You are on page 1of 24

H1: DE INTERPERSOONLIJKE BENADERING VAN

SULLIVAN
BIOGRAFIE EN ACHTERGRONDINFO

- Geboren op 21 februari 1892 in Norwich, staat New York. Van Iers-katholieke afkomst,
zowel langs vaders- als moederszijde. Grootouders geëmigreerd uit Ierland gedurende de
hongersnood eind jaren 1840. Enig kind.
- Overleden 14 januari 1949.
- Toevallig in contact gekomen met psychiatrische patiënten (1922)
- Als arts opgeleid aan een commercieel opleidingsinstituut met slechte reputatie. Werkte
onder meer als bedrijsarts.
- Heeft veel geschreven, maar origineel werk lezen vergt veel studie. Kwaliteit van zijn
artikels en boeken was erg wisselend.
- Worstelde met eigen problematieken ontstaan in zijn jeugd vermoedelijk omwille van zijn
seksuele geaardheid.
- Biografie lijkt van grote invloed op zijn denken en werken

ERVARINGEN IN PSYCHIATRISCHE ZIEKENHUIZEN

- 1) St. Elizabeths Hospital in Washington D.C. – observeren van heel veel patiënten met
de diagnose schizofrenie.
- 2) Sheppard and Enoch Pratt Hospital in Maryland –verschillende jaren gewerkt met
schizofrene patiënten in een kleine afdeling.
o Interesse in hoe begrijpen mensen elkaar (making sense), hoe komen ze erachter
wat de ander bedoelt? => Hij begon met het observeren van ‘interacties in een
sociaal veld’.
 Dit deed hij trouwens als een van de eerste! (meesten intrapsychisch)
o Hij ontdekte dat taal eerder een middel was om zich te verdedigen dan om te
communiceren [in de zin van ‘iets meedelen’].
 Hun (patiënten) spreken zorgde ervoor dat mensen op een afstand
bleven
 en dat hun zelfwaardering (self-esteem) niet nog meer verdween.
o Hij ontdekte dat wanneer mensen anxiety [= een technisch begrip bij Sullivan]
ervaren in hun contacten met anderen => geneigd om zich uit die contacten
terug te trekken.
 Dat terugtrekken kan via ‘physical distancing’, ‘zijn gedachten voor
zichzelf houden’, of door zo te spreken dat de toehoorders verveeld
reageren, of geïrriteerd geraken, of verbijsterd, waardoor ze hem of haar
‘gek’ gaan noemen.
o Dit gebeurt onbewust: als iemand hallucineert dan doet die dat niet bewust,
maar het heeft wel een interpersoonlijke functie (zoals hierboven beschreven)

1
- 3) Werken met mensen met een dwangmatige problematiek. = het dwangmatig gebruik
van taal is meer conventioneel en sociaal acceptabel.
o maar: ook dit gebruik van taal kan opgevat worden als een verdediging tegen een
afname van zelfwaardering (self-esteem) door wat een ander doet gepaard met
anxiety.

- Algemene conclusies:
o Anxiety is een algemene ervaring (iedereen heeft dat)
o kent zijn oorsprong in interpersoonlijke relaties
o Defensieve patronen (security operations = VA)) worden ontwikkeld als antwoord
op anxiety
o In extreme gevallen noemen we dit psychiatrische symptomen (dus die
symptomen zijn een interpersoonlijk gegeven)
o Psychiatrische patiënten zijn niet essentieel verschillend van andere mensen

BELANG SULLIVAN?

- HS Sullivan formuleerde voor het eerst ideeën en ontwikkelde klinische praktijken die
visionair waren, in die zin dat ze bij anderen onder een andere vorm, in een andere
formulering terugkomen.
- Alan Carr vermeldt hem als inspiratiebron voor de systeemtherapie. Ook invloedrijke
psychologen verwijzen naar hem, bijv. Heider, F. (1957) The psychology of interpersonal
relations en Hinde, R. (1997) Relationships: a Dialectical Perspective)
- Hij zou op generaties Amerikaanse psychiaters grote invloed gehad hebben.
- Voor Minuchin (founding father van de structurele gezinstherapie) was zijn
interpersoonlijke benadering een vanzelfsprekende achtergrond
o Als je minuchin probeert te lezen zal je hem niet snappen zonder de ideeën van
Sullivan
- Sullivan zette zich af tegen de psychoanalyse, maar in dit verzet behield hij veel van het
PA denken. Het was de voor hem vanzelfsprekende (en dus in zijn visie onbewuste)
achtergrond voor veel van zijn denkbewegingen.
o Voor de hedendaagse lezer komt Sullivan dan ook erg analytisch over. Sommige
van zijn concepten zijn herinterpretaties van de originele, waarbij het voorbijgaan
van de tijd ondertussen het onderscheid doet vervagen. Denken we maar aan
het psychoanalytische sublimering, of onbewuste, andere zoals zijn ‘parataxische
vertekeningen’ doen wel heel erg denken aan wat analytici ‘overdracht’ noemen.
- ! Toch is de bijdrage van Sullivan origineel te noemen: de aandacht verschoof bij hem
van de binnenkant (interpreteren van onbewuste fenomenen) naar de buitenkant
(interpreteren van waarneembare fenomenen).
o *Een beweging die we terug zullen zien bij de onderzoekers van het Mental
Research Institute als we het zullen hebben over The Pragmatics of Human
Communication.

2
o Sullivan leek een goede middenweg gevonden te hebben tussen het subjectieve
en het objectieve.
- Klemtoon op ideeën die een bijdrage zijn aan het interpersoonlijke denken in de klinische
psychologie.

OPVATTINGEN OVER INTERPERSOONLIJKE RELATIES

- Definitie Persoonlijkheid = de karakteristieke manier waarop een mens met andere


mensen omgaat in zijn of haar interpersoonlijke relaties.
o hier gaat hij dus PH als een interpersoonlijk gegeven gaan benaderen
- De benadering die Sullivan heeft van de psychiatrie berust op het bestuderen van
karaktertrekken die onmiddellijk geobserveerd kunnen worden binnen het geheel van
interpersoonlijke relaties.
- Observatie:
o Van het gesprek
o Van de relatie tussen therapeut en cliënt
o Door gesprekken met derden met wie de cliënt een nauwe band heeft (wat
anderen over de patiënt te zeggen hebben)

- Observeerbaar <-> ‘psychè’ waarover allerlei speculaties kunnen gedaan worden, die
(toevallig) juist kunnen zijn, maar niet verifieerbaar zijn.
o Geen van de elementen van deze psychoanalytische verklaring kan geverifieerd
worden door iets wat men kan zien, horen of voelen. Niemand zag ooit eerder
een Ich, Es of Ueber-Ich.
o Voorbeeld: Een in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen zestienjarige jongen
kruipt weg in de hoek van zijn kamer. Hij fluistert dat hij de kamer niet wil
verlaten omdat hij bang is dat mensen buiten zijn kamer hem kwaad willen doen.
De pupillen van zijn ogen zijn wijd van schrik, zijn handen trillen, en hij hult zich
vervolgens in stilzwijgen.
 -Sullivan: beschrijving van huidige en verleden interpersoonlijke
gebeurtenissen
 psychoanalyse: beschrijving van intrapsychische conflicten

3
GEEN HOUVAST

- Sullivan staat zeer kritisch tegenover therapeuten die rationaliseren en


verklaringsmodellen hanteren die hen als therapeut geruststellen als het met hun
patiënten of cliënten fout loopt.
 Zijn model wil dit houvast niet bieden.
 Geen twee cliënten zijn gelijk.
- Bovendien dient de therapeut te beseffen dat de informatie over een patiënt altijd tot op
zekere hoogte vervormd wordt door het feit dat de therapeut de dingen ziet, hoort en
voelt.
o De therapeut is een mens en dus geen objectieve waarnemer is.
- DUS: Omdat Sullivan geen uitgedokterd systeem heeft om de psychè te beschrijven en
verklaren, en omdat elke patiënt verschillend is, kan de therapeut alleen maar
terugvallen op de dialoog met de patiënt, waarvan de richting onvoorspelbaar is.
o We kunnen niet voorspellen waar ons gesprek naartoe zal gaan
- Zie ook voorbeeld van prof over psychotische jongen die HIJ heeft doen declancheren
door te vragen naar emoties.

