You are on page 1of 7

In deze artikelenreeks worden diverse trainingsvormen uit

REVALIDATIE­
TRAINING de Rehaboom uitgeschreven, om duidelijk te maken hoe dit
systeem in de praktijk gebruikt kan worden. Dit vijfde artikel
beschrijft trainings­vormen uit het werp-ABC.

Dwars- en kruisverbanden binnen de


Rehaboom methodiek Het werp-ABC

Michel Edelaar & Harald Bant De reeks is een praktisch vervolg op In de middelste fase van de Reha­
de acht eerder (jaargangen 2003/2004) boom gaat het vooral om de dwars- en
Met dank voor de foto’s: in Sportgericht verschenen artikelen kruisverbanden tussen de trainings­
John de Pater & Toine van de Goolberg.
over de Rehaboom. Tegen de achter­ methoden: werp-ABC (snelheid),
grond van een casus worden werp- maximale kracht tot aan krachtimita­
ABC trainingsvormen uitgeschreven, tie (kracht) en alactische capaciteit tot
met een accent op variaties van de ver­ alactisch vermogen (uithoudingsver­
schillende trainingsparameters. Door mogen). Het werp-ABC is een veel­
verandering van deze trainingspara­ zijdig doelgerichte trainingsvorm die
meters kun je het doel van de training vanaf het midden van de trainings­
en de plaats die de training inneemt in periode of van het (sport)revalidatie­
het revalidatietraject veranderen. proces een belangrijke plaats inneemt.
Figuur 1. Rehaboom, stroomschema sport­ Vooral bij explosieve sporten waarin
revalidatie (maart 2003)
Middelste fase slag-, stoot- of werpbewegingen aan
De Rehaboom is een me­ de orde komen kan het werp-ABC van
thodiek waarmee bles­ essentieel belang zijn om de sporter
surevrije sporters door voor te bereiden op zijn sport.
gebruik van trainings­ In dit artikel worden toepassingen
vormen op het gebied en combinatiemogelijkheden van het
van de grondmotorische werp-ABC binnen één en dezelfde
eigenschappen kracht, training beschreven. Deze dwars- en
uithoudingsvermogen en kruisverbanden zijn binnen de training
snelheid kunnen worden of (sport)revalidatie aan de orde van
begeleid naar sportparti­ de dag en bepalen de daadwerkelijke
cipatie. Door het model invulling binnen een behandelingstra­
te koppelen aan een ge­ ject. Door de opbouw van de verschil­
degen klinische redenatie lende grondmotorische eigenschappen
kan het ook handzaam aan elkaar te koppelen en met elkaar
zijn binnen sportspe­ te verenigen in oefenstof ontstaat de
cifieke revalidatie. Dit praktische invulling van de training of
artikel beschrijft de prak­ (sport)revalidatie.
tische invulling van één Werpen is één van de best onderzochte
onderdeel uit de middel­ bewegingen in de sport. Vooral in
ste fase van de Rehaboom Amerika, waar sporten als honkbal en
methodiek (zie figuur 1). American Football hoogtij vieren, is

