Professional Documents
Culture Documents
Training
2. Als je sterker wilt worden of je duuruithoudingsvermogen wilt verbeteren dan zul je moeten
gaan trainen. Maak een korte presentatie of samenvatting waarin je de trainingsvariabelen en
de trainingsmethoden beschrijft en toelicht.
trainingsvariabelen
- intensiteit
- duur, herhalingen en frequentie
- de prikkeldichtheid
- het herstel
- omvang
trainingsmethoden
Extensieve duurtraining
Intensieve duurtraining
Weerstandstraining
Krachttraining
3. Maak een korte presentatie of samenvatting waarin je uitlegt welke energievoorraden (CP,
ATP, glycogeen, vet) uitgeput kunnen raken tijdens lichamelijke belasting en op welke wijze
deze voorraden weer worden aangevuld. Geef hierbij de verschillen aan tussen kortdurende
en langdurende belastingen.
- Creatine fosfaat: 10 -30 energie voorzien fosfaat systeem
- ATP
adenosinetrifosfaat, deze vorm van energie is direct beschikbaar. Dit komt doordat het
lokaal in de spieren ligt. ATP wordt direct weer aangevuld. 2 -3 min op maximale inspanning
- Glycogeen
moet worden omgezet in glucose. De voorraad is beperkt. Bij hoog vermogen en max
inspanning is dit energie systeem ongeveer genoeg voor enkele minuten tot een half uur
anaerobe systeem glycolyse
- Vet
Vetverbranding gebeurt na ongeveer 30 minuten. Vet levert veel energie en is bijna
onuitputtelijk opgeslagen in het lichaam. Vet kan niet anaeroob worden verbroken, dus is er
02 nodig.
aerobe systeem citroenzuur cyclus
4. Maak een korte presentatie of samenvatting waarin je uitlegt wat centrale vermoeidheid en
perifere vermoeidheid inhoudt en waarin je vervolgens uitlegt welke hypotheses er zijn ten
aanzien van het ontstaan van perifere en centrale vermoeidheid.
verbetering:
meer slapen, sportmassage, voedzaam en vullende maaltijden
5. Maak een korte presentatie of samenvatting waarin je uitlegt welk drie verschillende typen
gewrichten er zijn volgens de structurele classificatie en werk daarbij de vijf specifieke
kenmerken en de zes verschillende typen van het synoviale gewricht verder uit.
- fibreus gewricht
- cartilagineus gewricht
- synoviaal gewricht
o vijf specifieke kenmerekn
o synoviaal vocht
o gewrichtsholte aanwezig
o gewrichtskop en een gewrichtskom
o botuiteinden bedekt met kraakbeen
zes verschillende typen van het synoviale gewricht