EEN GECONTEXTUALISEERDE OPVATTING VAN PERSOONLIJKHEID

- De persoonlijkheid wordt gevormd door de interpersoonlijke relaties die een individu


heeft, in het bijzonder met mensen die hem zeer nabij zijn, heel zijn leven lang.
- Er is geen sprake van onbewuste intrapsychische factoren
- Er is geen eindpunt aan de ontwikkeling, als zijn de kinderjaren wel doorslaggevend.
- Concrete omstandigheden beïnvloeden de persoonlijkheid (bijv. gelukkig huwelijk,
kinderen, al dan niet professioneel succesvol zijn …)
- Effecten van samenleving en cultuur worden meegenomen.

BELANGRIJKE CONCEPTEN VAN SULLIVAN

1 ANGST

alle grondvormen van emotioneel lijden (onbehagen)


bezorgdheid, schuld, schaamte, vrees, gevoelens van waardeloosheid, afschuw, en andere
pijnlijke gevoelens.
- Angst = waarschuwingssignaal dat signaleert dat er interpersoonlijk iets mis loopt
- DUS: Altijd interpersoonlijk van oorsprong.
- Treedt op wanneer iemands gevoel van eigenwaarde en competentie aangetast kunnen
worden.
o Bv. enerzijds gepest worden, anderzijds ook niet weten wat je hier tegen kan
doen of hoe je hier mee omgaat.
- Gradatie erger = paniek = iemand die voelt dat hij zijn persoonlijke omgeving niet meer
aankan, of vreest uitgestoten of uitgesloten te worden (69)

4
- ‘vicieuze cirkel’: Angst (emotioneel onbehagen) wordt veroorzaakt door dingen die
verkeerd gaan of gegaan zijn in iemands interpersoonlijke leven, maar:
o Angst zorgt ervoor dat men minder in staat is om deze problemen aan te pakken.
o Angst vermindert bovendien het vermogen om waar te nemen wat er gebeurt in
de relaties met andere mensen.
o Bv. een kind zal het moeilijk vinden om pestgedrag te beschrijven. (vraag dan bv.
wie pest jou het meest => leert differentatie + gevoel au serieux genomen
worden
 Doel van psychotherapie: de angst verminderen (omdat de angst het bewustzijn van
de mens beperkt)

2 VEILIGHEID

Veiligheid = een toestand van ontspannen welbehagen


tijdens de welke een individu niet gekweld wordt door zorgen, twijfel aan zichzelf, schuld, het
gevoel te kort geschoten te zijn of een andere vorm van emotioneel onbehagen.
Emotionele rust, zelfvertrouwen, optimisme en welbevinden.
- Interpersoonlijke relaties worden altijd zo (onbewust) geregeld zodat men zich veilig
voelt. (=We gaan altijd op zo’n manier om met mensen zodat men zich veilig voelt)
o kritiek prof: is dat wel altijd zo?

- Veiligheidsactiviteit = interpersoonlijke (vaak onbewuste) handeling of houding om


angst kwijt te geraken en emotioneel rustig te worden
o Kan gezond of ongezond zijn.
 beide bereiken hun doel = het verminderen van angst en het vergroten
van veiligheid, MAAR:
 een gezonde doet dat ZONDER vermindering interpersoonlijke
competentie en verhoging emotioneel onbehagen
 een ongezonde heeft een prijskaartje = interpersoonlijke
afwijkingen, emotioneel onbehagen en onaangepast gedrag die
kenmerkend zijn voor psychiatrische symptomen (bv. een
psychose)
o Elke VA is interpersoonlijk van aard.
 Ze treedt op in samenhang met de relaties die iemand heeft met een
ander of een groep anderen.
 Het betreft hier NIET een onwaarneembaar proces in iets wat ‘geest’
genoemd wordt (intrapsychisch).
o Voorbeelden:
 Sublimatie: de persoon reageert onaangename gevoelens af, en brengt
ze tot uitdrukking op een interpersoonlijk aanvaardbare manier (75).
Gesublimeerde VA zijn vaak sociaal en economisch gezien opbouwend.
Vijandigheid kan bijvoorbeeld gesublimeerd worden in agressieve

5
sporten. (Kwaad op een meerdere, meer inzet en motivatie in een
voetbalwedstrijd.)
 Het alsof proces. Bij een ‘alsof’ VA gedraagt iemand zich ‘alsof’ zij/hij
iemand anders is in een interpersoonlijke situatie. Zij neemt een rol op
zich[bijvoorbeeld onderdanig of volgzaam zijn] en speelt deze, maar deze
rol past haar niet, maar zorgt ervoor dat een anderszins pijnlijke
interpersoonlijke situatie mogelijk en zelfs aangenaam is.

3 HET ZELFSYSTEEM

het zelfsysteem is samengesteld uit alle veiligheidsactiviteiten (dus interpersoonlijke methoden)


met behulp waarvan een persoon afweer tegen angst en emotionele veiligheid zoekt.
Overlap met PH? => hier gaat het voornamelijk over VA
- Hoe komt het dat de meeste interpersoonlijke relaties goed lopen? (twee redenen)
o de meeste mensen proberen niet alleen om angst te verminderen en om zichzelf
goed te voelen, ze streven ook naar hechte en bevredigende relaties met
anderen
o the tendency towards health
 als er geen andere dingen tussenkomen, dan neigt een persoonlijkheid
ertoe om op een gezonde manier te groeien en interpersoonlijke relaties
neigen ertoe voortgezet te worden op een gezonde manier. = optimisme
(<-> PA: freud)

4 BEWUSTZIJN EN ONBEWUSTZIJN

- Is een centraal begrip bij Sullivan en verschilt van PA (zie kader)

Freud (het onbewuste =) Sullivan (het onbewuste =)


Chapman: blikken bus waarin gevoelens, Chapman: getij dat vele dingen met zich
gedachten, driften en complexen in mee voert; het spoelt aan en ebt weg als
opgesloten zitten en die alleen maar kan het water over iemand op het strand
opengemaakt worden door sleutel PA
het onbewuste kan onafhankelijk van de interpersoonlijk gecontextualiseerd:
interpersoonlijke wereld werken. Deze Los van specifieke voorbije of bestaande
geest of psychè is als een biologisch ding, interpersoonlijke gebeurtenissen en
dat deel uitmaakt van het centrale emotionele processen hebben bewustzijn
zenuwstelsel en een eigen wetmatigheid en onbewustzijn geen betekenis.
kent
= een ding, en alles wat daarin zit is onbewuste gedachten en gevoelens zijn
onbewust bij de gratie van het feit dat het die gedachten en gevoelens die niet in het
daar zit middelpunt van iemands aandacht staan,
maar daar wel kunnen komen, wat in het
ene geval moeilijker is dan in het andere