42 S p o r t g e r i c h t n r. 3 / 2 0 0 9 – j a a r g a n g 6 3
Casus
In januari raakt een speerwerper aan het einde van een training geblesseerd. Na het werpen van de laatste speer voelt
hij een stekende pijn in zijn schouder, die na een paar minuten wegtrekt. Tijdens het douchen na de training merkt hij dat
de pijn langzaam terugkomt. Vooral bij het wassen van zijn haren voelt hij een zeurende pijn rond zijn schoudergewricht
opkomen. Diezelfde nacht slaapt hij onrustig en kan hij niet op de arm liggen.
De volgende dag neemt hij contact op met de sportfysiotherapeut van zijn team voor een fysiotherapeutisch consult. Er
worden verschillende schoudertesten uitgevoerd: instabiliteitstesten (Apprehension, Relocationtest, Load and Shift test),
impingementtesten (Neer and Welsh, Lockingtest) en als laatste weerstandstesten voor de rotatorenmanchette. Vooral
de m. supraspinatus is bij weerstandtests pijnlijk (Empty-can test). Er is mogelijk sprake van een ventrale instabiliteit en
een tendinose of tendinitis van de m. supraspinatus. De speerwerper wordt doorgestuurd naar een medisch specialist. Na
het medisch onderzoek en de MRI luidt de diagnose: ventrale instabiliteit glenohumeraal met een secundair impingement
en een tendinitis van de m. supraspinatus.
Op basis van de diagnose wordt de keuze gemaakt conservatief te behandelen. Tijdens de conservatieve behandeling
wordt in de eerste fase het accent gelegd op de tendinitis van de m. supraspinatus. Vooral omdat de pijn op de voor-
grond staat. Tijdens de eerste zes weken worden verschillende fysiotherapeutische interventies uitgevoerd zoals trigger-
pointbehandelingen, kinesiotape, massage nek-schouderlijn en mobilisatie en manipulaties van vooral de thoracale wer-
velkolom. Tevens wordt vastgesteld dat de speerwerper een extensiebeperking heeft in zijn linkerheup; deze wordt door
middel van Mulligantechnieken gemobiliseerd. Daarnaast worden huiswerkoefeningen gegeven met het accent op de
mobiliteit en de stabiliteit van de schouder, vooral betrekking hebbend op het scapulohumerale ritme en de stabiliteit van
het glenohumerale gewricht: shrugs, bend over dumbbell row, straight arm bench press en de endo- en exorotatietraining
van het schoudergewricht.
De beenoefeningen die zijn uitgevoerd zijn: squat, squatlunges en calf raises. Voor de wervelkolom lag het accent op de
goodmorning, back extensions met rotatie en de barbell rotation. Zowel de oefeningen voor de benen als voor de wer-
velkolom zijn op het onderhouden van de kracht getraind.
Na deze eerste zes weken wordt gestart met een blok krachttraining voor de armen. In een tijdsbestek van 12 weken
wordt opgebouwd tot maximale kracht (6 series, 5 herhalingen 85% van het 1 RM).
Ook voor de benen wordt opgebouwd tot maximale kracht. De volgende oefeningen zijn opgenomen in het trainings­
programma; diepe squat, clean, jerk, bench press, pullover en de step up met halter in de nek. Deze oefeningen worden
gecombineerd met oefeningen uit het coördinatieve sprong- en loop-ABC. Oefeningen uit het coördinatieve sprong-
ABC zijn de oefeningen die vooral het accent leggen op eenbenig springen en eenbenig landen met toepassing van de
verschillende verzwaringprincipes. Oefeningen uit het loop ABC die zijn uitgevoerd zijn o.a. skipping, trippling, hakken-
billen, loopsprongen en kaatssprongen.
Aan het einde van deze periode en de volgende revalidatieperiode wordt de kracht die is opgebouwd omgezet naar
snelheid door middel van het trainen van de snelkracht en de explosieve kracht. Deze verschillende vormen van snel-
heidstraining worden gecombineerd met het werp-ABC, met als uiteindelijk doel de speerwerper terug te brengen naar
zijn hartstocht: speerwerpen.

er veel onderzoek gedaan. Om inzicht plyometrisch moment in een eindgra­ cifieke kracht van zowel het bekken, de
te krijgen in de complexiteit van wer­ dige fase van retroflectie/(exo)rotatie. lage rug als het thoracale gedeelte van
pen is de werpbeweging verdeeld in Het werpen is voor zeker 70% afhanke­ de rug. Zonder een optimale impuls
5 verschillende fasen; wind up, early lijk van de benen en de wervelkolom. vanuit de benen en de wervelkolom is
cocking, late cocking, acceleratiefase Voor de benen ligt dit in de coördina­ het zeer moeilijk om te smashen, een
en deceleratie- of follow through fase. tieve vaardigheden van het aanlopen sprongservice te maken of te werpen.
De speerwerper in de casus heeft zijn en een optimale mobiliteit van de heup­ Het werp-ABC bestaat uit allerhande
klachten gekregen bij de overgang van strekking, gevolgd door explosieve werpoefeningen die zowel de werp­
de late-cocking naar de acceleratiefase. kracht van been- en heupstrekkers. In kracht als de werptechniek positief be­
Dit is bij het werpen de meest belas­ de wervelkolom gaat het vooral om op­ ïnvloeden. Alle vormen van problemen
tende fase; er is hier sprake van een timale beweeglijkheid, stabiliteit en spe­ aan de armen bij sporters vragen aan­

