Totem is een reusachtige, 23 meter hoge naald met op het puntje een reusachtige kever.

Jan Fabre licht toe: De kever is het geheugen van de natuur, een soort oudste computer ter wereld, een radar van het menselijk bestaan. Het totale kunstwerk verwijst naar een verzameling, een collectie van insecten op speldenknoppen geprikt en omgedraaid. Belangrijk is de relatie met de universiteitsbibliotheek: het collectief geheugen van de mens, een gebouw met een verzameling aan boeken en kennis. Totem wil hier een eerbetoon brengen aan de kennis, de schoonheid, kortom, aan de pozie van het bestaan. Fabre beeldde ook zichzelf uit: Jan Fabre, De man die de wolken meet

Het beeld staat op het SMAK (Gent), deSingel (Antwerpen), Brussels Airport, in Japan, Itali en San Francisco. Het werk is genspireerd op de film 'Birdman of Alcatraz' (1962) met Burt Lancaster in de hoofdrol. Lancaster speelt Robert Stroud, een gevangene in de zwaarbewaakte gevangenis op het eiland Alcatraz. Zijn enige contact met de buitenwereld is de dagelijkse wandeling op het pleintje tussen de hoge gevangenismuren. Dan kijkt hij omhoog en ziet hij hoe de meeuwen genieten van hun vrijheid. De 'birdman' schrijft zijn observaties neer en ontpopt zich over de jaren heen tot een gerespecteerd ornitholoog. De film eindigt met zijn vrijlating. Dan wordt hem gevraagd wat zijn plannen voor de toekomst zijn. Hij antwoordt: 'Ik ga de wolken meten'. Precies zo wordt hij door Fabre afgebeeld. Hoog op een gebouw staat hij op een bibliotheekladdertje. Kaarsrecht, met de handen in de lucht. Hij houdt een meetlat vast waarmee hij de wolken aftuurt. De man die de wolken meet is een metafoor voor de kunstenaar, die het onmogelijke in zijn werken probeert te vatten. Dat onmogelijke is een wereld waar de mythe samenvalt met de werkelijkheid. De man die de wolken meet is de wetenschapper-kunstenaar. Het lichaam van De man die de wolken meet is gemodelleerd naar de kunstenaar zelf. Maar het gezicht is die van de jong overleden broer van de kunstenaar: Emile, die alle kennis van de wereld in pacht heeft. Jan Fabre, Zelfportret als grootste worm van de wereld

Jan Fabre mocht als eerste levende kunstenaar in het Louvre een

solotentoonstelling opzetten, en dit tussen de oude Vlaamse meesters uit de zeventiende eeuw. In 39 zalen mocht hij aan de slag. In de Rubenszaal van het Louvre plaatste hij n van de opvallendste zelfportretten. Hij zette zichzelf als een worm tussen verschillende grafzerken. Op de grafzerken staan verschillende namen van insecten die verwijzen naar kunstenaars en schrijvers. Hij beeldt zich af als een worm omdat een worm de aarde gezond houdt door er lucht in te brengen. Als kunstenaar wil hij hetzelfde doen. Volgens Fabre is een maatschappij zonder kunstenaar een verstikkende maatschappij. Jan Fabre, Searching for Utopia

We zien een ridder met zijn strijdros, op zoek naar de graal. Die hopen ze te vinden in een ongekende, en voorlopig ongedroomde toekomst. Of in een lang vervlogen verleden, zoals de stad Atlantis. Wat zeker is: de graal ligt buiten ons bereik. We kunnen de graal niet vinden, maar dat kan ons niet beletten ernaar te zoeken, zoals we altijd op zoek zijn naar onze dromen. De ridder is de kunstenaar, iemand die zoekt naar het onbereikbare, het onmogelijke. Dat hij een schildpad als strijdros neemt is niet toevallig. Schildpadden zijn mythische dieren, vaak verbonden met het ontstaan van de wereld, of het bestaan van het paradijs. In het Verre Oosten (ZuidoostAzi) is de schildpad een symbool voor de aarde. De platte buik van de schilpad staat voor de aardkorst. Zijn gekromde schild staat voor de hemel. De schildpad is van een goddelijke eenheid: het verenigt hemel en aarde in n dier. Jan Fabre, De man die huilt en lacht

De man die huilt en lacht beleeft niet de ene emotie na de andere, maar beleeft alle gevoelstoestanden samen en verenigt ze in n moment. Het toont de dubbelzinnigheid van emoties, niet alleen van de kunstenaar maar van iedereen.

E. Afronding

Samenvatting/besluit: Het zelfportret in de 20ste eeuw wordt gekenmerkt door: - De invloed van de fotografie

Onderwijsleergesprek: - Wat zijn de algemene kenmerken van en de

Prezi/PowerPoint

- Opkomende vrouwelijke kunstenaressen en hun nieuwe positie - Abstractie enzovoort. Toch blijft het klassieke zelfportret doorleven en interpreteren kunstenaars dit op geheel eigen (en bijzondere!) wijze. Vaak maakt het zelfportret ook deel uit van de eigen beeldtaal van de kunstenaar.

belangrijkste ontwikkelingen in het zelfportret?

Bibliografie
/

You might also like