6
HET BELANG VAN (ON)BEWUSTZIJN

- Wie zich niet bewust is van zijn interpersoonlijke ervaringen leert er niks van.
o Wie bijvoorbeeld kwaadheid op het werk meeneemt naar zijn relatie, zonder zich
ervan bewust te zijn, kan dit niet corrigeren.
o Onbewustzijn ontneemt iemand de kans om van zijn ‘ervaring’ te leren en zorgt
ervoor dat bepaalde patronen zich blijven herhalen.
- Hoewel (on)bewustzijn enkel in het ‘nu’ bestaat, beïnvloedt het sterk iemands inzicht in
het verleden, en diens visie op de toekomst.
- (cf. de tijdsekstazen bij Martin Heidegger).
o Wij kijken naar onszelf vanuit heden, verleden en toekomst. (<-> solution focust
therapy waarbij enkel op het nu wordt gefocust)
o Als ik hoopvol ben wordt het verleden minder zwaar.
- De oorzaak van onbewustzijn is angst
o Wanneer hevige angst het bewustzijn blokkeert dan kan een individu daar
meestal slechts toegang tot krijgen met de hulp van een psychotherapeut.
o PT: kalmte creëren zodat iemand iets wel kan zien

5 PARTICIPANT OBSERVATION

ALGEMEEN

de observatie met verstand van zaken van een of meer interpersoonlijke relaties waarin hijzelf
actief participeert (deelname met deskundigheid staat hier centraal)
- het proces waar wie werkzaam is op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg in is
gewikkeld
- Vb. psychotherapie = therapeut is gewikkeld in een interpersoonlijke relatie waarbij hij
nauwlettend observeert wat er zich afspeelt tussen hemzelf en de patiënt; tegelijkertijd
beïnvloedt hij de relatie door de manier waarop hij erin participeert
o Wat ik zie is altijd in functie van wat ik doe: bv. een kind met autisme zal altijd
minder autistisch zijn bij jou als therapeut omdat jij skills hebt en bepaald gedrag
stelt.
- Zo komt hij tot volgende Def. Psychiatrie = de studie van interpersoonlijke relaties + het
gebruik maken van deze relaties om interpersoonlijke en emotionele stoornissen te
behandelen door professionals die actief participeren in de interpersoonlijke relaties die
ze observeren

GEÏNVOLVEERD

- geïnvolveerdheid -> Wie een patiënt observeert verandert altijd het gedrag en de
emotionele reacties van die patiënt.
- Primair staat ‘observatie’, maar voor Sullivan is het duidelijk dat de informatie die je
krijgt afhangt van de wijze waarop je de patiënt bejegent. Verder spelen situationele
omstandigheden mee, maar ook gebaren, gelaatsuitdrukking, allerlei non-verbale

7
uitingen. Dit alles beïnvloedt gedrag en stemming van de patiënt, en dus de informatie
die je krijgt.
- Informatie is maar waardevol als ze verkregen wordt binnen het gewone soort van
interpersoonlijke relaties (vergelijk Freud!)

DE ROL VAN DE HV

- Op een deskundige wijze op het terrein van de interpersoonlijke relaties en het


emotioneel functioneren te participeren, door iemand die problemen heeft op dit
gebied te helpen om zich bewust te worden van wat onbewust was, en nieuwe
manieren van voelen en omgaan met mensen aan te leren. (aanleren nieuwe gedrag)
- Het therapeutische werktuig is de relatie met de patiënt.
- De invloed is wederzijds: ook de patiënt beïnvloedt de manier waarop de therapeut
voelt, denkt en zich gedraagt. (zie later: bidirectionaliteit!)
- Door die relatie ervaart de therapeut gevoelens, en die leren iets over de cliënt.
Bijvoorbeeld: het klagen van de cliënt roept gevoelens van irritatie op bij de therapeut.
Wellicht roept dit gedrag gelijkaardige reacties op bij bepaalde mensen in het leven van
de cliënt (‘ginds’)
- Op het gebied van de psychiatrie bestaat geen puur objectieve informatie: de informatie
is steeds vertekend door de manier waarop ze verzameld is. Want:
o de relatie is ongewoon
o de info is vertekend door de betrokkenheid van de psycholoog
- Het verzamelen van informatie draagt bij tot de werkrelatie met de cliënt/patiënt (zie
Case Seminar, 38 -> volgend puntje)

COMMENTAREN 25 JAAR LATER (SEMINARIE)

- RYCKOFF:
o ‘De implicatie van dit soort nadruk op geschiedenis is dat [Sullivan] dan zou
zeggen: "Waar zijn uw gegevens?" Ik kwam eruit met twee soorten gedachten:
de ene is dat hij gelooft dat er iets te halen valt uit zorgvuldige anamnese - dat
het je helpt om de ontwikkelingsfasen van de patiënt af te bakenen, een idee te
krijgen van waar hij is in termen van algemene ontwikkeling.’ => heel zorgvuldig
kijken naar geschiedenis!
o ‘Maar de tweede, die mij meer interesseert, is dat hij geschiedenis gebruikt als
een manier om een connectie met de patiënt te maken, als een manier om aan
de patiënt te laten zien dat je de moeite hebt genomen om te proberen te
begrijpen wat er met deze man is gebeurd in in de loop van zijn leven, en dat dat
een ruilmunt is, een middel waarmee hij een beetje vertrouwen krijgt in uw
poging om contact met hem op te nemen, om te begrijpen wat er aan de hand is.
In het tweede geval worden de feiten op zich minder belangrijk dan het nut dat
ze in de lopende relatie hebben’ => door iemand te willen snappen creëer je een
connectie

Dus niet alleen begrijpen en verkrijgen van objectieve info, maar ook werkrelatie

8
EXTRA OPMERKINGEN

- Participant Observation definieert of maakt de wezenlijke kern uit van de psychotherapie


volgens HS Sullivan.
- OPM.: Sullivan worstelt met de distinctie subjectief en objectief. Hij maakt van het
‘tekort’ (subjectiviteit, betrokkenheid) een ‘voordeel’: informatie moet vanuit gewone
menselijke interpersoonlijke betrokkenheid verkregen worden. (itt Watzlawick et al.)

6 PARATAXISCHE VERTEKENING

Een parataxische vertekening doet zich voor als een individu een ander behandelt alsof deze
iemand anders is.
gewoonlijk iemand uit het verleden van dit individu met wie hij nauwe omgang had en die veel
voor hem betekende.
Anders gezegd: Een interpersoonlijk patroon uit een vroegere levensperiode wordt op een
actuele interpersoonlijke relatie gelegd.
- Soms zijn ze bewust, vaker zijn ze onbewust.
- De oorsprong van PV ligt in gebreken op vlak van CONSENSUAL VALIDATION.