S p o r t g e r i c h t n r. 3 / 2 0 0 9 – j a a r g a n g 6 3 43
Fase Arm(en) Type worp
1 2 voorwaarts, laag over de grond rollen
2 2 zijwaartse worp, links + rechts
3 2 achterwaarts over het hoofd
4 2 over het hoofd, voorwaarts
5 1 voorwaarts, laag over de grond rollen
6 1 zijwaartse worp links + rechts
7 1 achterwaarts over het hoofd
8 1 bovenhandse strekworp

Tabel 1. Opbouw werp-ABC: van 2 armen naar 1 arm & van laag naar high five positie.

Rollen laag bij de grond


Stoten naar de grond
Stoten in tweetallen t.o.v. elkaar (shocking) of naar de muur
Foto 1.
Idem, afstand vergroten
Stoten op de grond (hoogte maken)
Idem met hoogte maken, een aantal keer onder de bal door kruipen na het stuiteren
Shocking oefening (voor de motorische krachtsnelheid bij de start)
Front throw between legs (explosieve kracht benen)
Back throw overhead (explosieve kracht bovenste + benen) (foto 1 en 2)
Rugby worp tegen de muur (coördinatie – plyometrie)
Zijwaarts werpen van lage naar hoge positie
Front throw overhead (explosieve kracht armen)
Idem, alles asymmetrisch
Zijwaarts van laag naar high five (foto 3 en 4)
Werpen eenhandig (specifieke kracht) (foto 5)
Met aanloop in alle richtingen
Met alle sprongen in alle richtingen

Tabel 2. Opbouw specifiek werp-ABC.

dacht van de werpopbouw. Volleybal­


lers, boksers, hockeyers, honkballers
etc. kunnen het werp-ABC implemente­ Foto 2.
ren in de training of (sport)revalidatie,
met als uiteindelijk doel Foto 5.
weer te kunnen sporten.

Methodische opbouw
De methodische opbouw
van het werp-ABC wordt
weergegeven in de tabel­
len 1 en 2. In tabel 3 staan
de verschillende verzwa­
Foto 3 en 4. ringprincipes die bij de ver­
schillende worpen kunnen
worden toegepast. Welke
worpen en verzwaringprin­
cipes worden gekozen is

