Professional Documents
Culture Documents
§1 Tijd is geld
§2 Sparen en lenen
§3 Inflatie
Begrippen Formules
§1 Tijd is geld
Vermogensmarkt
Hoogte van de rente bepaalt de vermogensmarkt.
• Reporente/refirente: rentepercentage voor banken die geld lenen
• Depositorente: rentepercentage dat banken op hun depositorekening vergoed krijgen
Check leerdoelen §1
§2 Sparen en lenen
Sparen (consumptie-uitstel)
Sparen levert rente op.
• Voordeel: uitstellen van consumptie levert consument rente op.
• Nadeel: consumentensurplus wordt niet direct genoten.
Lenen (consumptievervroeging)
Lenen kost geld: rente.
• Voordeel: consumentensurplus wordt direct genoten.
• Nadeel: consument moet rente betalen over het aankoopbedrag.
Sparen of lenen?
De individuele prijs van tijd hangt af van:
1 Je tijdsvoorkeur: heb je geduld of ben je ongeduldig?
2 Ben je risicoavers of niet?
• uitstellen van consumptie
• zo snel mogelijk genieten van consumentensurplus
3 Het product
Hoogte van de rente
De hoogte van de rente bepaalt of de consument de aankoop
uitstelt of niet.
Intertemporele substitutie
Verschuiven van consumptie door de tijd: sparen = uitstellen;
lenen = naar voor halen
Check leerdoelen §2
§3 Inflatie
2 Leg uit dat er bij het lenen van geld sprake is van
intertemporele substitutie.
Bron 1 De prijs door de tijd heen van verschillende producten. (Bron: CBS)
Module 4 Heden, verleden en toekomst
§3 Inflatie – Ontstaan van inflatie
Monetair beleid
Veranderen van de rente om
de economie te beïnvloeden:
• door ECB (centrale banken)
• doel ECB: inflatie van 2%
Kredietkanaal
Mechanisme van ECB: rente
verlagen
• Grotere maatschappelijke
geldhoeveelheid Bron 3 Jaarlijkse maand-op-maandgroei van de maatschappelijke geldhoeveelheid
in de eurozone en de depositorente van de ECB (1999-2020). (Bron: ECB)
• Voor meer economische
activiteit
Module 4 Heden, verleden en toekomst
§3 Inflatie – Indexcijfers en inflatie
Indexcijfer Formules
Hulpmiddel voor het werken met procentuele
veranderingen bij inflatie
Prijsindexcijfers
Bron 4 Het prijsindexcijfer door de tijd heen van verschillende producten (1968 = 100). (Bron: CBS)
Module 4 Heden, verleden en toekomst
§3 Inflatie – De vijf stappen van inflatieberekening
Vijf stappen
Bron 6 Maandelijkse jaar-op-jaarinflatie voor Nederland (1997-2020). (Bron: CBS) Module 4 Heden, verleden en toekomst
§3 Inflatie – Deflatie
• Mechanisme: consumenten en
producenten besteden minder, de
vraag daalt.
Check leerdoelen §3