UIT HET BOEK THE PSYCHIATRIC INTERVIEW:

o ‘De grote complexiteit van het psychiatrisch interview wordt veroorzaakt


doordat de geïnterviewde/ de patiënt, de psychiater vervangt door een persoon
of personen die in de belangrijkste opzichten opvallend verschillen van de
psychiater. De geïnterviewde past zijn gedrag aan op deze fictieve persoon en
interpreteert de opmerkingen en het gedrag van de psychiater op basis van
diezelfde fictieve persoon’
o ‘Er zijn vaak aanwijzingen voor het optreden van deze verschijnselen. Dergelijke
verschijnselen vormen de basis voor de werkelijk verbazingwekkende
misverstanden en misvattingen die alle menselijke relaties kenmerken, en er
moeten bepaalde speciale voorzorgsmaatregelen tegen hen worden genomen in
het psychiatrisch interview (...).’
o ‘Paratoxische vervorming is ook een manier waarop de persoonlijkheid een
aantal van zijn ernstigste problemen vertoont. Met andere woorden,
parataxische vervorming kan in feite een obscure poging zijn om iets over te
brengen dat echt door de therapeut moet worden begrepen, en misschien
uiteindelijk door de patiënt.’

7 CONSENSUAL VALIDATION

Het proces waarmee ongezonde interpersoonlijke relaties worden gecorrigeerd. Bij consensual
validation bereikt iemand een gezonde consensus of overeenstemming met een of meer mensen
over een bepaald aspect van zijn gevoelens, gedachten en interpersoonlijke relaties en deze
consensus wordt in de ervaring herhaaldelijk bevestigd, hetgeen benadrukt dat ze klopt.
- Consensual validation (bevestigde overeenstemming) is een concept dat een plaats heeft

9
o in zowel de ontwikkelingspsychologie van Sullivan
o als in zijn denken over geestelijke gezondheid en psychopathologie
o maar ook in zijn ideeën over wat (goede) therapie is.
- Hij gebruikt het om antwoorden te formuleren op fundamentele vragen voor de clinicus
als:
o Wat is geestelijke gezondheid? Wat is psychopathologie?
o Hoe zet je stappen van psychopathologie naar geestelijke gezondheid
(methodische vraagstukken)?
- Het begrip is nauw verbonden met zijn conceptualisatie van angst (anxiety) en
parataxische vertekening.
- Begint vanaf twaalf maanden
- Algemeen Vb. Een tweejarige bereikt met zijn gezinsleden consensus over het feit dat het
harige kwispelstaartende ‘ding’ in huis ‘hond’ genoemd wordt. Iedereen deelt in deze
consensus en verdere ervaringen bevestigen deze consensus.

- Vaak vloeit CV voort uit ervaringen die niet in woorden gegoten worden.
o Maar Sullivan gaat ervan uit dat de onbesefte of vage ervaring krachtiger wordt
wanneer ze vervolgens in taal wordt uitgedrukt. (cf. belang van ‘naam geven’ in
de narratieve therapie van Michael White!)
- Sullivan beklemtoont het belang van de ruimere sociale context
o breder dan het interpersoonlijke. Bepaalde omgevingen zullen grotere kans
bieden op CV dan andere.
- CV is een fenomeen dat zich in het alledaagse leven voordoet, maar dat
psychotherapeuten expliciet kunnen inzetten als methode. ‘Systematische,
weloverwogen CV is een van de belangrijkste technieken in Sullivans
psychotherapeutisch systeem.’

CONSENCUAL VALIDATION, PARATAXISCHE VERTEKENING EN ANGST

- Kind van drie jaar speelt in de tuin. 5 jarig buurjongetje komt in de tuin en neemt de bal
af. 3-jarige loopt naar mama.
o Als ze het kind au sérieux neemt en troost dan ontstaat er consensual validation
dat er iets vervelends gebeurd is. Het kind hoort later moeder tegen vader zeggen
wat er gebeurd is en de CV breidt uit.
o Als ze het kind niet au sérieux neemt, dan kan het emotionele spanning ervaren.
’Het was misschien je eigen schuld!’, ‘Wat heb jij gedaan?’, ‘Waarom kan jij nooit
je speelgoed delen met anderen?’ Dit heeft een impact op de kijk op zichzelf en
op anderen, en op de verhouding met anderen. Als herhaaldelijk geen bevestigde
overeenstemming ontstaat dan kan een parataxische vertekening ontstaan.
 Er ontstaat vervreemding tussen hemzelf en zijn moeder. Hij krijgt het
idee dat ze hem niet begrijpt en niet in hem geïnteresseerd is. (Geen
belangstelling.)

10
 Dit kan een uitzonderlijke gebeurtenis zijn, of de relatie met zijn moeder
kan gekenmerkt zijn door dergelijke gebeurtenissen.
 Kan aanleiding geven tot ongezond interpersoonlijk patroon, met
veel angst/anxiety, deel worden van zijn leven.
 Als hij dit patroon van voelen, denken, gedragen … meeneemt
naar eigen relaties dan heeft hij een parataxische vertekening die
teweeggebracht is door een gebrekkige consensual validation
eerder in zijn leven.

- MAAR CV kan ook gebruikt worden om een beginnende parataxische vertekening tegen
te gaan.
o Stel een vijfjarig meisje ervaart weinig CV vanwege haar mama. Ze reageert op
iedereen alsof dit haar mama is: verlegen, ze verwacht kritiek, ze verwacht
overheerst te worden … (= PV)
o Maar Papa maakt meer tijd voor haar en gaat zo met haar om dat ze een nieuwe
consensus bereiken die bevestigd wordt: dat ze een fijn iemand is, met goede
eigenschappen, die graag gezien wordt enzovoort.
o Vanuit dit zelfbeeld kan ze dan in nieuwe meer bevestigende interacties
terechtkomen. = correctie door consensual validation

- MAAR Soms is de angst te groot waardoor de CV wordt verhinderd en de parataxische


vertekening blijft bestaan.
o Het emotionele onbehagen in latere contacten met mensen is zo sterk dat
iemand niet de gezonde interpersoonlijke interacties kan aangaan die hem of
haar zouden helpen
o Angst (= alle soorten emotionele pijn) weerhoudt de persoon om uit de vicieuze
cirkel te breken.

Gezonde cirkel Ongezonde cirkel


als iemand zich door ervaringen van CV meer aanvankelijke interpersoonlijke relaties
en meer thuis gaat voelen in zijn brengen hevige angst teweeg waardoor
interpersoonlijke relaties met mensen de persoon afgesloten geraakt van
dan heeft hij meer contacten, relaties, die potentieel corrigerende ervaringen;
meer kansen bieden op gezonde CV waardoor omdat hij zich niet openstelt voor nieuwe
de betrokkene zich nog meer comfortabel mensen blijft hij opgesloten in de
voelt bij mensen enzovoort. oorspronkelijke kring van angst,
parataxische vertekening en
intermenselijk isolement.

8 HET PRINCIPE VAN WEDERZIJDSE EMOTIES

- In iedere menselijke relatie


o wordt aan de behoeften van elke persoon voldaan, of niet.

11
o schuiven de interpersoonlijke patronen van de betrokkenen harmonisch ineen,
of niet
o vormt iedere persoon zich verwachtingen over bevrediging of afwijzingen in
verband met zijn behoeften in de toekomst
- Behoeften
o = fysiek, emotioneel en seksueel
o en van belang in zijn interpersoonlijk model: consensual validation
- Mens is een interafhankelijk wezen = (impliciet) mensbeeld: we hebben CV en dus
anderen nodig om…
o niet op een verwrongen manier om te gaan met andere mensen
o om zelfrespect in stand te houden
o om ons leven inhoud te geven
o om niet eenzaam te zijn.