44 S p o r t g e r i c h t n r. 3 / 2 0 0 9 – j a a r g a n g 6 3
Tabel 3. Ver­ afhankelijk van de soort sport, het type
Voor de armen o.a. zwaringprincipes worp, de sporter zelf en het letsel dat
VAN NAAR bij werp-ABC.
aanwezig is.
Langzaam Snel Het werp-ABC is een methodiek die
Zonder oefenmateriaal Met oefenmateriaal in vele verschillende fasen van de
Tweehandig Eénhandig Rehaboom, maar ook in andere trai­
Cyclisch A-cyclisch nings- of revalidatiemodellen, kan
Zonder rotatie Met rotatie
worden meegenomen. Het werp-ABC
Mono-articulair Multi-articulair
Laag bij de grond Naar high-five positie kan bijvoorbeeld worden toegepast
Kleine lastarm Grote lastarm als warming-up en / of tonusopbouw
Zonder plyometrie Met plyometrie voor een training. Maar ook als try-out
om te kijken of het getoonde niveau
Voor de benen o.a.
voldoende is om hoger te kunnen
VAN NAAR klimmen (trainen) in de Rehaboom, of
als trainingsmiddel om werptechniek
Geen uitvalpas Uitvalpas
Geen aanloop Aanloop en werpkracht te bevorderen.
Stabiel steunvlak Labiel steunvlak Variatie van het werp-ABC in de trai­
Eén functie Meer functies ning is belangrijk om progressie te blij­
Groot steunvlak Klein steunvlak ven boeken en motivatie te behouden.
Tabel 4 geeft verschillende variaties
aan. Zowel speelse als algemene trai­
ningsvormen kunnen in de revalidatie
worden gebruikt. Door de toepassing
Tabel 4. Trainingsvormen voor werptraining
van de speelse trainings­
vormen kunnen imitatie­
Speelse vormen o.a.
oefeningen al spelenderwijs
Achter een lijn, bal tegen de muur werpen, afstand vergroten
Muur werpen en vangen worden aangeleerd. Bij de
­zonder dat de bal de grond raakt.
Twee groepen tegenover elkaar, grote bal in het midden, iedere algemene trainingsvormen
Drijfbal over de streep worden oefeningen uit o.a.
groep gooit met ballen om de grote bal over een lijn te krijgen.
Twee groepen tegenover elkaar, grote bal in het midden op een het sprong-ABC en het
Raak de bal Zweedse kast, iedere groep gooit met ballen om de grote bal van loop-ABC gecombineerd
de kast te krijgen.
met het werp-ABC. Door
Achter een lijn, bal naar de basket / bord werpen, afstand vergro- hiervoor gebruik te maken
Basket werpen
ten.
van een medicinbal kan er
Werpers staan 5 meter achter een voetbaldoel en gooien er over-
Doel werpen heen. meer accent worden gelegd
op de grondmotorische ei­
Algemene vormen met medicinbal o.a. genschap kracht en minder
op snelheid. Door verande­
Back throw overhead Spreidstand, bal tussen de benen vandaan en dan achterover. ring van het werpmateriaal
kan het doel van de training
Front throw between legs Spreidstand, bal tussen de benen vandaan en dan naar voren.
direct veranderen.
Vanuit hurkzit opspringen en de medicine bal naar boven werpen;
Omhoog werpen
bal kan ook vast worden gehouden.
Materiaal voor het
Vanuit stand, zijwaarts bukken, grond aantikken, opspringen en werp-ABC
Zijwaarts buk/spring
landen en andere zijkant de grond aantikken met de bal
Doorgaans wordt er bij het
Buiklig, omhoog komen met de borst en de bal wegwerpen tegen
Buiklig op een mat voor de werp-ABC gebruik gemaakt
de muur (afstand vergroten, boven een obstakel gooien, zijwaarts
muur van a-specifiek materiaal,
heen en weer bewegen met de bal boven de mat).
Bal vanuit spreidzit bal rollen, stoten, werpen, plyometrisch zoals werpringen, gewichts­
In zit bal werpen
­werpen. manchet, discus, speer,
Zijwaarts rugby worp nabootsen (gooien / bal vast houden) van werpballen, medicinballen,
Rugby werpen
laag bij de grond, midden hoog naar hoog werpen. dumbbells, gewichtsschij­

S p o r t g e r i c h t n r. 3 / 2 0 0 9 – j a a r g a n g 6 3 45
Stand-pasworp (3 pasworp/5 pasworp) Tabel 5. Belastingsvariabelen van
Werp-ABC op snelheid de werptraining.
Aantal oefeningen 5 5
Aantal series 3 tot 4 4
Aantal herhalingen 10 tot 20 5
Herhalingspauze geen 90 seconden
Seriepauze geen, circuittraining 3-5 minuten
Aantal per week 1 tot 3

Tabel 6. Normwaarden afstand en dumbbell­ Oefening 1kg 2kg 3kg 4kg 5kg
werpen in meters (fanatieke handballer –
Front throw overhead 18 16 12 10 8
breedtesport – 22 jaar / voor vrouwen geldt
10% minder). Front throw between legs 20 20 15 13 10
Back throw overhead 20 20 15 13 10
Shocking 19 18 14 12 9
One arm throw linear 30 20 15 X X
Rotation throw (one arm) 25 20 18 X X