INTEGRATIE

- Vrouw komt thuis van haar werk, waar ze kritiek kreeg vanwege haar leidinggevende. Ze
heeft behoefte aan een luisterend oor (consensual validation). Man die tijdelijk werkloos
is heeft vooral behoefte aan vrolijkheid en leuk gezelschap na een lange dag alleen thuis.

Gezond interactiepatroon Ongezond interactiepatroon


partner reageert met bemoediging, partner reageert ontstemd. Wordt boos. Zegt
geruststelling, aandacht. Vrouw haar dat ze steeds zeurt. Dat ze misschien ander
toekomstverwachting is ok. Ze krijgt het idee werk moet zoeken dan. Ze eindigen met ruzie.
dat haar partner in staat is om aan te voelen Haar toekomstverwachting mbt de relatie is
wanneer ze steun nodig heeft, en dat stelt ongunstig.
haar gerust voor de toekomst. In Sullivans

terminologie: ze zijn goed ‘geïntegreerd’. In Sullivans woorden zijn ze slecht


‘geïntegreerd’.

UIT HET BOEK: THE PSYCHIATRIC INTERVIEW


‘Psychiatrie bestudeert interpersoonlijke relaties, die alleen voorkomen in interpersoonlijke
situaties; dergelijke situaties impliceren iets meer dan de aanwezigheid van twee mensen
ergens; het gaat om twee mensen die bij elkaar betrokken zijn – en dat noemen we integratie.
Verder wordt een interpersoonlijke situatie (…) geïntegreerd door – tot stand gebracht door,
bijeengehouden door en het verloop van de gebeurtenissen, tot op zekere hoogte bepaald door
– iets in de twee betrokken personen dat wederkerig is, en de manifestaties van die ongeveer in
de tijd samenvallen’

INTEGRERENDE KRACHTEN
- de behoefte van de zuigeling aan contact met andere mensen om aan biologische noden
te voldoen (voedsel, warmte, …)
o zorgt voor de eerste interpersoonlijke relatie van het kind

12
- de behoefte van de zuigeling aan tederheid, die tederheid in de moeder oproept, of wie
ook haar plaats inneemt
- behoefte aan interactie en samenwerking met volwassenen die haar/hem begeleiden
bij het leren lopen, praten, zelfstandig eten, zindelijk worden en het verwerven van
sociale vaardigheden (technieken van het sociale leven)
- De behoefte aan relaties met kinderen van dezelfde leeftijdsgroep buiten het gezin
o => verwerven interpersoonlijke vaardigheden en compenseren van eventuele
persoonlijkheidsstoornissen via CV
- De behoefte om door andere kinderen en volwassenen buiten het gezin geaccepteerd te
worden als een geacht en gewaardeerde persoon binnen de grotere sociale groepen
waar hij deel van uitmaakt
- Het streven (pre-adolescentie) om een bijzondere nauwe band aan te gaan met een
speciale vriend(in) van hetzelfde geslacht
o in deze niet-seksuele relatie ervaart hij/zij voor het eerst intimiteit.
o Wil je een goede ontwikkeling dan moet je een beste vriend hebben want zo kan
je corrigeren met CV.
- In de adolescentie = de laatste integrerende kracht: lust, die een individu aanzet tot een
intieme (seksuele) relatie met iemand van het andere (sic) geslacht
o ‘raar’ aangezien hij zelf homoseksueel was

GEVOLGEN
- Als iemand deze integrerende krachten niet voldoende kan laten uitwerken dan is zij/hij
slecht toegerust wat betreft interpersoonlijke vermogens en ervaren van emoties.
- Maar dit kan later gecorrigeerd worden in een sterke interpersoonlijke relatie met veel
gelegenheid tot CV.

9 DYNAMIEKEN (GAAT HIJ NIET VRAGEN OP EXAMEN)

Lees deze slides eens

10 SEKSUALITEIT, LUST EN INTIMITEIT

Lust = de gecompliceerde drijfveren, gevoelens en intermenselijke daden die genitale seksuele


activiteit (heel ver of onmiddellijk) als doel hebben.
Intimiteit = als het welzijn van een individu even zwaar telt als het eigen welzijn. Dus hoe iemand
zich voelt is even belangrijk als hoe jij je zou voelen/voelt.
- Sullivan (contra Freud): seksualiteit speelt geen rol van betekenis voor de adolescentie.
- Om het onderscheid te maken met zijn Freudiaanse tijdgenoten en hun visie op
kinderlijke seksualiteit gebruikt hij het concept lust.
- Sullivan = intimiteit brengt vriendschap met zich mee, niet noodzakelijk seksualiteit
o lust en intimiteit zijn twee gescheiden dingen.
- In zijn intieme (en seksuele) relaties tijdens de (pre-)adolescentie en vroege
volwassenheid kan het individu parataxische vertekeningen (ongezonde
interpersoonlijke patronen) die niet al te vast geworteld zijn, corrigeren

13
11 HET POSTULAAT VAN DE ENE SOORT

we zijn allemaal veel meer gewoon menselijk dan het tegenovergestelde (We are all much more
simply human than otherwise)

- kenmerken
o de overeenkomsten tussen mensen zijn groter dan de verschillen.
o Spectrum: alles wat we kunnen waarnemen bij personen die we psychisch ziek
noemen komt in mindere mate ook voor bij mensen die we psychisch ‘gezond’
noemen (Jim van OS over psychoses: iedereen heeft in bepaalde mate
psychotische ervaringen)
o overeenkomsten tussen mensen groter dan de verschillen ten gevolge van
etnische en culturele factoren
- iemand die zwaar depressief is, is heel moeilijk om te begrijpen, maar het is niet
onmogelijk. Je kan je daar wel een idee over vormen

IMPLICATIES VOOR EEN PSYCHOTHERAPEUTISCHE METHODE

- Sullivan ontwikkelde een normatief kader: hoe moet psychotherapie eruit zien?
- Setting: individu = centraal
o patiënt en therapeut moeten elkaar kunnen zien en kunnen zien hoe ze op elkaar
reageren
o de therapeut zit met zijn gezicht en blik onder een hoek van 45 tot 90 graden van
de cliënt af
o Door zijn werk met schizofrene patiënten (en deze niet aan te kijken) leerde hij
heel goed letten op niet verbale aspecten van de gesproken taal => leerde goed
luisteren
 = aarzelingen, stilvallen, intonatie, stemvolume … enzovoort.
 Goed luisteren = cruciaal!
o de praktijkruimte is sober aangekleed en bevat geen verwijzingen naar het
persoonlijke (privé) leven van de therapeut (<-> Freud)…
- Start van de therapie: therapeut neemt door wat hij weet van de patiënt, therapeut
probeert de patiënt niet te bruuskeren (bijv. ‘ik merk dat u suïcidaal bent’); belang van
de patiënt op zijn gemak stellen
- Duur van de therapie en gesprekken: 50’ tot 2uur; 10 à 15 gesprekken bij afgebakend
doel, 2 à 3 jaren igv meer ingrijpende veranderingen in de persoonlijkheid worden
nagestreefd

- Fundamentele rol van de therapeut: participerend observator


- De Therapeut = snelle, speciaal opgeleide waarnemer die op een bijzondere manier deel
neemt aan de interpersoonlijke relatie met de patiënt.
- Deze relatie is samen met zijn eigen persoonlijke hulpbronnen het middel om het
emotionele probleem van de patiënt op te lossen.

14
- Psychotherapie is moeilijk, veeleisend werk. => Enthousiasme voor psychotherapie
zowel van de kant van de patiënt als de therapeut wijst volgens Sullivan op gebrek aan
inzicht in wat therapie is. (eigenlijk een vak dat je aan niemand zou willen aanraden)
- Waarom is dit zo?
o De therapeut moet waarnemen en tezelfdertijd emotioneel tot op zekere hoogte
betrokken durven zijn.
o De therapeut mag geen verwachtingen hebben tav de patiënt zoals in ‘normale’
relaties (in een normale relatie verwacht je iets terug) -> Emotionele voldoening
mag enkel volgen uit het gevoel als professional zijn of haar best te hebben
gedaan.
o De therapeut moet een hoge mate van respect hebben voor de patiënt
 = heeft aandacht voor alles wat de patiënt verbaal en nonverbaal
communiceert; de therapeut houdt voeling met de beleving van de
patiënt (angst, verslagenheid, opluchting, gekweld zijn , enzovoort) en
moet beseffen dat de patiënt hem of haar ook voortdurend in de gaten
houdt, als het ware onderzoekt welke de gevolgen zijn van wat zij zegt of
doet op de therapeut.

- Werkwijze:
o 1. Onderzoeken en beoordelen van actuele en historische en toekomstige
interpersoonlijke relaties.
o 2. Aandacht voor interpersoonlijke crisissen (spanningen, uitsluitingen…)
o 3. Relatie therapeut-patiënt
 In langdurige therapie zal de patiënt de therapeut vaak behandelen alsof
hij iemand is uit diens verleden = parataxische vertekening.
 In zijn gewone sociale leven leidt dit tot moeilijk lopende interacties met
veel angst tot gevolg. Derden worden kwaad, bang, afkerig enzovoort.
 De therapeut reageert (idealiter!) niet emotioneel op deze vertekening.
 Want het is juist belangrijk materiaal voor het therapeutisch proces!
Waar komt deze vertekening vandaan? Wie ben ik dan in de ogen van de patiënt?
Met wie verwart hij/zij mij? ‘Hoe kunnen we dit materiaal gebruiken om het
bewustzijn van de patiënt te verruimen van wat er gebeurd is en nog steeds gebeurt
in zijn interpersoonlijk leven?’
 => Er is dan sprake van een trialoog: psychiater, patiënt en denkbeeldige
derde.

- Psychotherapeutische genezing heeft te maken met volgende uitgangspunten:


o Emotionele problemen ↔ beperking in gebruik van haar/zijn mogelijkheden
o Wegnemen parataxische vertekeningen is een hoofddoel in de therapie.
o In psychotherapie laat de patiënt geleidelijk aan ongezonde
veiligheidsactiviteiten vallen.
o Geplande, systematische consensual validation is een centraal aspect van het
psychotherapeutisch proces.

15
o Iemand is zich van zijn ervaring bewust alleen maar in zoverre hij haar in
communicatie met een ander onder woorden heeft gebracht of haar voor zichzelf
heeft doen uitkristalliseren door er scherp en helder over na te denken.
o Iemand verwerft emotionele gezondheid in zoverre hij zich van zijn
interpersoonlijke relaties bewust wordt.

- De gevaren van psychotherapie


o (1) De therapeut zorgt er met non-verbale en verbale middelen voor dat de
patiënt alleen nog maar dingen zegt die zijn theoretische vooroordelen
bevestigen.
 Hoe? -> De therapeut reageert anders (meer geïnteresseerd) als er
‘materiaal’ verschijnt dat volgens zijn denkkader van belang is, dan als er
materiaal verschijnt dat volgens hem niet van belang is (doet er het
zwijgen toe).
 => Patiënten leren wat de therapeut belangrijk vindt en gaan onbewust
selecteren wat ze zeggen.
 Belangrijk om te kunnen denken/zeggen: ik heb mij vergist en open-
minded te blijven
- (2) Te enthousiast ingaan op levensepisodes gekenmerkt door angst of paniek kunnen
aanleiding geven tot een psychotische decompensatie.
o Sullivan merkte op dat veel tijdgenoten zulke schade rationaliseerden of zelfs als
gunstig benoemden.
o Zijn raad: ‘Ondermijn nooit de zekerheid van de patiënt (zijn emotionele
welbevinden) totdat je iets kan bieden dat onmiddellijk constructief is.’ De
therapeut moet de patiënt nooit toestaan lang te lijden omdat hij door de
therapie emotioneel onzeker geworden is. De therapeut moet iets dat waarde
heeft en aangenaam is in de plaats stellen van wat hij de patiënt heeft
afgenomen.
o DUS: sta ook stil bij positieve elementen (probeer hier een evenwicht in te
vinden)
- (3) Volgens Sullivan is psychotherapie geen panacee.
o Ze is geen oplossing voor alles.
o Sullivan was een grote voorstander van maatschappelijke veranderingen omdat
hij geloofde dat ongunstige leefomstandigheden er vaak voor zorgen dat er geen
CV is waardoor angst en parataxische vertekeningen ontstaan. Bv. in de VS is er
een grote kloof tussen arm-rijk wat leidt tot minder welbevinden. Vaak wordt dan
ingezet op psychologen, maar eigenlijk zou er gekeken moeten worden naar
structurele oplossingen.

16
als therapeut krijg je altijd een typisch beeld.
Een patiënt met autisme zal zich anders bij jou
gedragen (minder autistisch, want jij hebt
sociale skills hiervoor) dan in het dagelijkse
leven of andere contexten => altijd situeren in
een netwerk waar ook anderen ook invloed
hebben.

AFSLUITENDE OPMERKINGEN

- Sullivan was erg geïnteresseerd in de communicatieve aspecten van psychotherapie. De


uitdaging in therapie was om de belemmeringen in de communicatie te omzeilen en zo
echt contact te krijgen met patiënten.
- In de jaren 20 maakte hij foto’s tijdens sessies om zicht te krijgen op de nonverbale
aspecten van de communicatie, en op lichamelijke reacties.
- Op het einde van zijn leven (1948) experimenteerde hij met het opnemen van sessies
(geluidsopnames) om die aan een grondig onderzoek te onderwerpen.
- Hij was een scientist-practitioner!
- Verder was hij erg maatschappelijk geëngageerd. Hij vond dat maatschappelijke
omstandigheden van mensen verbeteren meer na te streven was dan het aanbieden van
veel therapiemogelijkheden. (Wat nu het geval lijkt te zijn: gevaar van psychologisering!)