Tabel 7. Krachttraining bij speerwerpen


Recruteren Explosieve kracht
(in willekeurige volgorde) o.a.
(6 series / 5 herhalingen / 85% 1RM) (4 series / 5 herhalingen / 50% 1RM)
Diepe squat Clean
Clean Jerk
Jerk Bench press
Bench press Pull over
Pull over Back extension / roman chair
Step-up met halter in de nek Banana / Jack knife

Tabel 8. Voorbeeld uitwerking


Looptraining 30m / 4,5˝- 60m / 7,5˝ - 80m / 10˝ - 100m / 12˝ - 120m / 15˝ - 150m / 18˝ speerwerpen – benen (sportieve
alactisch Seriepauze 5 minuten actief herstel breedtesport – atletiek, 20 jaar).

10 - 20 - 30 - 40 meter start
10 - 20 - 30 - 40 meter vliegend
Sprint training
Pauze 3 minuten
95% van eigen personal best
Warming-up
Plyometrie verticaal (4 x 5 x 60 cm)
Sprong ABC
Plyometrie horizontaal (5 x driesprong / 5 x 3 hink links / rechts)
Alle sprongen uit stand en landing in de verspringbak

ven en de nieuwste ontwikkeling de belastingsvariabelen en het herstel zijn snelheid geworpen. Er wordt over
‘Tube-Trainer’. Uiteraard worden ook aangepast aan de intensiteit van de het algemeen drie keer geworpen en
kogels, speren, basket-, hand- en vol­ belasting. hieruit wordt de gemiddelde afstand
leyballen gebruikt (foto 6). In tabel 5 staan bij de stand-pasworp bepaald. Door de gemiddelde afstand
In de beschreven casus wordt het de belastingsvariabelen die worden ge­ te vergelijken met de normwaarde
werp-ABC gekoppeld aan het alac­ bruikt wanneer het werp-ABC wordt werpen kan worden bepaald waar de
tische systeem. Dit houdt in dat de uitgevoerd op snelheid. Het accent sporter staat in de revalidatie (tabel 6).
verschillende werpoefeningen zo snel tijdens de training ligt op kwaliteit, dit Door het trainen met zwaardere ge­
mogelijk worden uitgevoerd. Door het houdt in een goede uitvoering, explo­ wichten traint de sporter vooral de
accent te leggen op de snelheid van siviteit en afstand. Voor het bepalen power output. Door het gewicht steeds
de beweging is de intensiteit van de van de afstand van het werpen wordt lichter te maken tijdens het werpen
training en de belasting op de schou­ door middel van een try-out een be­ verschuift het accent van power out­
der hoog. Dit heeft tot gevolg dat de paald gewicht met de grootst mogelijk put naar snelheid.

46 S p o r t g e r i c h t n r. 3 / 2 0 0 9 – j a a r g a n g 6 3
haltertraining naar de werpsnelheid. banden in de middelste fase van de
Wanneer er bij een sporter duidelijk Rehaboom. Tabel 8 en 9 geven een
naar voren komt dat er onvoldoende voorbeeld van een training van de be­
werpsnelheid is kan er sprake zijn van nen en de armen van de speerwerper,
fouten in de techniek of van een kracht­ waarbij de dwars- en kruisverbanden
deficit. Bij een krachtdeficit is er onvol­ duidelijk naar voren komen. In tabel
doende werpsnelheid mogelijk. Indien 10 komt de opbouw tot plyometrie,
er te snel progressie wordt gemaakt de trainingsvorm die een speerwerper
zal de sporter een bepaald doel van de nodig heeft om optimaal te kunnen
training niet kunnen halen voor een werpen, duidelijk naar voren.
volgende trainingsvorm. Veelal blijkt de Bovenstaande oefeningen kunnen al­
sporter de belasting gewoon niet aan te lemaal los gebruikt worden bij werp-
kunnen. Dit zelfcorrigerend vermogen ABC, maar lenen zich ook prima voor
hoeft overigens geen blessures te ver­ allerlei verschijningsvormen elders in
oorzaken of in stand te houden. de Rehaboom of (sport)specifiek reva­
Foto 6. Werptraining kan gecombineerd wor­ lidatiemodel. Een aantal opmerkingen:
den met verschillende vormen van – Indien deze werpvormen zich tot
Ervaring en deskundigheid zijn nodig krachttraining (tabel 7). Na de kracht­ slechts maximaal 3 herhalingen
om op het juiste moment een adequate trainingsperiode kan worden getest of beperken, dan kunnen zij prima
trainingsprikkel / trainings­belasting de werpsnelheid is toegenomen.
te kunnen toedienen. Het werp-ABC Zoals aangegeven in de inleiding ligt Tabel 9. Voorbeeld uitwerking speerwerpen –
kan de tussenstap zijn van kracht-/ het accent op de dwars- en kruisver­ armen (breedtesport in de atletiek).

Werptechniek Aanlooptraining (2 series 5x). Aanloop bestaat uit 7 à 8 passen. De aanloop moet versnellend zijn. Vervolgens
5 passen om de werper in de juiste positie te brengen. In de eerste 2 stappen de speer naar achteren, laatste drie
het lichaam in afwerppositie.
Imitatie oefeningen
Warming-up
Dynamisch stretchen
Toniseren van romp- en buikspieren
Werp-ABC: van eenvoudige cyclische bewegingen met geringe prestretch, naar explosief / a-cyclisch werk
Plyometrische worpen, specifiek gericht op het vergroten van de werpkracht.

Kimi Werp-ABC: gewicht van het werpmateriaal minstens verdubbelen


2 - 5 oefeningen, 3 - 4 series, 5 herhalingen
Omvang circa 100 worpen, werpafstand 85% van eigen personal best

Specifiek Wedstrijdworpen 800 gram


3 series - 5 x standsworp
3 series - 5 x 3-pasworp
2 series - 5 x 5-pasworp
1 à 2 series 5 x volledige aanloop
Omvang circa 50 worpen

Variabele methode Warming-up werp-ABC (1000 gram medicinbal)


Variabele worpen 4 series, maximale intensiteit, lonende pauze
(400 gram 5x, 600 gram 5x, 800 gram 5x, 1000 gram 5x)
Keuze uit verschillende soorten speren of werpballen
Omvang 50-75 worpen, werpafstand 85% van eigen personal best

Transfer 1 serie werp-ABC (1 x 10 herhalingen)


werptraining 1 serie werp KIMI (1 x 5 herhalingen)
1 serie variabel werpen (3 x 5 herhalingen)
Maximaal 3 series (75 worpen)

S p o r t g e r i c h t n r. 3 / 2 0 0 9 – j a a r g a n g 6 3 47
Tabel 10. Moge­
– Langzaam concentrisch bewegen vanaf heupen tot gestrekte arm langs het hoofd lijke opbouw
plyometrie
– Concentrisch snel bewegen (zelf starten, zelf ROM bepalen, op signaal trainer)
vanuit rug lig
– Langzaam excentrisch bewegen
op een fitness
– Excentrisch langzaam met behulp van een dumbbell bankje.
– Idem, zo snel mogelijk stoppen op commando
– Excentrisch opvangen van dumbbell indien trainer gewicht loslaat in de hand
– Pas excentrische beweging stoppen op commando van de trainer
– Excentrisch zakken en concentrisch versnellen
– Idem, maar variëren in richting en ROM
– Excentrisch zakken en snel concentrisch versnellen (variëren in snelheid)
– Opzoeken maximale eindpunt
– Variaties in: gewicht, ogen open/dicht, commando, holds, Range of Motion/richting/snelheid/afstand/trainingshulp-
middelen/opbouw van lig naar zit of stand/ondergrond, variëren in ruglig of zit of stand/etc.

gebruikt worden bij a-cyclische oefe­ gen. Intensiteit zal afhangen van opbouw en keuzes binnen een (sport)
ningen. De impact en explosiviteit o.a. maximale kracht, leeftijd, trai­ specifieke revalidatie is gedegen klini­
van de oefeningen zullen dan wel ningsleeftijd en het soort werpma­ sche kennis nodig. De (sport)fysiothe­
hoog zijn. De acyclische eindversnel­ teriaal. Vuistregel is dat de persoon rapeut zal in nauwe samenwerking met
ling zal hoog zijn. niet minder dan 80% van zijn perso­ de trainer het beleid kunnen bepalen.
– Indien een oefening meerdere keren nal best moet werpen.
(meer dan 3) wordt herhaald met – De complexe methode bestaat uit Met medewerking van: Hans Bult,
een relatief lagere impact en explosi­ een algemeen deel, een veelzijdig Peter Kruft en Jorrit Rehorst.