INTERMEZZO: HET BELANG VAN DE


WERKALLIANTIE
VERGELIJKING MET NORMATIEF KADER WERKALLIANTIE BIJ CARR

- ‘Het opbouwen van een sterke werkalliantie is essentieel voor een valide beoordeling en
effectieve therapie. Alle andere kenmerken van het consultatieproces zouden*
ondergeschikt moeten zijn aan de werkalliantie, aangezien cliënten zonder deze de
beoordeling en therapie afhaken of geen vooruitgang boeken (Carr, 2005,2009a). De
enige uitzondering op deze regel is wanneer de veiligheid van kind of gezinsleden in
gevaar is; in dergelijke gevallen heeft bescherming prioriteit boven alliantievorming.’
- * = normatief (dus in een ideale wereld)
- Onderzoek naar positief therapeutisch resultaat en ethische principes van goede
praktijken wijst op een aantal richtlijnen die therapeuten dienen te hanteren bij het
ontwikkelen van een werkalliantie (Carr, 2009a; Sprenkle et al., 2009).
o Warmte, empathie en oprechtheid moeten kenmerkend zijn voor de
communicatiestijl van de therapeut.
o De therapeut dient een samenwerkingsverband (collaboratief) aan te gaan

17
 waarin gezinsleden en therapeuten experts zijn. (erken wederzijdse
expertise)
o De beoordeling moet worden uitgevoerd vanuit een houding van respectvolle
nieuwsgierigheid waarin de therapeut er voortdurend naar streeft nieuwe
informatie over het probleem en mogelijke oplossingen te ontdekken en de
familie uitnodigt hun moeilijkheden vanuit meerdere perspectieven te bekijken
 ‘Carr, 133: Cecchin betoogde dat het concept van neutraliteit moet worden
uitgebreid tot de ideeën van nieuwsgierigheid en oneerbiedigheid: nieuwsgierigheid
naar de constructie van meerdere mogelijke manieren van denken over de situatie en
oneerbiedigheid ten opzichte van de favoriete referentiekaders van de therapeut,
huisdierentheorieën, vooroordelen en gekoesterde ideeën’
 (…) neutraliteit wordt gedefinieerd met verwijzing naar het “specifiek
pragmatisch effect” van de therapeut … [in het tegelijkertijd verbonden
zijn met iedereen en met niemand)
 Nieuwsgierigheid. Een interviewpositie van onpartijdigheid, gekenmerkt
door een openheid, niet alleen voor de geldigheid van het gezichtspunt
van elk systeemlid, maar ook voor meerdere mogelijke constructies van
de situaties van klanten en een respect voor de integriteit van het
systeem en zijn manier van werken.
 Cecchin bood nieuwsgierigheid aan als sociaal-
constructionistische verfijning van de therapeutische positie van
neutraliteit.
 Oneerbiedigheid. Een interviewfunctie die wordt gekenmerkt door een
openheid voor meerdere mogelijke constructies van situaties van cliënten
en een scepsis over persoonlijke huisdierentheorieën en vooroordelen.
 Cecchin bood oneerbiedigheid aan als uitbreiding van de
therapeutische positie van nieuwsgierigheid.

o Er moet een uitnodigende benadering worden gevolgd, waarbij familieleden


worden uitgenodigd (niet geïnstrueerd) om deel te nemen aan beoordeling en
behandeling (Kelly, 1995). (niet MOETEN meewerken, wel uitnodigen)
o Er moet een evenwichtige focus zijn op de sterke punten en veerkracht van het
individu en het gezin enerzijds en problemen en beperkingen anderzijds.
o De therapie zou moeten worden afgestemd op de bereidheid van de cliënt,
aangezien anders de therapeutische alliantie in gevaar zou kunnen komen
(Prochaska, 1999)
o Er moet een erkenning zijn dat cliënten en therapeuten onbedoeld attitudes,
verwachtingen, emotionele reacties en interactieroutines in de werkalliantie
brengen vanuit vroege belangrijke zorggevende en zorgontvangende relaties.
~overdacht
 als ze niet worden herkend kan de therapeutische vooruitgang in gevaar
komen en moeten daarom open en vakkundig worden aangepakt

18
VOORKEURSPOSITIE NARRATIEVE HV

HEIDEGGER:
ZORGCONTINUÜM
(WERKALLIANTIE)

Er zijn twee soorten zorgen (belangrijkste slide -> de rest eens lezen)

Zorg 1 Zorg 2
We kunnen zorgen voor de cliënt door Louter psychotherapeutische zorg is anders.
redenen tot zorg bij de cliënt weg te nemen. De therapeut laat de zorgen als het ware in
Dit is wat een chirurg doet die een ontstoken eerste instantie intact, neemt ze serieus en
appendix verwijdert. Een ander, minder fraai probeert zich samen met de cliënt ertoe te
voorbeeld hiervan is dat van de student die in verhouden. We spreken van een realisatie
iemand anders plaats een paper schrijft of van de moeilijkheden in de dubbele
een examen aflegt. Dit is iemands werk uit betekenis. Zowel een bewustwording of besef
handen nemen en doen voor de ander wat hij (zich realiseren) dat bepaalde moeilijkheden
zelf moet (of zou kunnen) doen. zich voordoen, als het tot een gedeelde
realiteit maken van deze moeilijkheden
het wordt voor je opgelost Het probleem krijgt bestaansrecht
je pakt het probleem aan
bv. het examen waar je stress voor hebt Gaat meer over het kunnen verdragen en niet
door iemand anders laten maken over het direct fixen (LUISTEREN!)
Dus niet direct actie ondernemen <->
natuurlijke tendens

19
COMMUNICATIE DEEL 1: PRAGMATICS OF
HUMAN COMMUNICATION
Enkele inleidende aspecten

- Harry Stack Sullivan -- eigen therapeutische/psychiatrische benadering van een


interpersoonlijk model/ in dialoog en discussie met de Freudiaanse psychoanalyse.
o Hechtte al heel veel belang aan (non-verbale) communicatie.
- Mental Research Institute: groep onderzoekers in Palo Alto (California)
o Don D. Jackson (de directeur) was een psychiater.
 Hij werkte van 1953 tot 1962, met Gregory Bateson, John Weakland, Jay
Haley and William Fry, en droeg bij aan de ontwikkeling van
gezinstherapie, ‘brief therapy’, systeemtheorie en communicatietheorie.
 de dubbele binding bij schizofrenie.
 In 1958, stichtte hij het Mental Research Institute in Palo Alto
o Paul Watzlawick was een filosoof, taalkundige en Jungiaans analyticus.
o Janet Beavin Bavelas was een Canadese psychologe.

- rijkom aan invalshoeken


o psychiatrie
o psychologie
o psychotherapie
o taalkunde
o wiskunde
o communicatietheorie
o Algemene Systementheorie
o poëzie, literatuur
o filosofie (de vorm is gebaseerd op het fameuze jeugdwerk van Ludwig
Wittgenstein Tractatus Logico-Philosophicus)

- Communicatie = de basis voor een interpersoonlijk model:

20
o Je kan niet niet communiceren ->
 hun communicatieopvatting maakt van alle situaties waarin meerderen
aanwezig zijn een interpersoonlijke situatie
 Zodra er twee of meer personen aanwezig zijn, kunnen die niet anders
dan met elkaar communiceren, waardoor situaties
interpersoonlijk/communicatief worden.
 Het interpersoonlijke valt hier dus samen met het communicatieve. Want
omdat je niet niet kan communiceren worden alle situaties met meerdere
personen interpersoonlijke situaties.
 Dit is breder bekeken dan bij Sullivan (integratie nodig)

- Hun ‘model’ beschrijft/verklaart vanuit een (louter) communicatie-theoretisch


perspectief:
o → psychische gezondheid (= de communicatie verloopt succesvol, de regels
worden gevolgd)
o → psychopathologie (= er zijn stoornissen in de menselijke communicatie; de
regels/axioma’s worden niet gevolgd)
o → psychotherapie (= op basis van analyses van wat communicatief mis loopt)

- Deze groep is bekend geworden omdat ze enkele voorlopige axioma’s van de menselijke
communicatie formuleerden.
- TO DO: Grondige kritische lectuur (close reading) van de eerste hoofdstukken van dit
boek.
- Omdat het heel gemakkelijk is om hun ideeën verkeerd te begrijpen.
- Omdat het goed is om hun ideeën deels ook achter ons te laten.
- Omdat het geherinterpreteerd is en uitgewerkt is tot wat men het
communicatieperspectief is gaan noemen = een uitwerking die symptomatisch is voor
wat we de hermeneutic turn zullen noemen.
- Omdat het een zeer grondige en originele uitwerking is van een interpersoonlijk model.
- Omdat heel veel concepten (bijvoorbeeld interpunctie, symmetrische escalatie,
perspectieventheorie, feedback, redundantie enzovoort) helder worden geformuleerd =
we danken heel veel taal uit de traditie van de familie- en systeemtherapie aan dit werk.