viteit kan deze ook gebruikt worden doelgericht deel en een sportspeci­
voor training van het aerobe energie­ fiek deel. Voor een keeper zou dat Literatuur
1. Goolberg, AAM van de (2005). De Reha-
systeem. bijvoorbeeld kunnen zijn: french
boom, een methodische aanpak in de sportre-
– Gezien de korte tijdspanne kunnen press a-cyclisch explosief, gevolgd validatie. Maarsen: Elsevier.
deze oefeningen gebruikt worden in door medicinbal werpen op afstand
2. Sip, W. Kracht en stabilisatietraining. www.
het anaerobe alactische capaciteits- en tenslotte de voetbal tot op de kenstraining.nl.
en vermogenssysteem. middenlijn gooien. De complexe
– Werp-ABC kan gekoppeld worden methode zal in een later artikel uit­ 3. Edelaar MJA & Kruft PJB (2008). Schouder
revalidatie volgens de Rehaboom (hoofdstuk 5
aan sprong-ABC en aan het alacti­ gebreider worden beschreven. musculo­skeletale aandoeningen. Elsevier.
sche systeem. Snelkracht en alacti­
4. Edelaar MJA & Kruft PJB (2006). Schouder-
sche capaciteit staan hier met elkaar Complexiteit
revalidatie volgens de Rehaboom. Nederlands
in verbinding. Het werpen is voor De voorbeelden geven een duidelijke Tijdschrift Manuele therapie, 3 (3), 46-52.
zeker 70% afhankelijk van de benen. blik op het combineren en variëren van
5. Edelaar MJA & Bant H (2004). Sportrevali-
– Indien er sprake is van voorvermoeid­ de verschillende oefenvormen en trai­ datie model de Rehaboom (deel 8), Richting
heid kunnen oefeningen gebruikt ningsmethoden binnen de Rehaboom. Sportgericht 57 (4), 10-16.
worden bij de agility trainingen. Juist door inzicht in het combineren
– Deze losse bovenstaande oefeningen van de verschillende grondmotori­
kunnen goed worden gebruikt in sche eigenschappen en de toepassing Over de auteurs
combinatie met andere trainingsele­ ervan kan de complexiteit van ieder Michel Edelaar is sportfysiotherapeut
menten, om zodoende een gecombi­ sportvorm zo goed mogelijk worden en bewegingswetenschapper bij reva-
neerde oefening te maken. benaderd. Waar nodig moet ook na­
lidatiecentrum Heliomare te Wijk aan
Zee.
– Voorbeeld van de variabele methode drukkelijk rekening worden gehouden
Harald Bant is sportfysiotherapeut,
(licht- normaal -zwaar) voor werp- met opbouw van de grondmotorische directeur van European Sportsphysical
ABC; bijv. speer; 600 gram – 800 eigenschappen coördinatie en mobili­ Therapy Education Network (een
gram – 1000 gram. teit. Bij schouderrevalidatie of -training internationale opleiding voor sport-
fysiotherapie), mede-eigenaar van
– Kimi werp-ABC (medicinbal 5-4-3 spelen deze eigenschappen veelal een
Nexus (een opleidingsinstituut voor
kg voor een goed getrainde sporter cruciale rol als voorwaarde om snel­ de fysiotherapeut) en eigenaar van
/2,5-2-1,5 kg voor de breedtesport): heid, kracht en uithoudingsvermogen een particuliere praktijk te Gennep.
5 oefeningen, 4 series, 5 herhalin­ in functie te kunnen leveren. Voor de

48 S p o r t g e r i c h t n r. 3 / 2 0 0 9 – j a a r g a n g 6 3

You might also like