AANDACHTSPUNTE BIJ DE LECTUUR (MOGELIJKE EXAMENVRAGEN)

- Wat bedoelen ze nu precies met pragmatisch?


- Waarom hechten deze auteurs zoveel belang aan hun observerende
buitenstaanderspositie?
- Lukt het deze onderzoekers/auteurs om hun observerende buitenstaanderpositie aan te
houden?

21
Watzlawick et al. (1967) maken een beweging van binnen (de ‘subjectieve’ verklaringen van
de deelnemers aan de communicatie) naar buiten (de ‘objectieve’ waarnemingen van een
observator). Ze proberen te voldoen aan een bepaald wetenschappelijk ideaal. (zij zijn
strikter dan Sullivan: participerende observatie)

WETENSCHAPPELIJKE TAAL (VAN PEURSEN)

Dagelijkse en wetenschappelijke taal:

- Een verschil is te vinden in het evaluatieve karakter van de dagelijkse taal.


o Eigenlijk is de gewone taal onderdeel van het dagelijkse handelen van de mens;
een uitdrukking als “Daar staat een stoel” wil meestal geen beschrijving geven
van een stand van zaken, maar is eerder een uitnodiging om te gaan zitten.
o Uitnodiging, aansporing en overreding spelen in de omgangstaal een grote rol,
ook daar waar de grammaticale vorm alléén maar een beschrijving of een min of
meer wetenschappelijke verklaring zou doen vermoeden. (…)
o uitnodigingen en aansporingen zijn onderdeel van de beoordeling en waardering
van een situatie met het oog op menselijke waarden (bv. Dat het goed is om eens
rustig, zittend, een gesprek te voeren, of dat men meer op zijn gezondheid moet
letten). Daarachter liggen weer waardeoordelen, die dieper in de ondergrond van
een cultuur verborgen zijn, zoals de waardering van rust of van gezondheid in
een oosterse of een westerse cultuur.
o Zo gaan, in de dagelijkse taal, beschrijving, handeling en waardering nauw
samen, omdat standen van zaken beoordeeld worden in hun betekenis die zij
ten opzichte van personen, en binnen een specifieke situatie en cultuur, bezitten.
- Wetenschappelijke methode is steeds een kanaliseren en inperken van deze taal.
Wetenschappelijke taal is zoveel mogelijk waardevrij.

REFERENTIEKADER

- Eerste concept= Context


o Een fenomeen blijft onbegrijpelijk zo lang als het bereik van de observatie niet
wijd genoeg is zodat het de context waarin het fenomeen zich voortdoet niet
bevat.
 Als men dit niet heeft dan wordt men geconfronteerd met mysterieuze
zaken of geeft men het onderzoeksobject eigenschappen die het niet
heeft = smalle contextualisatie
o Voorbeeld vossenbestand/konijnenbestand
o Voorbeeld ‘mama taxis’ – Konrad Lorenz
o Bv. dubbelbind theory: een contextualisatie die de pathologie niet in de persoon
plaatst, maar in de dyade, waarbij aanvankelijk zelfs niet bidirectioneel werd
gedacht. Dat gebeurde wel bij Watzlawick die verwijst naar Laing: ‘Double binds
are usually mutual’.

22
o Dit was een kritiek op de monadische visie van de toenmalige
gedragswetenschappen

Monadische visie (= eenheid) Systemische visie


Een persoon die gestoord gedrag vertoont Een persoon die gestoord gedrag vertoont
(psychopathologie) wordt: (psychopathologie)
- Afzonderlijk bestudeerd + het onderzoek - Het onderzoek omvat de effecten van dit
moet betrekking hebben op de aard van de gedrag op anderen, hun reacties erop en de
aandoening en, in ruimere zin, op de aard van context waarin dit alles plaatsvindt.
de menselijke geest. - Focus op de relatie tussen de delen van een
- Focus op de kunstmatig geïsoleerde breder systeem
monade* = de studie van de waarneembare
= een inferentiële studie van de geest manifestaties van relaties door een
waarnemer van menselijk gedrag

Bv. je bent hervallen: 1) je bent zwak; 2) je hebt niet veel vrienden, enkel die op café, heerst een
taboe (= breder)

VOOR EN NADELEN SYSTEMISCHE VISIE

- Voordelen: communicatie is zichtbaar (want gedrag) = observeerbaar/bestudeerbaar.


o Je kan zien wat er gebeurt, je hoeft het niet af te leiden uit wat je niet kan
waarnemen (cf. HS Sullivan)  betere kennisbron (epistemisch voordeel)
- Nadelen: De psychè is niet rechtstreeks observeerbaar (cf. HS Sullivan) en het subjectieve
wordt opzijgeschoven, het zal geen bron van kennis zijn!!! (anders dan bij HS Sullivan).

WAT WORDT NU EIGENLIJK BEDOELD MET PRAGMATISCH?

De studie van de communicatie kan opgedeeld worden in drie delen

1) = grammatcia
2) Betekenis: woordenboek
3) Hoe gedrag invloed heeft; hoe verhoud je je tot tekens die je uitspreekt

23
a. Vetrekt van een zender-ontvanger perspectief: de spreker doet iets met de
ontvanger

PRAGMATIEK

- termen communicatie en gedrag zijn praktisch synoniemen


- binnen pragmatisch perspectief: alle gedrag = communicatie en alle gedrag (ook de
communicatieve aanwijzingen in onpersoonlijke context) beïnvloedt gedrag.
o Bv. een aula -> stil zijn
- interpersoonlijke bidirectionaliteit
o niet enkel interesse in Z-O; ook in het bidirectionele (zie laatste puntje tabel)

SAMENVATTEND

- Zender-ontvanger opvatting van communicatie. Hier: informatie-opvatting,


mededelingsopvatting. Termen zijn o.m. sender, receiver, message.
- - (Gedragsmatige) invloedsopvatting : behavior affects behavior
- - Focus op waarneembaar gedrag en niet op betekenis.
- - Kritiek op (wat ze) de traditionele psychologie (noemen).
- “Psychology (…) has traditionally shown a strong trend toward a monadic view of man
and, consequently, toward a reification of what now reveal themselves more and more
as complex patterns of relationship and interaction. (4)
- - Meer verwant met wiskunde dan met de traditionele psychologie:
- Since this communicational approach to the phenomena of human behavior, both
normal and abnormal, is based on the observable manifestations of relationship in the
widest sense, it is, therefore, conceptually closer to mathematics than, to traditional
psychology, for mathematics is the discipline most immediately concerned with the
relations between, not the nature of, entities.
- - Epistemische bron = wat observeerbaar is; De prijs die ze daarvoor betalen is dat ze
het binnenstaandersperspectief opgeven als bron van kennis. Het is de buitenstaander,
de observator die ware kennis verwerft; de binnenstaanders creëren mythes, hebben
verklaringen die fout zijn. Je kan alleen maar weten van buitenaf.
-

24

You might also like